‘Soms zou ik mensen eens voor twee weken naar de Sovjet-Unie willen sturen’
Veertig jaar na het einde van de Vietnamoorlog pakt de Britse Harvard-historicus Niall Ferguson uit met een nieuwe biografie over Henry Kissinger. Daarin probeert hij de Amerikaanse ex-minister van Buitenlandse Zaken eerherstel te geven. ‘Kissinger wordt vaak afgeschilderd als de ultieme realist. Maar wat betekent dat? Obama klinkt als een idealist, maar hij heeft met zijn drones wel duizenden mensen gedood.’
Henry Kissinger: The Idealist is het vuistdikke eerste deel van Niall Fergusons biografie over de omstreden Amerikaanse diplomaat en politicus. Het boek stopt in 1968, wanneer Kissinger 45 jaar oud is en door president Richard Nixon wordt benoemd tot Nationaal Veiligheidsadviseur. Kissinger werd een spilfiguur in de regering-Nixon. Hij leidde de vredesonderhandelingen met het communistische Noord-Vietnam, wat hem in 1973 de Nobelprijs voor de Vrede opleverde.
Het boek van Ferguson valt op door zijn positieve toon. Kissingers reputatie heeft de voorbije jaren zware klappen gekregen. Het meest vernietigend was The Trial of Henry Kissinger van journalist Christopher Hitchens. Volgens hem was Kissinger een oorlogsmisdadiger die door een internationale rechtbank moest worden veroordeeld. Hitchens gooit Kissinger drie belangrijke aanklachten voor de voeten. Ten eerste verwijst hij naar de geheime bombardementen op Cambodja, een buurland van Vietnam, waarmee de VS niet in staat van oorlog verkeerden. Volgens Hitchens waren die aanvallen illegaal en erg bloedig. Verder beschuldigt hij Kissinger ervan dat hij journalisten en overheidspersoneel liet afluisteren. En ten slotte zouden Kissinger en Nixon in Chili een staatsgreep tegen de democratisch verkozen president Salvador Allende hebben gesteund.
Hitchens’ aanklachten zijn hypocriet, vindt Ferguson. ‘Alles wat je Kissinger en Nixon kunt aanwrijven, deden zijn voorgangers Lyndon B. Johnson, John F. Kennedy en Dwight D. Eisenhower ook. Barack Obama vormt daarop geen uitzondering. Hij heeft al duizenden droneaanvallen laten uitvoeren op Pakistan, dat ook niet meer is dan een buurland van Afghanistan. Het klopt dat een drone minder levens eist dan een B-52-bommenwerper, maar dat is een technologisch en geen moreel verschil.’ Ferguson geeft toe dat Kissinger zich schuldig heeft gemaakt aan afluisterpraktijken. ‘Maar op dat vlak is hij geen partij voor Obama. Kissinger liet hoogstens een paar dozijn mensen afluisteren. Hoeveel telefoons en e-mails heeft de inlichtingendienst NSA de afgelopen jaren gehackt?’ En wat de staatsgreep tegen Allende betreft, vindt Ferguson het bewijsmateriaal ‘dunnetjes’. ‘De staatsgreep tegen Allende werd waarschijnlijk niet door de CIA georganiseerd, ze ontstond spontaan. En wat dan met Egypte tijdens de Arabische Lente? Net zoals in Chili is daar een democratisch verkozen president na een militaire coup afgezet en ter dood veroordeeld. Toch steunen we dat regime momenteel opnieuw, ook militair. Ondanks al die gelijkenissen tussen de huidige president en Kissinger wacht ik nog altijd op The Trial of Obama.‘
Met die argumenten probeert u Kissinger vrij te pleiten. Waarom is de conclusie niet dat die anderen ook oorlogsmisdadigers waren?
NIALL FERGUSON: Dat zou je kunnen doen, dan ben je tenminste consequent. Maar je mag de term oorlogsmisdadiger niet te gratuit gebruiken. Eerlijk gezegd vind ik dat zelfs walgelijk. Kissinger heeft als toeschouwer de processen van Nürnberg bijgewoond, waar echte oorlogsmisdadigers berecht werden. Geen enkele Amerikaanse regering kan met de nazi’s vergeleken worden.
Waarom lokt Henry Kissinger nog altijd zulke felle reacties uit, denkt u?
FERGUSON: Hij is een heel complexe, boeiende figuur. Als Joods kind moest hij vluchten voor de nazi’s, enkele jaren later heeft hij mee het concentratiekamp bij Ahlem bevrijd, en ten slotte is hij een van de meest invloedrijke intellectuelen van de Koude Oorlog geworden. Een Joodse vluchteling die minister van Buitenlandse Zaken wordt, dat is een fascinerend verhaal. In de jaren zestig was hij bovendien een ster. Geen enkele andere minister heeft zo vaak op de cover van tijdschriften als Time of Newsweek gestaan. Op filmpremières paradeerde hij op de rode loper met aan elke arm een actrice.
De terugslag was groot. Net omdat hij zo’n bijzondere figuur was, reageerden zijn tegenstanders bijzonder fel. Nixon en hij hadden aan beide kanten van het politieke spectrum veel vijanden gemaakt. De linkerzijde verafschuwde de bombardementen op Cambodja, en veel Republikeinen vonden hen te soft voor de Sovjet-Unie. Daardoor kreeg je een verdubbeling van de vijandigheid. Zijn Joodse identiteit was ook belangrijk. Aan de rechterzijde speelde antisemitisme zeker een rol. Veel progressieven begrepen op hun beurt niet waarom een Jood voor Nixon ging werken, ze hadden het gevoel dat hij andere Joden in de steek liet.
U beweert in uw boek dat Kissingers gevoel voor humor voor veel spanningen zorgde.
FERGUSON: Eén van Kissingers bekendste uitspraken is dat macht het ultieme afrodisiacum is. Op zichzelf bekeken is dat een nogal sinistere uitspraak, maar je moet naar de context kijken. Er was hem gevraagd waarom hij zo vaak ging dineren met filmsterren. Zijn antwoord was duidelijk zelfspot. Hij bedoelde dat die vrouwen hem anders volledig links zouden laten liggen.
Of neem die andere bekende uitspraak van hem: ‘Het illegale doen we onmiddellijk, het ongrondwettelijke duurt iets langer.’ Samenzweringstheoretici hebben daarmee de meest waanzinnige theorieën onderbouwd. Maar hij maakte die opmerking tijdens een vergadering met Turkse diplomaten om de sfeer luchtiger te maken. Net zoals toen journalisten hem vroegen hoe ze hem moesten aanspreken nu hij minister was geworden. Hij antwoordde dat hij niet zo op formaliteiten stond, en dat Zijne Excellentie wel volstond. In het begin droegen zulke grappen bij aan zijn populariteit, maar uiteindelijk werden ze tegen hem gebruikt door mensen zonder humor.
Over de Vietcong zei hij eens: ‘We hebben ze zo hard gebombardeerd dat ze ons de toestemming hebben gegeven hun eisen te accepteren.’ Is dat niet bijzonder cynisch?
FERGUSON: Dat is inderdaad het probleem met zulke grappen. Henry Kissinger had een cynisch gevoel voor humor, in de stijl van Groucho Marx. Maar je moet opletten dat je zulke grappen niet uit hun context haalt. Dat is een belangrijke taak voor een biograaf: ervoor zorgen dat lezers de achtergrond begrijpen.
U hamert erop dat we Kissinger moeten begrijpen in de context van de Koude Oorlog en de verderfelijkheid van het communisme. U ergert zich aan de mensen die beweren dat het allemaal wel meeviel met de Sovjet-Unie.
FERGUSON: Eigenlijk is het tragisch dat we het hier zelfs maar over moeten hebben. Ik heb in de jaren tachtig Oost-Europa bezocht. Het was een ontstellende ervaring om een samenleving te observeren waarin geen vrijheid bestond, waarin burgers bespioneerd werden door hun buren en familie en waarin ze zomaar gearresteerd konden worden.
Natuurlijk had Amerika allerlei gebreken. Vooral de positie van Afro-Amerikanen was een probleem. Maar wat je ook vindt van het Amerikaanse gevangenissysteem, het was geen goelag. De VS en de Sovjet-Unie stonden moreel niet op dezelfde hoogte. Daar moeten veel jonge Europeanen aan herinnerd worden. Net zoals ze eraan herinnerd moeten worden wat mensen zoals Vaclav Havel en andere Oost-Europese dissidenten dreef. Dat was niet alleen het verlangen naar rijkdom, ze wilden ook in vrijheid en waarheid leven. Soms wilde ik dat we mensen twee weken met vakantie konden sturen naar de Sovjet-Unie, zodat ze zouden begrijpen wat het betekent te leven onder een totalitair regime.
Belabberd carrièreplan
Ferguson kreeg als eerste toegang tot privédocumenten, wat zijn blik op enkele cruciale episodes in het leven van Kissinger danig heeft veranderd. Een van de meest hardnekkige schandalen rond Kissinger is dat hij in 1968 de Vietnamese vredesgesprekken zou hebben gesaboteerd. 1968 was een verkiezingsjaar. Zittend president en Democraat Johnson hoopte met een vredesverdrag zijn partijgenoot Hubert Humprey de overwinning te bezorgen tegen Richard Nixon. Het verhaal gaat dat Kissinger als onderhandelaar cruciale, geheime informatie aan Nixon doorspeelde. Die beloofde de Zuid-Vietnamezen dat hij voor hen een betere deal in de wacht zou slepen dan president Johnson. Het gevolg? De Zuid-Vietnamezen stapten op en de onderhandelingen mislukten. De oorlog sleepte nog jaren aan, eiste honderdduizenden levens en werd uiteindelijk tegen vrijwel dezelfde voorwaarden beëindigd. En Kissinger? Hij kreeg als dank voor zijn bijdrage de cruciale functie van Nationaal Veiligheidsadviseur onder Nixon. Volgens Ferguson is het hele verhaal een mythe.
FERGUSON: De bewijzen van Hitchens en co. zijn gebaseerd op weinig overtuigende getuigenissen. Cruciaal was het verhaal van Richard Allen ( later Nationaal Veiligheidsadviseur onder Ronald Reagan, nvdr. ). Maar Allen haatte Kissinger omdat Kissinger de job had gekregen die hij zelf wilde. Dat men het verhaal van Allen zomaar geloofde, is bizar. Er is geen enkel document dat bewijst dat Kissinger geheime informatie heeft doorgespeeld aan Nixon. En geloof me, ik heb goed gezocht.
De hele aanklacht houdt gewoon geen steek: er víél niets geheim te houden. Het was algemeen bekend dat Johnson een plan had om Humprey de overwinning te bezorgen. Dat lag er vingerdik op, Johnson had het zelf zo goed als toegegeven. Zelfs de Vietnamezen waren zich ervan bewust.
Op dat moment was Kissinger trouwens nauwelijks betrokken bij de onderhandelingen. Hij beschikte simpelweg niet over geheime informatie die alles kon veranderen. De voorgaande jaren had hij trouwens oprecht geprobeerd om een diplomatieke doorbraak te forceren. Wat mij betreft, valt die hele aanklacht bij nader onderzoek in duigen. Natuurlijk is het mogelijk dat een of ander document verloren is gegaan of vernietigd werd dat de schuld van Kissinger bewijst. Maar dat zou me erg verbazen.
Kan het zijn dat mensen dit verhaal graag geloofden omdat het paste bij het beeld van Kissinger als een sluwe, harteloze man?
FERGUSON: Een aantal biografen heeft Kissinger als een schimmige, doortrapte intrigant afgeschilderd. Maar die opvatting is gebaseerd op interviews die decennia na de feiten werden afgenomen. Het probleem met zulke getuigen is dat ze door een hedendaagse bril naar het verleden kijken. Belangrijker zijn de toenmalige documenten, en daaruit blijkt iets helemaal anders. In het eerste deel van zijn leven was Kissinger een beetje wereldvreemd. Zijn eerste stappen in Washington waren niet bepaald een succes, zijn eerste persconferenties verliepen catastrofaal. Ook zijn carrièreplanning was belabberd. Hij bleef Nelson Rockefeller steunen, die er drie keer op rij niet in slaagde de Republikeinse nominatie voor het presidentschap in de wacht te slepen. Als hij werkelijk zo’n cynische, machtshongerige hufter was geweest, dan zou hij zich veel sneller van Rockefeller hebben gedistantieerd. Toch bleef Kissinger loyaal. Sommige invloedrijke Conservatieven lachten hem ermee uit in zijn gezicht.
In 1938 vluchtte de familie Kissinger van Duitsland naar de VS. Volgens veel auteurs hebben die gebeurtenissen zijn karakter diepgaand gevormd. U bent sceptisch?
FERGUSON: Het waren geen cruciale jaren. Al bij al was het de redelijk typische jeugd van een Joodse jongen in nazi-Duitsland. Hij was meer geïnteresseerd in voetbal dan politiek. Natuurlijk vond hij het niet leuk dat hij niet langer naar voetbalwedstrijden mocht of dat zijn vader zijn job verloor, maar de brieven die hij in 1939 in Amerika schreef waren allerminst bijzonder voor een vijftienjarige jongen.
Wat hem wel diepgaand beïnvloedde, was zijn terugkeer naar Duitsland als Amerikaans soldaat. Hij vocht in de frontlinie tijdens het Ardennenoffensief, bevrijdde een concentratiekamp en ontdekte dat zijn grootmoeder en minstens twaalf andere familieleden door de nazi’s vermoord waren. In een brief aan zijn ouders schreef hij dat hij veranderd was. Zo raakte hij zijn geloof kwijt. Maar getraumatiseerd was hij niet. Hij heeft altijd beweerd dat hij door die ervaring sterker is geworden. Ik geloof dat best.
Voor hij politiek actief werd, was Kissinger geschiedenisprofessor aan Harvard University. Hij heeft altijd beklemtoond dat politici de geschiedenis moeten bestuderen. Waarom vond hij dat zo belangrijk?
FERGUSON: Dat was toen een weinig modieuze mening, en dat is het nog steeds. Kissinger zei ooit dat de geschiedenis zich tot een land verhoudt zoals het karakter tot een individu: zonder kun je hen niet begrijpen. Als je met een staatsman omgaat zonder kennis van de geschiedenis van zijn land is het alsof je schaakt tegen een grootmeester terwijl jij alleen patience hebt gespeeld.
U bent ook geschiedenisprofessor aan Harvard. Hebt u het idee dat het vandaag beter gaat met de historische kennis?
FERGUSON: Absoluut niet. Het grootste probleem van het Westen is dat onze leiders de geschiedenis niet kennen. Daardoor begrijpen ze de krachten en tegenkrachten in andere samenlevingen niet. Dat de Russische president Vladimir Poetin zo fel reageerde in Oekraïne had westerse leiders absoluut niet mogen verbazen. Oekraïne behoort historisch tot de invloedssfeer van Rusland. Poetin kon niet tolereren dat de NAVO en Europa zich zover zouden uitbreidden.
Kissinger liep niet hoog op met de studentengeneratie van de jaren zestig die protesteerde tegen de oorlog in Vietnam. Waarom niet?
FERGUSON: De generatiekloof was enorm. De meeste universiteitsstudenten in de jaren zestig hadden nooit een oorlog van dichtbij gezien. Die jongeren waren groot geworden in een fundamenteel andere wereld dan Kissinger. Daardoor stonden ze heel vijandig tegenover de bombardementen op Vietnam. Maar Kissingers generatie had gezien hoe bombardementen Japan en Duitsland op de knieën hadden gekregen. Daar waren ze blij om. Zij wisten hoe gevaarlijk het front was. Daarnaast hadden die veteranen een fundamenteel andere kijk op de democratie. Zij geloofden dat de Amerikaanse democratie totalitaire regimes niet alleen kon maar ook móést verslaan.
De Britse krant The Guardian omschreef Kissinger ooit als een man die geen moer gaf om de democratie, maar alleen begaan was met de Amerikaanse belangen. In uw boek benadrukt u het tegendeel.
FERGUSON: Kissinger geloofde vol overgave in de Amerikaanse democratie en vrijheden. Hij schrok wel toen hij op de Republikeinse conventie van 1964 vaststelde hoe rechts veel Conservatieven waren geworden, maar verder reikte zijn twijfel niet.
De mei 68’ers revolteerden dan weer zo hevig tegen het Amerika van hun vaders dat ze bereid waren communistische regimes te idealiseren. Kissinger was daar terecht heel kritisch over. Hij doorzag de hypocrisie van die generatie. Ze kwamen zogezegd op voor de vrijheid, maar ze plaatsten wel Fidel Castro op een voetstuk.
Daarnaast was er een groot communicatieprobleem dat alleen maar slechter werd tijdens de jaren zeventig. Kissinger was een universiteitsprofessor die de dingen graag rustig uitlegde. Hij geloofde dat hij elke twintigjarige kon overtuigen van zijn ideeën. Dat was een misvatting, de hippies waren niet bereid om te luisteren.
Kissinger is de geschiedenis ingegaan als de ultieme machiavellist. De ondertitel van uw boek is ‘De idealist’. Waarom hebt u die provocerende titel gekozen?
FERGUSON: De titel moest natuurlijk verrassen. Maar het is ook een goede beschrijving van het eerste deel van zijn leven. Voor hij echt politieke macht kreeg, was Kissinger een idealist. In de context van de Koude Oorlog was dat de hardere positie. Zo klaagde hij erover dat Kennedy een deal sloot met de Sovjets om de Cubacrisis te ontmijnen. Maar deel twee zal natuurlijk een andere titel hebben. Toen hij daadwerkelijk verantwoordelijkheden kreeg, moest hij het idealisme opgeven.
Het verschil met Obama
Is de huidige Amerikaanse buitenlandpolitiek idealistisch of realistisch?
FERGUSON: Zulke termen zijn erg verraderlijk. Obama gebruikt een heel idealistische retoriek. Weet u nog hoe hij in 2009 tijdens een toespraak in Caïro zei dat hij in vrede kwam? Maar intussen heeft hij met zijn drones duizenden doden gemaakt in de islamitische wereld, en zeker niet alleen terroristen. Het is niet ongebruikelijk dat iemand vol idealen naar het Witte Huis trekt, maar zich al snel moet aanpassen. En dat is ook niet erg. Een goed politicus weet wanneer hij een realist moet zijn en wanneer een idealist.
Weet u, idealisme is niet per definitie goed. De poging om het Midden-Oosten te democratiseren door Irak binnen te vallen was idealistisch, maar het was bepaald geen succes. Als Kissinger in 1961, met zijn toenmalige gebrek aan compromisbereidheid, de macht had gehad, dan had de wereld weleens op de rand van een nucleair armageddon kunnen staan.
In allerlei boeken en artikels heeft Kissinger nagedacht over het probleem van het giswerk. Wat bedoelt hij daarmee?
FERGUSON: Het probleem van het giswerk gaat over het gebrek aan beloningen in het buitenlandbeleid. Als een politicus tegen een relatief kleine kostprijs een ramp weet te vermijden, zijn mensen daar niet dankbaar voor. Mensen zijn niet blij om rampen die afgewend zijn, ze hebben alleen oog voor de kosten. Daarom is het heel aanlokkelijk om niets te doen en te hopen dat alles op termijn wel zal meevallen. Soms zul je geluk hebben, maar soms ook niet. Kissinger geeft het voorbeeld van München 1938, toen de westerse landen Adolf Hitler toestonden om Tsjecho-Slowakije te annexeren. Met een beperkte oorlog hadden ze Hitler kunnen stoppen, en was de Tweede Wereldoorlog vermeden. Westerse politici besloten om niets te doen. Ze gokten dat Hitler een normale Duitse nationalist was. Ze vergisten zich. Hitler was een massamoordenaar, en er stierven vijftig miljoen mensen.
De Vietnamoorlog wordt vandaag als een complete mislukking beschouwd. Moeten we, het giswerk indachtig, die oorlog anders gaan bekijken?
FERGUSON: Daar valt wat voor te zeggen. Lee Kuan Yew, de dictator van Singapore, beweerde destijds dat Amerika de verspreiding van het communisme in Zuidoost-Azië heeft vermeden. Hij kende de regio goed, dus ik hecht belang aan zijn argumenten. Toch was de beslissing van president Johnson om de oorlog te laten escaleren waarschijnlijk de slechtste in de geschiedenis van het Amerikaanse buitenlandbeleid. Wat de mogelijke voordelen van die oorlog ook waren, ze wogen bijlange niet op tegen de nadelen. Vietnam leidde tot grote politieke instabiliteit in de VS, en tot een enorme reputatieschade. En dan zwijg ik nog over alle slachtoffers aan Vietnamese kant. De Vietnamoorlog was een ramp.
Ziet u vandaan nog voorbeelden van politiek-historisch giswerk?
FERGUSON: De toekomst is altijd onzeker. Een goed voorbeeld zijn de onderhandelingen met Iran. Obama hoopt dat het Midden-Oosten stabieler zal worden als hij Iran toestaat om binnen de tien jaar een kernwapen te hebben. Hij hoopt dat hij zo tijd kan winnen en dat Amerika tegen dan sterker zal staan. Misschien lukt dat, maar ik betwijfel het. Volgens mij wordt het Midden-Oosten alleen maar instabieler, en zal Iran nog sterker worden. Dat is het probleem van het giswerk: door moeilijke beslissingen over Iran uit te stellen in de hoop dat alles wel zal meevallen, kan het allemaal nog veel erger worden. Maar misschien zal Obama gelijk krijgen, dat weet je nooit.
DOOR JELLE DEHAEN
‘Woorden als “oorlogsmisdadiger” mag je niet gratuit gebruiken. Kissinger heeft in Nürnberg écht oorlogsmisdadigers gezien.’
‘Je moet bij onderhandelingen de geschiedenis kennen. Anders is het alsof je schaakt tegen een grootmeester terwijl jij alleen patience hebt gespeeld.’
‘Het is niet ongebruikelijk dat iemand vol idealen naar het Witte Huis trekt, maar zich al snel moet aanpassen.’