Het proces-Van Noppen is halfweg. De mist rond de moord trekt geleidelijk op. Kroongetuigen maken het verschil.

Geloofwaardigheid, daar draait het om in het proces over de moord op veearts-keurder Karel Van Noppen voor het Antwerpse hof van assisen.

Containerdief Albert Barrez, die de moord op 20 februari 1995 uitvoerde, komt heel geloofwaardig over, maar weet helaas niet alles en loopt nog altijd wat verloren in de vele denkpistes over de opdrachtgevers voor de moord die hij in de gevangenis exploreerde.

Wapenhandelaar Carl De Schutter, die de moord organiseerde, won aan geloofwaardigheid door uiteindelijk te bekennen dat het de bedoeling was de veearts te liquideren, en niet louter te intimideren zoals hij aanvankelijk volhield. Maar hij wordt achtervolgd door de vele tegenstrijdige verklaringen die hij aflegde, naar eigen zeggen omdat hij niet met het gerechtelijk onderzoek wenste mee te werken, en door de speciale financiële demarches die hij naar medeverdachte Alex Vercauteren maakte – De Schutter blijft een man met een criminogene geest die in alles mogelijkheden zag. Hij is ook aan een soort criminele code gebonden: hij weigert details te verschaffen over transacties die volgens hem niets met de moord te maken hebben, zoals de fameuze meeting begin februari 1995 in een ondergrondse Antwerpse garage, waar Barrez het zo graag over heeft omdat hij erbij was.

De geloofwaardigheid van veehandelaar Germain Daenen, die als tussenpersoon bij de organisatie van de moord fungeerde, is nihil. Hij verplicht zijn zwak presterende advocaten, die als marionetten aan zijn voeten zitten, zelfs te ontkennen wat onomstotelijk bewezen is, en laat een massa getuigen dagvaarden in een poging om de jury in verwarring te brengen.

Die stoet getuigen liet toe een gedetailleerd portret van Daenen te borstelen als een man die constant anderen bedreigde en op alle niveaus fraudeerde: financiële stromannen, gefoefel met oorplaatjes van koeien, valse attesten voor vanalles en nog wat. Daenen draaide soms een jaaromzet van 600 miljoen frank (14.873.611 euro), maar uiteindelijk vond een curator na een faillissement slechts 17 frank (0,42 euro) op een rekening en 140 miljoen (3.470.509 euro) schulden. Niemand twijfelt er nog aan dat deze man in staat is om – ’tussen de soep en de patatten’, zoals De Schutter het formuleerde – een aanslag te bestellen.

EEN AFREKENING VAN 2 MILJOEN

Nochtans kan een crimineel geloofwaardig overkomen, zelfs als hij zijn criminele activiteiten beschrijft. Dat bewees kroongetuige Jean-Pol Lange, wiens getuigenis Daenen de das omdeed – daarmee viel in de derde procesweek het doek over de derde man. Lange was een ex-medewerker van Daenen en gespecialiseerd in het leveren van valse documenten. Hij werd ook regelmatig ingehuurd om anderen een lesje te leren, en vertelde hoe Daenen hem in de maanden voor de moord vroeg hoeveel hij moest hebben om een veearts te intimideren. Hij weigerde de opdracht, want hij ‘werkte’ alleen met wanbetalers.

Een moraliteitsverslag dat speurder Marc Beinaerts, overigens op vraag van Daenens advocaten, over de man maakte, stelde: ‘Als Lange met details voor de pinnen komt, dan zit het meestal goed en wordt het bevestigd door het verder onderzoek… Hij is niet zo ingesteld dat hij zonder reden iemand zou beschuldigen.’

Het belangrijkste aspect aan Langes getuigenis was echter niet de bestelling van de intimidatie en de zenuwachtigheid van Daenen na de moord, maar het feit dat hij Daenen het pak valse gelijkvormigheidsattesten voor Mercedessen leverde, dat achteraf grotendeels bij De Schutters vriendin werd teruggevonden. Twee miljoen frank (49.578 euro) moest Daenen hem voor die papieren, die volgens sommigen een ‘straatwaarde’ van meer dan vijf miljoen (123.946 euro) hadden.

Daenen betaalde echter niet, waarop Lange zijn dreigement uitvoerde dat hij met de documenten naar de douane, waar hij nog een schuld uit een vleesfraudezaak had openstaan, zou stappen – ‘ik ben een man van mijn woord,’ herhaalde hij geregeld, en (bijna) niemand trok dat in twijfel. De taalvaardige en zelfzekere Lange maakte ook indruk met zijn slotbetoog, waarin hij Daenen confronteerde met de vraag of het niet veel erger moest zijn voor zijn kinderen om te leven met het idee dat hun vader een moordenaar is, dan voor de kinderen Van Noppen, wier vader hij had laten vermoorden. De meer dan ooit als gewetenloos overkomende veehandelaar gaf geen krimp.

Rest er nog de opdrachtgever. De link naar vetmester Vercauteren, in de beklaagdenbank omdat hij ervan wordt verdacht de moord te hebben besteld en betaald, is minder duidelijk. Daenen en Vercauteren houden vol dat ze een strikt zakelijke relatie met elkaar hadden. Maar alvast de vroegere veehandelaar Patrick Janssen, die veel aan Daenen leverde, en zijn huidige vrouw Marcella Montalbano beweerden na hun getuigenis dat ‘als Vercauteren erbij betrokken was dan ook Daenen’: de twee ‘verstonden elkaar heel goed’.

VARKENS MET HORMONEN

Tussen de batterij criminelen die al voor het hof verscheen, figureerde een mooi staal uit de wereld van malafide vetmesters en veehandelaars, die allemaal met dure en donkere Mercedessen en BMW’s blijken te rijden. Sommige getuigen uit het milieu gaven toe dat ten tijde van de moord op Van Noppen tot 90 procent van het aangevoerde vee met hormonen behandeld was – ‘dat was vooral voor de consument, want gespoten vlees was beter’, verklaarde vetmester Theo Goossens zonder verpinken. ‘Worden varkens ook met hormonen behandeld?’ vroeg voorzitter Edwin Van Fraechem van het hof geïnteresseerd aan veehandelaar Fernand Pirson. ‘Nog niet’, luidde het antwoord.

Toen boerin Ria Brouwers het waagde om Van Noppens geloofwaardigheid ter discussie te stellen, werd ze onmiddellijk gecounterd door de bijna immer alerte Van Fraechem met de opmerking dat wat de keurder over haar activiteiten had beweerd achteraf allemaal was uitgekomen. Hij beet de vrouw op het einde van haar getuigenis toe dat ze moest stoppen met spuiten, en drukte zijn hoop uit dat ze nooit een kleinkind met kanker zou krijgen.

Brouwers was de ‘zakenpartner’ (lees: minnares) van de uiterst ruwe Goossens die in de zaak-Van Noppen in voorhechtenis verzeilde nadat De Schutter zijn foto in een boek had aangeduid om de speurders met een ‘opdrachtgever’ op te zadelen. Goossens was de enige getuige die Vercauteren aankeek, weliswaar met een vernietigende blik. Na zijn arrestatie had hij Vercauteren en Daenen als de opdrachtgevers voor de moord genoemd, maar dat wenste hij voor de jury niet te herhalen.

Het is nog altijd niet duidelijk waar Vercauterens verdediging precies naartoe wil, maar zij doet haar best om lijnen te leggen van de moord naar zowel Goossens als veehandelaar Walter Remysen, die De Schutter ook eventjes als opdrachtgever had aangewezen. Vorige week voerde ze ook een reeks politiemensen op die in 1997 een vrij hilarische afpersingszaak van Vercauteren door een nooit gevonden man hadden onderzocht. Ze beweerde dat het in feite een mislukte onderzoeksdaad in de zaak-Van Noppen was, om haar cliënt tot telefonische uitspraken over zijn betrokkenheid bij de moord te bewegen.

Het defilé van struise veehandelaars en vetmesters versterkte de bewondering voor de veelal magere keurders met brilletjes zoals Van Noppen en diens vaste partner Jozef Devoghel, die ook een sterke getuigenis aflegde. Het Instituut voor Veterinaire Keuring (IVK) liet tijdens het proces overigens een vrij goede indruk na, met uitzondering van ‘beunhaas’ (dixit Van Fraechem) Francis Buyse, wiens lakse houding (samen met de corruptie van het ondertussen overleden keurkringhoofd Gery Germonpré) toeliet dat het slachthuis in Rekkem, waar Van Noppen binnenviel vlak voor hij werd vermoord en waar Vercauteren vaste klant was, een draaischijf van illegale activiteiten werd.

Devoghel slaagde erin met zijn relaas enkele stukjes van de aanloop naar de moord in elkaar te puzzelen. Van Noppen had in oktober ’94 aan zijn oversten gevraagd of hij in West-Vlaanderen mocht gaan keuren, maar de beslissing daarover werd volgens IVK-chef André Ermens pas in januari genomen. Toch zouden Daenen en De Schutter al eind december over een aanslag op een veearts bezig geweest zijn. ‘Karel zei in december al tegen vetmesters dat hij naar West-Vlaanderen ging komen’, gaf Devoghel toe. ‘Dat was misschien niet echt verstandig.’

Het lijkt mogelijk dat Daenen de veearts aanvankelijk alleen wilde laten intimideren, zoals getuige Lange benadrukte. Maar na Van Noppens dubbele inval in het slachthuis van Rekkem (‘het hol van de leeuw’, volgens Devoghel) zou de opdracht aangepast zijn. Het werd moord.

Dirk Draulans

De geloofwaardigheid van veehandelaar Germain Daenen, die als tussenpersoon bij de organisatie van de moord fungeerde, is nihil.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content