Theatergezelschappen aan de fabriekspoort, regieaanwijzingen van de poetsvrouw, en eindeloze discussies met ‘de massa’? De dvd Toneelstof II stoft het Vlaamse theater van de jaren zeventig af. ‘De grote baas, die krijgt zijn pree, al aan de Middellandse Zee, inke pinke parlez vous!’

Acteur Wim Meuwissen die politicus Paul Vanden Boeynants parodieert in Het Trojaanse Paard of de stuitbare opkomst van Victor De Brusseleire, het debuutstuk van het collectief Het Trojaanse Paard. Jan Decleir die in Al lijkt het een fabel van de Internationaal Nieuwe Scène gestalte geeft aan de Chileense dictator Augusto Pinochet, maar dan wel als een dwergje dat zich op korte beentjes kwaad maakt op het socialisme. Toneelschrijver Walter Van den Broeck die in de bres springt voor de stakende arbeiders van Vieille Montagne met Groenten uit Balen. Vuile Mong die op de Gentse straatstenen ‘Het apekot’ bezingt dat onze samenleving is. Het is maar een greep uit de opzienbarende beelden te zien op de dvd Toneelstof II: Sympathy for the Seventies?, die samen met een speciaal nummer van het theatertijdschrift Documenta volledig gewijd is aan het Vlaamse theater van de jaren zeventig. Met het project Toneelstof wil Thersites, de Vereniging van Vlaamse Podiumcritici, het Vlaamse theater uit de jaren zestig, zeventig en tachtig weer in de kijker zetten. Oude toneelfragmenten worden opgediept uit archieven en doorspekt met recente interviews met de makers van toen.

Vorig jaar werden in Toneelstof I – Route 66 de experimentele jaren zestig onder de loep genomen. Dit jaar is het geëngageerde seventiestheater aan de beurt, dat in de nasleep van mei 68 de vuist de hoogte in stak tegen de heersende autoritaire systemen en tegen het onrecht in de wereld. ‘Aanvankelijk wilden we een avond organiseren waarop we filmpjes uit de oude doos zouden vertonen, een soort Nacht van de Vlaamse Theatergeschiedenis’, zegt Wouter Hillaert, theaterrecensent bij De Morgen en als lid van Thersites een van de drijvende krachten achter Toneelstof. ‘Maar dat was vóór we de schatten aan beeldmate-riaal in de kluizen van de VRT ontdekten. Voor we het wisten, waren we aan een driejarig erfgoedproject begonnen, samen met de universiteiten en het Vlaams Theaterinstituut.’ Thersites haalde de mosterd bij onze noorderburen, die al een dvd-box hadden samengesteld over de Nederlandse thea-tergeschiedenis, die in reeksen op televisie werd uitgezonden.

De titel van de dvd is Sympathy for the Seventies?, niet toevallig met een vraagteken.

WOUTER HILLAERT: Het Vlaamse theater in de jaren zeventig is voor een groot deel synoniem met de bloei én de teloorgang van het politieke theater. Achteraf is men daarop wat gaan neerkijken. Onterecht, maar wel begrijpelijk. In het politieke theater primeerde de maatschappelijke inhoud: men wou in de eerste plaats een boodschap brengen, de artistieke kwaliteit van vorm en spel was niet de eerste besogne. De Vlaamse Golf die in de jaren tachtig de kop opstak, zette zich daartegen af, met vormvernieuwers zoals Anne Teresa De Keersmaeker, Jan Lauwers, Jan Decorte en Jan Fabre. Die generatie was en is zo sterk – niet het minst qua internationale uitstraling van de Vlaamse podiumkunsten – dat ze tot op heden onze kijk op de podiumkunsten bepaalt. Vandaar ook het vraagteken achter Sympathy for the Seventies: hoe gaan we met dat theaterverleden om, en in hoeverre wordt onze visie bijgesteld of net vertroebeld door wat volgt. Wat mij persoonlijk fascineert, is de energie en de samenhorigheid die uit het politieke theater van de jaren zeventig spreekt.

Mist u dat in het huidige Vlaamse theater?

HILLAERT: Ik vind niet dat er nu geen interessant politiek theater meer gemaakt wordt. Martens, dat NTGent en Antigone enkele seizoenen geleden brachten, is daar een goed voorbeeld van. Maar globaal gezien mis ik soms belangstelling in een werkelijkheid die verder gaat dan de persoonlijke interessesfeer van de makers.

Bij het doorstruinen van al dat oude beeldmateriaal is me opgevallen dat veel van de populaire vormen die toen werden gebruikt – circus, commedia dell’arte, poppenspel, cabaret, revue, koorzangen – weer frequenter opduiken in het hedendaagse theater. Denk maar aan Circusnachten van Laika, of Singhet ende weset vro van de KVS. Al is de doelstelling toch iets anders dan in de jaren zeventig. Toen ging het vooral om een zo breed mogelijk publiek, en dan vooral niet het theaterpubliek, aan te trekken. De verregaande discussie met ‘de massa’ stond centraal. Nu gaat het veeleer om de zoektocht naar een intensiever contact met ‘de toeschouwer’, theater als een hoogstpersoonlijke belevenis. Werd in de jaren zeventig in collectieve termen gedacht, dan wil het hedendaagse theater met dezelfde vormen het individu aanspreken.

Die collectieve idee leidde toen tot de opkomst van theatercollectieven.

HILLAERT: Die collectieven waren niet alleen een werkmodel, maar ook een ideo-logisch model dat paste binnen de grote anti-autoritaire beweging van die tijd. Het was een reactie tegen de hiërarchie die in de grote stadstheaters heerste: de programmering moest er worden goedgekeurd door een ambtenaar van de stad, budgetten konden worden afgekeurd op basis van politieke inhoud of te veel bloot, en de acteur was vaak louter een uitvoerend kunstenaar, een marionet in handen van de regisseur. In het theatercollectief was iedereen medemaker, al werd dat soms ook overdreven. Zo vertelde acteur Bert André over zijn periode bij de Internationaal Nieuwe Scène hoe ook de poetsvrouw en de chauffeur hun zeg moesten doen tijdens het artistieke creatieproces. En omgekeerd: dat hij zich ook moest uitspreken over de budgettering met de boekhouder.

Theater midden in de wereld: het is een leuze die we nu nog horen, maar in de jaren zeventig werd ze concreet gerealiseerd.

HILLAERT: Theatergroepen trokken de straat op. Weg van de schouwburg, die ze als een symbool van de burgerij beschouwden. Ze speelden aan stakersposten, aan de ingang van fabrieken, brachten er actuele thema’s die aansloten bij de realiteit. Achteraf kun je je natuurlijk afvragen in hoeverre die makers erin geslaagd zijn om daadwerkelijk een nieuw publiek warm te maken voor theater. Het politiek theater bereikte een ander publiek omdat het naar dat publiek toeging. Maar dat heeft er niet voor gezorgd dat die toeschouwers in groten getale naar de theaterzalen zijn doorgestroomd.

Toch zijn de verworvenheden van dat politieke theater tot op de dag van vandaag voelbaar. In de soberheid van enscenering, bijvoorbeeld: collectieven als De Internationaal Nieuwe Scène reisden met Mistero Buffo het hele land af en namen alleen het hoogstnoodzakelijke mee. Het was een gedwongen minimalisme – in tegenstelling tot vandaag -, maar ook een statement: weg met het getover! Het jeugdtheater, dat zich in de jaren zestig nog beperkte tot sprookjes vertellen, werd in de seventies opengebroken door toonaangevende figuren als Eva Bal en actrice Alice Thoen, die in hun producties de leefwereld van het kind centraal zetten.

In de tweede helft van de jaren zeventig ruimde het geloof in een revolutie gestuurd door collectieve krachten plaats voor het individu. Ook op de scène.

HILLAERT: Zoals Knack-journalist Piet Piryns in een interview zei: ‘In mei 68 waren we allemaal nog jong en idealistisch, tien jaar later moest er brood op de plank komen.’ Het einde van het strijdtoneel en in zekere zin van het theater van de jaren zeventig was het allereerste Brusselse Kaaitheaterfestival in 1977. Daar stonden nog wel wat buitenlandse politieke theatergroepen geprogrammeerd, maar je zag sleet op die machine. Tegelijk was er de opkomst van een gezelschap zoals Radeis, dat met zijn verstilde absurdisme als de grootvader kan worden beschouwd van het objectentheater, dat iemand als Benjamin Verdonck vandaag maakt. En ook de performancetraditie, die nu aan universiteiten hot blijkt te zijn, vond dan al ingang. Zo staat er op de dvd een tof filmpje waarin acteur-performer Hugo Roelandt een verstikkingsact brengt op het Kaaitheaterfestival. Dat vind ik ook het bijzondere aan dit Toneelstof-project: je krijgt de wortels onder onze bloeiende hedendaagse podia te zien.

DE DVD TONEELSTOF II: SYMPATHY FOR THE SEVENTIES? EN DOCUMENTA KUNNEN WORDEN BESTELD VIA www.toneelstof.be

DOOR LIV LAVEYNE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content