De Nederlandse trucker, de Antwerpse koerier of de Gentenaar die in Sint-Stevens-Woluwe werkt: ze berusten allemaal al lang in het dagelijkse aanschuiven op de Vlaamse wegen. De manager van het tankstation ziet dan weer mogelijkheden. Hij tracht zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de nieuwe behoeftes van zijn klanten.
‘DE VASTE KLANTEN TONEN BEGRIP’
Janine De Wit (57) uit Merksem runt samen met haar man de koerierdienst Turbo Express.
‘Twaalf jaar geleden hebben wij Turbo Express opgericht. We rijden allebei met een bestelwagen waarmee we leveringen tot 500 kg kunnen bezorgen. Als ik terugdenk aan de beginjaren word ik altijd stil. Aanvankelijk werkte onze zoon ook mee. Toen ze in Antwerpen begonnen zijn met het grote masterplan, hebben we hem verteld dat hij beter elders een job kon zoeken. In en rond Antwerpen stond je meer stil dan dat je vooruitkwam. Aangezien wij onze klanten een tarief per kilometer vragen, is elke minuut in de file er eentje die pijn doet.
Als je voortdurend onderweg bent, word je wel iets ‘baanwijzer’ dan de gemiddelde automobilist. En de gps kan ook helpen om een alternatieve route uit te stippelen, maar meestal is dat ook geen snellere oplossing. Bovendien leg je dan meer kilometers af en die kun je de klant niet aanrekenen.
In België zijn de files al een tijdje onvermijdelijk. Acht jaar geleden sprongen we nog in onze auto als een klant uit Antwerpen ’s morgens voor 9 uur een pakketje in Brussel wilde krijgen. Nu wijzen we zulke opdrachten af. Je weet op voorhand wat de knelpunten zijn. De ring rond Antwerpen en de E313 is nog een stuk erger. Als ik naar Limburg moet, vermijd ik de ring en rij ik pas in Massenhoven of zelfs nog een afrit verder de E313 op. Vanaf Herentals haal ik al wat rustiger adem. Vanaf het klaverblad in Lummen opent zich dan eindelijk een andere wereld met bredere rijstroken en veel minder verkeer.
De vaste klanten tonen begrip voor een vertraging. Ze weten ook dat we hen altijd opbellen als we onverwacht in een file staan en we niet onmiddellijk kunnen inschatten hoelang we onderweg zullen zijn. Diegenen die geen begrip tonen, zijn meestal eenmalige klanten of klanten die met hun eigen vaste koerier al hetzelfde dispuut hebben gehad. Voor onszelf kan het natuurlijk ook stresserend zijn. Ik heb het vooral als ik voor het sluitingsuur op een plaats moet raken waarvan ik weet dat er na dat uur niemand meer aanwezig zal zijn. 200 kilometer rijden zonder te kunnen leveren, is behoorlijk frustrerend. In de wagen kun je behalve telefoneren ook zo weinig uitrichten. Wanneer je echt stilstaat, zou je misschien ook andere dingen kunnen doen. Mijn man heeft nog voorgesteld om mijn laptop mee te nemen, maar ik heb al genoeg aan mijn gps en mijn gsm. Ik word er te zeer door afgeleid. Het zou niet langer veilig zijn.’
‘TANKSTATIONS VERVANGEN HET WARENHUIS’
Werner Segers (41) is manager van de tankstations van Total langs de E19 in Waarloos.
‘Onze tankstations langs de E19 behoren tot de drukst bezochte van het hele land. Toen we twee jaar geleden grote verbouwingswerken uitvoerden, hebben we bijzondere aandacht besteed aan de nieuwe functies van een tankstation. De tijd dat klanten enkel binnenkwamen om te tanken, of voor een pakje sigaretten en een tijdschrift, is definitief voorbij. We verkopen steeds meer en steeds gezondere voeding. Vers gebakken brood, bereide maaltijden en vers fruit zijn in korte tijd bijzonder populair geworden in onze winkels. Als ze thuiskomen hebben de mensen geen zin meer om nog naar het warenhuis te gaan. Door de files zijn ze immers steeds langer onderweg. Die evolutie is overigens niet alleen merkbaar in de verkoop van producten, maar ook in de diensten waar vraag naar is en die wij ondertussen aanbieden: draadloos internetten, douches en ruimtes om baby’s te verzorgen.
Ondanks de drukte, valt het ter hoogte van onze stations op de E19 al bij al nog mee met de files. In de richting van Brussel is het verkeer tijdens de piekuren sterk vertraagd, maar meestal kun je wel blijven rijden. In de richting van Antwerpen zijn er enkel problemen als er zich een ongeval heeft voorgedaan. Bij files merken wij dat meteen. De chauffeurs rijden sneller van de snelweg af voor een koffie en een koffiekoek. Na het zware ongeval in Kontich vorig jaar stond onze parking zo vol dat er eigenlijk niemand meer van de snelweg af kon rijden.
We merken ook dat onze inspanningen lonen om het de klanten zo comfortabel mogelijk te maken. Total gaat niet op zoek naar de laagste prijzen. In plaats daarvan investeren we liever in een snelle bediening, menselijk contact, veiligheid en properheid. Wie zijn kas heeft zitten opvreten in het drukke verkeer, heeft geen zin om ook nog eens lang in de rij te staan aan de kassa.’
‘ZOU IK DEZE VLUCHTROUTE WEL IN ‘KNACK’ VERKLAPPEN?’
Klaas Bogaert (28) is reporter bij tv-productiehuis De Mensen en rijdt elke dag van Gentbrugge naar Sint-Stevens-Woluwe. En terug.
‘Vanaf mijn woonplaats in Gentbrugge ben ik al na 200 meter op de autosnelweg en als ik die in Zaventem verlaat, is het eveneens slechts 200 meter tot aan mijn werk. Op zich is dat dus een goede verbinding. Zonder druk verkeer, sta ik er in drie kwartier. Als ik ’s ochtends om 7.30 uur vertrek, doe ik er evenwel twee uur over. Vandaar dat ik dus maar om 9 uur thuis vertrek. Maar zelfs dan zit ik nog een uur en een kwartier in de wagen. Op de E40 begint de ellende normaal vanaf Aalst. Rond 9 uur is het daar meestal wel opgelost. Maar op de Brusselse ring is het tussen zeven en elf uur altijd filerijden. Steeds meer mensen maken net zoals ik gebruik van hun flexibele uren waardoor de pieken zowel ’s morgens als ’s avonds alsmaar langer duren. De laatste maanden heb ik de indruk dat het nog erger geworden is.
Alle mogelijke alternatieven heb ik de voorbije anderhalf jaar meermaals getest. Met de trein sta ik vanuit het station van Gentbrugge in een uur in Brussel-Noord en van daaruit kan ik de snelbus naar Leuven nemen. Maar die stopt niet aan het bedrijventerrein waar wij werken. De dichtste halte ligt op een kwartier wandelen. Een andere bus stopt wel bij ons, maar vanuit Brussel-Noord doet die er drie kwartier over. Een fiets in Gentbrugge en een fiets in het eindstation is ook een optie, maar je wint er geen tijd mee. Dan moet je de fietstocht als je dagelijkse ontspanning beschouwen. Als we ergens opnames moeten gaan maken, slagen we er wel meestal in om met de ploeg te carpoolen. Nu en dan lukt dat zelfs met enkele collega’s uit Gent naar onze vaste werkplaats. Maar het probleem is dat zelfs de Gentenaars onder ons eigenlijk redelijk ver uit elkaar wonen. Meestal zit ik dus alleen in de wagen en is er enkel de radio om naar te luisteren…
Maar lang hou ik dat stilstaan doorgaans niet vol. Dan probeer ik vanalles om eraan te ontsnappen. Een traditionele truc is in Groot-Bijgaarden op de E40 nog een stukje doorrijden richting Koekelberg terwijl iedereen in de file staat om de grote ring op te rijden. Dat geeft een geweldig goed gevoel om aan die file te ontsnappen terwijl je eigenlijk ook hun richting uit moet. Iets verder kun je dan de A12 op en daar neem je dan opnieuw richting grote ring. Het nadeel daarvan is dat die oprit zeer smal is en dat er ondertussen veel mensen die route volgen. Vandaar dat ik twijfel of het wel verstandig is om mijn vluchtroutes in Knack te verklappen. Wat ik ook nu en dan eens probeer, is de uitrit nemen en onmiddellijk weer de volgende oprit. In Aalst bijvoorbeeld kun je door de lange uitrit wel een beetje sneller gaan. Denk ik. Ach, ik sta gewoon niet graag stil.’
‘BELGISCHE REGELTJES ZIJN ERGER DAN DE FILES’
De Nederlander Marco Smit (33) is truckchauffeur bij de Nederlandse Transport Maatschappij (NTM) uit Nieuw-Amsterdam.
‘Meestal rij ik naar Spanje en terug. Vanuit ons vertrekpunt in Nieuw-Amsterdam aan de Duitse grens is de kortste weg via Duitsland en Luxemburg. Dan heb ik België dus niet nodig. Vandaar dat ik gemiddeld maar één of twee keer per maand door jullie land rij. Dat is dan meestal over de E17 tussen Anwerpen en Rijsel. De files zijn niet het grootste struikelblok, wel de vreemde regeltjes waaraan je je in België moet houden. Roken achter het stuur mag ik als vrachtwagenchauffeur enkel als ik daarvoor de toelating heb van mijn werkgever. In Nederland is er in tegenstelling tot bij jullie ook geen verschil tussen inhalen op een twee- of een drievaksbaan. En dan zijn er nog de zware bekeuringen. Voor een klein vergrijp betaal je in België snel 300 à 400 euro.
Het fileprobleem daarentegen is in België zeker minder groot dan in Nederland. Een vrachtwagenchauffeur regelt natuurlijk zijn rijschema zodat hij niet op de piekuren voorbij de grootste knooppunten moet komen. Als ik ’s morgens richting Antwerpen moet, zorg ik dat ik op tijd vertrek zodat ik er om zes uur zeker gepasseerd ben. Brussel vermijden we sowieso allemaal. Ik heb ooit eens de E19 genomen en dat was een drama. Sindsdien kom ik er enkel nog als ik in Brussel zelf moet zijn.
In die tien jaar dat ik trucker ben, is het overal in Europa drukker geworden. In Duitsland veroorzaken de grote wegenwerken momenteel veel problemen. Op de betalende autosnelwegen in Frankrijk valt het al bij al goed mee, maar ook daar kun je beter niet overdag voorbij Parijs of Lyon rijden.
Ook al zou ik bij stilstaand verkeer liever een alternatieve route nemen, doorgaans blijf ik gewoon staan. Mijn baas heeft niet graag dat we afwijken van de kortste route. Hij wordt immers per kilometer betaald. Op die momenten lees ik dan maar een boekje. Anderen beginnen hun hele cabine op te ruimen, maar dat vind ik wat overdreven.’
door hannes cattebeke