Volgend weekeinde worden in Newmarket de Thousand en de Two Thousand Guineas gelopen. In die eerste grote klassiekers van het galopseizoen wordt het een strijd van allen tegen sjeik Mohammed.
GEEN enkel paard kon vorig seizoen tippen aan Lammtarra, de driejarige superhengst die eigendom is van sjeik Mohammed bin Rashid al-Maktoum. Dat laatste was geen verrassing, ongeveer alle superhengsten zijn namelijk eigendom van sjeik Mohammed. Maar op Lammtarra hadden er in de winter slechts weinigen hun geld durven verwedden. Het paard was geveld door een zware longziekte en leek verloren voor de sport. Tot het in maart weer op de been geholpen werd, en in de Derby in Epsom Jan en alleman in dit geval Pennekamp en alleman het nakijken gaf. Pennekamp was ook een superhengst, ook eigendom van sjeik Mohammed, en had enkele maanden voordien de Two Thousand Guineas gewonnen. Een race die zware inspanningen had gekost en die er de oorzaak van was dat Pennekamp al vroegtijdig in het seizoen op de wei werd gezet.
De Two Thousand Guineas, de Derby, en later op het seizoen de Saint Leger in Doncaster zijn de belangrijkste drie races voor driejarige galoppaarden. Wie er ooit in slaagt ze alle drie in één seizoen te winnen, mag zich laureaat van de Triple Crown noemen. Velen zijn geroepen, weinigen uitverkoren. De enige combinatie die het na de Tweede Wereldoorlog voor mekaar bracht, was in 1970 Nijinski met Lester Piggott. Er is ook een Triple Crown voor merries. Die bestaat uit de Thousand Guineas, de Oaks en dezelfde Saint-Leger waar hengsten en merries samen lopen. De Triple Crown bij de merries is na de oorlog twee keer gerealiseerd : in 1955 door Meld en recenter, in 1985, door Oh So Sharp met Steve Cauthen op de rug.
Lammtarra, overigens een zoon van Nijinski, was vorig jaar te laat in conditie om een gooi te doen naar de hoogste eer in de rensport. De Guineas waren al voorbij toen hij nog in volle opbouw zat. De Derby won hij spectaculair, en nog veel spectaculairder won hij eind juli de King George VI and Queen Elisabeth Diamond Stakes in Ascot, een koers waarin de beste driejarigen uitkomen tegen de beste vier- en vijfjarigen. Een race die, zoals het laatste gedeelte van de koninklijke naam doet vermoeden, gesponsord wordt door De Beers. Voorzitter Philip Oppenheimer komt er in gezelschap van the Queen zelf de eerste prijs uitreiken : 12 miljoen frank.
Na de overwinning in die twee topwedstrijden was Lammtarra al de nummer één van het seizoen. De Saint-Leger liet hij links liggen, te veel gewicht en te lang, maar in de Arc de Triomphe op Longchamp, de belangrijkste koers in Frankrijk, was hij er weer in al zijn glorie. Die drie races in één seizoen had voordien slechts één enkel paard op zijn erelijst staan : Mill Reef in 1971. Er werd overwogen om Lammtarra nadien ook nog te laten aantreden in de Breeders’ Cup. Dat is een veelomvattend programma op de baan van Belmont Park in New York, waarmee de fokkers het volbloedras in Amerika willen propageren. Dat doen ze onder meer door een buitenissige prijzenpot te voorzien. De winnaar van de Breeders’ Cup Classic pakt, om maar eens iets te zeggen, in de gauwte 35 miljoen frank mee naar huis. Maar voor Lammtarra was het seizoen lang genoeg geweest en sjeik Mohammed, die in tegenstelling tot veel andere paardeneigenaren niet op gemakkelijk gewin uit is, besloot zijn superhengst een ander extratje te gunnen en bracht hem over naar Dalham Hall, zijn stoeterij in Newmarket. Als dekhengst zal Lammtarra pas echt geld opbrengen.
PAULSON.
De 35 miljoen frank in Belmont Park ging naar Cigar, het beste Amerikaanse paard van het seizoen, en volgens zijn trainer Bill Mott het beste paard tout court. Uit heel de geschiedenis ! Amerikanen gaan een kleine overdrijving nooit uit de weg. Hoewel, overdrijving… Cigar, een nu zesjarige wonderhengst, startte vorig seizoen in dertien wedstrijden en won ze alle dertien. Tot groot genoegen van zijn eigenaar Allen Paulson, die onmiddellijk na de winst in de Classic aankondigde dat Cigar er nog een jaartje zou bijdoen en dat zijn eerste doelstelling voor dit seizoen de World Cup in Dubai was. Een race in Nad al Sheba, georganiseerd door sjeik Mohammed zelf, waarin van elk continent de beste drie paarden aan de start kwamen en waarin een prijzenpot van vier miljoen op het spel stond. Dollar ! Honderd twintig miljoen frank, een nooit geëvenaard bedrag in de rensport, waar ze toch een en ander gewoon zijn.
?We zullen die sjeiks eens gaan leren wat racen betekent,? voegde Paulson er aan toe alvorens een cigar op te steken, een Montecristo. Het geld interesseerde Paulson niet, Cigar had eind vorig seizoen toch al rond de vijf miljoen dollar prijzengeld achter zijn naam staan. Maar een Arabier in het zand doen bijten, daar wil een echte Yankee nog wel eens gaan aan staan.
De Dubai World Cup werd gereden eind vorige maand, op 27 maart. Aan de start elf paarden die, allemaal samen, ruim vijftien miljoen dollar aan prijzengeld hadden verdiend. Er waren zelfs enkele bestuurders van de Jockey Club, bij uitstek nuchtere en bedaarde Britse heren, die toegaven dat het hier de sterkst bezette race aller tijden betrof.
Cigar had vier factoren tegen : de verre verplaatsing met een vlucht van 21 uren, de zandgrond die hij niet gewoon was, het kunstlicht waaronder de wedstrijd plaatsvond, en een lichte blessure aan de voet die hem een maand voordien parten had gespeeld. Ondanks dat liep hij een schitterende race. Voorbeeldig werk ook van jockey Jerry Bailey die, ondanks een uitschuiver bij de start, handig naar de kop wist op te rukken en met een mooie sprint een late aanval afsloeg van Soul of the Matter, een paard van Burt Bacharach. Met L’Carriere op de derde plaats pakten de Amerikanen één, twee en drie. Plus al het geld. Vierde werd het Britse Pentire en pas op vijf finishte de eerste Arabier : Tamayaz. Het paard waarmee de sjeik de World Cup had willen winnen was Halling, met champion-jockey Frankie Dettori op de rug. Vorig jaar in de Breeders’ Cup al wel verslagen door Cigar, maar nu een half jaar ouder en op eigen grond aan de slag. Halling, helaas, eindigde elfde en laatste.
KATHOLIEK.
Allerlaatste in zijn eigen World Cup, de sjeik was die avond niet om aan te spreken. Begrijpelijk, want eigenaars hebben de neiging zich met hun betere dieren te identificeren. Sommigen gaan daarin redelijk ver. Sta ons toe u tussendoor het verhaal te vertellen van de Ierse merrie Ridgewood Pearl, één van de betere paarden vorig seizoen. Haar eigenaar is Sean Coughlan, een man die zijn carrière begon als Londens busconducteur en nadien een eigen ingenieursbureau opzette, dat hij later voor een fortuin verkocht om zich ten volle op zijn renstal te kunnen concentreren. ?Buschauffeur was het beste baantje dat ik ooit had,? vertrouwde hij verslaggevers toe. ?Nadien heb ik altijd moeten betalen voor mijn vervoer.? Coughlan is een overtuigde katholiek die zijn geloof zo ver drijft dat zijn stalkleuren geel en wit zijn, zoals die van de paus.
Ridgewood Pearl reed haar laatste race voor ze op rust ging in de Breeders’Cup Mile. Speciaal voor die wedstrijd had Coughlan een koerier naar Lourdes gestuurd, om daar een flesje heilig water te gaan kopen. Dat werd in Belmont Park in de voederbak van Ridgewood Pearl gegoten, die de dag nadien op overtuigende wijze won. De Jockey Club kwam in spoedvergadering bijeen om zich te buigen over de vraag of ze heilig water niet dringend op de lijst van de verboden producten moesten zetten. Het heilige water belette trouwens niet dat Ridgewood Pearl de nacht vóór de koers ei zo na om het leven kwam, toen ze geblokkeerd zat in haar box. Het waren de veiligheidsmensen van sjeik Mohammed, die hun paarden dag en nacht in de stal bewaken, die de arme merrie het leven redden. Waarna ze van Coughlan, bij wijze van dankbetuiging, elk een flesje Lourdes-water kregen aangeboden.
BEDREIGING.
Lammtarra, het Arabische woord voor ?de onzichtbare?, is officieel eigenlijk eigendom van Saeed bin-Maktoum, de neef van sjeik Mohammed, maar het is uiteraard sjeik Mohammed zelf die de kosten draagt. De successen van Lammtarra waren een doorn in het oog van de Britse rensportwereld, die na de Derby zelfs het lef had om te gewagen van ?een kleine winnaar?. Hoezeer ze er met die kwalificatie naast zaten, werd bewezen in de rest van het seizoen. Maar de afgunst van de Britten had een reden. Lammtarra is één van de paarden die behoren tot het Godolphin-trainingsproject, dat sjeik Mohammed in Doebai heeft opgezet. Het is genoemd naar Godolphin Arabian, één van de drie stamvaders van het zuivere volbloedras. De andere twee zijn Darley Arabian en Byerley Turk. Ze stammen alle drie uit de vroege jaren 1700.
Het Godolphin-project van de sjeik bestaat erin om paarden in Groot-Brittannië op te kopen, jaarlingen en de beste tweejarigen, en vervolgens naar Dubai in de Verenigde Arabische Emiraten te transporteren. Sjeik Mohammed is daar in zijn vrije tijd minister van Defensie en zijn familie is er eigenaar van alles, in de eerste plaats de onuitputtelijke petroleumbronnen. Sjeik Mohammed is ook al tien jaar lang de meest succesvolle eigenaar in de rensport, slechts één jaar afgelost door zijn broer sjeik Hamdan. Het doel van sjeik Mohammed is om de derde Aga Khan de loef af te steken, en die loef ligt op dertien titels. Weinigen twijfelen eraan dat de sjeik in zijn opzet zal slagen. Het Godolphin-project heeft vorig seizoen ontmoedigend veel succes gehad.
In de plaats van de delicate taak van het trainen over te laten aan Britse of Franse vaklui, die al eeuwenlang hun bekwaamheid in de stiel hebben bewezen, wil de sjeik het zelf doen. De Arabieren kennen uiteraard ook genoeg van horsemanship, zij het dat hun reputatie de jongste eeuw wat tanende was. De sjeik wil dat veranderen. Hij haalt de beste tweejarigen bij hun Engelse trainers weg en brengt ze over naar Dubai, waar ze overwinteren en getraind worden in het Al Quoz-trainingscentrum. Tijdens het seizoen komen de beste elementen dan terug naar Europa, waar ze in Frankrijk bij André Fabre op stal worden gezet, of in Newmarket in een eigen stal van de sjeik die geleid wordt door Saeed Bin Suroor, een gewezen politie-agent van 28 jaar.
Die jonge snaak stak alle door de wol geverfde Britse trainers in zijn zak, door vorig jaar als enige in de geschiedenis in hetzelfde weekend de Oaks en de Derby te winnen. Op vrijdag met Moonshell de Oaks, en op zaterdag met Lammtarra de Derby. De Engelsen wisten niet wat hen overkwam. Want ook de jockey was een buitenlander : de Italiaan Frankie Dettori, die later op het jaar met een ander Godolphin-paard, Classic Cliche, ook nog de Saint-Leger won. Voor een 24-jarige een buitengewone prestatie. Dettori pakte vorig seizoen al zijn tweede champion-jockey titel en onttroonde tussendoor Walter Swinburn als eerste monte van de sjeik.
Voor de Engelse rensport is Godolphin niet meer of niet minder dan een levensbedreiging. Hun prijzengeld verhuist met containers tegelijk naar Dubai, hun paarden vertrekken met charters tegelijk naar Dubai, en hun zo vermaarde trainingsstallen komen ook al onder Dubaise vlag.
Op het eind van vorig seizoen barstte de bom helemaal, toen sjeik Mohammed al zijn paarden weghaalde bij de Engelse trainer Henry Cecil en naar Dubai overvloog. Veertig in totaal ! Het ontploffen van Big Ben had de Engelsen niet meer kunnen schokken. Henry Cecil is zonder enige concurrentie de nummer één van het Engelse trainersgild. Sinds 1976 was hij tien keer trainer van het jaar en zijn paarden liepen voor honderden miljoenen frank prijzengeld bij elkaar. Hij won voor de sjeik tien classics (Thousand en Two Thousand Guineas, Derby, Oaks, Saint-Leger). Het vertrouwen in Cecil opzeggen staat ongeveer gelijk met bij ons verklaren dat Raymond Ceulemans niet kan biljarten of dat Eddy Merckx niet kon fietsen. Met andere woorden : heiligschennis. De sjeik deed het : veertig stuks. Cecil was meteen een kwart van zijn stal kwijt. Hij had twee jaar geleden de bui al wel voelen hangen. Toen waren Lammtarra, Moonshell en Vettori (winnaar in Longchamp van het Franse equivalent van de Two Thousand Guineas) al uit zijn stal weggehaald en naar Dubai gebracht. Van het eclatante succes dat de drie vorig jaar behaalden, kon Cecil dus niet de vruchten plukken.
Wellicht stond de beslissing van de sjeik al langer vast, want de successen van de Godolphin-paarden ook in tal van kleinere wedstrijden waren vorig seizoen zonder overdrijven sensationeel. De sjeik won liefst vier van de vijf classics, plus de belangrijkste Franse races. Zelden is het overwicht van een eigenaar zo verpletterend geweest. De enige classic die aan zijn neus voorbij ging, was de Thousand Guineas voor merries, gewonnen door Harayir, eigendom van zijn broer, sjeik Hamdan. In het zadel zat Richard Hills en het paard werd getraind door Dick Hern, die zijn zestiende classic won. Hern is 74 jaar en zit na een ongeluk tijdens de jacht in een rolstoel.
Ter vergelijking : de trainer die de meeste classics heeft gewonnen, is John Scott. Hij won er tussen 1827 en 1863 liefst veertig, waaronder zestien keer de Saint-Leger. Zoiets is natuurlijk niet meer voor verbetering vatbaar. Zeker niet door Hern, al heeft die zaterdag mogelijk één van de favorieten aan de start met Alhaarth. John Scott werd the wizard of the North genoemd en het meest vermaarde paard uit zijn stal was West Australian, de allereerste winnaar van de Triple Crown die aan die triptiek ook nog eens de Ascot Gold Cup toevoegde. Eén van de beste paarden aller tijden.
VROUW.
Dat hij met zijn Godolphin-project juist zat, hoefde niemand de sjeik nog te vertellen. Om ineens een hele rist van zijn paarden naar de Emiraten over te brengen, was enkel nog een goede aanleiding kwade tongen zeggen : een goed excuus nodig. Tenslotte was er op het werk van Cecil weinig aan te merken, en was de sjeik wel gevoelig voor de kritiek dat hij pronkte met het resultaat van andermans werk. Die aanleiding kwam er met een incident over een juweel van een tweejarig paard : Mark of Esteem.
Deze topbelofte van de sjeik kreeg in de loop van het jaar met knieproblemen af te rekenen, iets wat voor een renpaard fataal kan zijn. Cecil had het nochtans ingeschreven voor een race in Ascot, en lichtte de sjeik en diens stalmanager Anthony Stroud pas op het laatste moment in over de fysieke problemen. Waarna Mark of Esteem zonder dralen naar Dubai werd getransporteerd. Waarna Natalie, de vrouw van Henry Cecil, in de pers haar gedacht over sjeik Mohammed eens formuleerde op een manier waarop alleen vrouwen van renpaardentrainers dat kunnen. Waarna de sjeik zijn gedacht over de vrouw van Henry Cecil eens zei op een manier waarop alleen sjeiks dat kunnen.
?Cecil is geen onverdienstelijk trainer,? sprak sjeik Mohammed de likkebaardende reporters toe, ?maar helaas bevinden zich in zijn directe omgeving personen die geen hap verstand hebben. En zeker niet van volbloeden kweken. Dat hij dat toelaat is een slechte zaak. Heren verslaggevers, u weet over wie ik het heb, Henry Cecil weet over wie ik het heb, heel Newmarket weet over wie ik het heb.?
De beslissing van de sjeik was een zware slag voor Cecil. Voor de waarde van zijn stal, voor zijn jaarlijks inkomen, en voor zijn prestige. En wat nog het ergst van al was : in zijn binnenste moest hij de sjeik gelijk geven waar het zijn vrouw betrof. Sjeiks kunnen in die materie bogen op een ruime ervaring.
Cecil kreeg de dreun op zijn neus, maar de hele Engelse rensportwereld zag de sterretjes. Dat de beste trainer verplicht werd een deel van zijn personeel te ontslaan, kon best wel eens een kettingeffect krijgen. Plus dat het verdwijnen van de paarden van sjeik Mohammed een enorme financiële aderlating voor de rensport betekende. Cecil haalde ondertussen Saab als sponsor voor zijn stal binnen, maar dat compenseert het verlies slechts ten dele. Daarom zal dit seizoen meer dan ooit in het teken staan van de strijd tegen sjeik Mohammed. Allen tegen één. Dit weekend beginnen ze eraan in Newmarket. Zet alleen geld in dat u echt kan missen. En wees niet al te zeer verwonderd als de sjeik Mark of Esteem aan de start van de Twothousand brengt en wint. Cecil mikt op de Thousand Guineas, de dag voordien, met Bosra Sham. Sir Henry of de sjeik ? U beslist.
Koen Meulenaere
De Godolphin paarden wonnen vorig jaar vier van de vijf classics. Op de foto jaagt Frankie Dettori Moonshell naar de overwinning in de Oaks in Epsom.
De Amerikanen pakten in Dubai met Cigar, Soul of the Matter en L’Carrière (niet op de foto) plaatsen één, twee en drie. Plus al het geld.
De gebroeders Bin Rashid al Maktoum. Rechts sjeik Maktoum, heerser van Doebai. Links sjeik Mohammed, heerser van de paardensport. Beiden kijken met ongeloof naar de uitslag van hun Dubai World Cup.