De nieuwe Vlaamse minister-president Bart Somers (VLD) heeft precies een jaar om meer te zijn dan ‘de notaris’ van zijn voorganger. Hij moet wel nog even geduld hebben tot ook SP.A-voorzitter Steve Stevaert klaar is met zijn ministerieel personeelsbeleid.

Op 18 mei waren er federale parlementsverkiezingen. Maar het resultaat van die stembusslag, de partijpolitieke antwoorden op de nieuwe krachtsverhoudingen en de persoonlijke carrièremotieven van enkele boegbeelden hebben totnogtoe alleen de Vlaamse regering overhoopgehaald. De hoofdreden voor dit ‘slechte spektakel’ – zoals Vlaams parlementsvoorzitter Norbert De Batselier (SP.A) het noemt – is een bikkelharde strijd tussen liberalen en socialisten in de aanloop naar de Vlaamse verkiezingen in juni 2004.

Dinsdag legden drie ‘nieuwe en frisse VLD-gezichten’, Bart Somers, Patricia Ceysens en Marino Keulen, de ministeriële eed af in het Vlaams parlement. In vier jaar tijd zag dat parlement al achttien verschillende Vlaamse ministers de revue passeren. En die rij kan de komende weken nog langer worden als ook de SP.A beslist om één of meer wissels door te voeren. SP.A-voorzitter Steve Stevaert heeft al aangekondigd dat de federale regeringsvorming wel eens met een ‘spectaculaire’ wending in de Vlaamse regering gepaard zou kunnen gaan. ‘Dat valt de mensen niet zo op, en kan worden gezien en uitgelegd als een deel van die federale regeringsvorming en niet als het ontslag van figuren die minder presteren of minder charismatisch zijn’, luidt het bij de Vlaamse socialisten.

Renaat Landuyt (SP.A), die zich na het vertrek van Patrick Dewael (VLD) heel even minister-president ad interim waande, zal de rit waarschijnlijk mogen uitzitten. Hij heeft de eed niet afgelegd in de federale Kamer, waar hij ook in 1999 werd verkozen, om eerste opvolger Geert Lambert (Spirit) te garanderen dat hij zijn zitje vier jaar lang zal kunnen houden. Als Landuyt vóór de Vlaamse verkiezingen de laan wordt uitgestuurd, is hij dus werkloos. Gilbert Bossuyt (SP.A) kan echter gewoon terug naar het Vlaams parlement. Het ziet er dan ook naar uit dat hij binnenkort geofferd zal worden op het altaar van de grote verjonging.

Aanvankelijk wilde ook de VLD de poppetjes in de Vlaamse regering na de federale formatieronde in één grote beweging herschikken. Maar dat scenario werd vlak voor de verkiezingen van 18 mei al naar de prullenmand verwezen toen toenmalig Vlaams minister-president Patrick Dewael, tegen de zin van VLD-voorzitter Karel De Gucht, aankondigde dat hij in de nieuwe federale regering een tandem wil gaan vormen met premier Guy Verhofstadt (VLD). Met die ultieme campagnezet probeerde Dewael in Limburg zijn electorale gewicht alsnog op te vijzelen in de strijd tegen zijn grote SP.A-concurrent Steve Stevaert. Vanaf dat moment was hij eigenlijk al geen Vlaams minister-president meer.

Dat de politieke dubbelzinnigheid niet vol te houden was, bleek toen De- wael op 26 mei, na de eedaflegging van de twee nieuwe Agalev-ministers in het Vlaams parlement, uitlegde dat zijn paars-groene coalitie het Vlaamse regeerakkoord onverkort wilde uitvoeren. De oppositiepartijen CD&V, N-VA en Vlaams Blok maakten meteen duidelijk dat ze hem voortaan niet meer als Vlaams minister-president maar als federale regeringsonderhandelaar voor de VLD het vuur aan de schenen zouden leggen.

DE DWANG VAN DE MEDIA

Daarom sloot Dewael vorige week donderdag de boeken aan het Brusselse Martelaarsplein, en koos de VLD-top voor een strategische vlucht vooruit, richting Vlaamse verkiezingen. De Gucht doet daar niet eens geheimzinnig over: ‘Het vertrek van Dewael als Vlaams minister-president was een belangrijk politiek feit en voor de VLD noodzakelijk, omdat Verhofstadt door de nieuwe krachtsverhoudingen binnen paars nog meer dan voorheen boven de coalitiepartners moet staan. En dat kan niet zonder een sterke vice-premier van de VLD in de nieuwe federale regering. Hoe hadden we moeten reageren? Door Dewael gewoon te vervangen, terwijl in de media volkomen onterecht gesproken werd over een Vlaamse regering van lopende zaken en een kabinet van pygmeeën?’

Bij de Vlaamse socialisten moesten ze wel even slikken bij die liberale vernieuwingsoperatie. Maar De Gucht wil niet gezegd hebben dat zijn partij op die manier het verkiezingssucces van SP.A-Spirit countert. ‘We moeten niet naar Stevaert kijken, maar rekening houden met de verandering van de natuur van de politiek’, aldus de Gucht. ‘De invloed van de media is zeer groot geworden. En toegegeven, Stevaert gaat daar zeer goed mee om. Of we dat nu willen of niet, politici zijn mediafiguren geworden. Dat kost overigens zeer veel energie want je moet permanent op je tellen passen.’

De nieuwe Vlaamse minister van Media, Marino Keulen, heeft een soortgelijke uitleg klaar: ‘De VLD wil nooit meer elf jaar in de oppositie zitten. We beseffen heel goed dat we weer in de minderheid belanden als we voor een coalitie inwisselbaar zouden worden. Daarom wordt voortdurend gesleuteld aan de vernieuwing en de verruiming van de partij. De mediadwang is een zeer belangrijke factor geworden. Vroeger kon je zeggen: ik besta en daarom communiceer ik. Nu geldt vaak het omgekeerde. Aan de andere kant houden de media politici scherp. Wie niets te bieden heeft of niets realiseert, valt door de mand.’

LIJDEND VOORWERP

Bij de Vlaamse liberalen bleef het gemor van oudere parlementsleden zoals André Denys, Hugo Coveliers en Herman De Croo niet lang binnenskamers. De Gucht: ‘De Croo kijkt beter in de spiegel. Hij is 66 jaar en nog altijd voorzitter van de Kamer. Wij gooien geen ervaring weg. Verhofstadt, De- wael, Van Mechelen, Vanderpoorten en ikzelf zijn vijftig of bijna vijftig. Voor de reactie van Denys heb ik wel begrip. Hij is een flandrien die veel geïnvesteerd heeft in de partij en in het parlementaire werk. Maar hij komt ook uit Oost-Vlaanderen en daar heeft de VLD al veel toppers. We kunnen moeilijk een regering van uitsluitend Oost-Vlamingen vormen.’

Volgens Keulen is het een karikatuur dat de nieuwe liberalen in de Vlaamse regering ‘jong, mooi en meedogenloos’ zouden zijn. ‘We komen heus niet uit het niets. Als nieuwe ministers moeten we uiteraard nog alles bewijzen. Politiek is nu eenmaal competitie, en wie eraan deelneemt, kan snel een lijdend voorwerp zijn’, zegt hij.

Het grootste lijdend voorwerp was vorige week ongetwijfeld Jaak Gabriëls die als Vlaams minister plaats moest ruimen voor Keulen. Tien jaar geleden stond de ex-VU-voorzitter mee aan de wieg van de nieuwe VLD. Toch moest hij in 1999 flink op zijn strepen staan om federaal minister te worden en in 2001 om een stek in de Vlaamse regering te krijgen na de beslissing over de regionalisering van de landbouw. Tot vorige week was hij ervan overtuigd dat de VLD-top het vertrouwen in hem behield, maar donderdag deelde Verhofstadt hem in de Wetstraat 16 koudweg mee dat zijn rit ten einde was.

Over de echte reden van zijn ontslag wil niemand iets kwijt. Controverses over enkele buitenlandse reizen, een pamfletbrief aan de Genkse Ford-werknemers of zijn deelname aan de beruchte plattelandsbetoging in Gent zouden niet hebben meegespeeld, maar hij paste voor de VLD blijkbaar niet meer in de gemediatiseerde context van de politiek. ‘Gabriëls gebruikte nog de methoden van de jaren ’80’, zegt een liberaal kopstuk. ‘Als minister was hij zeer gedreven, maar hij verloor zich geregeld in een megabenadering. En inzake de regels van de politieke ethiek hield hij te veel vast aan de oude cultuur.’

Niet alleen Gabriëls wist vorige week niet wat hem overkwam. Ook Ceysens en Keulen kregen pas op de valreep te horen dat ze als nieuwe ministers aan de Vlaamse VLD-fractie zouden worden voorgesteld. Welke bevoegdheden ze zouden krijgen, wisten ze toen nog niet. Maar blijkbaar deed dat er voor niemand echt veel toe. Dat de liberale leiders als volleerde poppenspelers aan de koordjes trekken, mocht ook Bart Somers ervaren. Het kersverse kamerlid, dat tot vorige week vol vuur had verkondigd burgemeester van Mechelen te blijven, werd gedwongen op zijn woord terug te komen en minister-president te worden. Een minister-president zonder portefeuille weliswaar, want de bevoegdheid Brusselse Aangelegenheden mag als schaamlapje worden beschouwd. Van de nieuwe Vlaamse regeringsleider wordt dan ook niet verwacht dat hij zich diep in moeilijke dossiers ingraaft, maar wel dat hij de verjongde regering Somers I een geloofwaardige start kan geven. Somers heeft Mechelen opgegeven voor het goede doel: verhinderen dat Steve Stevaert volgend jaar met zijn SP.A-Spirit-kartel ongehinderd over alles en iedereen heen walst.

Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content