Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Knack, jg 1, nr 7 : 1 april 1971.

EYSKENS, HOE LANG NOG ?

In zijn vijfentwintigjarig bestaan heeft Knack vaker de val van de regering voorspeld dan de getuigen van Jehovah het einde van de wereld. Maar wel met meer succes. In nummer zeven wordt, zij het voorzichtig, de regering Gaston Eyskens in twijfel getrokken. Ze zou dertig weken later vallen.

Het is nu voor iedere waarnemer in de Wetstraat wel duidelijk geworden dat de politieke wissel voor de regering Eyskens op 1 september e.k. zal geprotesteerd worden. En wat dan, kleine man ?

Dat is de vraag die de CVP-ministers zich op het ogenblik reeds stellen. De recente verwikkelingen rond de peuter- en kleutertuinen te Brussel hebben aangetoond dat de socialistische regeringspartner anticlericaler is dan ooit. Met deze mensen valt er geen land te bezeilen, zodra het er op aankomt te Brussel een volwaardig Nederlandstalig onderwijs uit te bouwen, waarbij ieder schoolnet op een adequate wijze aan zijn gelden komt.

Dit is één van de voornaamste redenen, die de spanning in de schoot van de regering de jongste weken ernstig kwam verscherpen. Maar er zijn nog vele wrijvingspunten tussen de regeringspartners, die de vraag wettigen : ?Eyskens, hoe lang nog ?” Haalt de strateeg van de lange uitputtingsdiscussie de normale wetgevende verkiezingen van mei 1972 ? Kan de regering zich zo lang laten uitbollen ? Is de weg niet te hobbelig en zal de regering niet terechtkomen in de vangkuil van de vrijheid van het gezinshoofd ?

Het antwoord op deze vragen is niet eenvoudig. Met Eyskens weet men immers nooit. Dat hebben de drie voorbije jaren bewezen. Wanneer ieder geen stuiver meer gaf voor de grondwetsherziening, sleurde hij ze er toch door. Wanneer De Saeger er uit trok omdat Zeebrugge in de maling dreigde genomen te worden, stuurde Eyskens de regeringsschuit zo door de sluis, dat de minister van Openbare Werken deze technocratische sfinx met het brandend verlangen naar het eerste-ministerschap net terug aan boord kon wippen.

Wanneer ieder dacht dat het ontwerp 868 op de grote agglomeraties en federaties van gemeenten de struikelsteen zou worden, wipte de kleine man met de enorme energie er met de hakken over de sloot nog over. Ondertussen is het ontwerp door de Bijzondere Kamercommissie voor enkele weken in de schuif geborgen en menen de meeste waarnemers dat er voor 1 september niets meer uit de bus komt. Indien dit met de werkelijkheid overeenstemt, zullen de Beulemanspoppen pas goed aan het dansen gaan, zoals ze in het theater van Toone nooit eerder te keer gingen. En alsof deze ganse gemeenschapsrotzooi nog niet voldoende roet in het regeringsbord gooide, baarden de ?beteweeën” een sociale malaise die alle lagen en standen van de bevolking aangreep, middenstanders, beenhouwers, gendarmes, politieagenten, onderwijzers en boeren incluis.

Genoeg om er het bijltje bij neer te leggen. Maar dat is slecht Eyskens kennen. Op dat ogenblik voelt deze marathongespreksloper zich pas in zijn sas. Daarom kan het antwoord op de vraag ?Eyskens, hoe lang nog ?” best luiden : mei ’72.

MARIHUANA

In de brievenrubriek vinden we, behalve een eindeloos lang pamflet van het Actiecomité Gasalarm uit Zemst, een schrijven van N. Nelis uit Berchem. De leidraad door Jaargang 1 wordt ook hierin bevestigd : nihil novum sub sole.

In nr 6 las ik onder de titel ?Marihuana een weldaad ?” enkele uitspraken die ik niet verwacht had in een blad van uw gehalte.

Over marihuana weet men heus heel wat meer dan de populaire dooddoeners die u verkondigde, maar die eerder in een sensatieblad thuishoren. Leest u bijvoorbeeld. eens de uitstekende studie over drugs van prof. De Schepper, uitgegeven bij het Davidsfonds. Het is wel eigenaardig dat alle ernstige en wetenschappelijke onderzoekingen op dit punt overeenstemmen : marihuana is relatief onschadelijk en niet verslavend, de stepping-stonetheorie (automatische overschakeling van soft- naar harddrugs) is uit de lucht gegrepen. Nog eigenaardiger is dat politieofficieren, ministers van Justitie en andere gezagsdragers obstinaat alle misvattingen op dit gebied blijven herhalen, daaraan toevoegend dat men nog niet genoeg weet over die softdrugs. Zij weten er in elk geval niet veel van. Op ons ministerie van Justitie is nu zelfs een wetsvoorstel in de maak tot oprichting van ontwenningscentra voor ?verslaafden” aan drugs. Welnu : zo’n verslaafden bestaan in ons land niet, indien men tenminste de verslaafden aan alcohol, barbituraten, tranquillizers en andere wettelijke harddrugs buiten beschouwing laat.

In een recente tv-reportage over drugs werden, door montage en halve waarheden, de feiten verdraaid en foutief voorgesteld. Waarom ? Komt een nieuw taboe misschien het oude sekstaboe vervangen ?

BOERENBETOGING

De grote boerenbetoging in Brussel tegen de hervormingsplannen van Europees commissaris Sicco Mansholt, liep hier en daar uit de hand. Knack relativeert, en signaleert een belangrijk probleem in de marge.

Op verscheidene plaatsen in het land werd de betoging in Brussel voorbereid met plaatselijke manifestaties die zelden of nooit uit de hand liepen, maar die toch net genoeg luidruchtig en verbeten waren om een teken aan de wand te vormen. De parlementariërs meenden dat begrepen te hebben. Met een zelden geziene unanimiteit keurden zij een motie goed waarin de regering ervoor gewaarschuwd werd de rechtmatige aspiraties van de landbouwers niet over het hoofd te zien. Daarna gingen de dames en heren naar huis in de overtuiging dat zij met een gerust gemoed konden terugkeren om op te stappen aan de kop van de betoging.

Het is hen slecht bekomen. Toen ze op de pui van het Beursgebouw hun troepen schouwden, kregen ze enkele tientallen eieren en aardappelen naar het hoofd geslingerd. De minst moedigen onder hen zochten toen een veilig heenkomen in de toiletten van de omliggende drankgelegenheden. Maar wie de betekenis van de nationale boerenbetoging wil uitvegen met uitsluitend te wijzen op het losbandig geweld dat gepleegd werd, is ofwel te kwader trouw of heeft geen ogen om te kijken. Wie ’s avonds de reportage op de Nederlandse televisie zag, kreeg de indruk dat er te Brussel een revolutie losgebroken was. Dat was een valse voorstelling van de feiten.

Dinsdag betoogden de boeren. Woensdag was de gerechtelijke politie al in het bezit van de reportagefilmen die door de Vlaamse en de Franstalige televisie over de betoging gemaakt werden. Dat leidt wel tot een bijzonder ongezellige situatie. Niemand denkt eraan de politie in te zetten voor reportagewerk. Waarom wordt een reporter dan onrechtstreeks ingezet voor politiewerk ? Sedert een Limburgse rechtbank een Zwartbergbetoger veroordeelde op grond van filmbeelden die voor de televisie gemaakt werden, leven alle betogers in onmin met film- en fotoreporters. Het is geen toeval dat bij het begin van de boerenbetoging opnieuw een fotograaf door betogers gemolesteerd werd.

Het reportagewerk bij ietwat woelige betogingen zal binnenkort onmogelijk worden, als de politie niet spoedig eigen, duidelijk herkenbare, cameramen aanwerft. De journalisten-filmreporters bedanken ervoor ongewild een verklikkersrolletje te spelen.

WESTREMS KERKJE IN HET NIEUW

Knack had, in zijn eerste jaargang, niet alleen aandacht voor de grote wereldproblemen, ook regionale of lokale gebeurtenissen kregen de nodige ruimte. In nummer zeven trekken we naar Oost-Vlaanderen.

De inwoners van Westrem hadden al lang gemerkt dat hun dorpskerkje meer en meer aangetast raakte door de tand des tijds. Zij meenden dat er bij hoogdringendheid diende gehandeld. Welnu, het is zover. Daar het antieke gebouwtje reeds lang geklasseerd is en dus op de lijsten van Monumentenzorg voorkomt, zal zeer binnenkort tot restauratie worden overgegaan.

Het oorspronkelijke kerkje, met een bouwstijl die sterk aan de twaalfde en de dertiende eeuw deed denken, werd in de jaren dertienhonderd vergroot. In de toren werden galmgaten aangebracht. Reeds vroeg in de zeventiende eeuw begonnen de west- en zuidergevels (Balegemse steen) sporen van aftakeling te vertonen. In die dagen echter dacht ook maar niemand aan enige vorm van restauratie…

Wanneer met de restauratiewerken zal worden begonnen, zullen eerst en vooral kapotte en andere versleten stenen worden vervangen. Het dak zal een nieuwe bekleding krijgen. De vensters van het priesterkoor en de loden glasramen zullen worden hersteld. Ook zal speciale aandacht worden besteed aan de zoldering van het kerkje. In Westrem raamt men de kosten van het restauratieproject op ongeveer 1,5 miljoen frank.

WERKEN AAN TWEEDE WONDER

Het omslaginterview met minister van Gemeenschapsbetrekkingen Leo Tindemans wordt opgesierd met veertien foto’s. Tindemans met Adenauer, Tindemans als piepjong redacteur op Gazet van Antwerpen, Tindemans bladerend in een nummer van Knack. Waarover hij, althans volgens het onderschrift, zegt : ?Een blad waar ik mij volledig kan in onderdompelen.”

KNACK : Op het eerste gezicht zijn de gemeenschapsbetrekkingen een juridische aangelegenheid. U bent geen jurist.

LEO TINDEMANS : Inderdaad. Maar zeer knappe juristen hebben mij toevertrouwd dat de grondwet niet op de eerste plaats een werk van juristen mag zijn. Zelf ben ik trouwens ook tot dat inzicht gekomen toen ik achterhaalde dat enkele jonge mannen er in 1830 slechts enkele weken over deden om een grondwet op te stellen die als model werd voorgehouden aan alle dynamische Europese staten van die tijd, daar waar wij nu twee jaar en zeven maanden modderen aan de nieuwe aanpassing van diezelfde grondwet. En kom dan niet aandraven met het argument dat er toen minder tegenstellingen zouden zijn geweest. Integendeel. De hoofden waren even verhit, terwijl er niet minder kortsluitingen in de ideeën waren. Dokteren aan de grondwet is een politieke opdracht. Het is een werk van inzicht. Daarna vindt men wel makkelijk de juridische specialisten die het in een exacte formulering gieten.

KNACK : U bent nu hard met de federatie- en agglomeratieproblematiek aan het sjouwen. Maar is dat uiteindelijk niet een alibi voor de grote droom die u maar niet kunt verwezenlijken ? De droom van het federalisme ?

TINDEMANS : Federalisme is een gevaarlijk woord. Ik heb hier geen enkel vooroordeel tegen. Wanneer een land een federale structuur kan krijgen en zo heel wat wrijvingen kunnen worden vermeden, dan mag men geen ogenblik aarzelen. Vandaar trouwens een stel federale staten in de wereld waar het goed gaat. Men mag er echter geen mythe van maken. Er zijn immers ook federale staten waar het slecht gaat. Bijvoorbeeld Joegoslavië. Er is daar nu een ongelijkmatige groei tussen de deelstaten, terwijl de onderlinge wrijvingspunten er allerminst zijn weggenomen.

KNACK : Uw eerste liefde blijft de buitenlandse politiek ?

TINDEMANS : Toen ik handels- en consulaire wetenschappen studeerde, werd ik vooral geboeid door het briljant college van een professor in de diplomatieke geschiedenis. Met het gevolg dat ik alles las wat met diplomatieke geschiedenis te maken had. Het werd mijn hobby. En dat is het nog altijd. Zo ken ik de biografieën van de meeste grote diplomaten uit de laatste twee eeuwen.

Een feit dat ik niet licht zal vergeten is het bijwonen van het International Seminar aan de universiteit van Harvard in 1962. Als voornaamste prof had ik daar Henry Kissinger, inmiddels adviseur van president Nixon. Hij is één van de meeste bekwame hoogleraren die ik ooit heb ontmoet. Het was ook een heel nieuwe wereld voor mij. De manier waarop men daar buitenlandse politiek doceert. Volledig. Deskundig. Wetenschappelijk. Ook met een interesse voor de buitenlandse problemen zoals wij die in België nauwelijks durven vermoeden. Toen ik terugkwam in België werd ik er weer student. Politieke en sociale wetenschappen. In ’67 keerde ik terug naar de States voor een rondreis langs de voornaamste universiteiten, om van nabij mee te maken hoe er nu internationale politiek wordt gedoceerd. Ik ontmoette er tal van specialisten. In het State Department en het Pentagon werden me de meest uiteenlopende interessante inlichtingen verstrekt.

Ik heb mij echter niet alleen tot de States beperkt. Zo heb ik een tijd lang les gegeven in Caracas, de hoofdstad van Venezuela. Met Raphaël Caldera, de huidige president, ondernam ik destijds een verkiezingscampagne bij de Indianen in het oerwoud. Op Europees niveau boeide mij vooral de eenmaking van Europa. Ik ben nog altijd lid van het Comité Jean Monet en van de actiegroep voor de Verenigde Staten van Europa. Als ik dit allemaal van nabij meemaak, leef ik pas. Ik weet dat al te weinig Vlamingen in de internationale politiek thuis zijn.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content