Bart Cornand

Cassandra Wilson laat niet met zich sollen.

Het moet 2003 geweest zijn. Op het podium van de grote Prins Willem Alexanderzaal van het North Sea Jazz Festival stoomde het septet van Wynton Marsalis door een ongebruikelijk vette, zompige set. Naast me in de coulissen was zangeres Cassandra Wilson al even opgestaan van haar stoel. Daar stond ze, met haar rug naar me toe. Dreadlocks, witte zomerjurk, blote voeten, dansend in half-time. Ze keek om.

‘Dans met me.’

‘Dat zal niet gaan, madame. Mijn schoenzolen zijn vastgesmolten aan de vloer’, wou ik in alle eerlijkheid zeggen, maar ik hield het bij één opgetrokken mondhoek. Toen kwam De Blik. Niet boos, niet geërgerd, maar even ontspannen als gedecideerd. In the moment, zoals Wilson dat evenwicht omschrijft. Op zo’n moment heb je geen keus: stand up and think of England.

Op de cover van Silver Pony kijkt ze ook u zo aan. Kleine Cassandra, een jaar of vier oud, op haar pony. In the moment. Als om te zeggen: dit is geen meisje dat een trucje heeft geleerd, ze is altijd zo geweest. Een mens was er de voorbije jaren even aan gaan twijfelen. De cd Thunderbird uit 2006 was een matig zijstapje naar rootsrock met producer T-Bone Burnett, en Loverly uit 2008 was een crèmig-commercieel standardsalbum – dat vanzelfsprekend werd bekroond met een Grammy.

Vergeet de rock en de crème. Op Silver Pony, een ongebruikelijke combinatie van live- en studio-opnames, is Wilson helemaal terug. Het album biedt abondant wat haar groot maakte: die warme maar niet té masculiene contra-alt, een uitzonderlijk gevoel voor timing, en een oor voor goeie songs die lang niet noodzakelijk uit het American Songbook hoeven te komen. Luister naar de manier waarop ze live Lover Come Back to Me – op Loverly een wat ouwig manegepaard – aftraint tot een kek veulen waarvan je voelt dat het zo met je aan de haal kan gaan. Wat wil je ook met personeel als Reginald Veal (bas), Herlin Riley (drums), Marvin Sewell (gitaar) en de jonge New Orleanssensatie Jonathan Batiste (piano). Bedenk daarbij gasten Ravi Coltrane (tenorsax) en John Legend (zang en piano), en u stooft langzaam gaar.

Het is trouwens die Sewell die van deze cd iets écht bijzonders maakt. Van Deltabluesman Charlie Pattons Saddle Up My Pony via Muddy Waters’ Forty Days and Forty Nights tot Blackbird van The Beatles trekt Sewell zich geen fluit aan van de klassieke jazzgitaartraditie – geen dode toon, geen dikke Gibsongitaar, geen gitaar-als-een-horn-filosofie maar scherpte, ritmiek en microtonale slidepartijen. Ook Sewell, moet u weten, heeft De Blik.

Met een opgetrokken mondhoek komt u hier niet weg. Sta op en dans.

CASSANDRA WILSON, SILVER PONY, BLUE NOTE/EMI.

Bart Cornand

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content