‘Tsipras die zich aan het dictaat onderwierp: dat was voor mij het treurigste ogenblik’
Vijf maanden was Yanis Varoufakis Grieks minister van Financiën. Lang genoeg om zijn Europese collega’s hoorndol te maken, en zijn fans in vervoering te brengen. Verslag van een merkwaardige ontmoeting in Athene. ‘Valt Syriza uiteen? Breken er onlusten uit? Alles is mogelijk, omdat te veel mensen ontgoocheld zijn.’
Ons gesprek met Yanis Varoufakis had op het eiland Egina moeten plaatsvinden, in alle rust, zonder afleiding, een heel eind uit de buurt van de heksenketel Athene. Maar rust is in het huidige Griekenland een schaars goed, en is zeker niet weggelegd voor iemand die weliswaar als minister van Financiën is afgetreden, maar nog altijd minden in een politieke storm zit. Velen vinden hem een held, velen haten hem.
Even voor we naar Athene vliegen, krijgen we een bericht van Yanis Varoufakis. Hij laat weten dat het ‘drukke, harde tijden’ zijn, dat er de hele tijd vergaderd wordt: allerlei con-ferenties en in het parlement debatten die op korte termijn gepland zijn. Hij heeft nauwelijks tijd voor een ‘substantieel gesprek’. Om er zeker van te zijn dat het werkelijk tot een ernstig gesprek komt, kan de afspraak maar beter bij hem thuis plaatsvinden. Een andere mogelijkheid zou er niet zijn. Zo gezegd, zo gedaan. Nu eens spraken we laat in de nacht met elkaar, dan weer in de vroege ochtend, nu eens tussen de middag, dan weer in een restaurant en ook weleens snel in de keuken bij de koffie, in het gezelschap van Varoufakis’ vrouw Danae Stratou.
Een spook waart door Europa, meneer Varoufakis, het spook van Syriza. Alle machten van het oude Europa hebben zich verenigd om een heilige klopjacht op dat spook te organiseren: de trojka en de eurogroep, de Duitse bondskanselier Angela Merkel en de investeerders van Goldman Sachs.
YANIS VAROUFAKIS: Nu moet ik toch lachen dat u met een variant uit Marx’ Communistisch Manifest voor de dag komt. Maar het is natuurlijk achterbaks om Syriza en communisme in één adem te noemen, alsof er geen verschil bestaat tussen die twee. Zo handelen onze tegenstanders die ons willen discrediteren.
Dat is niet meer nodig. Het spook, Syriza, is inmiddels getemd en vernederd.
VAROUFAKIS: Zo kun je het ook zien.
U hebt de voorwaarden van de eurogroep aanvaard, ook besnoeiingen in de pensioenen en een dramatische verhoging van de btw – dingen waartegen u jarenlang hardnekkig gekant was.
VAROUFAKIS: Zo is het. En ik ben er nog altijd tegen. Ik heb in de regering gestreden tegen dit zogenoemde reddingspakket, dat ellende zal veroorzaken, maar zeker niet voor economische groei zal zorgen. Maar ik zou het liever niet over volksbedrog hebben. Het is zo mogelijk nog erger: we hebben onszelf bedrogen.
Ik heb een foto voor u meegebracht. Hij toont Wolfgang Schäuble en Jeroen Dijsselbloem, de voorzitter van de eurogroep, nadat uw premier Alexis Tsipras het hulppakket aanvaard had.
VAROUFAKIS: Dat is geen hulppakket! Het is een dictaat. Toon me die foto eens. Mijn God! Die foto is helemaal nieuw voor mij, ik moet er een kopie van maken. Niet te geloven hoe blij die zijn! Het is maandag 13 juli. Griekenland hangt aan de galg te bengelen, maar zij vieren feest ter gelegenheid van de grootste aanval op de Europese democratie sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. Ze staan te lachen op het moment dat de waarden, idealen en principes van de democratie begraven worden.
Wat u zegt, is driest. Het gaat om een reddingspakket.
VAROUFAKIS: Nee!
Het gaat om hulp voor uw land. Er worden nog eens zoveel miljarden euro’s in Griekenland gepompt.
VAROUFAKIS: Laat ons toch met rust met die hulp, die ons alleen maar tot eeuwige verknechting veroordeelt! Dat hulpprogramma maakte van Griekenland feitelijk een protectoraat, een vazallenstaat. De eurogroep, die helemaal niet democratisch gelegitimeerd is, deelt het volk bevelen uit: ze willen deemoedige onderdanen die doen wat hen bevolen wordt. Die eurogroep handelt zonder enige controle en treft beslissingen over leven en dood. Toen de eurogroep werd opgericht, stierf de democratie. Wie heeft het voor het zeggen in Europa? De banken? De volkeren?
Het Griekse volk heeft Syriza verkozen.
VAROUFAKIS: En dát is het probleem. Ik sprak eens met de Amerikaanse ex-minister van Financiën Larry Summers. Hij zei me: ‘Yanis, je hebt een grote strategische fout gemaakt.’ Welke dan? ‘Je hebt de verkiezingen gewonnen.’ Vanaf het begin was Syriza de kop van Jut, want we betwistten een programma dat al jaren de heersende doctrine in Europa is, een doctrine die niet ter discussie gesteld mag worden: bezuinigen. Het gaat om een bezuinigingspolitiek die al jaren faalt, maar die onze bevolking, jong en oud, systematisch verarmt en wanhopig maakt. We beleven de totale triomf van het neoliberalisme. Het einde van de menselijkheid.
Als dat klopt, waarom heeft uw vriend Alexis Tsipras dan ingestemd met die afspraken?
VAROUFAKIS: Wat had hij anders kunnen doen?
Nee zeggen, bijvoorbeeld.
VAROUFAKIS: Hij ging door een hel. Ze zetten hem het pistool op de slaap. Dat is geen goede manier van onderhandelen. Hoe kun je vrij beslissen als iemand tegen je zegt: ‘Als je niet instemt, blijven de banken dicht. We knijpen je tot moes.’?
Uw spreuk tijdens de verkiezingscampagne was: ‘De hoop komt.’
VAROUFAKIS: Ja.
En de mensen geloofden u.
VAROUFAKIS: De toestand was zo hopeloos dat ze ons kozen. Eind 2014, kort voor de verkiezingen, kondigde men het begin van de opleving aan. Maar die opleving was slechts een statistische truc. De mensen wisten heel goed dat het hen niet beter ging. Ze wisten dat het allemaal leugens waren. Ze kozen voor ons, hoewel de media tegen ons stemming maakten alsof wij het land naar de ondergang zouden leiden.
Na de verkiezingen stond de triomferende Tsipras voor zijn aanhangers, hij danste, zong en riep: ‘Voor Griekenland begint een nieuw hoofdstuk! De vernietigende besparingspolitiek behoort tot het verleden.’
VAROUFAKIS: Ja, dat was de droom, de hoop.
De droom is nu een nachtmerrie.
VAROUFAKIS: Ja.
Ik begrijp dat niet. U organiseert een referendum over de besparingspolitiek, u wint dat glansrijk, maar dan…
VAROUFAKIS: Wat dan?
Dan doet uw regering, die zich zogezegd aan de volkswil gebonden voelt, precies datgene wat het volk helemaal niet wilde. Ze gaat voor Brussel door de knieën.
VAROUFAKIS: De ommezwaai van Tsipras was – hoe zal ik het zeggen – opmerkelijk. Ik heb de afgelopen maanden veel meegemaakt, meer dan ik wilde. Het mooiste moment was voor mij de manifestatie twee dagen voor het referendum. Ik hield een speech voor vele duizenden mensen. Er heerste een fantastische atmosfeer, die je energie gaf. En nog onder de indruk van die atmosfeer, als op een wolk, ging ik naar de kabinetszitting. Maar daar heerste een heel andere stemming, bijna iedereen was teneergeslagen. Ik had haast het gevoel dat ze hadden gehoopt op een ‘ja’ als uitslag van het referendum, zodat ze uit de regeringsverantwoordelijkheid hadden kunnen wegvluchten. Er was geen strijdlust meer. En dan Tsipras die zich aan het dictaat onderwierp: dat was voor mij het treurigste ogenblik.
Veel van wat u me vertelt, vind ik nogal naïef, meneer Varoufakis. U had toch moeten weten dat er niet alleen krachten waren die u politiek wilden liquideren, maar die ook Griekenland uit de euro wilden gooien.
VAROUFAKIS: Zeker. Dat heeft Wolfgang Schäuble (Duits minister van Financiën, nvdr.) me vanaf het begin gezegd. Vergeet niet dat we vanaf januari ook een oorlogskabinet hadden, dat waren vijf à zes mensen die zich met het scenario van de Grexit bezighielden. We moesten over alle mogelijkheden nadenken, we stonden met de rug tegen de muur. We vroegen ons telkens weer af wat er nu weer te gebeuren stond. Ik heb altijd geprobeerd een stap verder te denken dan onze tegenspelers.
U praat alsof u een oorlog aan het uitvechten was.
VAROUFAKIS: Het was een oorlog. Een financiële oorlog. Vandaag de dag heb je geen tanks meer nodig om iemand te verslaan. Zíj hebben hun banken. Het is zoals in Brechts Driestuiversopera: ‘Het grof geweld heeft zijn troeven uitgespeeld. Er worden geen moordenaars meer op pad gestuurd, nu men deurwaarders kan sturen.’
U wilde met behulp van een hacker in de belastingdienst binnendringen om een parallel banksysteem op poten te zetten. U wilde over het geld van de centrale bank kunnen beschikken om de pensioenen te betalen. U wilde…
VAROUFAKIS: Wat? We hebben zo’n inbraak nooit overwogen. We zijn geen avonturiers! (Intussen is een opname van een telefoongesprek uitgelekt tussen Varoufakis en hefboomfondsinvesteerders, waaruit blijkt dat dit wel degelijk het plan was, nvdr.) We hebben in dit oorlogskabinet alle mogelijke scenario’s bedacht, gesimuleerd en vervolgens ook verworpen.
Welke scenario’s? De invoering van een parallelle munt?
VAROUFAKIS: Ja. Dat thema was immers het fundament van mijn wetenschappelijke carrière. Maar de invoering van een parallelle munt is geen simpele zaak, dat gaat niet zomaar. Je hebt daarvoor alle mogelijke knowhow nodig. Maar beschikt Griekenland daar wel over? Toen we over die scenario’s nadachten, hadden we altijd de versteviging van onze onderhandelingspositie op het oog. Ik twijfelde er niet aan dat ze vroeg of laat onze banken zouden sluiten om ons te chanteren. Ik vond dat een agressieve, vijandige daad. Een oorlogsdaad.
Het verenigde Europa en de euro werden gecreëerd om de landen van dit continent, die zo vaak oorlog tegen elkaar hebben gevoerd, een vreedzame toekomst te bieden.
VAROUFAKIS: Het is tragisch dat de gemeenschappelijke munt die volken weer uiteendrijft.
In de rest van Europa kunnen sommige mensen hun woede nauwelijks onderdrukken. Ze zeggen: wij gooien de Grieken altijd weer nieuwe miljarden achterna, maar de Grieken zijn lui, liggen in de zon en nemen het er goed van.
VAROUFAKIS: Ik weet het. Dat zijn de clichés. Maar het begon met een leugen.
Verklaar u nader.
VAROUFAKIS: In 2008 vaardigde de toenmalige Griekse regering van Karolos Papoulias een wet uit waarmee de staat in één klap 28 miljard euro uitgaf. Maar daarvan ging geen cent naar de gepensioneerden, ambtenaren of arbeiders. Het was een gigantisch reddingsprogramma voor de banken. Zo explodeerde de staatsschuld. Alle reddingsprogramma’s die sindsdien voor Griekenland op stapel werden gezet zijn reddingsprogramma’s voor de banken.
Een ogenblikje, ik…
VAROUFAKIS: Laat me mijn gedachte afmaken! Maar altijd weer lees je in de kranten: ‘Nog meer financiële hulp voor de Grieken’. Of: ‘Nieuwe geldinjectie voor Athene.’ Het zou moeten luiden: ‘Alweer belastinggeld voor de banken.’ Laat me toch met rust met jullie geld. Dat is alleen maar hulp voor de BNP, Société Générale, Deutsche Bank.
Hebt u het gevoel dat u mislukt bent?
VAROUFAKIS: Pardon?
U hebt hoogstens aalmoezen onder de armen verdeeld – 200 miljoen euro. Maar u hebt toegelaten dat de rijken miljarden belastinggelden niet hoefden te betalen, het vermogen van de kerk liet u ongemoeid, net als de geraamde 200 miljard euro die in Zwitserland en op andere plaatsen in het buitenland liggen. Dat moet men toch een mislukking noemen?
VAROUFAKIS: Onzin, wie zoiets zegt, liegt of is verkeerd geïnformeerd. We hebben geprobeerd een voedselprogramma voor de armen op het getouw te zetten, maar dat heeft de trojka ons verboden. We hebben geprobeerd de rijke oligarchen en haaien aan te pakken, maar dat verbood men ons. Ik heb mijn gesprekspartners in Berlijn, Brussel en Parijs ter zake om hulp gevraagd. Maar die kregen we niet. In plaats daarvan was er een barse verklaring van de eurogroep waarin stond dat we niet op eigen houtje allerlei dingen mochten ondernemen. Ze zouden ons bestraffen. We kregen geen kans. Ze wilden dat we onze nek braken. Toen we de oligarchen dan toch wilden aanpakken, nam de trojka ze gewoon in bescherming.
Dat had ik nog nooit gehoord. Als het waar is wat u zegt, dan…
VAROUFAKIS: Wat moet dat betekenen: ‘als het waar is’? Het ís waar. Vanaf het begin was het hun doel onze regering te laten falen of haar ten val te brengen.
U praat over een land in het Europa van de 21e eeuw?
VAROUFAKIS: Ja. Toen ik in de politiek stapte, verwachtte ik iets. Maar ik was verrast te moeten vaststellen hoe weinig democratie betekent voor de belangrijkste leiders, hoe onverschillig ze staan tegenover de concrete gevolgen van hun politiek. Toen ik daarover in de eurogroep wilde praten, blafte Dijsselbloem me af: ‘Daarover praten we niet, dat is te politiek.’
U klinkt verbitterd.
VAROUFAKIS: Nee. In de hele eurocrisis wordt niet gevraagd of het weleens aan de structuur van de eurozone zou kunnen liggen dat alles op losse schroeven kwam te staan. Dat landen met overschotten en landen die moeten importeren in een gemeenschappelijk monetair korset geprangd werden. Je hoort alleen maar zeggen dat de luie zuidelijke landen boven hun stand hebben geleefd. Dat ze maar eens net zo vlijtig en spaarzaam als de Duitsers moeten worden. Dat is de mantra.
En wat is daar mis mee?
VAROUFAKIS: Het gaat om de machtsverhoudingen. Wie verstrekte al die kredieten? De BMW-bank. De Mercedes Benz-Bank. Koop! Geniet! Hier is een krediet, je hebt geen eigen geld nodig! Maar tegenover elke lichtzinnige kredietnemer staat een gewetenloze kredietgever. De bankiers wisten heel precies wat voor een riskant spel ze speelden, maar ze werden gedreven door hun teugelloze hebzucht.
Sinds vijf jaar dokteren honderden specialisten, economen en politici aan de Griekenlandcrisis. Altijd weer hoorde je de belofte: jullie komen uit het dal. Maar het is nu nog erger dan vroeger.
VAROUFAKIS: De kernvraag is: hebben de belangrijke mensen werkelijk belang bij het beëindigen van deze crisis?
Pardon?
VAROUFAKIS: Deze crisis van de eeuw is te goed om ze onbenut te laten passeren. Helemaal in het begin zei Schäuble me: we kunnen ons de sociale staat niet meer permitteren. Zo buiten ze de humanitaire crisis schaamteloos uit. Dankzij deze crisis kunnen ze al die pijnlijke dingen realiseren: snoeien in de lonen en de pensioenen, privatiseringen, al die dingen waarvoor een volk bij verkiezingen nooit zou stemmen.
U was tijdens de onderhandelingen een avonturier, een tijdverspiller, hoorden we.
VAROUFAKIS: Ja, dat zei men. Het was een psychologische oorlog op alle niveaus. Als ik een vertrouwelijk gesprek had met Dijsselbloem of Schäuble kon ik ervan uitgaan dat het binnen de tien minuten opdook op het internet, maar dan op een achterbakse manier, en wel zo dat het me schaadde.
U bent een complottheoreticus.
VAROUFAKIS: Nee.
Men zegt dat u – Varoufakis, de superintelligente professor – iedereen op de zenuwen werkte.
VAROUFAKIS: Ach, nonsens, maar de eurogroep zet de bakens voor het toekomstige Europa uit en beslist over het leven van miljoenen mensen. Als daar nog niet gediscussieerd mag worden, waar dan wel?
Bent u tijdens zo’n zitting nooit eens uit uw vel gesprongen?
VAROUFAKIS: Nee, ik bleef altijd rustig. Het gaat er in die zittingen vaak grof toe, lomp en onbehouwen. Schäuble kan wel degelijk exploderen en erg scherp zijn. Ik maakte eens mee hoe hij ECB-voorzitter Mario Draghi de mantel uitveegde, hoe hij Dijsselbloem, de voorzitter van de eurogroep, kleineerde. Niet mooi. Met mij heeft hij dat nooit gedaan, hij was altijd zeer vriendelijk. Ik waardeer hem, ik heb Wolfgang graag. En ik denk dat hij mijn ervaring apprecieert. Hij weet precies wat hij wil, en hij neemt geen blad voor de mond: hij wil een autoritair Europa met veel minder sociale staat. En toen bereikten we een punt waarop ik zei dat we voor een andere politiek verkozen waren. Waarop hij alleen wist te zeggen dat er nu eenmaal verdragen bestonden die nageleefd moesten worden. Ik vroeg hem – als de volkswil dan toch niets te betekenen had – of het niet consequenter en eerlijker zou zijn om de democratie op te schorten in de schuldenlanden. Daarop kreeg ik geen antwoord.
Vervloekt u de dag waarop u in de politiek ging?
VAROUFAKIS: Ja en nee. Ik was altijd al een politiek mens. Dat heeft te maken met mijn familie. Mijn vader zat tijdens de burgeroorlog vier jaar in een strafkamp. De reden: hij weigerde communisten te verklikken. Hij was een liberaal, opgevoed in de geest van de Franse Revolutie. Rousseau, Voltaire, dat waren zijn idolen. Hij vond de vrijheid van denken belangrijk. Mijn vader, die de vriendelijkste mens van de wereld is, werd brutaal gefolterd, telkens opnieuw. Een van mijn ooms die ik altijd weer bezocht zat in de tijd van de junta in de gevangenis, hij was ter dood veroordeeld. Zulke toestanden politiseren je. Wilt u weten hoe krankzinnig het leven is?
Ik luister.
VAROUFAKIS: Mijn moeder haatte vroeger al wat links was. Ze was lid van een ultrarechtse terreurorganisatie. Het behoorde tot haar opdrachten om mijn vader, die voorzitter was van een Atheens studentengenootschap, te bespioneren. Zo leerden ze elkaar kennen.
Inderdaad te gek.
VAROUFAKIS: Ja. En nog iets anders heeft me gepolitiseerd. Mijn moeder sprak goed Duits. Toen ik drie jaar was, begon ik Duits te leren. En dan, ongeveer vanaf mijn zesde levensjaar, luisterde ik tijdens de militaire dictatuur, die zeven jaar duurde, zo vanaf acht, negen uur, heimelijk, onder de deken samen met mijn ouders bijna elke avond naar de uitzendingen van de Deutsche Welle. Dat was onze band met de vrijheid. Zo hoorde ik van het bestaan van Willy Brandt. Tijdens dat sombere juntatijdperk waren we elke zomer met vakantie in Zuid-Duitsland of Oostenrijk. Het was telkens een korte vlucht uit de dictatuur. Ik was dus altijd al politiek bewust. Toen in 2010 de crisis in Griekenland echt uitbrak, heb ik me met artikels en commentaren in het debat gemengd.
Hoe zag uw eerste werkdag er eigenlijk uit?
VAROUFAKIS: Ik ging naar het ministerie. Iedereen was weg, behalve een paar secretaressen. Er was geen laptop, geen internet, niets. Mijn voorgangers hadden alles ontruimd. Ik zat daar alleen met mijn rugzak en mijn computer die ik zelf had meegebracht.
Nogal kras.
VAROUFAKIS: Ik stelde dan een kleine, jonge, zeer gemotiveerde ploeg samen. In de eerste zittingen met de trojka bestond mijn team uit zes mensen. Achter de ministers tegenover wie we plaatsgenomen hadden, die ons land wilden op-delen en aan investeerders wilden en willen versjacheren, stonden machtsapparaten die soms duizend mensen telden.
Dan vervloekt u nu zeker wel de dag waarop u Tsipras beloofde voor hem als minister te werken?
VAROUFAKIS: Nee. Ik moest ‘ja’ zeggen, dat was mijn plicht.
Maar het is u niet gelukt.
VAROUFAKIS: Dat denk ik niet. Ik denk dat ik eventjes veel mensen kon tonen dat er alternatieven bestaan voor deze harteloze, verkeerde soberheidspolitiek.
U bent een vertegenwoordiger van de speltheorie. Maar de oude vos Schäuble heeft u overklast.
VAROUFAKIS: In dat spel was ik naakt, terwijl Schäuble er als een tot de tanden gewapende gladiator bij stond. Je kunt zo slim zijn als je maar wilt, maar als je tegenspeler in een pantser zit, terwijl je zelf voor de mond van een kanon staat, kunnen de beste argumenten je niet helpen. Schäuble vertegenwoordigt Duitsland. Duitsland is de energiecentrale van Europa. Daarop steunt de kracht van zijn argumenten. Niet op wijsheid.
Denkt u dat u een spoor in de geschiedenis van de Griekse politiek hebt nagelaten?
VAROUFAKIS: Dat moet de tijd uitwijzen. De geschiedenis gaat voort. Wat komt er nu? Weldra nieuwe verkiezingen. Ik geloof dat ze onvermijdelijk zijn. Valt Syriza uiteen? Breken er onlusten uit? Alles is mogelijk, omdat te veel mensen ontgoocheld zijn.
U klinkt vertwijfeld.
VAROUFAKIS: Ik ben nooit vertwijfeld. Ik weet dat ik met mijn politiek veel mensen moed gegeven heb. Toen de Sovjettanks de Praagse Lente platwalsten, stierf de hunkering naar vrijheid niet. De strijd gaat voort. Ik was onlangs in Duitsland. Op straat spraken tal van mensen me aan. Ze zeiden: ‘Dankzij u hebben we nu moed gevat om te geloven dat er een beter Europa mogelijk is.’
DOOR ARNO LUIK; © Stern/Picture Press
‘Laat ons toch met rust met die hulp, die ons alleen maar tot eeuwige verknechting veroordeelt!’
‘Het gaat er in die zittingen van de eurogroep vaak grof toe, lomp en onbehouwen.’