Wij verspelen onze toekomstige welvaart, waarschuwt Paul baron Buysse. De voorzitter van Bekaert, een van de grootste industriële groepen van het land, vindt dat er een nieuw globaal pact moet komen om de economische dynamiek te herstellen.
‘Het vuur in de open haard knettert, de rode bourgognewijn is excellent. Niemand weet dat zij er samen zitten en geen zuchtje van wat de mannen en vrouwen in de comfortabele fauteuils zeggen, raakt in de buitenwereld bekend. ACV-voorzitter Luc Cortebeeck, zijn ABVV-collega Mia De Vits, voorzitter Ludo Verhoeven van het Vlaams Economisch Verbond en voorzitter Luc Vansteenkiste van het Verbond van Belgische Ondernemingen, VLD-leider Karel De Gucht, de socialistische partijvoorzitter Steve Stevaert, Stefaan De Clerck van CD&V, minister Frank Vandenbroucke met al zijn wijsheid en nog enkele anderen van goede wil en met verantwoordelijkheidszin. Twaalf Apostelen. Geen klein gekrakeel hier. De ondernemer wil geen extra winst binnenhalen, de vakbondsvrouw mikt niet op nog meer leden en de politicus hoopt niet op gemakkelijk politiek succes. Het gezelschap voert een fundamentele discussie over een globaal pact op middellange termijn om België een nieuwe toekomst te geven. Het gaat nu nog goed met het land, maar de toekomstige welvaart is niet meer verzekerd. Sociale, economische en politieke maatregelen zijn noodzakelijk.’
Dat is fictie natuurlijk, een van de betere dromen van Paul baron Buysse (58). Een wensdroom zelfs en hij laat niets onverlet om hem te realiseren. Op de vooravond van de verkiezingen klinkt de voorzitter van de Kortrijkse staal- en metaalverwerkingsgroep Bekaert veeleer pessimistisch. De dynamiek is eruit. De Antwerpenaar die naar Knokke uitweek, kan het weten: door z’n lidmaatschap van het college van censoren van de Nationale Bank, z’n bestuurderschap in het VEV, zijn mandaat in de Koning Boudewijnstichting en zijn presentie in tal van andere organisaties.
Zo’n droom, eigenlijk een oproep, laat het slechtste vermoeden over de prestaties van de scheidende paars-groene regering.
PAUL BUYSSE: Ik ben niet al te negatief over paars-groen. De regering van Guy Verhofstadt is goed gestart met heel veel dynamiek. Daardoor heeft ze grote verwachtingen gecreëerd die ze evenwel niet heeft kunnen inlossen. Tegen het einde liep alles vast. Er zijn dingen gedaan, maar het bedrijfsleven heeft geen redenen om dank u wel te zeggen. De ondernemingen werden niet overdreven begunstigd, zelfs niet vaak gehoord. De milieulasten stapelen zich op, de verlaging van de vennootschapsbelasting is een nuloperatie. Een groot aantal pijnpunten van de Belgische en de Vlaamse economie zijn niet weggewerkt. Maar ik begrijp dat het voor een coalitie met veel politieke partijen, die allemaal willen scoren, moeilijk regeren is. De veelheid van partijen in de Belgische regeringen is een van onze grote problemen.
Rekent u na de komende verkiezingen op beterschap?
BUYSSE: Ik heb er alle partijprogramma’s op nagelezen, dat behoort tot mijn job. Het economische hoofdstuk in deze verkiezingscampagne is erg mager. Er lijkt een breuk te bestaan tussen politiek en bedrijfsleven. De eerste minister gaf zijn campagne een horecastart. Italiaanse wijn schenken, dat is leuk, geeft mooie televisiebeelden. Tot mijn spijt, zelfs tot mijn wanhoop, vind ik fundamentele thema’s die aan bod moeten komen om toekomstige welvaart te scheppen niet in de partijprogramma’s terug. Ik zie niets over loonkosten…
Daar gaan we weer.
BUYSSE: Zo reageert iedereen, dat is dramatisch. Wij kunnen niet genoeg herhalen dat de hoge loonkosten een heel ernstig probleem zijn.
De regering heeft toch het een en ander gedaan om de loonkosten te verlagen?
BUYSSE: Ja, maar ik stel toch nog vast dat de totale loonkosten bij Bekaert merkelijk hoger zijn dan in onze buurlanden Duitsland en Frankrijk. Het verschil met de nieuwe landen die wij in Europa binnenhalen is enorm, 35 tot 40 procent. Dat valt niet te recupereren met hoge productiviteit. En China dan, dat een grote economische groei kent: als een arbeider in Zwevegem 100 kost, betalen wij de Chinees voor dezelfde kwaliteit 14. Natuurlijk zijn de loonkosten heel belangrijk. België is afhankelijk van de wereldeconomie, daar kunnen wij met onze kleine tien miljoen niets aan verhelpen. Het weefsel van bedrijven in Belgische eigendom verschrompelt verder en verder. Weinig jonge mensen starten een eigen bedrijf op en de overheid stimuleert het ondernemersschap veel te weinig. Wij moeten aantrekkelijk blijven voor buitenlandse investeerders, onze buitenlandse bedrijven koesteren. We sprongen allemaal op bij de sluiting van Renault in Vilvoorde en die van Philips in Hasselt – terecht. Maar intussen erodeert de werkgelegenheid in stilte. General Motors had in het verleden 13.000 werknemers in Antwerpen, nu nog slechts 5600. Daar zijn meer dan twee Renault-fabrieken verdwenen. De buitenlanders trekken naar nieuwe markten, Centraal-Europa onder andere. Zij blijven hier nog mondjesmaat investeren om hun basis rendabel te maken, maar de grootse plannen blijven uit.
Pleiten voor de verlaging van de loonkosten is in werkelijkheid pleiten voor een hervorming van de sociale zekerheid. Zegt u nu dat onze sociale zekerheid te duur is en besparingen onvermijdelijk zijn?
BUYSSE: Iedereen weet dat het niet vol te houden is. Het financiële gewicht van de sociale zekerheid belemmert de economische dynamiek, de groei zal vertragen en misschien zelfs stilvallen. De sociale zekerheid is ontstaan onder andere sociologische omstandigheden. Veranderingen zijn mogelijk, wij moeten die ter sprake durven brengen. We kunnen toch niet wachten tot aan het einde van de rit alles in mekaar stort? Vandaar mijn wensdroom voor een sociaal-economisch pact.
Economisch ook?
BUYSSE: Het kan snel gaan. Duitsland is voor ons een waarschuwing. Vijftien maanden geleden was het land nog de economische motor van Europa. Nu is het terminaal ziek. Dat moet ons ertoe aanzetten de contouren te hertekenen waarbinnen wij werken. Dat gaat over veel, zelfs over buitenlandse politiek.
Hoe belangrijk is buitenlandse politiek dan wel voor de economie?
BUYSSE: Heel belangrijk. Het is mooi te zeggen dat België weer op de wereldkaart staat: als het enige resultaat daarvan evenwel de isolatie van het land is, dan is dat zeer gevaarlijk. Ik denk aan de manier waarop België de NAVO heeft geblokkeerd toen Turkije de Alliantie om hulp vroeg. En vooral aan de genocidewet. België stelt zich zeer balorig op. In het verleden waren wij diplomatieker en dat leverde schitterende resultaten op. The proof of the pudding is in theeating. Wij kregen de hoofdkwartieren van de NAVO en de Shape – de Fransen wilden ze niet, maar andere landen wel. De Europese infrastructuur in Brussel is gigantisch, met in zijn zog zevenhonderd Europese en internationale hoofdzetels van bedrijven. Maar iedereen kan nu dus processen gaan voeren tegen buitenlanders. Topleiders van grote internationale bedrijven zeggen mij nu niet meer naar Brussel te durven komen, uit angst in de gevangenis te vliegen – er kan altijd wel iets misgaan in grote ondernemingen met tienduizenden medewerkers. Er zijn eerder al managers onverhoeds in hechtenis genomen. Er zijn aanklachten tegen de Israëlische premier Ariel Sharon en tegen vader Bush. De mythe die rond de genocidewet is ontstaan, beschadigt het land. Stel je voor dat de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell niet meer naar de NAVO in Evere kan komen wegens feiten in Irak. Dan verhuizen de Amerikanen de NAVO toch gewoon naar Polen of een ander Oost-Europees land? Wij spelen met vuur. Toen de politiek met de genocidewet bezig was, was het economisch belang niet aan de orde. Dat is symptomatisch.
Als voorzitter van een grote industriële groep bent u vooral met de toekomst bezig. U leverde meermaals kritiek op de kortetermijnbeslissingen van de politiek.
BUYSSE: Als ik politicus zou zijn, zou ik met een pact op middellange termijn naar de kiezer trekken. Ik weet het, dat is in België heel moeilijk, omdat politici om de vier jaar moeten herkozen worden. Maar het enige wat wij nu horen aankondigen, is vermindering van de belastingen, gratis busritten, de onafhankelijkheid van Vlaanderen… Het fundamentele probleem voor de toekomstige welvaart aanpakken is niet gemakkelijk. De kiezer is vandaag welvarend, Vlaanderen is een van de rijkste regio’s in de wereld. Hij realiseert zich niet dat het in een min of meer nabije toekomst kan veranderen. Hij voelt geen noodzaak om de toekomstige welvaart, die van zijn kinderen, veilig te stellen. Waarom zou hij dan aanvaarden om in de sociale zekerheid te bezuinigen? In te leveren? Dat is een even moedige als moeilijke boodschap.
Gelooft u echt in de mogelijkheden van zo’n toekomstpact?
BUYSsE: Het is misschien overdreven idealistisch, dat besef ik wel, maar als we er niet aan beginnen, gebeurt er niets. Ik heb zo’n binnenskamers debat tussen politieke, sociale en economische verantwoordelijken voorgesteld aan Vlaams economieminister Jaak Gabriëls (VLD). Formidabel vond hij, meteen beginnen in Vlaanderen. Binnen een week zou hij terugbellen – ik heb nooit meer iets gehoord. Toch denk ik dat het haalbaar is. In de recente geschiedenis hebben een notoir vakbondsman, een belangrijk politicus en de gouverneur van de Nationale Bank, het boegbeeld van het kapitalisme, in maanden discrete brainstorming de devalutatie van de Belgische frank voorbereid om de economie te redden. (De geheime Poupehan-gesprekken met eerste minister Wilfried Martens, ACV-voorzitter Jef Houthuys, gouverneur Fons Verplaetse en bankier Hubert Detremmerie, nvdr.) Het bewijst dat mensen met verantwoordelijkheidszin tot een resultaat kunnen komen. Zelfs al lukt het maar gedeeltelijk, het land doet er zijn voordeel mee.
U beschrijft de toestand als ernstig maar niet wanhopig. Zijn oplossingen mogelijk bij een heruitgave van paars-groen?
BUYSsE: Ik denk dat dat zeer moeilijk is. Ik ben geen politicus, maar ik zou graag politiek leiderschap zien dat de werkelijk essentiële belangen van de bevolking dient. Dat mag door paars-groen, als het plan en de strategie maar werkbaar zijn. Wellicht zijn ook mensen nodig met een bredere visie, die bereid zijn op langere termijn te denken. Vandaag lijden alle partijen aan overdreven populisme. Je moet vooral goed zijn in talkshows op televisie. Geen politicus durft een grondig en noodzakelijk veranderingsproces aan te kondigen. Nochtans zullen de mannen en vrouwen die straks aan het bewind komen vier jaar lang de kar moeten trekken. In die jaren zullen wij een hele trage opleving kennen, of in een economische recessie duiken. Die economische groei zal er niet zomaar plots vanzelf komen.
In de liberalen heeft het bedrijfsleven blijkbaar vertrouwen; dat zijn de bondgenoten.
BUYSSE: Liberalen zijn inderdaad de natuurlijke bondgenoten van het bedrijfsleven. Maar in de voorbije regeerperiode hebben ze veel compromissen gesloten om de bonte coalitie bijeen te houden. Bovendien kende de VLD een uitzonderlijke uitbreiding met een aantal politici die niet steeds een grote bedrijfsvriendelijkheid bewezen. Jean-Marie Dedecker in Oostende, Margriet Hermans in de Kempen en Vincent Van Quickenborne kunnen niet worden verdacht van een uitzonderlijke kennis van het bedrijfsleven, laat staan van een grote bezorgdheid om wat er met de economie gebeurt. Bij de socialisten is er ook een evolutie. Ik stel bij de Vlaamse socialisten een wat frissere kijk vast op de economische dynamiek. Ze erkennen het belang van de economische motor. Dat zij, met hun sociale bewogenheid, de vruchten van de economische welvaart breed willen verdelen, daar heb ik alle begrip voor.
En tussen de groenen en het bedrijfsleven zit het altijd scheef?
BUYSSE: Agalev vertegenwoordigt in Vlaanderen slechts tien procent van het electoraat, maar woog, gezien de veelheid van partijen in de coalitie, zwaar op de besluitvorming. De partij heeft geen feeling voor de economie en het bedrijfsleven, dat is haar prioriteit niet. Automatisch reageren zij argwanend. De top misschien minder, maar zeker de middenmoot gelooft dat wat het bedrijfsleven doet, niet goed kan zijn. Ik heb gepoogd sommigen van hen uit te leggen dat een onderneming niet buiten de maatschappij staat, maar integendeel een onderdeel is van de gemeenschap. Bedrijfsmensen hebben een echtgenote en kinderen, koesteren verwachtingen, zorgen voor hun omgeving. Bedrijfsleiders zijn geen schurken – er zijn er, maar die heb je in alle geledingen van de maatschappij. De mensen van de bedrijven zijn niet anders dan de mensen van Agalev. Dat bewustzijn ontbreekt bij de groenen. Ze zijn ook niet sterk in de arbeiderswereld vertegenwoordigd. Ze kennen die wereld niet goed.
U hebt in het verleden meermaals gewaarschuwd tegen het Vlaams Blok. Maar heel wat ondernemers vinden extreem-rechts erg bedrijfsvriendelijk.
BUYSSE: Extreem-rechts is natuurlijk gevaarlijk. Het Vlaams Blok probeert zich aanvaardbaar op te stellen met een ‘zachter’ imago, en het is zorgwekkend dat de publieke opinie dat lijkt te aanvaarden. Het Blok heeft helemaal geen economisch programma. Het drijft op negatieve emoties, daar is de partij groot mee geworden. Het belooft veel, vertelt platitudes en zoekt wat het meeste opbrengt: bedrijfsvriendelijkheid, lagere belastingen, eenvoudiger administratie… De Blok-mensen hebben de dossiers van het Verbond van Belgische Ondernemingen en het Vlaams Economisch Verbond gelezen en daar een aantal grieven uit samengeraapt. Dat is geen economisch programma. Zij zijn niet bezig met de economie en het bedrijfsleven. Ik geloof evenwel niet dat het Vlaams Blok bij de verkiezingen veel wint. Op korte termijn is het onwaarschijnlijk dat de partij mee zal besturen.
Het communautaire blijkt geen doorslaggevende rol te spelen in deze verkiezingscampagne.
BUYSSE: Ik ben daar heel blij om. Gelukkig dat daar geen negatieve energie meer in wordt gestoken. Dat heeft ons al veel geld gekost. En het is verlammend voor een regering die met andere dringende prioriteiten kampt. Ik moedig de dialoog tussen Vlaanderen en Wallonië aan. Niet uit patriottisme, maar omwille van het gezond verstand. Die dialoog is belangrijk voor het imago van ons land. Ik kan dat vaststellen als voorzitter van een bedrijf dat internationaal opereert. Onze buitenlandse medewerkers hechten groot belang aan de reputatie van het homeland.
Guido Despiegelaere
‘Het bedrijfsleven heeft geen redenEN om dank u wel te zeggen.’
‘Ik stel bij de socialisten een frissere kijk vast op de economische dynamiek.’