‘Met verstandige dingen kun je halverwege ophouden,’ leerde Godfried Bomans, ‘absurditeiten echter dienen voltooid te worden.’ De VLD-top heeft zich de afgelopen week krampachtig aan die stelregel gehouden.
Twee jaar geleden al, omstreeks deze tijd van het jaar overigens, lagen VLD-voorzitter Karel De Gucht en premier Guy Verhofstadt op ramkoers. Toen gold hun meningsverschil de aanpak van het onderwijsdossier dat, door het optreden van De Gucht, in een nieuwe schoolstrijd dreigde te ontaarden. Er was ook de manier waarop Verhofstadt de overstap van oud-CVP-voorzitter Johan Van Hecke forceerde. De premier, nog altijd dromend van zijn volkspartij, hoopte daarmee een dijkbreuk te veroorzaken bij de Vlaamse christen-democraten. De Gucht had dan weer geen hoge pet op van de tsjeef Van Hecke en hechtte weinig geloof aan het project voor een nieuwe volkspartij.
De vorming van Verhofstadt-II heeft de band tussen premier en partijvoorzitter zeker niet verstevigd. Guy Verhofstadt pakte de besprekingen al te nonchalant aan. De werkelijke onderhandelingen werden voor de VLD gevoerd door Patrick Dewael en Karel De Gucht. Verhofstadt was vaak afwezig. Hij zat met zijn gedachten veeleer bij het voorzitterschap van de Europese Commissie dan bij de regeringsonderhandelingen, die gaandeweg door PS-voorzitter Elio Di Rupo werden gedomineerd. Na het vertrek van kabinetschef Luc Coene naar de Nationale Bank was er ook niemand meer om Verhofstadt te adviseren, laat staan om hem in crisismomenten te kalmeren.
Karel De Gucht, die naderhand zijn aversie voor deze regering met de socialisten meermaals liet blijken, zag wat er gebeurde. Hij besefte ook dat alle financiële middelen opgesoupeerd waren, nog voor de regering goed en wel uit de startblokken raakte. Maar Verhofstadt was tot elk offer bereid om Paars bijeen te houden.
Alles wat de jongste maanden verkeerd liep voor de VLD vindt daar zijn oorsprong. Van de ingrepen in de lokale Antwerpse politiek die leidden tot de uiteindelijke uitschakeling van Hugo Coveliers – een eis van SP.A-voorzitter Steve Stevaert – tot recent de chaotische parlementaire afhandeling van het gemeentelijk stemrecht voor niet-Europeanen en het neutraliseren van VLD-voorzitter Karel De Gucht – op bevel van PS-voorzitter Elio Di Rupo.
Na de formele afzetting eind vorige week van VLD-voorzitter De Gucht haastte het VLD-voetvolk zich de ingreep van Verhofstadt, die zichzelf tot de onvoorwaardelijke politieke leider van de partij uitriep, met het nodige gejuich te begeleiden. Het leek wel alsof ze hun bewondering voor zoveel vernieuwingsdrift niet langer de baas waren.
Als we kamervoorzitter Herman De Croo mogen geloven, die de afgelopen week met een haast jezuïtisch genoegen het geruzie in zijn partij volgde, heeft de afkondiging van een Vlaamse kartelvorming door CD&V en N-VA, een einde gemaakt aan de speeltijd. Wellicht hebben CD&V en N-VA, zonder het te beseffen, een liberale versie van de Nacht van de Lange Messen in de knop gesmoord.
Dat de democratische Vlaams-nationalisten, vijftig jaar na de oprichting van de Volksunie, opnieuw aansluiting vinden met de Vlaamse christen-democraten is een belangrijk feit, dat verregaande gevolgen kan hebben voor de komende regionale verkiezingen. Als het Vlaams Kartel erin slaagt de paarse meerderheid in Vlaanderen te breken, moet met een inbraak van de christen-democraten in de federale regering worden gerekend. Een voor Paars bijzonder onaangename gedachte.
Afgelopen maandag aanvaardde Dirk Sterckx de tijdelijke opvolging van zijn vriend Karel De Gucht aan het hoofd van de VLD, weliswaar ‘met een klein hartje en vlinders in de buik’. Toch is De Gucht niet het grootste slachtoffer van de afrekeningen van de voorbije week, wel premier Verhofstadt. Nooit eerder werd die in zoveel kranten afgeschilderd als een nietsontziende machtswellusteling. Zelden ook verloor een premier zo snel zijn krediet bij de bevolking en zelfs bij de eigen partij. Bovendien biedt zijn VLD, na het bittere verzet tegen het migrantenstemrecht en de oproep van Patrick Dewael tot het verbod op het dragen van de hoofddoek, opeens de aanblik van een verkrampte, verstarde partij.
Alsof dat niet volstaat, dreigt Verhofstadt in de aanloop naar de verkiezingen van 13 juni ook met spoken uit het verleden te worden geconfronteerd. Binnenkort immers wordt de rechtszaak ingeleid die gewezen VLD-penningmeester Leo Goovaerts tegen de premier heeft aangespannen. De inzet daarvan is een betwiste lening – een gift, volgens Verhofstadt – van twee miljoen oude Belgische frank De besluiten van Goovaerts’ advocaten geven een weinig fraai beeld van de manier waarop de partij in die jaren door Verhofstadt werd geleid.
Ze mogen bij de VLD van geluk spreken dat ze daar van die briljante communicatieadviseurs in dienst hebben.
Rik Van Cauwelaert