Twee pintjes en een gin-tonic
De grens tussen liveplaten en bootlegs is soms erg dun.
Een mens kan het zich vandaag nog nauwelijks voorstellen, maar er is een tijd geweest dat de muziekindustrie een andere zorg had dan illegale downloaders. Jarenlang richtte ze haar kanonnen op bootleggers, lui die stiekem liveopnamen maakten. De strafste bootlegger van allemaal was Dean Benedetti, een fan van Charlie Parker die Bird opnam tijdens concerten in 1949. Alleen: hij nam niet de concerten op. Hij nam alleen Parkers solo’s op. Een oen, jazeker. Maar ook: een dromenvanger. Bootlegs, hoe abject ook, geven passionele liefhebbers namelijk het gevoel dat ze iets groots gemist hebben. Gelukkig is er nog die opname. Krakend en schel en met stemmen uit het publiek die – konden die idioten niet beter opletten, daar had ú toch moeten zitten, parels voor de zwijnen gvd – aan de bar twee pintjes en een gin-tonic bestellen.
Zopas zijn er twee opmerkelijke bootlegs uitgekomen. Met dien verstande dat ze zijn uitgebracht met medeweten van de artiesten. De eerste komt van Wynton Marsalis en Eric Clapton, die begin april samen concerteerden in Jazz at Lincoln Center in New York. Een concert voor de happy few was het zeker: de fundraiser bracht 3,6 miljoen dollar op. Maar ook dat andere kenmerk klopt: de klank is schel en hol, alsof een miljonair in de zaal het zaakje heeft opgenomen met zijn iPhone. Hebt u die avond iets groots gemist? Allerminst. Voor Claptonfans is deze release aardig omdat hij ongebruikelijk repertoire speelt. Bovendien is hij goed bij stem, en zijn gitaarspel is – binnen zijn eigen idioom – uitstekend. Het probleem is dat zijn blues niet die van Mar-salis is. De gitarist staat niet bepaald bekend om zijn gevoel voor swing, laat staan om zijn connectie met New Orleans in de jaren 1910, met zijn struts en two-beats. Kidman Blues en Forty-Four blijven overeind, maar bij The Last Time, Careless Love en een slepende versie van Layla is het tandenbijten. When giants meet is het soms verstandig om een drankje te bestellen.
Tegelijk ligt daar Road Shows Vol. 2 van Sonny Rollins, uitgebracht op zijn eigen, amateuristische label. Volume 1 was een raar beestje: zeven tracks die 27 jaar en 6 bands overspanden. Drie ervan waren met een cassetterecorder opgenomen van radio of tv, vier kwamen recht van de mengtafel – Benedetti anno 2008, zeg maar. Volume 2, klinkt nét iets minder miserabel, weliswaar recht van de p.a. Vier tracks komen uit het concert voor zijn 80e verjaardag in het Beacon Theater in september 2010, plus twee nummers uit een concert in Japan, een maand later opgenomen. Ook een beetje fake dus, maar muzikaal krijgt u hier waarop u op Gent Jazz zat te wachten. De bijdragen van gitarist Russell Malone, trompettist Roy Hargrove en Jim Hall glijden door de keel als dure oesters. Maar de echte traktatie is Sonnymoon for Two, met behalve Christian McBride (bas) en Roy Haynes (drums) ook Ornette Coleman. Krassend en krakend, ja. En tot aan zijn kruin gevuld met blues.
WYNTON MARSALIS & ERIC CLAPTON PLAY THE BLUES – LIVE FROM JAZZ AT LINCOLN CENTER, WARNER.
SONNY ROLLINS, ROAD SHOWS VOL. 2, DOXY.
Bart Cornand