In het oranje-blauwe formatieberaad wordt niet alleen geworsteld met communautaire knopen. Ook de begrotingszorgen voor een nieuwe federale regering zijn gigantisch.
‘Het is de bedoeling om in de begrotingscontrole 2007 maatregelen te nemen om het begrotingsresultaat te verbeteren.’ Dat zinnetje in een nota, gemaakt door de werkgroep ‘Budget’ voor de centrale onderhandelingsgroep van CD&V/N-VA, Open VLD, MR en CDH op Hertoginnedal, moet zowat het politieke eufemisme van het jaar zijn.
In maart 2006 kondigden aftredend premier Guy Verhofstadt (Open VLD) en minister van Begroting Freya Van den Bossche (SP.A) na een meerdaagse ministerraad in Leuven met het kenmerkende optimisme van Paars aan dat de overheidsfinanciën dit jaar zonder veel moeite een overschot van 1 miljard euro zouden kennen. Dat is ruim 0,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp), zoals ook vereist door het ‘Stabiliteitsprogramma’ – de projectie van de overheidsbegroting voor de komende jaren om genoeg geld opzij te houden voor de financiering van de kosten van de vergrijzing. Amper vier maanden na die laatste megabijeenkomst van Paars II blijkt dat de begroting voor 2007 afstevent op een tekort van 745 miljoen euro of 0,2 procent van het bbp.
De voornaamste oorzaak van die financiële ommekeer ligt bij de belastingontvangsten. Die vallen ruim 900 miljoen euro lager uit dan verwacht. Vooral de opbrengst van de voorafbetalingen door bedrijven en zelfstandigen is verminderd. De werkgroep ‘Budget’ vermoedt een verband met de invoering van de notionele aftrek (dit is een belastingaftrek voor eigen middelen die worden ingezet als risico- of investeringskapitaal). De financiële impact van die maatregel kan overigens niet juist worden ingeschat, ook niet voor de komende jaren.
Tegenover die tegenvaller komen de andere fiscale inkomsten (btw, bedrijfsvoorheffing) wel boven de raming uit, en ook de sociale zekerheid doet het veel beter dan verwacht (het overschot is hier gestegen van 470 miljoen naar bijna 1,1 miljard euro). Maar die positieve punten verbleken dan weer bij de vaststelling dat de aangepaste begrotingscijfers voor 2007 blijven steunen op de uitvoering van twee eenmalige maatregelen van Paars: een nieuwe overname van pensioenfondsen, en een nieuwe verkoop van overheidsgebouwen. Met het eerste is een bedrag van 500 miljoen gemoeid, de tweede maatregel zou 600 miljoen moeten opbrengen en daarvan is nog maar voor een derde een administratieve procedure gestart. Vallen die plannen finaal in het water, dan zou de nieuwe federale regering dit jaar nog op zoek moeten naar bijna 2,8 miljard euro (of bijna 120 miljard Belgische frank) om het beoogde overschot van 0,3 procent van het bbp te bereiken.
GEVAARLIJKE MIX
Dat het begrotingsresultaat voor 2007 nog in die mate door de oranje-blauwe onderhandelaars kan worden rechtgezet, is hoogst onwaarschijnlijk. Hopen op of uitgaan van een hogere economische groei (2,7 in plaats van 2,5 procent) is maar een doekje voor het bloeden. Het laat zich tegelijk ook raden dat Open VLD en MR niet staan te springen om in het formatieberaad de zwartepiet voor de zware financiële erfenis van Paars toegespeeld te krijgen. Het kartel CD&V/N-VA van zijn kant heeft Paars in de voorbije jaren altijd frontaal aangevallen op het toepassen van eenmalige maatregelen om de begroting rond te krijgen, zodat het vreemd zou zijn als formateur Yves Leterme (CD&V) nu toch naar die budgettaire techniek zou grijpen.
Mogelijk zal Leterme al tevreden zijn als oranje-blauw dit jaar de begrotingsschade kan beperken en zonder tekort 2008 kan ingaan. Niet dat de financiële vooruitzichten dan zo veel rooskleuriger zijn. Volgens de werkgroep ‘Budget’ moet voor volgend jaar en bij een ongewijzigd beleid rekening worden gehouden met een tekort van 2,14 miljard euro, terwijl er eigenlijk een overschot van 1,5 miljard zou moeten zijn. In kleine letters wordt bovendien gewaarschuwd voor hogere rentelasten.
Opvallend in de nota van de werkgroep is voorts dat wordt gesproken over ‘een onderliggend traject’ in het formatieberaad, dat de financiële inspanning in 2008 op slechts 1,5 miljard houdt en het vervolgens laat oplopen tot ruim 4 miljard in 2011 (om dan een structureel overschot te hebben van 1,3 procent van het bbp). Over dat ‘onderliggend traject’ wordt geen concrete uitleg gegeven. Evenmin is duidelijk hoe de vorige week bereikte principeakkoorden over een nieuwe verlaging van de belastingen/sociale lasten en over een gefaseerde welvaartsaanpassing van de sociale uitkeringen in het plaatje passen. Die twee akkoorden zijn samen toch al gauw goed voor 4 tot 5 miljard euro, en dat geld zal ook ergens vandaan moeten komen.
Het hinderde Didier Reynders (MR), die als aftredend minister van Finan- ciën nochtans mee verantwoordelijk is voor het financiële debacle van Paars in 2007, intussen niet om begin deze week te eisen dat er eerst gedetailleerde afspraken over een nieuwe belastingverlaging zouden worden gemaakt. Eerder wil hij met Leterme en met CD&V/N-VA niet over communautaire thema’s spreken.
De mix van budgettaire problemen en communautaire problemen begint op die manier wel heel gevaarlijk te worden voor de formateur. Volgens een sleutelfiguur aan de onderhandelingstafel op Hertoginnedal moet deze week in elk geval duidelijk worden of de formatiegesprekken kunnen lukken of niet. ‘Ça passe ou ça casse.’
DOOR PATRICK MARTENS