Op de internationale klimaatactiedag, 8 december, heeft in Brussel de manifestatie Art for Earth plaats. Initiatiefnemer Tom Kestens, frontman van de band Lalalover van beroep, over slimme ceo’s, groene steden en de teloorgang van meisjes in zijn liedjes. ‘Ik kan makkelijker met bedrijfsleiders praten dan Mieke Vogels.’

Het begon allemaal met een toevallige ontmoeting. Na een concert van The Dirty Dozen Brass Band in het Cultureel Centrum van Mechelen raakte frontman Tom Kestens van de band Lalalover aan de praat met een bejaarde jazzsaxofonist uit New Orleans. ‘Die man vertelde mij hoe hij door de orkaan Katrina alles was kwijtgeraakt: zijn vrouw had het niet overleefd, zijn huis was weggeveegd, zijn studio, zijn instrumenten, zijn hele hebben en houden. Op zijn zeventigste had hij geen andere keuze dan opnieuw op tournee te gaan. Het was een heel emotioneel gesprek. ” We black guys always say we believe in God, but if I could go back in time, my new religion would be ecology.” We hebben tot diep in de nacht zitten praten over de klimaatverandering en de rampen die onze planeet te wachten staan als we niet dringend in actie komen.’

Kestens (33) was van huis uit al langer geïnteresseerd in de milieuproblematiek – zijn vrouw is bio-ingenieur. Maar nu was het, om in religieuze sferen te blijven, alsof hij op weg naar Damascus van zijn paard was gebliksemd. ‘De volgende dag werd ik wakker met het besef: alles wat die man me heeft verteld klopt. In mijn autistische wereldje was het nooit tot me doorgedrongen dat een muzikant ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft. Maar wat heeft mijn artistieke bedrijvigheid nog te betekenen als ik daar niets tegenover plaats? Ik krijg aandacht in de media, ik krijg een podium om dingen te zeggen – en waar héb ik het over in mijn liedjes? Over liefdesverdriet en kapotte relaties. Terwijl er zoveel urgentere dingen zijn.’

Op 8 december, de internationale klimaatactiedag, organiseert Kestens in het Koninklijk Circus in Brussel Art for Earth. Het kostte hem weinig moeite om een aantal vakbroeders te overtuigen: op het programma staan onder meer Hooverphonic, Stan Van Samang, Stef Kamil Carlens, Yevgueni, Flip Kowlier en natuurlijk Kestens’ eigen Lalalover. De vergelijking met de 0110-concerten die Tom Barman organiseerde aan de vooravond van de gemeenteraadsverkiezingen ligt voor de hand, maar ze klopt niet, zegt Kestens: ‘De enige gelijkenis is dat een muzikant de mensen mobiliseert.’ Art for Earth wil een duurzaam project zijn, waarbij dit concert het eerste is van een reeks evenementen. Voor 2008 denkt Kestens aan een concert op 20 april, de Dag van de Aarde. Aan samenwerking met een zomerfestival en een groot evenement op de autoloze zondag in september. Het hele jaar door lopen er seminaries en workshops rond specifieke thema’s.

ONAFHANKELIJKE KOERS

‘Bijvoorbeeld? Ik belde onlangs met een vastgoedbedrijf in Leuven, dat in een perscommuniqué had laten weten dat het aan CO2-neutraliteit wil werken. Ik nodigde de bedrijfsleider uit om op een brainpicking rond ecowonen te komen praten. Bleek dat hij in enkele dagen door dertig collega’s was gebeld met een vraag om uitleg over wat hij wou doen. Wij kunnen daarbij helpen. Wij willen bedrijfsleiders, cultuurfilosofen, wetenschappers, ecodesigners enzovoort bijeenbrengen en ze ervan proberen te overtuigen dat CO2-neutraliteit goed is voor hun imago, voor het milieu en voor hun portefeuille. En niet te vergeten, voor hun geweten. Louis Paul Boon zei: schop de mensen een geweten. Ik zeg: stréél ze een geweten.’

Natuurlijk zijn er mensen die hem een naïeveling vinden. Maar hij laat zich niet intimideren door klimaatsceptici. ‘Ik snap echt niet hoe je, ondanks de overweldigende bewijslast, de verantwoordelijkheid van de mens voor de opwarming van de aarde kunt blijven ontkennen. Het is misschien een van de pot gerukte vergelijking, maar klimaatsceptici doen me denken aan de mensen die destijds niet wilden inzien dat er problemen waren met de Jodendeportatie. En die jaren later moesten constateren dat ze niets hadden gedaan om daartegenin te gaan. Ik heb niets tegen scepsis, maar wel tegen cynisme en gemakzucht. Ik ben nogal een voorstander van het voorzorgsprincipe, zeker als het gaat om de toekomst van onze kinderen.’

Neem nu de formatiebesprekingen. De klimaatproblemen zijn daarin, om het zacht te zeggen, nooit een prioriteit geweest. ‘Iedereen emmert maar over Vlaamse onafhankelijkheid. Maar intussen stemt iemand als Bart De Wever (N-VA) wel in met het terugdraaien van de uitstap uit kernenergie en met een energiebeleid dat ons steeds afhankelijker maakt van Electrabel – een bedrijf dat nota bene in Franse handen is. Energieonafhankelijkheid lijkt me stukken belangrijker dan dat geruzie over de splitsing van België. De schrijver Kurt Vonnegut heeft ooit gezegd: “We zijn allemaal junks geworden”. Men heeft ons verslaafd gemaakt aan iets wat we niet nodig hebben: fossiele brandstoffen. Terwijl we duurzame en goedkopere alternatieven in onze achtertuin hebben, waar niets mee gedaan wordt.’

De enige manier om de beleidsmakers bij de les te houden, is de publieke opinie mobiliseren, doceert hij. ‘Ik ben ervan overtuigd dat de groep mensen die ecologische keuzes wil maken veel groter is dan ze zelf denkt. Je vindt die mensen niet alleen bij milieuorganisaties zoals Natuurpunt, Greenpeace of de Bond Beter Leefmilieu, maar ook bij de vakbonden en een aantal politieke partijen. Het probleem is dat die groep zo versplinterd is en dat iedereen zijn eigen strategie volgt. Lichtgroenen en donkergroenen verketteren elkaar. Het wordt hoog tijd dat we de krachten bundelen. Een vereniging als People for Earth kan daar een rol in spelen – het is voor mij veel gemakkelijker om bijvoorbeeld met bedrijven aan tafel te gaan zitten dan voor politici als Bart Staes of Mieke Vogels. Mij zullen ze niet zo gauw verdenken van een verborgen agenda.’

IMAGO ALS ACHILLESHIEL

Ecologisten hebben weleens de neiging om het grootkapitaal als boeman te zien en hun vingers na te tellen wanneer ze een bedrijfsleider een hand hebben gegeven. Kestens ziet in het bedrijfsleven juist een mogelijke bondgenoot. ‘Die mensen zijn met het probleem begaan. Een voormalige baas van Coca-Cola Benelux vertelde me dat hij een productiebedrijf in Nederland voor het spoelen van de installaties liet overschakelen op leidingwater in plaats van bronwater, dat op die plek nogal schaars was. Er zijn grote bedrijven die begrijpen dat ze een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben. Hun imago is hun achilleshiel. Bij Nike vertelden ze me dat een slecht imago meer schade berokkent dan een productiefout. Als Coca-Cola één keer wat blikjes uit de rekken moet halen, zijn mensen dat binnen de kortste keren vergeten. Maar een slecht imago sleept zo’n bedrijf jaren mee. Daar kunnen ze bij Nike van meespreken.’

‘Iemand van BMW zei me ooit dat er allang wagens zijn ontworpen die op waterstof rijden en die geen fossiele brandstoffen gebruiken. Ze kunnen bij wijze van spreken morgen in productie gaan. Alleen: eerst moeten de investeringen uit het verleden worden terugverdiend. Dat is een ijzeren wet uit het bedrijfsleven. En aangezien het toch niemand wat kan schelen of zijn auto op benzine, op elektriciteit of op waterstof rijdt – zolang hij maar vooruitgaat -, blijven ze dus nog een tijdje benzinewagens verkopen.’

Tom Kestens beseft dat een werkbaar systeem alleen mogelijk is als alle spelers overtuigd zijn van de noodzaak. De burgers, de bedrijven en de politici. ‘Een mooi voorbeeld is de Duitse stad Freiburg, waar groene energie de norm is geworden. Dertig jaar geleden wilden ze daar kerncentrales bouwen, maar dat zagen de wijnboeren niet zitten. Studenten kwamen op straat. Er ontstond een momentum, waardoor de groenen bij de volgende verkiezingen 35 procent van de stemmen haalden. Een soort dioxinecrisis, maar dan met nog grotere gevolgen. Sindsdien maken de groenen in Freiburg de dienst uit.’

Hoe kregen ze dat voor elkaar? ‘Tja, dat heb ik ze ook gevraagd’, zegt Kestens. ‘Ze zegden me dat ze wijk na wijk met de mensen zijn gaan praten, met het bedrijfsleven, de wijnboeren, de universiteit. Ze hebben al die mensen ook rond de tafel gezet. Dat leverde aanvankelijk alleen grote ruzie op, maar gaandeweg vonden ze elkaar. De universiteit zag een kans en begon een onderzoekscel naar hernieuwbare energiebronnen. Hun ingenieurs konden dan in het plaatselijke bedrijfsleven aan de slag. De Solar-fabriek ontwikkelt fotovoltaïsche cellen voor de hele wereld. Freiburg noemt zichzelf vandaag trots de zonnestad. Een stad die van zonne-energie zijn handelsmerk heeft gemaakt.’

Hij wil op dezelfde manier een positief verhaal vertellen. Want: dat andere verhaal kent iedereen toch al. Het komt erop aan mensen ervan te overtuigen dat economie en ecologie hand in hand kunnen gaan en dat ecologische keuzes niet betekenen dat ze hun comfort moeten opgeven. ‘Wat is er aangenamer en comfortabeler dan een verkeersvrije binnenstad, waar je om de zeven minuten een tram of een bus kunt nemen? En op die tram of die bus klap je gewoon je laptop open en zit je direct op het internet. In Freiburg is het nu al zover dat voetgangers protesteren omdat er te veel fietsers zijn. We hebben het dan niet over een provincienest, maar over een stad van een kwart miljoen inwoners. Het voorbeeld van Freiburg toont aan dat het perfect mogelijk is om het economische systeem om te vormen. Het enige wat daarvoor nodig is, is een dosis durf en creativiteit. Als we onze ongebreidelde vrijemarkteconomie blijven opleggen aan de rest van de wereld, zal het systeem vroeg of laat imploderen. Er is een grens aan alles. Aan fatsoen. Aan wat menselijk is. Aan de grondstoffen van de aarde. Aan de financiële druk op mensen. Ik begin meer en meer in te zien dat alles draait om grenzen.’

HAATMAIL

Tom Kestens is niet boos op de vorige generatie politici. Hij is teleurgesteld. ‘Ze hebben beslissingen genomen met goede bedoelingen, maar aan hun emancipatie-ideaal zit een donkere kant. Die komt vandaag naar boven. Ik vind het gek dat een politicus zegt: dit is wat de mensen willen en dat gaan we doen. Ik dacht dat politici moesten uitmaken in welke context een samenleving kan kiezen. Ik wil niet moeten kiezen tussen een gitaar gemaakt van tropisch hardhout waarvoor in de Amazone een boom is omgelegd, en een gitaar gemaakt van koosjer hout. Als ze maar goed klinkt. Zoals het voor automobilisten van belang is dat een auto rijdt, en niet dat hij het milieu vervuilt. Die keuze moet het beleid maken. Bedrijfsleiders, bijvoorbeeld, zijn al lang aan het rekenen. Die wachten niet op de politici.’

Toch zette hij begin dit jaar zelf de stap naar de politiek. ‘Ik heb de programma’s van de verschillende politieke partijen vergeleken en ben lid van Groen! geworden omdat die partij de meest duurzame keuzes maakt. Er werken voor Art for Earth vandaag ook mensen die op andere politieke partijen stemmen, maar we zijn het er allemaal over eens dat de toekomst groen is. Een politieke partij moet duidelijk en concreet zijn over de stappen die we moeten zetten. Cijfers en voorbeelden. Geen vaag gedoe over goed bestuur.’

Bij de voorbije verkiezingen stond Kestens voor Groen! op de Senaatslijst, maar hij zit niet meteen op een politiek mandaat te wachten. Hij beschouwt zich veeleer als een consulent van Groen! ‘Alles in het leven is politiek. Ik wil niet meer zo naïef zijn om te denken dat ik als artiestje belangrijk ben als ik niet aan politiek doe. Als ik iets wil veranderen, moet ik me met het politieke debat bemoeien. Maar ik vrees dat een mandaat me de vrijheid zal kosten om te spreken. Hoe meer vergaderingen ik bijwoon, hoe meer ik het gevoel krijg dat ik mijn tijd verpruts. Een partij is uiteindelijk toch een log apparaat, en ik wil kort op de bal kunnen spelen. In een onafhankelijke rol kan ik veel gemakkelijker naar bedrijven stappen en met mensen praten. Ik laat de partij dan wel weten wat mijn ervaringen zijn.’

De meesten van zijn fans zullen zijn engagement wel appreciëren, vermoedt hij. Maar net als Koen Wauters ten tijde van 0110 krijgt hij nu ook haatmail. ‘Ik heb een risico genomen. Het moet maar. Ik merk ook dat er, sinds ik hiermee bezig ben, een soort sociale verontwaardiging in mijn teksten kruipt, en dat ik het niet langer zomaar over liefde en meisjes en mijn kinderen kan hebben. Ik hoop dat ook muzikanten die veel bekender zijn dan ik in interviews uitkomen voor wat ze denken. Het is belangrijk om te begrijpen dat we op een keerpunt staan. Om het een beetje pathetisch te zeggen: de periode van Weimar is voorbij.’

MEER INFORMATIE OVER ART FOR EARTH EN DE KLIMAATACTIEDAG OP www.8dec2007.BE CONCERTINFO OP www.botanique.be.

DOOR PIET PIRYNS EN HUBERT VAN HUMBEECK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content