Stemmen in oorlogstijd

MARINE LE PEN, BOEGBEELD VAN HET FRONT NATIONAL 'Ze hoeft geen campagne meer te voeren. De gebeurtenissen doen het werk voor haar en de jihadisten zijn in zekere zin haar belangrijkste bondgenoot.' © Isopix

Angst en emotie domineren de Franse samenleving logischerwijs na de aanslagen in Parijs. Welke invloed heeft dat in het stemhokje aanstaande zondag, bij de keuze voor nieuwe regionale bestuurders? Een nieuwe schok dreigt: het Front National kan twee grote regio’s veroveren, waaronder een met zes miljoen inwoners tegen de Belgische grens.

‘Je kunt na de aanslagen in Parijs niet meer debatteren over één of twee procent meer geld voor onderwijs of openbaar vervoer’, zegt Eric Dillies van het extremistische Front National op het partijkantoor in de binnenstad van Rijsel, waar grote stapels pamfletten klaarliggen voor distributie. Aan de muur hangt een oude Arabische poster die voorspelt dat Frankrijk over twintig jaar een islamitische republiek zal zijn, die de FN-troepen blijkbaar scherp moet houden.

‘De toekomst van het land staat op het spel’, zegt de lokale voorman. ‘Het is alsof onze politici jarenlang hebben getwist over de kleur van het behang, terwijl ze nu pas beseffen dat het huis in brand staat.’

Franse burgers mogen aanstaande zondag naar het stemhokje om nieuwe regionale bestuurders te kiezen, maar dat houdt het grootste deel van de bevolking bepaald niet bezig. Van een debat is nauwelijks nog sprake, zeker niet over regionale onderwerpen. ‘Er is geen rechts of links meer, het enige wat nog telt is woede en angst’, zei de linkse landelijke afgevaardigde Carlos Da Silva in het dagblad Le Monde. ‘Iedereen die ik tegenkom, vraagt me maar één ding: “Neem maatregelen, want we zijn bang en willen dit niet nog een keer.”‘

Sinds het bloedbad van Parijs zijn er nauwelijks drie weken verstreken en veel Fransen zijn inderdaad angstig en verward. Hun land heeft de oorlog verklaard aan de Islamitische Staat en de bombardementen in Syrië zijn verhevigd. Maar tegelijkertijd zijn de terroristen merendeels Fransen en is er dus ook sprake van een intern conflict – een burgeroorlog, vinden sommigen. Plotseling werkt president François Hollande bovendien nauw samen met zijn Russische collega Vladimir Poetin, met wie Europa juist zo op gespannen voet staat, en de noodtoestand is met drie maanden verlengd op het hele territorium.

Het lijken niet de ideale omstandigheden om de bevolking naar de stembus te roepen. Toch wilden de autoriteiten de verkiezingen niet uitstellen, om de eenvoudige en begrijpelijke reden dat zo’n beslissing kan worden uitgelegd als een knieval voor de terroristen. Het leven gaat door, en dus ook het democratische proces, maar her en der klinkt wel twijfel.

‘We zitten in een emotionele zeepbel en het gaat alleen nog over veiligheid en oorlog voeren’, zegt Michel Hastings, de directeur van Sciences Po Lille, een grande école gevestigd in een voormalige fabriek van rode bakstenen aan de rand van de stad. ‘Natuurlijk is veiligheid belangrijk, maar de fundamentele problemen los je er niet mee op.’

Hij zet vraagtekens bij de duur van de noodtoestand, waardoor vrijheden van burgers en bijvoorbeeld ook de pers worden ingeperkt. ‘De regering heeft zichzelf bijna een volmacht gegeven en het parlement buitenspel gezet. Wie kritiek heeft, is niet vaderlandslievend. Je ziet nu dat onder het mom van terrorismebestrijding de vreemdste maatregelen worden genomen. In ons departement heeft de prefect besloten dat alcoholverkoop buiten cafés na acht uur ’s avonds verboden is. Ik zie het verband niet met terreurdreiging, maar moslimfundamentalisten zullen het ongetwijfeld toejuichen.’

Liever het origineel

Bij de verkiezingen zijn de meeste ogen gericht op de provincie Nord-Pas-de-Calais-Picardie, het resultaat van een fusie tussen twee noordelijke regio’s die in totaal zes miljoen inwoners tellen, met Rijsel als hoofdstad (zie kader). Marine Le Pen, leider van het Front National, geldt hier als gedoodverfd favoriet voor de overwinning, wat de grootste bestuurlijke doorbraak aller tijden zou betekenen voor de partij. Vooralsnog veroverde het FN alleen stadhuizen, met de mediterrane havenstad Toulon in 1995 als hoogtepunt.

Marion Maréchal Le Pen, een nicht van Marine en kleindochter van de geroyeerde partijoprichter Jean-Marie, zou het succes voor het FN volgens de peilingen compleet kunnen maken door als eerste te eindigen in Provence-Alpes-Côte d’Azur in het diepe zuiden.

Hastings: ‘Marine Le Pen hoeft eigenlijk geen campagne meer te voeren. Ze kan het best zo min mogelijk zeggen en in elk geval niet de indruk wekken dat ze de aanslagen gebruikt voor eigen gewin. De gebeurtenissen doen het werk voor haar en de jihadisten zijn in zekere zin haar belangrijkste bondgenoot.’

Uit de peilingen na de moordpartijen blijkt inderdaad dat het Front National overal in het land meer stemmen trekt dan enkele weken eerder. De ferme en waardige reactie op de aanslagen van Hollande en zijn linkse regering krijgt weliswaar veel bijval, maar de toegenomen populariteit van de president straalt niet af op zijn partijgenoten elders in het land.

Door de aanslagen zijn zowel de Parti Socialiste als de rechtse partij Les Républicains, onder leiding van oud-president Nicolas Sarkozy, in een uiterst lastig parket gebracht. De noodmaatregelen van de linkse regering stemmen immers voor een groot deel overeen met decennia-oude pleidooien van het FN, zoals ruimere mogelijkheden om iemand de Franse nationaliteit te ontnemen, toestemming voor politieagenten om ook buiten diensttijd gewapend te zijn en strengere controles aan de nationale (en niet alleen de Europese) grens. Die controles vinden bovendien vooral plaats op grond van uiterlijk: gendarmes hebben de opdracht om zich in eerste instantie te concentreren op burgers van Arabische herkomst.

Links moet kiezers nu zien uit te leggen waarom het dergelijke maatregelen eerder juist fel bestreed en gevaarlijk noemde, terwijl rechts op het veiligheidsthema aan onverwachte zijde is voorbijgestreefd. Ineens klinkt ook het oude adagium van vader Le Pen weer aan alle kanten: ‘Kiezers geven de voorkeur aan het origineel boven de kopie.’

Vriendjespolitiek en cliëntelisme

Het is geen toeval dat Marine Le Pen, die zelf geen wortels in het noorden heeft, juist hier hoopt toe te slaan. Het noorden van Frankrijk vormt in veel opzichten een cocktail van de problemen waarmee het land op dit moment worstelt.

Terwijl de ligging van de streek vaak als gunstig wordt voorgespiegeld – midden in de driehoek Parijs, Brussel en Londen – voelen de noorderlingen zich nu ineens ingeklemd tussen Molenbeek en de voorsteden (banlieue) van de Franse hoofdstad. De kortste weg tussen Brussel en Parijs gaat via Noord-Frankrijk en de terreurdreiging is er na Parijs volgens de Franse autoriteiten dan ook het grootst.

Tot ver buiten de regio is bovendien de zogenoemde jungle van Calais bekend en berucht, een lap grond nabij de havenstad waar naar schatting zo’n vijfduizend emigranten in tenten en sloppen verblijven alvorens ze naar Engeland proberen door te reizen. De leefomstandigheden zijn abominabel en regelmatig breken er gevechten uit tussen verschillende groepen asielzoekers. De rechtse burgemeester riep de regering vorige week op het leger in te schakelen om de veiligheid van burgers te garanderen.

Politiek en economisch staat het Franse noorden, ooit een van de rijkste streken van het land, er sinds de teloorgang van de industrie en de sluiting van de mijnen belabberd voor. Het socialistische kopstuk Martine Aubry, burgemeester van Rijsel, waarschuwde dat de fusie van twee arme regio’s niet tot één rijke zou leiden. Het gemiddelde inkomen ligt inmiddels drie keer lager dan in Ile-de-France (Parijs en omstreken) en is het laagste van het vasteland, terwijl het werkloosheidscijfer met ruim 12 procent van de beroepsbevolking het op een na hoogste is.

De stagnatie is mede te danken aan het vastgeroeste politiek systeem, dat sinds mensenheugenis wordt gedomineerd door de Parti Socialiste. ‘Vriendjespolitiek en cliëntelisme zijn schering en inslag’, zegt Hastings. ‘Links moet zichzelf hier heruitvinden om te overleven.’

De onwaarschijnlijke kandidaat die deze vernieuwing moet bewerkstelligen, heet Pierre de Saintignon, een – ook ter plekke – onbekende technocraat die al sinds begin jaren negentig actief is in de lokale politiek en met 67 jaar de pensioengerechtigde leeftijd in Frankrijk ruimschoots is gepasseerd. Bijna twee decennia was hij vicevoorzitter van de Conseil Régional in Rijsel, het regionale parlement, en lange tijd was hij verantwoordelijk voor de economische ontwikkeling. ‘Ik denk dat de partijbonzen van de PS de race vanaf het begin als verloren beschouwden en zich daarom afzijdig hebben gehouden’, zegt Hastings.

‘Persoonlijke carrières waren in deze streek vaak belangrijker dan goede nieuwe ideeën’, erkent de linkse burgemeester Rudy Elegeest van Mons-en-Baroeul, een voorstad van Rijsel, die zelf ook op de kieslijst staat van de regionale verkiezingen. Vanuit zijn kantoor kijkt hij uit over een reeks identieke en slecht onderhouden torenflats van beton.

Elegeest probeert de moed erin te houden. ‘Wij hebben geen ster nodig als kandidaat, geen pseudo-vedette zoals Marine Le Pen. Pierre de Saintignon kent onze regio door en door, terwijl Le Pen ons slechts wil gebruiken als een springplank voor haar nationale ambities.’ Het is geen geheim dat de partijleider van het FN over anderhalf jaar president van het land hoopt te worden.

Moeilijkste campagne ooit

Een soortgelijk geluid klinkt ruim vijftig kilometer zuidwaarts, in de stad Arras, vroeger in het Nederlands Atrecht genoemd. Daar houdt Xavier Bertrand, oud-minister van Arbeid onder president Sarkozy en kandidaat voor de rechtse partij Les Républicains, deze avond een bijeenkomst in een congreszaal van een hotel.

‘Marine Le Pen kent onze regio vooral vanuit het raam van de Thalys, als ze van Parijs naar Brussel reist om haar vergoeding als Europees parlementariër te incasseren’, zegt Frédéric Leturque, de burgemeester van Arras en partijgenoot van Bertrand. Hij benadrukt dat de leider van het Front National nog altijd in Saint-Cloud woont, een weelderige voorstad net buiten Parijs.

Bertrand doet het in de peilingen iets beter dan zijn onbekende linkse tegenstander en probeert zich tijdens zijn toespraak vooral te concentreren op economische onderwerpen, die voor de aanslagen van 13 november als prioriteit golden. ‘Vergeeft u me mijn obsessie voor werkgelegenheid’, zegt hij als hij het ene na het andere plan ontvouwt om met overheidsgeld nieuwe banen te creëren, zonder dat hij duidelijk maakt waar het extra geld vandaan moet komen.

In een eerdere toespraak gaf hij toe dat deze campagne de moeilijkste is die hij ooit heeft gevoerd. Hij heeft nog een kans om Le Pen te verslaan, maar alleen als zijn linkse tegenstander zich in de tweede ronde terugtrekt en linkse kiezers massaal hun toevlucht tot zijn lijst zoeken om het Front National te dwarsbomen. Hij moet links daarom niet te hard aanpakken.

In theorie zouden beide partijen ook een gezamenlijke lijst kunnen presenteren, maar dat lijkt politieke zelfmoord voor beide. ‘Dat wordt een slachtpartij’, voorspelt de lokale FN-voorman Dillies, niet zonder leedvermaak. ‘Wij benadrukken al dertig jaar dat links en rechts van hetzelfde laken een pak zijn en dit zou het ultieme bewijs vormen. Het zou een rampzalig symbool zijn van hun gezamenlijke falen.’

De kans dat de PS zich vrijwillig terugtrekt en oproept op Bertrand te stemmen, is ook niet zo groot, aangezien links dan geen enkele vertegenwoordiging meer heeft in het regioparlement en waarschijnlijk in een diepe crisis zal raken. Hastings denkt dat het in dat geval dertig jaar zou duren voordat de partij er lokaal weer bovenop komt.

In de regio gaat het gerucht rond dat Le Pen een stroman neer zou zetten als ze de verkiezingen daadwerkelijk wint. Aan de ene kant biedt de regio met zes miljoen inwoners haar de kans om te laten zien wat ze kan en om sceptici gerust te stellen dat haar partij in staat is bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen zonder dat dat dramatische gevolgen hoeft te hebben. Het zou haar kansen op een overwinning bij de presidentsverkiezingen in 2017 kunnen verhogen.

Maar aan de andere kant is het risico groot dat ze in anderhalf jaar weinig kan waarmaken in het geplaagde gebied. Een van de ingrediënten van de succesformule van het Front National is juist altijd geweest dat de partij zelden of nooit bestuurlijke functies vervulde, omdat het kiessysteem ongunstig is voor een partij waarmee niemand wil samenwerken. Het FN heeft zo altijd kritiek kunnen leveren vanaf de zijlijn, zonder ooit teleur te stellen.

Een regionale overwinning van het Front National zou hoe dan ook een duidelijke boodschap zijn dat in de toekomst niets meer ondenkbaar is, ook op landelijk niveau.

DOOR OLIVIER VAN BEEMEN IN RIJSEL EN ARRAS

‘Het is alsof onze politici jarenlang hebben getwist over de kleur van het behang, terwijl ze nu pas beseffen dat het huis in brand staat.’

‘Marine Le Pen kent onze regio vooral vanuit het raam van de Thalys, als ze van Parijs naar Brussel reist om haar vergoeding als Europees parlementariër te incasseren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content