In de nasleep van de verkiezingen ZAL DE POLITIEK WEER VERWENST WORDEN, voorspelt Guillaume Van der Stighelen. ‘De enige vraag die nooit gesteld wordt, is of ons kiesstelsel er niet voor iets tussen zit.’

Zondag is het weer zover. Het begint al in de vroege ochtend in het stemhok met de verbazing dat Bart De Wever en Kris Peeters niet op de lijst staan als je toevallig niet in Antwerpen woont. In de loop van de avond worden er op basis van de binnenlopende resultaten onbegrijpelijke tabellen getoond waarbij wiskundige experts nodig zijn om mogelijke zetelcombinaties uit te werken. En nog voor middernacht wordt er gesproken over mogelijke meerderheden waarover niemand euforisch is.

Veel nieuws zal de uitslag niet brengen. In het Zuiden wint wie het hardst heeft geroepen dat het Vlaamse egoïsme een bedreiging is voor het welzijn van het land, en in het Noorden wint degene die het hardst heeft geroepen dat het Waalse profitariaat ons naar de afgrond leidt. De boodschap ‘le problème, c’est les autres’ heeft nu eenmaal een breed wervende kracht. Om het even waar.

Maandag zal de koning aan de winnaars vragen om samen aan tafel te zitten en vriendjes te worden om een beleid uit te stippelen waar iedereen mee kan leven. Commentaren zullen het hebben over de onwil van de verkozen politici als het niet meteen lukt, en binnen de kortste keren wordt de hele politieke kaste veroordeeld en misprezen door het volk. Wat dan weer een opening creëert voor de volgende verkiezingen om op dat misprijzen een nieuwe partij te bouwen die verandering belichaamt. Vorige eeuw behaalde Leo Tindemans al een gigantische overwinning met de slogan ‘Met deze man wordt het anders’.

Weer zal men zich aan de toog afvragen hoe het toch allemaal mogelijk is en weer zal de politiek verwenst worden. Zeer verstandige mensen zullen zich vragen stellen bij de houdbaarheidsdatum van de moderne democratie.

De enige vraag die nooit gesteld wordt, is of ons kiesstelsel er niet voor iets tussen zit. Zou het niet kunnen dat er iets hapert aan een stelsel dat door de jaren heen is getekend en hertekend door de verkozenen van het moment?

Elk kiesstelsel waarbij de kiezer een verband ziet tussen zijn stem en het daaruit voortvloeiende beleid zou al een ernstige verbetering zijn. Misschien is de fout die we maken het feit dat we het bedenken van zo’n stelsel overlaten aan de mensen die erdoor verkozen werden. Dat is altijd een moeilijk verhaal.

Een gezond kiesstelsel heeft twee doelstellingen. Eén: dat iedereen zijn stem uitbrengt. Twee: dat elke kiezer de uitslag ervaart als het resultaat van een eerlijk en rechtvaardig proces. Met andere woorden: ‘Werd mijn stem gehoord?’ en ‘Kloppen de gevormde besluiten met de keuze van een meerderheid?’

Wat punt één betreft, heeft ons stelsel een eenvoudige oplossing gevonden: de opkomstplicht. Misschien wel te eenvoudig; het blijft een akelige gedachte dat mensen die het zondag niet de moeite vinden om uit bed te komen mee onze toekomst mogen bepalen. Maar goed, het klopt met de doelstelling. Punt twee is veel ingewikkelder. Alle hervormingen tot nog toe zijn gebeurd met het oog op een machtsverdeling tussen taalgebonden groepen en de daarbij horende politieke partijen. Een andere bekommernis bij het opstellen van het stelsel is de persoonsverheerlijking die de mediatisering van de verkiezingsstrijd meebrengt. De geestelijke vaders van ons kiesstelsel vonden dat kiezers op programma’s moeten stemmen, en niet op personen. Heel begrijpelijk in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog.

De enige bekommernis die men bij het uittekenen en heruittekenen van ons kiesstelsel nooit heeft geuit, is misschien wel de belangrijkste. Gelooft de burger de uitslag, in die mate dat hij of zij zich neerlegt bij de ingeslagen weg? Met andere woorden: wordt de uitslag als legitiem ervaren?

Probleem is dat niemand weet hoe het dan wel moet. De meest visionaire ideeën die de ronde doen, zijn nog steeds oplossingen voor het probleem van de dag. En dus hebben ze meteen ook tegenstanders. Er ontbreekt een beeld van wat een ideaal kiessysteem zou zijn voor een land als het onze. Een referentiemodel. Straks ook bruikbaar voor Europa. Iets waar je naartoe kunt puzzelen in plaats van veranderingen te laten bepalen door omstandigheden. Iets wat bedacht wordt door academici die geen andere agenda hebben dan het overleven van het volkse recht op zelfbestuur, ook wel democratie genoemd. Een nog erg jong recht in de geschiedenis van de mensheid. Een recht dat tot op de dag van vandaag tweede derde van de wereldbevolking onthouden wordt. De moeite toch om eens ernstig over na te denken tegen 2019?

We missen een beeld van wat een ideaal kiessysteem zou zijn voor ons land. Een referentiemodel, ook bruikbaar voor Europa.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content