De visie van de nieuwe minister van Ruimtelijke Ordening: minder planning en handhaving en meer soepelheid bij de vergunningen.
Uitgerekend op de Werelddag voor de Stedenbouw (9 november, Gent) maakte de vertegenwoordiger van minister van Ruimtelijke Ordening Dirk Van Mechelen (VLD) de verzamelde Vlaamse planologen en al wie bezorgd is over onze ruimtelijke wanorde alweer enkele illusies armer. In een toespraak vertolkte adjunct-kabinetschef Willy Borré de visie van de minister. De meeste waarnemers zagen al hun angstige vermoedens bevestigd. Dit kabinet heeft het blijkbaar niet erg begrepen op de trendbreuk die de vorige regeringen met de ministers Theo Kelchtermans (CVP), Eddy Baldewijns (SP) en even ook Steve Stevaert (SP) zo moeizaam forceerden.
Borré is een ingenieur van de Vlaamse administratie Wegen en was tot voor kort ook VLD-schepen in Wommelgem. De Antwerpse randgemeente maakte al eerder kennis met zijn visie: zoveel mogelijk bedrijventerreinen en als het even kan ook nog wat bijkomende op- en afritten van de autosnelweg.
In Gent verkondigde de adjunct-kabinetschef meer dan eens dat zijn minister zich houdt aan het regeerakkoord. Dat zweert bij de continuïteit van het opgefriste beleid en beschouwt het ruimtelijk structuurplan als de basis voor de Vlaamse ruimtelijke ordening.
Dat Borré die continuïteit zo benadrukte, had zijn redenen. Als oppositiepartij kantte de VLD zich namelijk tegen een planmatiger aanpak. De Vlaamse liberalen verzetten zich met hand en tand tegen het nieuwe decreet dat eerder dit jaar ter stemming lag. In hun strijd tegen onder meer de planbaten (eigenaars moeten betalen voor de winst die ze maken dankzij een gunstige bestemmingswijziging) dreigde de VLD ermee het hele decreet te kelderen. Zonder succes.
Maar geen nood. Toen Dirk Van Mechelen wat onverwachts minister werd, stelde hij de inwerkingtreding van het nieuwe decreet met zeven maanden uit, tot 1 mei 2000. Het was zijn eerste beleidsdaad. Johan Sauwens (VU), de minister geworden burgemeester van Bilzen, had zijn blauwe collega daarbij een handje toegestoken. De gemeenten waren onvoldoende voorbereid, zo luidde het.
Borré maakte in Gent vooral duidelijk dat het kabinet nieuwe en tegelijk ook weer oude wegen wil bewandelen. “Het structuurplan heeft vooral de verdienste dat het bestaat”, was de kabinetsmedewerker nog mild. Zo lovend liet hij zich niet uit over het decreet. De minister wil een “aantal juridische en technische onvolkomenheden in het decreet wegwerken”.
BIJ WALTNIEL WAS HET ALTIJD FEEST
Professor emeritus Charles Vermeersch (UG) had de bui al zien hangen. Enkele minuten voor Borré het woord nam, anticipeerde hij op diens toespraak. Vermeersch drukte in Gent zijn vrees uit voor een terugkeer naar de oude zeden en gewoonten onder de liberale bewindsman. Niet toevallig was Louis Waltniel (PVV), de laatste liberale minister van Ruimtelijke Ordening voor Van Mechelen, de verpersoonlijking van die oude cultuur.
In het kabinet van Waltniel was het altijd feest. De wijn en de geestrijke drank vloeiden er zo rijkelijk dat er voor planning en beleidsvisies geen tijd overbleef. Het was de periode dat het politieke dienstbetoon van “ons kent ons” de beslissingen stuurde. Van handhaving en van afbraak van illegale bouwsels van tot in den treure veroordeelde overtreders was allerminst sprake. Eerst bouwen, dan vergunnen was de boodschap. Mensen met relaties en geld hadden, nog meer dan vandaag, een voetje voor.
Waltniel symboliseerde een tijdperk dat helaas voor dit land decennia lang duurde. Het waren de jaren van “de verfoeilijke ruimtelijke ordening van de vraag”, zoals Charles Vermeersch het altijd formuleert. De overheid volgde het privé-initiatief. Overal verschenen er lintbebouwing, bedrijventerreinen of gigantische landbouwloodsen in prachtige landschappen. De duinen aan de kust werden gebetonneerd, de steden dijden ongecontroleerd uit, elke gemeente wilde of kreeg haar industrieterrein en autoweg.
Charles Vermeersch, met Louis Albrechts (KU Leuven) de wetenschappelijke vader van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen, vreest voor een herhaling. De academicus heeft goede redenen om bezorgd te zijn. In de korte periode dat Van Mechelen minister is, liet hij zich nog niet op het formuleren van een globale visie betrappen. Als de bewindsman al eens enkele ideeën over ruimtelijke ordening loste, stonden die telkens min of meer haaks op het beleid van de voorbije jaren.
Min of meer, want de regularisatie van honderden weekendverblijven in het Antwerpse Brecht was eigenlijk al in gang gezet door zijn voorgangers. Speculanten die tot voor kort nog mensen naar illegale woningen lokten, gaan fluitend en rijk vrijuit. Ook het gewestplan Oudenaarde, met de voor de bedrijven Utexbel (Ronse) en Domo (voormalig Eurantex, Oudenaarde) uiterst gunstige wijzigingen, was al door de voorgangers ingekleurd. Overigens bevat dat gewestplan Oudenaarde ook belangrijke groene verbeteringen.
WIJ BETALEN DE BOETE NIET
Het heeft er alle schijn van dat Van Mechelen in de eerste plaats minister van Media en Economie is. Ruimtelijke Ordening is een restbevoegdheid en zoals in het verleden een instrument ten dienste van de economie. Het ruimtelijk structuurplan is de minister dan ook te stroef – ook al voorziet het in 10.000 ha bijkomende bedrijventerreinen. Van Mechelen wil meer soepelheid.
Die soepelheid geldt ook voor de handhaving. In een villawijk in het Antwerpse Schilde, de kieskring van de minister, mogen tuinmuren tussen twee zwembaden worden opgetrokken, ook als die in strijd zijn met het bijzonder plan van aanleg. Geheel in de goede oude stijl zette de minister zijn handtekening onder een besluit dat voor honderd procent ingaat tegen de argumenten boven de handtekening. Een beetje dienstbetoon en politieke interventies moeten weer kunnen.
De liberale minister verfoeit televisiebeelden van villa’s die tegen de grond worden gegooid. Met zijn zwakke signalen oogst Van Mechelen op korte tijd wat hij gezaaid heeft. Zelfs de moedwilligste overtreders, die alle wetten en waarschuwingen aan hun laars lapten, vatten weer moed. Ze bellen triomfantelijk naar de ambtenaren dat die hen toch niets meer kunnen maken of we verstoren het burgemeestersbal van minister Jaak Gabriëls (VLD) in Peer. De VLD had de malafide overtreders tenslotte altijd veel hoop gegeven.
Helemaal in dezelfde lijn ligt de ministeriële bezorgdheid voor de zonevreemde bedrijven. Die werden destijds, voor er sprake was van gewestplannen, dikwijls al dan niet legaal gebouwd op plaatsen die later verre van geschikt bleken. Doordat de gewestplannen een andere bestemming aangaven, werden de bedrijven zonevreemd. De vorige regering adviseerde de gemeenten om met sectorale bijzondere plannen van aanleg een voor bedrijf en omgeving evenwichtige oplossing uit te werken. Maar niet alle bedrijven zouden kunnen blijven.
Het is de vraag of het huidige kabinet van de ruimtelijke kwaliteit vertrekt of van de belangen van de bedrijven. Het voorstel om de ondernemers zelf een soort bijzonder plan van aanleg te laten tekenen, doet weinig goeds vermoeden. Een planologisch attest zou het voortbestaan en de uitbreiding van de zonevreemde bedrijven garanderen. Alleen kniesoren denken dat in zo’n geprivatiseerd systeem de meest biedende het snelst bediend zal worden.
OVERSTELPT MET ALLERHANDE VRAGEN
De vorige regeringen streefden met vallen en opstaan naar een wankel evenwicht tussen plannen, vergunnen en handhaven. Dat gaat het huidige kabinet te ver. De ontwerpbegroting voorziet amper in middelen om de gemeenten te steunen bij de nieuwe ruimtelijke opdrachten. Wellicht kan de Vlaamse overheid straks het decreet nog eens uitstellen omdat de gemeenten niet mee zijn.
Dit kabinet wil vooral rekening houden met de verzuchtingen van de verschillende sectoren, zo lijkt het. De handhaving wordt weer op een laag pitje gezet – de desbetreffende ontwerpbegroting voor volgend jaar zou zowat worden gehalveerd. De filosofie van het structuurplan (concentratie en bundeling) is van geen tel. Het komt erop aan om snel werk te maken van bijkomende ruimte voor woningen en bedrijven en om nieuwe wegen en andere infrastructuur aan te leggen. Voorts moet er oog zijn voor de ruimte-opslorpende recreatie. Want, zo zei Willy Borré letterlijk: “De koninklijke federaties van onder meer golf, indoorcarting en kleiduifschieten overstelpen ons iedere dag met allerhande vragen.” In de ruimtelijke ordening van de vraag wil een politicus daar graag een antwoord op formuleren.
Minister Van Mechelen was verontschuldigd in Gent. Na afloop bleek dat hij de toespraak van zijn kabinetsmedewerker niet eens had gelezen. Het ruimtelijk beleid wordt waarschijnlijk ten dele op het kabinet van minister-president Patrick Dewael (VLD) gevoerd. Daar is Guy Braeckman adjunct-kabinetschef. Braeckman was destijds onder meer gemachtigd ambtenaar in West-Vlaanderen en vecht momenteel de benoeming van de huidige topman van de administratie (Hugo Beersmans) aan bij de Raad van State. Op het kabinet-Dewael werkt ook nog Valère Vautmans, destijds de chef van het feestend kabinet van Louis Waltniel.
De coalitiepartners van de VLD roeren zich niet. De socialisten rouwen niet omdat ze de portefeuille van Ruimtelijke Ordening kwijt zijn. De Volksunie is al blij dat ze er bij is en de groenen liggen blijkbaar niet wakker van een terugkeer naar de oude zeden. Mieke Vogels (Agalev) heeft al aangekondigd dat ze tien jaar wil aanblijven als minister.
Peter Renard