?In kunst is alles al verteld, wat overblijft is voelen?, Jan Lauwers maakt dit meer dan ooit waar in ?Needcompagny’s Macbeth.?
IN het begin van ?Needcompany’s Macbeth? is er licht. Veel licht zelfs, want een horizontale batterij halogeenlampen overdondert en verblindt de toeschouwers die de zaal binnenkomen en hun plaats zoeken. Jan Lauwers had die directe vorm van zintuigelijke ontregeling al eens eerder uitgeprobeerd in ?Need to Know?, de eerste productie die hij in 1987 met het pas opgerichte Needcompany realiseerde. Maar in zijn bewerking van ?Macbeth? is het meer dan een leuke vondst. Het opent en het sluit de letterlijk donkere voorstelling. Tussen het lichtpuntje in het begin en het einde zit een lange streep zwart.
Van een enscenering van ?Macbeth?, één van de zwartste maar ook meest poëtische tragedies van Shakespeare, verwacht je eigenlijk niet anders. Moord en bloed zijn de sleutelbegrippen van dit Senecaans noodlotsdrama. Van zodra de trouwe vazal Macbeth zijn eerzuchtig hoofd op hol laat brengen door de voorspellingen van heksen en de manipulaties van vrouwlief, om vervolgens de Schotse koning Duncan te vermoorden, wordt de nieuwe koning meegezogen in een draaikolk van geweld, wreedheid en dood. Vanaf het midden van het eerste bedrijf laat Shakespeare het stuk dan ook vooral in de schemerzone van avond en nacht spelen, aan de donkere zijde van de menselijke ziel.
Het hoeft dan ook niet te verbazen dat een doorsnee enscenering van ?Macbeth? in een donker kleedje wordt gestopt. Hoe groot de verschillen in dramaturgie, tekstbewerking, regieconcept en vertolking tussen pakweg ?Play Macbeth? van Walter Tillemans (begin jaren tachtig) en de regie van Ivo van Hove bij De Tijd enkele jaren later ook waren, zwart was altijd de overheersende kleur en teneur. Voor de uitzondering op de regel zorgde eeuwig buitenbeentje Jan Decorte, die in 1987 voor een uitgelaten ?Macbeth Party? (sic) tekende.
In visueel opzicht sluit ?Needcompany’s Macbeth? aan bij de bestaande opvoeringstraditie van Shakespeares stuk. Toch zijn er kleine maar belangrijke verschillen. De vormgeving en scenografie die Jan Lauwers bedacht zijn abstract en uitgepuurd. De lange houten tafel, de stoelen en de hoge, smalle sokkels met de witte ijsschalen zijn strakke, geometrische vormen met een middeleeuws maar ook Japans cachet. Op een bedekte manier verwijzen ze naar de middeleeuwse context van ?Macbeth?, en indirect ook naar ?De Troon van het Bloed?, de Japanse filmbewerking van Akira Kurosawa. Zelfs de aardekleurige mozaïek op de uit zwarte tegels bestaande speelvloer en de pakken van enkele acteurs ogen oosters. Het scènebeeld bezit de afgemeten precisie van een theatraal ritueel, een plastische installatie.
ONDERKOELD.
Dat is de beeldende kunstenaar Jan Lauwers ten voeten uit. Net zoals generatiegenoot Jan Fabre werd hij na zijn beeldende kunstopleiding onweerstaanbaar aangetrokken tot het theater. Het werk dat hij de afgelopen tien jaar met Needcompagny heeft gemaakt, bezit niet alleen een plastische meerwaarde maar ook een onmiskenbaar en compromisloos theaterinstinct. Aan gene kant van het psychologisch realisme weliswaar, wat voor sommige toeschouwers spijtig genoeg een onoverkomelijke barrière vormt. Toch is zijn aandacht voor de dramatische tekst met de jaren alleen maar groter geworden. Met de keuze van Shakespeares werk werd die interesse zelfs verder aangewakkerd. Een fragment uit Shakespeares ?Antonius en Cleopatra? kreeg al een significante plaats in ?Need to Know?. En met de heldere ensceneringen van ?Julius Caeser? (1990) en alweer ?Antonius en Cleopatra? zo’n vier jaar geleden, leek Lauwers interesse voor de Elisabethaanse dramaschrijver de voorbije jaren toe in plaats van af te nemen.
En nu is er dus ?Macbeth?. Jan Lauwers verkoos om niet met de poëtische hertaling van Hugo Claus te werken en ging scheep met de heldere, literaire maar ook erg letterlijke vertaling van Willy Courteaux. Op het eerste gezicht lijkt dat vreemd, maar tijdens de voorstelling wordt snel duidelijk waarom. Naar goede Needcompany-traditie gaan de acteurs enigszins onderkoeld en neutraal met de tekst om. Ze spelen vaak frontaal naar het publiek toe en scheppen een duidelijke afstand tussen hun tekst, hun personage en hun acteur-zijn. Ze doen dat Brechtiaans zonder de boodschap, episch zonder de epistels.
De tekst wordt gepresenteerd als een Fremdkörper dat zich op gelijke voet plaatst met de fysieke uitstraling van de acteurs, de beelden, de belichting of het geluidsdecor. Enige gelijkwaardigheid tussen de verschillende bouwstenen verkrijgen is het doel. Stel je dat even voor met Claus’ poëtische hoogstandjes en spielereien die prompt alle aandacht zouden opeisen. In een ander voorstellingsconcept levert dat misschien geen probleem op, maar in ?Needcompany’s Macbeth? zou het waarschijnlijk niet werken.
De titel van Lauwers’ stuk windt er trouwens geen doekjes om : zijn versie kunnen we best niet als een tekstgetrouwe enscenering begrijpen, maar wel als een op maat van de Needcompany gesneden en hersneden bewerking. Een heleboel scènes hebben er moeten aan geloven, zo leert een vluchtige vergelijking met de oorspronkelijke tekst. Sfeerscheppende expositio’s, nevenhandelingen en -personages, puur informatieve scènes, alles wat niet de psychologische ontwikkeling van Macbeth diende, ging er onverbitterlijk uit. Zo sneuvelden onder andere de fameuze heksenscènes ( ?Fair is foul, and foul is fair/Hover through the fog and filthy air?) en de verschijningen van Duncans geest.
KADAVER.
Maar niet getreurd, de toeschouwer krijgt er een beklijvend werkstuk voor in de plaats dat zich bij momenten op het netvlies brandt. De kracht van ?Needcompany’s Macbeth? ligt vaak in een onopvallend, stil hoekje. Het is niet de opzichtigheid, het demonstratieve of opdringerige gebaar waar deze productie het moet van hebben. Haar understatement, het onderkoelde, de met mondjesmaat gedoseerde stilte en het rustige ritme versterken de scherpte en de inwerking nog van deze ?Macbeth? op de toeschouwer. Elke stemverheffing, voetstap of aan scherven springende fles, die door vele in het decor aangebrachte microfoons worden versterkt, gaat precies daarom door merg en been.
Dat geluidsdecor is meer dan een sfeerscheppend hulpmiddel. In de eerste plaats wordt de aard en de herkomst van het geluid losgekoppeld van de geluidsbron en raakt de band tussen oorzaak en gevolg zoek. Plots herkent de toeschouwer de meest vertrouwde geluiden en de bij die geluiden horende bewegingen of stemmen niet meer. Of hoort hij ze op een andere en totaal nieuwe manier. Want dat is wat die storingen in het vertrouwde oriënterings- en herkenningspatroon van de toeschouwer aanrichten : ze scherpen de alertheid van het publiek aan en verrassen door de frisse en onverwachte gedaante waarin ze verschijnen. Jan Lauwers omschrijft het op een lichtjes andere manier : ?(…) Het gaat dus niet om het verhaal : theater gaat over het gevoel dat men de avond zelf waarneemt : dat is het mooie en het kwetsbare van het theater als medium. In kunst is alles al verteld, wat overblijft is voelen.?
?Needcompany’s Macbeth?, dat iets langer dan anderhalf uur duurt, is voor de toeschouwer alvast geen theateravondje gapen of suffen. De personages zijn veranderlijk als kwikzilver en je kan er maar beter je hoofd bij houden. We hadden het al even over de kloof tussen het personage van de acteur en diens acteur-zijn die in de voorstelling bewust wordt opengehouden. En ook al zijn het aantal rollen na Lauwers’ tekstbewerking tot een minimum beperkt, af en toe wisselen de acteurs zelfs de teksten van hun respectieve personages even uit. Dat overkomt bijvoorbeeld het personage van Lady Macbeth dat meestal door Ina Geerts wordt vertolkt.
Maar de rol wordt voor de duur van enkele replieken over enkele anderen ( Johan Heestermans, Carlotta Sagna of Simon Versnel) verdeeld. Dat is net voor de waanzin- en zelfmoordscène van Lady Macbeth, die in Lauwers regie weinig tekst behoeft maar wel in een sterk beeld wordt vertaald : Ina Geerts languit als een stuiptrekkend kadaver op de tafel, haar stervensgereutel opgevangen door de microfoon van een zenuwachtige boodschapper. De dood van de vrouw van de dictator volgens CNN. In plaats van boodschappers te laten op- en afdraven zoals dat bij Shakespeare het geval is, maakt Lauwers gewoon gebruik van een microfoon. Zo eenvoudig gaat dat. Tegelijkertijd neemt Carlotta Sagna het doodsmotief over, drinkt bloed uit een schaal en laat het als een dun straaltje over haar daverend en sidderend lichaam lopen. De toeschouwer wordt er stil van.
Door het bezadigde ritme van de voorstelling gaan de klemtonen, de verschuivingen en wisselwerkingen niet verloren. De emotionele identificatie van de kijker met een of meerdere personages, zoals in het psycho-realistische theater, is in ?Needcompany’s Macbeth? niet aan de orde. De aandacht gaat integendeel naar de drijfveren en motieven van het personage, naar de waarden die hij of zij vertegenwoordigt. De keuze van een vrouwelijke actrice voor de rol van Macbeth mag dan wel volgens Lauwers ingegeven zijn door de overtuiging dat het personage in wezen een vrouwelijke psyche vertoont, feit is dat een klassebak als Viviane De Muynck een heldere, indringende en uiterst viriele Macbeth in smoking neerzet.
BLOEDMOTIEF.
Op heksen of geestesverschijningen, al dan niet gehuld in veel toneelmist, hoeft de aan toneelgruwel verslingerde toeschouwer hier dus niet te hopen. En evenmin op heldhaftige zwaardgevechten. Als er al een streepje heks in de voorstelling opduikt, dan doet Carlotta Sagna dat heel even, met een been zijwaarts gestrekt en zachtjes in de microfoon sprekend terwijl ze het publiek indringend aankijkt. Het gaat om de mededeling en meer niet. Een gelijkaardige logica volgt Lauwers om de geestesverschijningen of moorden te verbeelden. De acteurs besmeuren het aangezicht met bloed en wassen het nadien weer opzichtig af. Het zijn tekens en berichten aan de toeschouwer.
Op die manier zet Lauwers een aantal, op het eerste gezicht lege en afstandelijke toneelbeelden neer die de toeschouwer naar eigen inzicht en verbeelding kan invullen. Misschien is het daarom wel dat bepaalde scènes zo indringend overkomen. Neem het begin, bijvoorbeeld, wanneer Sagna haar hand minutenlang tot een gretige klauw spant, vervolgens als een wrede grijparm in de schaal met bloed doopt en dan rustig kijkt hoe de rode vloeistof op haar arm druppelt. Heel even is ze daar moordenaar en slachtoffer, beul en gepijnigde tegelijk. Een visueel leidmotief dat in de voorstelling vaak terugkeert.
Dat verhaal van eros, thanatos, geweld en macht heeft Lauwers overigens ook in ander werk aangesneden. De recente ?Snakesong Trilogy? waarvan ?Snakesong/Le Voyeur? (1994) en ?Snakesong/Le Pouvoir? (1995) voltooid zijn wentelt zich volledig in de thematiek. Met ?Needcompany’s Macbeth? heeft Lauwers er nog een ander leidmotief aan toegevoegd : het bloed. Jan Kott de Poolse theaterwetenschapper die in de jaren zestig een hele generatie regisseurs en theatermakers, met Peter Brook op kop, beïnvloedde met zijn eigentijdse Shakespeare-studie ?Shakespeare, tijdgenoot? schreef het toen al : ?Macbeth begint en eindigt met een bloedbad. Er komt steeds meer bloed. Allen waden erin, het overstroomt het toneel. Een ?Macbeth?-enscenering die afziet van een door bloed overstroomde wereld, zal altijd vervalst zijn.?
Ondanks het bloedmotief en de donkere sfeer lijkt ?Needcompany’s Macbeth? toch geen pessimistische voorstelling. Macbeth wordt ten slotte niet afgemaakt, en in Lauwers versie wandelt Viviane De Muynck vastberaden af na de slotwoorden : ?Zolang ik anderen in leven zie, geef ik mezelf niet over.? Geen eindduel, geen moralistisch happy end. En de raadselachtige hartenklop die in het slottafereel weerklinkt, wanneer een bebloede maar breed glimlachende Sagna heupwiegend tegen een verticaal opgehouden staafmicrofoon botst, is veelzeggend. Zou het leven je dan toch leren, zoals Michel de Montaigne schreef, hoe je moet sterven ?
Paul Verduyckt
Voorstellingen op 18 t/m 20/4 in Antwerpen (deSingel), 4/5 in Tongeren (De Velinx) en 22 t/m 25/5 in Gent (Vooruit). De productie wordt volgend seizoen hernomen.
Ina Geerts als Lady Macbeth : het leven leert te sterven.
Viviane De Muynck als Macbeth : een heldere, indringende en uiterst viriele Macbeth.