Smetvrees voor de waarheid
Aan smetvrees lijdt hij, bekent Donald Trump zelf, bij wijze van verweer tegen de aantijging dat hij een hoerenloper is. Lijdt hij aan nog andere aandoeningen of is Trump gewoon de troefkaart van vandaag? Een karakterschets van de 45ste president van de Verenigde Staten.
The Art of the Deal is een bestseller uit 1987 die de comeback van Donald Trump als zakenman inluidt. Het is het enige boek van Trump met een coauteur op de cover: Tony Schwartz, broodschrijver van managementboeken. In The Dangerous Case of Donald Trump (2017) zegt hij daarover: “Mijn eerste artikel over hem is scherp kritisch. Maar hij is er dol op – omdat hij daarmee opnieuw op de cover van een weekblad prijkt. Slechte publiciteit bestaat volgens hem niet. Daarom vraagt hij mij als ghost writer.”
Intussen ontkent Trump dat Schwartz ‘zijn’ boek schrijft. “Terwijl hij het alleen maar snel-snel naleest. Hij leest geen boeken, laat staan dat hij er een kan schrijven.” Het boek begint meteen met een pertinente leugen: “I don’t do it for the money. Ik heb meer geld dan ik ooit nodig zal hebben. Een koop afsluiten is mijn vorm van kunst.”
Schwartz: “Hij doet het natuurlijk wèl voor het geld. Hij doet alles voor geld. Poëzie vindt hij tijdverspilling. Maar hij gelooft nu eenmaal graag zijn eigen leugens. Feiten zijn wat Trump goed uitkomt op een gegeven moment. De eeuwige waarheid bestaat niet. Eigenbelang en alles en iedereen overheersen, dat zijn zijn doelstellingen.”
Overdrijven als kunstje
Het lukt Schwartz niet om Trump diepgaand te interviewen. “Zijn aandachtsspanne is verbijsterend kort, behalve als hij snoeft over zichzelf. ‘Ik ben niet geïnteresseerd in het verleden’, zegt hij voortdurend, ‘mij interesseert alleen het nu’. Dus luister ik gedurende ongeveer een jaar gewoon mee naar al zijn telefoongesprekken.”
Ook daarin volgen de onwaarheden elkaar in snel tempo op. Schwartz bedenkt de term truthful hyperbole: het overdrijven en ombuigen van de waarheid. Het wordt een staande uitdrukking in het Engels. “Het is eigenlijk een contradictie, want de waarheid laat zich niet onschuldig ombuigen. Maar Trump vindt het een fantastische vondst. Want het komt er volgens hem op aan de fantasie van de doorsneemensen te prikkelen en ze te imponeren met de manier waarop hij zichzelf promoot.”
Een typisch staaltje: hij overdrijft systematisch het aantal verdiepingen van zijn bouwwerken. De Trump Tower in New York telt in de lift tien verdiepingen meer dan op de werkelijke bouwplannen. Hoger is grootser. Schwartz: “Zelfs bewezen feiten hebben weinig belang voor hem. Ook niet als president. Terwijl ik vrees dat een president die geen belang hecht aan de feitelijke waarheid ons naar de chaos leidt.”
Vader Fred Trump wordt niet geboren in New Jersey (zoals de president beweert) maar in de Bronx, een berucht stadsdeel van New York. Fred is 12 als zijn eigen Duitse vader sterft. Grootvader Friedrich Trump vaart in 1885 als 16-jarige kappershulpje naar New York om aan zijn Duitse dienstplicht te ontsnappen. Donald ontvlucht eveneens, tot vijf keer toe, zijn dienstplicht. Grootvader maakt een klein fortuin met restaurants, logieshuizen en bordelen voor goudzoekers in Seattle en Klondike (Canada). Zijn zoon Fred verzint een Zweedse afkomst voor zijn vader om zijn Joodse huurders niet voor het hoofd te stoten. Kleinzoon Donald neemt die leugen klakkeloos over.
Eigen lof aan het graf
In The Trumps: Three Generations of Builders and a Presidential Candidate tekent professor Gwenda Blair de familie Trump ten voeten uit. Ze beschrijft in een alleszeggende episode de begrafenis van vader Fred senior, eind juni ’99, in de Presbyteriaanse kerk van Marble Collegiate.
De dag van de begrafenis zit de kerk afgeladen vol. De toenmalige burgemeester Rudolph Giuliani – nu de persoonlijke advocaat van de president – brengt hulde aan Fred sr als de bouwmeester van duizenden New Yorkers. Kinderen en kleinkinderen getuigen over hun herinneringen aan hun stamvader. Als zevende spreker komt Donald Trump aan de beurt. “Dit is de moeilijkste dag van mijn leven”, begint hij in zijn kenmerkende, alles overtreffende stijl. Volgens biografe Gwenda Blair wordt zijn grafrede “een uitzonderlijke demonstratie van zelfverheerlijking”.
Trump citeert gretig uit een net verschenen artikel in de New York Times over het succes van zijn bouwwerken, met de vermelding dat vader Fred hem altijd steunt in zijn risicovolle ondernemingen. “Hij houdt niet op zichzelf op de rug te kloppen en zichzelf te promoten. De woorden ‘ik’, ‘mij’ of ‘mijn’ rollen vaker van zijn tong dan ‘hij’. Zoals altijd kan hij niet anders dan zichzelf op de voorgrond plaatsen. De boodschap is duidelijk: rouw is eigenlijk overbodig, want Donald Trump lijdt nooit een nederlaag.”
Tony Schwartz bevestigt: “Zijn dorst naar zelfbevestiging is niet te lessen. Altijd en overal wil hij horen dat hij onovertroffen succesvol is, dat hij groots en knap is. Altijd in de overtreffende trap. Bigger than ever is zijn favoriete zinnetje.”
Weg met empathie
Die verslaving aan zelfverheerlijking stamt uit zijn kinderjaren, getuigen ook andere biografen. Zijn veeleisende vader kent geen emotionele intelligentie. Donald ziet hoe zijn oudere broer Fred junior ten onder gaat aan die druk – en besluit dat hem dat niet zal overkomen.
Schwartz: “Hij gaat als kind de oorlog aan met de wereld. Schep angst rondom je en buit die angst uit, of geef je over aan angst. Die defensieve opstelling zet zich vast in zijn karakter, van kindsbeen af. Zijn persoonlijke ontwikkeling wordt in zijn kinderjaren eigenlijk stopgezet.”
“Hij koestert later alleen maar minachting voor empathie, onbaatzuchtige vrijgevigheid, bedachtzaamheid of enig moreel onderscheid. Maar zijn drang naar aandacht en bewondering kent een keerzijde. Het zelfvertrouwen dat hij put uit zijn verwezenlijkingen is van zeer voorbijgaande aard. Een verslaafde moet zijn roes bestendigen door zijn dosis op te drijven. Zodra hij vreest de controle te verliezen, wordt hij radeloos impulsief en wraakzuchtig. Hij duldt geen tegenspraak en lijdt aan extreme woedeaanvallen.”
Biografe Gwenda Blair bevestigt het belang van vooral vader Fred op het karakter van Donald Trump. Ze citeert een kennis van de familie: “De vader is zeer agressief, arrogant en pushy. Zijn oudste zoon, Fred jr voldoet niet aan zijn verwachtingen.” Fred Jr trekt zich terug uit zaken, wordt piloot en drinkt zich dood op zijn 42ste. Klasgenoten van Donald getuigen dat hij “extreem competitief” is. Daarom heeft hij geen of weinig echte vrienden. Op zijn 13de stuurt vader Fred sr hem naar de NYMA, een militaire kostschool die hem de broodnodige discipline bijbrengt. Na hogere zakenstudies wordt hij de rechterhand van vaderlief. Om uiteindelijk zijn invasie van Manhattan aan te vatten, waar hij “hoger, flitsender en opwindender” projecten dan zijn vader in Queens en Brooklyn op poten zal zetten.
De ontsporing
Zijn parcours is er een van vallen en opstaan. Vanaf midden de jaren 80 ontspoort hij helemaal. Gwenda Blair: “Zakendeals sluit hij af, puur en alleen om zijn status te verhogen”. Hij overinvesteert in casino’s in Atlantic City en sluit daarvoor leningen af waarvoor hij persoonlijk borg staat, iets wat zijn vader nooit doet. Er volgen faillissementen. Hij koopt desondanks een fantastisch jacht, terwijl hij helemaal niet van boten houdt, en een verlieslatende luchtvaartmaatschappij die hij herdoopt tot Trump Shuttle. Vliegtuigen zijn namelijk prestigieuze reclame in de lucht.
Hij slaapt niet meer dan drie à vier uur per nacht. Aan amfetamine verwante pillen houden hem op de been. Er circuleren geloofwaardige geruchten dat hij even in een privé-instelling wordt behandeld voor een zware depressie. Hij leidt twee jaar een dubbelleven met zijn minnares Marla Maples en vecht een peperdure vechtscheiding uit met Ivana. Hij trouwt met Marla, maar stuurt de dag voordien een dozijn rozen naar zijn ex.
Dat tweede huwelijk is een zoveelste marketingtruc: hij moet zijn imago opkrikken om niet in zijn zelf gegraven financiële afgrond te tuimelen. Zijn comeback bestaat uit het afdreigen van zijn schuldeisers zodat ze hem herfinancieren, en het verpakken van zijn rechten op casino’s en hotels in een nieuw bedrijf dat hij uitvent op de beurs. Het tweede huwelijk moet de beurskoers ondersteunen. En dat doet het, waarna hij scheidt van Marla na geruchten over ontrouw van haar kant. Hij bevrijdt zich van zijn schuldeisers en staat in oktober ’96 terug in de top 400 van de rijkste Amerikanen van het blad Forbes – weliswaar op een povere 368ste plaats.
President van tweespalt
Op dinsdag 16 juni 2015 stelt hij zich kandidaat voor het presidentschap, twee dagen na zijn 69ste verjaardag. Hij daalt in de lift van ‘zijn’ Trump Tower in New York af naar het atrium. “Whoa”, roept hij terwijl hij naar beneden kijkt in de lobby. “Dat is een forse groep mensen daar. Het zijn er duizenden.” Het zijn er enkele honderden. “Dit is buiten verwachting. Geen enkele andere kandidaat brengt zo’n menigte op de been.” Gwenda Blair: “Hij is altijd de winnaar, alle anderen zijn losers. Dat zijn de enige twee categorieën die er voor hem toe doen.”
Wat volgt is onvoltooid-hedendaagse geschiedenis. De brutale campagne wordt gevolgd door een niet minder tumultueus debuut als president. Hij weet als geen ander een wig te drijven door de Amerikaanse samenleving, vaak langs de scheidingslijnen van hoogopgeleid versus laagopgeleid of blank versus nietblank. Hij buit die tweedeling dag na dag uit in zijn voordeel.
Een van zijn eerste slachtoffers is FBI-directeur James Comey, die hij op 9 maart 2017 ontslaat, zogezegd op aandringen van viceminister van Justitie. Maar, geeft Trump twee dagen later plompverloren toe, hij ontslaat Comey als chef van de binnenlandse veiligheidsdienst vanwege het “Russia thing”, het nog steeds lopende onderzoek naar de inmenging van de Russen in de verkiezingen en de betrokkenheid daarbij van Trump en zijn campagneteam.
In A Higher Loyalty — Truth, Lies and Leadership schetst Comey de gang van zaken onder Trump. Twee weken vóór de inhuldiging krijgt hij van collega’s binnen de veiligheidsdiensten de opdracht om Trump voor te lichten over het lopende onderzoek. Met inbegrip van de (onbewezen) aantijging van een Britse geheimagent dat de Russen opnames hebben van Trump die toekijkt hoe prostituees op elkaar plassen in zijn kamer in de Ritz-Carlton, tijdens een bezoek aan Moskou in 2013. Trump barst uit zijn voegen.
Ongewenste gesprekken
Wat voor Comey de deur dichtdoet, is de vaststelling dat Trump hem herhaaldelijk apart neemt – hoewel de scheiding der machten elk individueel contact tussen de president en een justitiedienaar verbiedt. Bovendien maant Trump zijn FBI-directeur tijdens die gesprekken onder vier ogen aan om hem trouw te blijven: “Ik eis loyaliteit.” Comey: “Ik vrees dat Trump de onafhankelijkheid van het FBI op het spel wil zetten.” Die vrees wordt ten top gedreven als Trump Comey vraagt of hij het FBI-onderzoek naar zijn eerste veiligheidsadviseur Michael Flynn niet wil afblazen – Flynn liegt namelijk over zijn contacten met de Russen tijdens de campagne – en hem ten overvloede duidelijk maakt dat “de heksenjacht als een storende wolk boven zijn presidentschap hangt”.
Volgens Comey streeft de president naar een patronagerelatie met zijn FBI-directeur zoals een peetvader van de maffia zijn handlangers onder de duim houdt. Hij wordt getroffen door de vaststelling dat hij Trump nooit hartelijk ziet lachen. Zelfspot is hem uiteraard vreemd. “Ik kijk er uren campagnevideo’s op na. Hij lacht nooit met een geestige opmerking van een ander. Ik vermoed dat het gaat om een diepgewortelde onzekerheid over zichzelf: als hij andermans humor apprecieert, toont hij zich misschien kwetsbaar. Triest en zorgwekkend in een president.”
Psychiaters in opstand
Op 8 maart 2017 verschijnt in de New York Times een brief van twee vooraanstaande psychiaters, Judith Herman (Harvard) en Robert Jay Lifton (Columbia University). “We zijn beiden hoogst bezorgd over zijn veelvuldig onvermogen om de werkelijkheid van zijn fantasie te onderscheiden, en over zijn woede-uitbarstingen wanneer zijn fantasie wordt weerlegd. In de eerste weken van zijn presidentschap wordt zijn gedrag erger en erger, terwijl hij al tijdens zijn campagne alarmerende blijken van mentale ongeschiktheid geeft.”
“Zonder ook maar een schijn van bewijs aan te dragen, vervalt hij in paranoïde complottheorieën. Omdat de pers vragen stelt over zijn campagne en de mogelijke Russische inmenging daarin, scheldt hij onophoudelijk de perslui uit als ‘vijanden van het volk’. Of zie ook hoe hij zijn voorganger Barack Obama beschuldigt van ongeoorloofd afluisteren. Onze verkozenen moeten ons beschermen tegen deze gevaarlijke president.”
Judith Herman legt samen haar Yale-collega Bandy X Lee, kort na de verkiezingen van 8 november 2016, een petitie met dezelfde boodschap voor aan veel collega’s. “De meesten weigeren te tekenen. Velen geven ons de raad juridische bijstand te zoeken omdat ze vrezen dat we een juridische ‘schietschijf’ worden. Waarmee eens te meer wordt aangetoond dat velen zichzelf censureren uit angst.”
Herman: “Je moet niet eens psychiater zijn om vast te stelen dat deze president mentaal niet in de haak is. Zelfs conservatieven zeggen dat hij een wanordelijke geest heeft. Maar is hij echt hondsdol of is hij veeleer sluw als een vos? Beseft hij dat hij liegt of gelooft hij zijn eigen leugens? Is hij echt paranoïde als hij met zijn complottheorieën wild om zich heen slaat, of probeert hij doelbewust de aandacht af te leiden van andere wandaden?” Haar besluit, haast profetisch: “Het kan allebei. Macht kan eerder al aanwezige pathologische trekken aandikken en versterken tot groteske grootheidswaanzin. Een leider die regeert door middel van angst, leugens en verraad kan vanzelf een geïsoleerde, paranoïde maniak worden. Omdat hij op de duur zelfs zijn naaste vertrouwelingen niet meer vertrouwt.”
Bij Trumps aantreden lanceert gedragstherapeut John Gartner een andere petitie, waarin hij argumenteert dat de president lijdt aan een mix van gedragsstoornissen, zoals narcisme, paranoia, sociopathie en een dosis sadisme. Daarom is Trump niet in staat om zijn presidentsambt correct in te vullen. Ruim 60.000 professionele gezondheidsmedewerkers ondertekenen de petitie.
Samen met Judtih Herman, Bandy Lee, Robert Jay Lifton en twee dozijn andere beroepspsychologen en -psychiaters geeft Gartner The Dangerous Case of Donald Trump uit. Elk om beurt argumenteren ze dat Trump vrijwel alle symptomen vertoont van kwaadaardig narcisme alias de narcistische persoonlijkheidsstoornis (NPS), zoals die staat beschreven in het officiële Amerikaanse psychiatrische handboek DSM. Smetvrees, waaraan Trump volgens eigen zeggen lijdt, is al een zware neurotische stoornis, maar NPS is nog gevaarlijker en eigenlijk niet te genezen.
Wel dol, niet ziek
De opstand der psychiaters lokt onvermijdelijk weerwoord uit. Zie de brief in de New York Times van 14 februari 2017 van psychiater Allen Frances (Duke University): “Veel amateurs plakken op president Trump verkeerdelijk het ziektebeeld van NPS, een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Wel, ik schreef de bepalende criteria voor de NPS-diagnose, en Trump voldoet daaraan niet.”
“Hij is best wel de wereldkampioen van het narcisme, maar daarom is hij nog niet mentaal ziek (…) Hij zaait zware onrust uit rondom zich, zoveel is zeker, maar hijzelf lijdt er niet onder. Hij wordt rijkelijk beloond in plaats van afgestraft door zijn hoogmoed, egocentrisme en gebrek aan empathie. Het is een verschrikkelijke belediging voor geesteszieken – die doorgaans welwillend zijn en zelden wangedrag vertonen – om over dezelfde kam te worden geschoren als Trump. Hij is niet welwillend en vertoont wel wangedrag. Maar hem een psychiatrisch ziektebeeld toeschrijven is een foute manier om weerstand te bieden aan zijn aanval op onze democratie. Hij moet aangeklaagd worden wegens zijn onwetendheid, onbekwaamheid, impulsiviteit en het najagen van dictatoriale almacht. Niet de psychologie, maar wel de politiek moet hem een halt toeroepen.”
We verlenen het laatste woord aan de Brit David Owen, omdat hij behalve politicus ook neuroloog is en over het thema (zie ook p. 89 en verder) zopas een eigen boek uit heeft: Hubris. The Road to Trump. Power, Populism and Narcissism. “Een mentale afwijking vaststellen is altijd moeilijk. Nog moeilijker is het met zekerheid beweren dat iemand er niet aan lijdt. Volgens mij is de mentale instelling van Trump een groter gevaar dan zijn partijpolitiek bewind. Nogal wat psychiaters menen dat hij mentaal kan ontrafelen. Maar met dr. Allen Frances moet ik vaststellen dat zijn persoonlijkheid (nog) niet desintegreert. Al mijn goede contacten in de VS zeggen mij dat hij nog altijd de kinderlijk-narcistische trekjes uit zijn jeugd intact behoudt. Wat niet is, kan altijd nog komen. Maar zoals de kaarten nu liggen, vrees ik dat Donald Trump een behoorlijke kans maakt op zijn herverkiezing.”