EEN SUPERRIJKE zakenman, een middenklasser en een migrant zitten aan een tafel met vijf stukken taart. De superrijke zakenman neemt vier stukken, de andere twee hebben amper in de gaten dat er iets te verdelen is. Nog voor de migrant iets heeft kunnen zeggen, wendt de zakenman zich tot de middenklasser en zegt: ‘Pas op, die migrant zit aan je stuk taart te knabbelen.’

ALS STAND VAN ZAKEN in de eerste week van 2017 is dat beeld ongetwijfeld een karikatuur. Vier tegen één is niet de juiste verhouding, en de economie is onvatbaar veel complexer dan vijf stukken taart. Bovendien zal de superrijke zakenman in werkelijkheid ook zelden zélf de middenklasser aanspreken. De waarschuwingen voor de vluchtelingen komen doorgaans van politici. Maar die laatsten sturen de laatste maanden wel een boodschap de wereld in die de gefortuneerden graag horen. Dat de migrant aan de taart zit te knabbelen, vindt de one percent doorgaans een beter verhaal dan dat de taart toch wat eigenaardig verdeeld is. Voor wie de aandacht wil afleiden van de groeiende ongelijkheid, zijn de vluchtelingen een geschenk uit de hemel.

DE STEMMEN van moedige ondernemers, die vorig jaar nog vluchtelingen verwelkomden, zijn verstomd. Van links tot rechts is er geen enkele politicus meer die op de barricaden gaat staan om het nobele project van de opvang van oorlogsvluchtelingen te verdedigen. Zo’n project zou een reden kunnen zijn om trots te zijn op onszelf; het zou een twijfelende samenleving, die van alle kanten belaagd wordt, weer sterk kunnen maken. Rechts wakkert, op een vulgaire (Vlaams Belang) of gesofisticeerde manier (N-VA), de angst aan. Links zwijgt laf, omdat het vreest dat er met het thema toch geen stemmen te halen vallen.

HET VERHAALTJE over de vijf stukken taart is ook een karikatuur omdat niet alle zakenlui over één kam te scheren zijn. Ondernemers zijn niet alleen de inhalige mannen die ‘de gas doen branden’, het zijn ook de mannen die windmolens ontwerpen of medicijnen ontwikkelen die ons leven beter maken. Het zou dom zijn om creatieve geesten, met ideeën en lef, de kop af te hakken zodra ze zich boven het maaiveld wagen. Maar het is wel zo dat de stijging van de productiviteit de laatste decennia vooral ten goede is gekomen van de superrijken, die overigens lang niet allemaal zo innovatief zijn. De extra rijkdom die is gecre-eerd door technologische vooruitgang, maar bijvoorbeeld ook doordat vrouwen nog meer en harder zijn gaan werken, komt verhoudingsgewijs te weinig in handen van de middenklassers. En de hardwerkende middenklasse begint dat te merken. Terwijl die tweeverdieners zich zorgen maken over de stelselmatige vernietiging van de planeet, worden ze zo langzaamaan een beetje boos.

DE TAART GROTER MAKEN – het klassieke liberale antwoord op het herverdelingsvraagstuk – is vandaag geen overtuigende formule meer. Volstrekt niemand verwacht grote groei de komende jaren; pleidooien om de groei anders te gaan berekenen, of zelfs als gouden kalf vaarwel te zeggen, winnen veld. Als ‘de taart groter maken’ ook betekent dat de hele planeet wordt verziekt, dan komt er ruimte voor wereldvisies die vooruitgang niet meer in termen van bruto nationaal product zien. Langzaamaan daagt het besef dat we het met minder zullen moeten doen. Dat mag dan wel voor enige ongerustheid zorgen, finaal is dat niet het probleem. Als ‘minder’ ook betekent dat er minder burn-outs en depressies in Vlaanderen zijn, en minder uitbuiting in pakweg Bangladesh, dan valt daar een goed verhaal van te maken. Waar geen goed verhaal van te maken valt, is een topklasse die graait en blijft graaien. Zij moet mee het bad in, daar is geen weg naast.

DE SLEUTEL DAARVOOR ligt in Brussel, ondanks alle verhalen over het falen van de democratie. De komende jaren wordt het publieke debat politieker dan het in de twee decennia na 1989 ooit geweest is. Dat is een goede zaak. Van de val van de Muur tot de bankencrisis kon één ideologie zich vestigen als de waarheid. Vandaag is de mist opgetrokken en blijkt ook de kleinste beslissing politiek – wat de facto altijd zo was. Het is zaak om helder, open en vrij te blijven nadenken, zonder de dogma’s die goed luisteren verhinderen, of het nu naar argumenten van Theo Francken is of naar die van Peter Mertens. Het tweede is niet hetzelfde als plooien voor Stalin. Het eerste is geen collaboratie. Er is één lichtpunt in de duisternis: de voorspellingen voor 2017 zijn zo donker dat het goed mogelijk is om beter te doen. Het is tijd om onszelf te verbazen, maar deze keer in goede zin.

BERT BULTINCK is hoofdredacteur van Knack.

‘Pas op, die migrant zit aan je stuk taart te knabbelen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content