In 1976 richtte Ludo Mariman met de broers De Haes The Kids op. Het wordt de enige Belgische punkgroep die er echt toe doet. Dertig jaar verder zijn The Kids nog altijd springlevend. Een live-dvd (opgenomen in New York) en een nieuwe single hebben de Belgische punkgroep weer op de kaart gezet.
De eerste The Kidsreünie vond plaats in 1996. Een druilerige middag op de Antwerpse konijnenwei, precies op de plek waar nu het nieuwe justitiepaleis staat. Een paar jaar later speelden ze een legendarisch concert in de ter ziele gegane Antwerpse Kaaiman. Tom Barman was erbij, en was zo onder de indruk dat hij Mariman jaren later vroeg om met een bende jonge turken de 0110-concerten af te sluiten met de Kidsklassieker There will be no next time. Zo maakte hij van The Kids haast officieel de peetvaders van de Belgische rock. En ook in het buitenland gaat het hen meer en meer voor de wind. Volgend jaar zijn er optredens gepland in Tokio, Italië, Austin (Texas), Duitsland, en Zweden. Knack trok met The Kids op tournee naar Madrid en Valencia. Tussen de tapa’s en soundchecks, optredens en kilometers Spaanse beton door werd een gesprek gevoerd over dertig jaar punk. ‘Aanvankelijk dachten we om voor een jaar opnieuw te spelen’, herinnert Mariman zich. ‘Maar het was zo leuk dat we beslisten om langer door te gaan. Nu plak ik er geen termijn meer op. Zolang we goed zijn en er zin in hebben, doen we voort. Ondertussen hebben we trouwens een nieuw publiek opgebouwd.’
‘Vanwaar die plotse interesse uit het buitenland?’
‘Er circuleren gigantisch veel bootlegs van onze eerste lp’s. En voor de rest is er natuurlijk het internet. Iedereen kan onze muziek leren kennen.’
‘Een van onze eerste buitenlandse optredens vond plaats in Rome’, zegt gitarist Luc Van De Poel. ‘We dachten dat we in één of ander klein cafeetje terecht zouden komen. Het leek ons een goede gelegenheid om Rome ‘ns te bezoeken. Tot onze grote verbazing zat de club waar we optraden stampvol en kon iedereen onze nummers meezingen. We wisten niet wat er gebeurde.’
‘In 1995 stond er plots een meisje uit Parijs aan mijn deur’, vertelt Ludo. ‘Ze speelde bij de No-Talents, een Franse punkgroep. Ze zei ons dat we heel populair waren in de punkscene in Parijs en dat we absoluut opnieuw moesten beginnen te spelen. Het idee van onze reünie komt dus eigenlijk uit het buitenland.’
Saturday night, I don’t know where to go
The Cinderella’s closed, It’s not open till eleven
I don’t know where to go, The city is dead (1976)
DE BEGINDAGEN
‘Toen ik elf was, had ik met mijn broer Eddy een rockgroep opgericht. Die heette Crash’, vertelt Danny De Haes in een Madrileense tapasbar. Ludo is in zijn kamer gebleven om zijn stem te sparen. Zoals haast alle zangers is hij voortdurend bekommerd om zijn stem. De uren voor het optreden probeert hij dan ook zoveel mogelijk te zwijgen. ‘We hebben Ludo leren kennen via een annonce in Humo. We waren op zoek naar een gitarist en hij is daar op afgekomen. Ludo had er net zijn legerdienst op zitten. Daar had hij gitaar leren spelen.’
‘Speelden jullie van in het begin punk?’
‘Ludo ging als tiener vaak naar Engeland. Hij leerde er de Ramones kennen, en ging naar een optreden van Eddy and the Hot Rods. Toen hij terugkwam zei hij: “Dat kan ik ook.” En hij is nummers beginnen te schrijven. In het begin speelden we ook veel covers. My generation, en The kids are alright van The Who, Caroline van Status Quo of Gloria van Them. Na een jaar hebben we in de studio’s van Leo Caerts in Leuven onze eerste lp opgenomen. In één dag stond alles erop. Dat is ondenkbaar vandaag. Een half jaar later volgde onze tweede lp.’
‘Toen jullie voor het eerst optraden, in de Antwerpse Cinderella, was jij nog maar dertien, Danny?’
‘De dag voordien wilden we ‘ns een kijkje gaan nemen. Maar ik mocht niet binnen omdat ik te jong was.’
‘Mocht jij van je ouders ’s nachts in clubs rondhangen?’
‘Die vonden dat geen probleem. Ze hadden wel aan Ludo en Luc gevraagd om mij wat in het oog te houden.’
‘In de Cinderella ging het er behoorlijk ruig toe’, herinnert Luc zich. ‘De politie hield er vaak razzia’s. Maar eigenlijk ging er niets fout, hoor. Met punks heb je nooit problemen. Het publiek was over het algemeen wel wilder dan vandaag. Er werd met stoelen gesmeten en zo. Ik zag ooit The Kinks in de Elisabethzaal en las de dag nadien in de krant dat een hoop stoelen los was getrokken. Maar al bij al was dat niet kwaadaardig.’
‘En Ludo die zijn broek afstroopte voor studenten in Leuven?’
‘Dat heeft hij meer dan eens gedaan. Of hij schold het publiek uit. Dat hoorde er toen allemaal bij’, zegt Danny. ‘We spuwden ook bier naar het publiek. Zij gooiden met van alles terug. Nu is het allemaal wat kalmer geworden. Behalve in het buitenland. Daar gaat het er meestal ruiger toe.’
‘Wat waren de hoogtepunten voor jullie uit de periode.’
‘Er zijn er veel’, zegt Danny. ‘We hebben het voorprogramma voor Iggy Pop en Patti Smith gedaan. Dat was wel straf. En natuurlijk twee keer op het legendarische Jazz Bilzen gestaan.’
And it’s the only music that makes me feel good
The only music I always understood
This is the reason I learned to play
If you’ve heard us you only can say
This is rock-‘n-roll (1976)
SOUNDCHECK – GRUTA 77
Mariman heeft een aanval van acute psoriasis aan zijn handen. Een paar dagen geleden waren dat nog blaren en open wonden. Hij is bang dat hij geen gitaar zal kunnen spelen. Hij heeft plastic handschoenen bij om alvast tijdens de soundcheck zijn handen te sparen.
‘Zal het daarmee lukken?’ vraag ik verbaasd.
‘Ik wil alleszins het contact met de snaren nog wat uitstellen. Maar punk speel je in open stemming en met één vinger op de fret. Misschien lukt dat wel. En geef toe’, zegt hij lachend terwijl hij zijn hand in de lucht steekt, ‘zo’n handschoen ziet er toch rock-‘n-roll uit, niet?’
Ik vraag aan Luc Van De Poel of hij van plan is te stagediven.
‘Dat is al van in New York geleden.’
‘Hoe bereid je dat voor?’
‘Zeker zijn dat de mensen dicht genoeg bij elkaar staan’, zegt hij met een grijns. ‘Anders ga je met je smoel tegen de grond.’
Tijdens de soundcheck vraag ik aan Diego, die voor muziekclub Gruta 77 werkt, wat The Kids in Madrid betekenen.
‘In de rock- en punkscene in Madrid zijn ze zeker bekend’, zegt hij. ‘Persoonlijk vind ik The Kids de beste continentale punkband uit de seventies. Ze hebben de energie van de Ramones, de attitude van de Pistols en een fifities-touch.’
‘Eigenlijk beschouw ik mezelf een beetje als conservator van mijn eigen songs’, vertelt Ludo als ik hem vraag of hij die punknummers van het eerste uur nooit beu wordt. ‘In het buitenland putten we voornamelijk uit onze eerste twee lp’s. Dat zijn stuk voor stuk cultnummers geworden. We spelen hier zelfs There will be no next time niet. Die song is vooral mythisch in België.’
‘Op jullie optredens vind je toch ook altijd een paar gasten met de obligate hanenkam. Wat betekent dat nog in 2006?’
‘Dat is een soort uniform voor hen. Die zijn daar echt fel mee bezig. Die hanenkammen waren er in de beginjaren van de punk trouwens niet bij. Die zijn pas in de jaren tachtig opgekomen. The Exploited is daarmee begonnen.’
‘Had punkmuziek indertijd voor jullie een politieke betekenis?’
‘Die vraag krijgen we vaak in het buitenland. Punk heeft met politiek niets te maken. Natuurlijk zit de tijdgeest wel in die nummers. Het is trouwens frappant hoe actueel ze vandaag nog zijn. Dead industry, of I wanna get a job in the city… Ik schreef over wat me bezighield en ergerde. Daarin zit een sociale dimensie. Maar ons was het vooral om het plezier te doen. Billy Bragg, dat is misschien een muzikant met een expliciete politieke boodschap, maar hij is een van de enigen. Weet je wat punk voor mij is? Muziek voor de underdog. Ik heb altijd een zwak gehad voor de underdog. Het was een middel om mij af te zetten tegen het establishment. Daarom zat punk ook onmiddellijk in het linkse kamp. Wij zetten ons af tegen de middenklasse, die een huisje en een tuintje wilde. Achteraf gezien was het allemaal zo grof niet. De Sex Pistols kregen ooit heel Engeland over zich omdat ze gevloekt hadden op televisie. Vandaag begrijp je niets van die opschudding. Muzikaal was het een manier om een einde te maken aan de glamrock die toen zijn hoogtepunt beleefde. Groepen als Genesis en Pink Floyd maakten muziek waar je voor gestudeerd moest hebben. Verschrikkelijk lange nummers met eindeloze solo’s. Punk heeft de rock-‘n-roll weer naar de straat gebracht. Simpele teksten, drie akkoorden, meer had je niet nodig. Dat vind ik de grootste verdienste van de punkmuziek. En omdat de generatie voor ons lang haar had dat in hun ogen hing, wilden wij kort haar dat recht omhoog stond. Zo gaat dat als je je ergens tegen wilt afzetten.’
‘Jullie hebben vorig jaar een nieuwe single uitgebracht: Freedom, liberty, democracy, een niet mis te verstane aanval op wereldleiders als Bush.’
‘Als we het dan toch over politiek en muziek hebben. Freedom is allicht de meest politieke song die ik ooit geschreven heb. Ik heb het niet met de Amerikaanse regering en haar beleid. Dat mag duidelijk zijn. Hun arrogantie is grenzeloos. Toen we voor de dvd naar New York gingen, is onze geluidstechnicus zonder enige reden opgepakt. Ze hebben hem meer dan dertig uur non-stop ondervraagd en lastiggevallen. Na 72 uur hebben ze hem op een vliegtuig naar België gezet. Weet je wat de reden was? Dat hij een geluidsstudio heeft in Berchem op hetzelfde adres als een Marokkaanse vzw. Onze overheid geeft dat soort informatie door aan de Amerikanen. Daar word ik kwaad van. En dan de hypocrisie waarmee ze overal ter wereld de democratie gaan verdedigen… Dat nummer moest ik schrijven.’
And the winner takes all, and after the destruction
The friends will get a call, to take care of the reconstruction
God bless the war and our economy
All in the name of freedom, liberty, democracy (2006)
‘Jij bent iemand die maniakaal kranten leest. Zowel binnenlandse als buitenlandse.’
‘Ik wil weten wat er in de wereld gebeurt, dus lees ik zowel The New York Times als De Morgen en Het Laatste Nieuws. Tv-kijken doe ik niet. En erop verschijnen, wil ik alleen als het met mijn muziek te maken heeft. Weet je dat ze mij onlangs zelfs gebeld hebben om mee te doen aan Big Brother Vips? Hoe komen ze erbij?’
‘Hoe was het om voor die massa te staan op 0110?’
‘ Kicken natuurlijk. Dat spreekt voor zich.’
‘Hadden jullie samen gerepeteerd voor het optreden?’
‘We hebben het een paar keer doorgenomen. Ik moest dat weekend veel optreden, dus hebben we het nummer een halve toon lager gespeeld. Dat is minder belastend voor de stem.’
Terwijl we zitten te eten, komt een jongen naar ons toe om twee lp’s te laten signeren. Twee bootlegs. ‘Kijk, die platen zien we nu overal opduiken.’ Hij kijkt naar de achterkant van de hoes. ‘Meestal worden ze in Duitsland geperst. Het heeft mij al duizenden euro’s aan royalty’s gekost, maar echt kwaad kan ik er niet om zijn. Die bootlegs maken ons bekend over de hele wereld.’
Een optreden van The Kids dat goed zit, genereert één brok gebalde, gefocuste energie. Zoveel energie dat elke podiumkunstenaar er jaloers van wordt. De simpele, rechtstreekse kracht van muziek. En zoveel woede ook. Anger is wel zeker Marimans energy. Meer dan twintig nummers in een uur tijd. Zonder één woord uitleg, zonder bindteksten. Hoogstens aftellen tot het volgende nummer. Als een tornado die langskomt. Precies zo razen The Kids door El Loco in Valencia, een club met een hip interieur en een podium dat aan een gemiddelde Vlaamse parochiezaal doet denken. Bijna uitsluitend jong volk hier. Haast alle meisjes hebben hier het kapsel dat Uma Thurman had in Pulp Fiction. Een korte frou, (liefst scheef geknipt) en lang haar in de nek. Veel jongens dragen een Ramones-T-shirt. Een handvol pronkt met een indrukwekkende hanenkam. Ik schat dat ze de hele dag voor de spiegel hebben gestaan. Er is ook een groepje Vlaamse Erasmusstudenten om een feestje te bouwen. In het midden van de set staat de helft van de zaal te pogoën. De eerste twintig rijen moeten nat van het bier naar huis. Allemaal goede tekenen in punkland. De set begint met City is dead, en eindigt een dik uur later met een Sham 69-cover, If the kids are united. Het heeft iets surrealistisch. Spaanse jongeren die uit volle borst Bloody, bloody Belgium meekrijsen.
‘Begrijp je nu waarom wij zo graag naar hier komen?’ vraagt Mariman na afloop glunderend. Het viertal zit backstage uit te hijgen.
‘Het is toch ongelooflijk,’ zegt drummer Franky Saenen, ‘dat wij de hele wereld afreizen met nummers die dertig jaar geleden geschreven zijn.’
De organisatrice valt de kleedkamer binnen.
‘You guys are great’, zegt ze. ‘I want you to come back next year. ‘
‘Boek het hotel al maar’, zegt Mariman met een brede glimlach. ‘ We love Valencia.’
WWW.THEKIDS.BE
DOOR MICHAEL DE COCK / FOTO’S IRIS G-MERÁS