De artsen organiseren een staten-generaal en een nieuwe staking. Een gesprek met een recalcitrante huisarts die liever zou praten over patiënten dan over centen.
Komende zaterdag, 14 juni, géén Eros Ramazotti, Supertramp of Will Tura in Vorst Nationaal. Wel artsen en andere medische hulpverleners die er hun gemoed komen luchten op een staten-generaal. De organiserende Belgische Vereniging van Artsensyndicaten de BVAS van Jacques de Toeuf wil in Vorst een vuist maken tegen recente regeringsmaatregelen, vooral tegen het invoeren van forfaitaire vergoedingen in de ziekenhuizen. De massameeting moet een opsteker worden voor geneesheer-specialisten, de categorie medici die zich geviseerd voelt door de regering en van 19 tot 23 juni een tweede keer gaat staken.
Enkele jaren geleden beleefden we al een woelige staten-generaal, maar toen van de Vlaamse huisartsen. Zij blijven dit keer grotendeels weg, voorspelt Erik Willems, die nog best te omschrijven valt als een huisarts-activist. Willems, lange tijd één van de bezielers van het Vlaams Huisartsenparlement (VHP), is niet echt een conventioneel huisarts. Hij mag zich een intimus noemen van de geniale ex-theaterman en huidig kluizenaar Jozef van den Berg. Hij schreef zelf twee monologen en trok daar mee op tournee door Vlaanderen. Willems laat zich graag inspireren door het (Grieks-Russisch) orthodox geloof, deelt in het Brabantse Linden een praktijk met een collega en is vooral ?een man die met het vaandel door het land trekt omdat hij zo naïef is te geloven dat democratie nog kan.? Maar in Vorst zal hij niet met zijn vlag staan zwaaien.
ERIK WILLEMS : Er komt geen Tura, dus wordt het moeilijk om de tent vol te krijgen. Daarom heeft de BVAS iedereen aangesproken : specialisten natuurlijk, maar ook huisartsen, kinesitherapeuten, verplegend personeel, de ganse winkel moet in die kermis meedraaien, maar de grote afwezige zal de Vlaamse huisarts zijn.
Waarom blijft die weg uit de hoogmis ?
WILLEMS : Omdat de BVAS omzeggens nooit omkeek naar de huisartsen. De vereniging heeft altijd gezegd : wij hebben niemand nodig, want wij bepalen het beleid. We weten niet eens hoeveel huisartsen in de BVAS zitten, dat is voornamelijk een club van geneesheer-specialisten. Hoe komt zij aan haar leden ? Heel simpel. Ziekenhuizen krijgen speciale aansluitingsvoorwaarden als al hun specialisten lid worden, een ?speciaal? lidgeld, dus. Komen er later nieuwkomers bij, dan sluit de BVAS hen bijna zonder boe of ba aan. De jonge specialisten zitten daar niet mee in, want ze hebben andere dingen aan hun kop, bijvoorbeeld hoe ze na zoveel jaar intensieve studie hun brood kunnen verdienen.
Het Vlaams Huisartsenparlement stelde een aantal eisen om naar Vorst te komen. Zo moest de BVAS instemmen met het uitvoeren van de echelonnering (de trapsgewijze toegang tot geneeskundige verzorging via de huisarts), het installeren van een permanent overleg tussen huisartsen en overheid om onder meer afzonderlijke tariefconventies af te sluiten, en met rechtstreekse verkiezingen voor de verschillende bestuursorganen binnen de ziekteverzekering. Over die punten is dus geen akkoord bereikt.
De overheid besteedt dat overleg al decennia uit aan vertegenwoordigers van artsen en ziekenfondsen die voor een groot stuk bepalen wat er in de sector gebeurt.
WILLEMS : Daar zit juist het drama. Die zogenaamde medico-mut was in het begin een prima idee. Breng de artsen en ziekenfondsen samen en laat de ene de andere controleren. Na dertig jaar is de medico-mut een oligarchie geworden zelfs een amigocratie die beslist over 234 miljard frank uitgaven in de ziekteverzekering per jaar. Als dat geld van die mensen zou zijn, niks aan de hand, maar het komt van de gemeenschap en dan liggen de zaken anders. Zet Louis Tobback en Guy Verhofstadt dertig jaar op twee stoelen naast elkaar en het zijn de beste vrienden. Dat is zo’n beetje de toestand binnen de medico-mut. Als vertegenwoordiger van de artsen heeft de BVAS daar dertig jaar lang het mooie weer gemaakt. Zij zaten aan de geldkraan en kochten ons om.
Door verhoging van de honoraria ?
WILLEMS : Precies. Elk jaar ging ons loon, ongevraagd, met enkele procenten omhoog, crisis of geen crisis. Was dat nodig ? De meeste van mijn collega’s zouden geen boterham minder gegeten hebben zonder die jaarlijkse opslag. Soms ben ik ronduit beschaamd als ik naar mijn patiënten kijk : bijna allemaal mensen die al zoveel jaren inleveren of in het beste geval op hun inkomen blijven, maar van een indexblokkering heb ik geen last, ik krijg elk jaar opslag. Dat is het perfide aan het systeem van de medico-mut : het is ons geld toch niet, geef iedereen een beetje uit de grote pot en alles blijft rustig. Daarom zeg ik dat we dertig jaar lang zijn omgekocht via verhogingen van de honoraria, via afspraken over onze pensioenen.
Binnen de ziekteverzekering ontstond een tekort van 24 miljard frank. De medico-mut geraakte daar niet uit, er kwam geen conventie waarop de regering zei : goed jongens, dan nemen wij de maatregelen wel even. Voor het eerst sinds dertig jaar moeten artsen een beetje inleveren en het hele land staat op zijn kop. Ik ben blij huisarts te zijn, want hen hoor je in dat tumult nog het minst.
Het gaat niet om geld, beweert de BVAS, wel om principes : forfaits staan de vrijheid van behandeling en de optimale verzorging van de patiënt in de weg.
WILLEMS : Dezelfde argumenten komen al jaren terug. Cru uitgedrukt : dit is gewoon kwade trouw. Wie de feiten niet objectief wil analyseren, de positieve aspecten van maatregelen niet wil inzien, ja, wat moet je daar van denken ? Als ik collega’s, bijvoorbeeld, in het VAS (Vlaams Artsensyndicaat of de Vlaamse vleugel van de BVAS) bezig hoor, zie ik dat archaïsche beeld van meneer doktoor, witte voorschoot, gerespecteerd in het dorp. Helaas klopt dat beeld niet meer met de realiteit, maar daar zitten die mensen, nog altijd denkend dat geneeskunde alleen goed kan zijn als die helemaal ?vrij? is.
Wat is dat, vrijheid ? Huisartsen waren indertijd grote sukkelaars ; altijd maar wroeten, dag en nacht bereikbaar moeten zijn. Als ik geen collega had die nu op onze praktijk lette, zat ik hier niet zo rustig en was ik absoluut niet vrij. Misschien interpreteren die mensen vrijheid als financiële vrijheid. Een vroegere huisarts, van wie ik veel leerde, zette in zijn tijd elk jaar van zijn centen een appartementsblok, niet tien hoog, wel de ene naast de andere. Dat was die man zijn vrijheid. We hebben het over een uitstervend ras van artsen dat altijd met die vrijheid komt aandraven. Ze kunnen ook niet stoppen met hun praktijk. Voor hen geen leeftijdsgrens. Ze horen bijna thuis in een afkickcentrum waar ze elke dag nog een paar uur met een stethoscoop mogen rondlopen. Al hun achterhaalde ideeën leven niet meer bij de modale Vlaamse huisarts, maar uitgerekend deze mensen vormen een groot deel van onze syndicale vertegenwoordiging.
Dringt u daarom zo aan op verkiezingen ?
WILLEMS : Onder meer. De weinige huisartsen in de medico-mut en in veel syndicaten zijn fin de carrière. Dit zijn als het ware vrijgestelden. Wat zij willen is vergaderen, leiding geven, besturen, beslissen en het veldwerk laten ze graag over aan collega’s. Ik begrijp het wel, een syndicalist moet zeer intens met zijn zaken bezig zijn. Maar de zaak is ontspoord, wij hebben een oligarchie tot stand laten komen met apparatsjiks. In die kringen gaat het niet meer om de patiënt of om een betere geneeskunde, maar om geld en macht. VAS-voorzitter Toon Malfliet heeft dat in Terzake ook voor het eerst openlijk toegegeven : het huidig conflict draait om macht.
En u wil daar een stukje van ?
WILLEMS : Ik persoonlijk niet, dank u. Maar neem het SVH (Syndicaat van Vlaamse Huisartsen, de enige artsenbond die de besluiten van het Vlaams Huisartsenparlement wil uitvoeren) : daar zitten ruim achthonderd leden in, maar zij hebben geen stem in het kapittel. Dat zijn dus achthonderd zéér gemotiveerde mensen. Ze betalen elk jaar braaf hun lidgeld, ook al weten ze dat hun syndicaat niets in de pap te brokken heeft. Geregeld ben ik het oneens met hun standpunten, maar iedereen moet toch toegeven : dit kan niet, achthonderd man en geen poot om op te staan. Of neem het Vlaams Huisartsenparlement, waar collega’s zetelen van alle strekkingen. Het is perfect democratisch verkozen en neemt duidelijke standpunten in, maar helaas wordt het niet gehoord door de BVAS, want de huisarts verzuipt er tussen al de specialisten. Maar intussen zit de BVAS aan de hefbomen van de macht en blijft daar zitten.
Het ironische is nu dat de BVAS solidariteit vraagt van de Vlaamse huisarts. De vereniging was nooit te vinden voor de eisen van diezelfde huisarts, niet voor de echelonnering, niet voor verkiezingen, niet voor de fidelisering van de patiënt. Wij hebben als huisartsen de maatregelen van de regering geaccepteerd en nu moeten wij met de geneesheer-specialisten optrekken omdat enkele maatregelen hen raken in hun portemonnee. Sorry, maar de regering trad terecht op. Na zoveel jaren van potverteren, oogst de BVAS wat zij gezaaid heeft. Ook hier zijn we te ver gegaan.
Betekent dit de definitieve scheiding tussen de (Vlaamse) huisarts en de geneesheer-specialist ?
WILLEMS : Wij zouden héél graag de BVAS uit zijn ivoren toren zien komen om democratisch te overleggen. Ik werk elke dag met specialisten en hou daar alleen positieve indrukken en contacten aan over. Wij zitten aan mekaar geklonken, wij hebben elkaar nodig. Maar hun syndicaten moeten de realiteit eens onder ogen durven zien : het feest is uit. De ziekteverzekering werd echt onbetaalbaar. Maar de BVAS wil dat niet toegeven, er is structureel nauwelijks iets aan de hand, terwijl iedereen beseft dat we zo niet verder kunnen. Iedereen doet alsof zijn neus bloedt en intussen beheert een vakbond het bedrijf. Dat gebeurt namelijk bij ons. De BVAS beslist mee over de ?producten? die op de markt komen en tegen welke prijs. Dat zie je nergens anders, een vakbond die een groot stuk van de onderneming runt.
Wil u niet net hetzelfde, maar met vertegenwoordigers van de huisartsen aan het roer ?
WILLEMS : Ik wil meer democratie en ik wil een betere geneeskunde. Daarom zeggen zowel het VHP als het SVH : laten we rechtstreeks met de overheid overleggen. Neen, ik wil geen medico-mut met alleen andere gezichten. Luc Huyse schrijft dat democratie berust op twee pijlers : legitimiteit en slagkracht. Een langdurige verzwakking van één van de twee, brengt een verzwakking van de democratie zelf met zich mee. Dat is er aan de hand binnen het BVAS en de medico-mut. De legitimiteit is zwaar aangetast, want géén van die mensen is democratisch verkozen, noch aan de kant van de artsen, noch bij de vertegenwoordigers van de ziekenfondsen. Laten we nu toch eindelijk de koppen eens tellen en ons dan bezighouden met echt belangrijke zaken. Deze morgen ben ik bij een patiënte geweest, oude vrouw, gepensioneerd. Ik heb haar rekening gemaakt : ze geeft één twaalfde van haar inkomen uit aan medische verzorging. Eén twaalfde dus of het inkomen van een ganse maand. Hoe kan je dat als arts goedpraten ?
Waarom blijven die verkiezingen zo lang uit ?
WILLEMS : Ze waren niet nodig. De BVAS zat toch op rozen, moest met niemand rekening houden en iedereen was tevreden zolang er geld uit te delen viel. Toon Malfliet had zelfs een originele uitleg voor het afwijzen van verkiezingen : wij doen aan syndicale telling, niet aan verkiezingen. Ja zeg… Er circuleerde onlangs een voorontwerp van Sociale Zaken voor het organiseren van de verkiezingen, een regelrechte klucht. Syndicaten mochten alleen meedoen als ze minstens drie jaar bestonden. Het Syndicaat van Vlaamse Huisartsen is dus pas twee jaar geleden opgericht. Alleen syndicaten die minimaal 5.100 frank lidgeld per jaar vroegen, mochten meespelen. Hoeveel bedraagt het lidgeld van het SVH ? Tiens, 5.000 frank. De BVAS vertegenwoordigt de Vlaamse huisarts niet en de PS heeft een heilige schrik van het SVH omdat de Waalse socialisten, als ze Vlaamse artsen horen, onmiddellijk denken aan regionaliseren, opsplitsen. De BVAS laat niks onverlet om die schrik nog aan te wakkeren.
Wat verwijt u de ziekenfondsen, buiten deel uit te maken van wat u de amigocratie noemt ?
WILLEMS : Ze draaien mee in het systeem van verdeel en heers, ze verdienen ook hun geld via het innen van beheerskosten. Waarom moeten we een socialistische, katholieke, liberale, neutrale,… mutualiteit hebben ? Is dat geen verspilling ? Het etiket speelt al lang geen rol van betekenis meer. Mensen sluiten aan bij een ziekenfonds omdat bijvoorbeeld de service goed is, niet omwille van de kleur op de gevel.
Liggen de beheerskosten ondanks de politieke verkaveling niet zeer laag ?
WILLEMS : Ziekenfondsen moeten terug naar hun eigen rol : de verdediging van de patiënt, die ze helaas voornamelijk op papier opnemen. Met hoeveel patiënten praten die organisaties nog ? Waarom heb je dan al die gebouwen nodig ? De administratiekosten liggen inderdaad vrij laag, maar kunnen nog naar beneden als ze gewoon een brievenbus aan een paal hangen, want hun functie blijft meestal beperkt tot doorgeefluik. Bovendien : is de top van de mutualiteiten verkozen ? Neen dus. Er zijn wel verkiezingen geweest voor raden, maar de inzet was nihil. Je zit daar met verkozenen die een kop koffie krijgen, een pint bier, hun gedacht mogen zeggen en dat is het dan. De managers van zo’n ziekenfonds hoeven zich daar niks van aan te trekken. Zij moeten ook niet verkozen worden.
Volgens u is het geld op. Waar moet er dan bespaard worden ?
WILLEMS : Zeker niet meer bij de patiënt. Tel de maatregelen van de jongste jaren eens op, het is altijd dezelfde partij die opdraait voor de kosten. Waar sparen ? Ons systeem is dermate complex, de toestand is zo verloederd, dat je niet kan zeggen : ha, met één ingreep lossen we alles snel en bovendien pijnloos op. Echelonnering vormt een stukje van de oplossing, enveloppes in ziekenhuizen behoren wellicht tot de mogelijkheden. Maar misschien heb je de forfaits waartegen de specialisten zich nu keren, niet eens nodig als je ganse structuur vanuit een andere invalshoek benadert. Kijk hoe je met het beschikbare geld geneeskundige verzorging optimaal kan organiseren en stop met praten over méér centen voor deze groep, meer macht aan de andere. Durf een open discussie voeren over tere punten als de plethora of het overaanbod. Als je daar niks aan doet, krijg je een non-beleid en voor de kosten ervan draait de gemeenschap weer op.
Waar kan je besparen ? Op heel veel terreinen. Onlangs valt mijn zoontje, zo’n jaap in zijn gezicht. Ik plak de wonde dicht, maar durf ze niet te hechten omdat ik daar met hem al een slechte ervaring mee had. Dus rijd ik, zondagochtend acht uur, naar spoedgevallen. Samen met een derdejaars assistent bekijken we de zaak. Toch keurig dichtgeplakt, hechten is niet nodig en ik sta na drie minuten weer op straat. Ik schrok me rot toen ik de rekening zag : weekend, hechtingen, materiaal,… en miniem remgeld. Ik bel dus ’s maandags het ziekenhuis en leg die mensen uit dat de prestaties waar de nomenclatuurnummers naar verwijzen, nooit verricht zijn. Het bleek allemaal een vergissing, zelfs mijn remgeld moest ik niet meer betalen. Ik vraag me alleen af : is die rekening nu al dan niet doorgestuurd naar het ziekenfonds ?
Is u eigenlijk nog lid van het Vlaams Huisartsenparlement ?
WILLEMS : Goeie vraag. Ik heb mijn ontslagbrief verstuurd, maar de voorzitter vindt dat ik toch geen ontslag heb genomen. Wat is er gebeurd ? Ik had binnen het VHP een discussie opgezet. Als we geen verkiezingen krijgen, laten we dan een héél sterk signaal geven en de prijs van een huisbezoek meteen optrekken tot achthonderd frank.
Waar opnieuw de patiënt het slachtoffer van wordt ?
WILLEMS : Juist. Maar geef mij een alternatief. Wat kunnen we als huisarts doen om iets te veranderen ? Een mars op Brussel ? Staken, net als de specialisten ? Dat lijkt me niet ordentelijk. Faxen sturen naar het ministerie één van de suggesties brengt niks op. Het is afschuwelijk, maar je moet de patiënt pijn durven doen omdat het de enige manier is om gehoord te worden. Enfin, heel die discussie en operatie had ik grondig voorbereid, gedocumenteerd, maar is door foute communicatie, zeg maar kinderziekten van het VHP, de mist ingegaan, vandaar mijn ontslagbrief. Hoe het verder moet ? Ik weet het niet. Misschien moeten we de draad opnieuw opnemen. Ik blijf in elk geval mijn kruistocht verderzetten. Mijn kleinkinderen kunnen dan hopelijk zeggen : fijn, hij heeft zijn kop kapot gelopen, maar hij probeerde tenminste iets.
Jos Grobben
Ziekenhuis in staking : solidariteit gevraagd van de huisarts.
Erik Willems : De ziekteverzekering werd echt onbetaalbaar.