‘Er is geen alternatief.’ Met die woorden wuiven Bart De Wever en co. alle kritiek op het besparingsbeleid van deze regering weg. ‘Maar er is wél een alternatief voor de ideologie van het economisch liberalisme’, zegt historicus Bruno De Wever. ‘Doen alsof een evolutie onontkoombaar is, maakt deel uit van een politieke strategie.’
TINA, There Is No Alternative, de slogan die vooral met de jaren 1980 en de Britse Conservatieve premier Margaret Thatcher wordt geassocieerd, is helemaal terug in de Wetstraat. Maar de geschiedenis haalt die TINA-doctrine keer op keer onderuit. Dat blijkt uit het boek Het land dat nooit was, waarin Bruno De Wever samen met Antoon Vrints en andere Vlaamse geschiedkundigen aannemelijk maken hoe het op belangrijke momenten in de Belgische geschiedenis helemaal anders had kunnen lopen. Als de voedselschaarste tijdens de Eerste Wereldoorlog nog erger was geweest bijvoorbeeld en er in België een links-radicale, revolutionaire beweging was ontstaan. Of als Hitler Leopold III echt de ruimte had geboden om een monarchaal stelsel te installeren.
‘Soms liggen de werkelijkheid en wat die had kunnen zijn zo dicht bij elkaar dat zelfs mij, als professor hedendaagse geschiedenis, een onbehaaglijk gevoel bekruipt’, zegt Bruno De Wever. ‘Daardoor ga je ook scherper nadenken over de rol die toeval, menselijke beslissingen en feitelijke omstandigheden spelen in de loop van de geschiedenis, wat voor mij als gewezen structuralist best verfrissend is.’ (lacht)
Beseffen sleutelfiguren uit de geschiedenis zelf dat ze voor een historische, of op zijn minst heel belangrijke beslissing staan?
BRUNO DE WEVER: Toen Leopold III tijdens de Tweede Wereldoorlog besloot om de regering niet naar het buitenland te volgen, moet hij het belang van die beslissing toch wel hebben ingezien. Misschien vermoedde hij zelfs dat hij iets historisch deed. Maar welke consequenties dat zou hebben, kon hij onmogelijk inschatten. De Koningskwestie kon hij echt niet voorzien. Hij had alleen door dat de zaken er niet goed voor stonden. Vroeger dan de meeste andere mensen – en zeker dan zijn regering – besefte hij dat WO II niet zoals WO I zou verlopen. Hij verwachtte dat Duitsland de oorlog zou winnen, wat natuurlijk een grote inschattingsfout is gebleken.
ANTOON VRINTS: Maar mensen denken doorgaans dat de geschiedenis zich zal herhalen, wat ook een foute inschatting is.
DE WEVER: We kunnen ons heel moeilijk voorstellen dat de dingen wel eens helemaal anders kunnen lopen. Tijdgenoten beseffen meestal ook niet dat ze een breukmoment of een versnelling in de geschiedenis meemaken. Het is bijvoorbeeld heel moeilijk om studenten uit te leggen wat de industriële revolutie precies was. In hun ogen is een revolutie iets wat plotsklaps gebeurt, maar de mensen beseften destijds helemaal niet dat er een omwenteling plaatsvond. Je kunt het vergelijken met de digitale revolutie die we vandaag meemaken: we hebben wel allemaal een laptop en een smartphone, maar het is niet zo dat we het gevoel hebben dat we een enorme ommekeer beleven. Toch zullen historici later misschien schrijven dat er zich in het laatste kwart van de twintigste eeuw iets werkelijk ingrijpends heeft voltrokken.
Tegenwoordig krijgt een beslissing of gebeurtenis al snel het label ‘historisch’ opgeplakt.
DE WEVER: Door de pers meestal. Die is altijd op zoek naar scoops en gebruikt dus zo veel mogelijk superlatieven om gebeurtenissen belangrijker te maken dan ze zijn. Dus zijn het geen gewone maar historische verkiezingen.
VRINTS: Ja, of een historische staking. Volgens de christelijke vakbond was de nationale staking van 15 december de grootste ooit. (lacht) Alsof er in de geschiedenis van dit land nooit grotere stakingen zijn geweest! Wie zoiets beweert, doet louter aan agendasetting.
Wordt de geschiedenis vaak voor politieke doeleinden gebruikt?
DE WEVER: Natuurlijk. Denk maar aan de vanzelfsprekendheid waarmee tegenwoordig wordt gezegd dat migratie altijd de regel is geweest. Achter die bewering gaat onmiskenbaar ook een ideologische overtuiging schuil. Het is heel belangrijk dat we zulke dingen blijven checken: was migratie wel echt de regel door de eeuwen heen? Ik ben daar niet helemaal zeker van.
VRINTS: Wat wel opvalt, is dat er op communautair vlak minder met het verleden wordt gezwaaid dan dertig, veertig jaar geleden. Toen werd de hele zogenaamde lijdensgeschiedenis van het Vlaamse volk nog heel vaak voor politieke doelen gebruikt.
DE WEVER: Ja, net zoals slechte Vlaams-nationalistische geschiedschrijvers graag beweren dat het mislukken van België als natie al in 1830 vastlag. Het recept is simpel: je pikt uit de geschiedenis die dingen die in je kraam passen en plaatst ze dan in een verband dat er nooit is geweest.
Er wordt wel vaak beweerd dat de zogenaamde verdamping van België een onvermijdelijk proces is. Zit daar iets in?
VRINTS: Hoewel sommige politici de zaken graag zo voorstellen, is de opsplitsing van dit land allesbehalve een natuurverschijnsel. Onze staatshervormingen zijn allemaal man made. Politici hebben misschien de neiging te geloven dat de beslissing die ze in een of ander kasteel nemen de enig mogelijke is, maar daarom is dat nog niet zo. In werkelijkheid zijn er altijd verschillende opties en staat de uitkomst daarvan ook helemaal niet vast. Er is geen enkele reden waarom dit land op communautair vlak alleen maar in één welbepaalde richting zou kunnen evolueren.
Had België zich kunnen ontwikkelen tot een land dat helemaal vrij is van communautaire spanningen?
VRINTS: Natuurlijk wel! Stel je voor dat we in 1918 door Duitsland waren geannexeerd: dan spraken we nu allemaal Duits en was er helemaal geen taalprobleem.
DE WEVER: Of dat België in 1830 een autoritair regime was geworden, zoals Pruisen of het Koninkrijk der Nederlanden in die tijd. De Vlaamse Beweging heeft zich alleen kunnen ontwikkelen doordat België een liberale democratie was met gewetensvrijheid en vrijheid van drukpers. Een autoritair regime had de totale verfransing kunnen doorvoeren door alle kinderen te verplichten om Franstalig onderwijs te volgen. Van een Vlaamse Beweging was er dan nooit sprake geweest, want Vlaamsgezinden waren dan gewoon van straat geplukt en hadden geen kans gekregen om hun ongenoegen te uiten. Dan was het over en uit geweest met het Nederlands in België en hadden we vandaag dus geen communautair conflict gehad.
Maar zodra de twee taalgroepen in ons land zich politiek konden doen gelden, viel er aan communautaire twisten nog moeilijk te ontsnappen?
DE WEVER: Het had wel een beetje anders kunnen lopen, maar aan het bestaan van een communautaire breuklijn valt in die context inderdaad op geen enkele manier te ontkomen.
VRINTS: Dat klopt. Alleen had die breuklijn niet zo dominant hoeven te worden als ze de voorbije jaren vaak is geweest. (Denkt na) Wie weet zullen toekomstige historici de stakingen van de afgelopen maanden wel beschouwen als het begin van een nieuwe en sterke opgang van de sociaaleconomische breuklijn in de Belgische politiek. Dat zou kunnen.
Volgens uw collega Nico Wouters van het Cegesoma (Studie- en documentatiecentrum Oorlog en Maatschappij) zijn er in de geschiedenis maar heel weinig natuurlijke processen met een haast onafwendbaar eindpunt. Bent u het daarmee eens?
VRINTS: Dat is zo: meestal zit er geen masterplan achter grote evoluties. Nooit heeft een groep mensen de beslissing genomen om met het kapitalisme te beginnen of om staten te gaan vormgeven. Soms worden de dingen zo voorgesteld omdat het dan lijkt alsof er een bepaald station is gepasseerd en een proces niet meer te stoppen valt. Maar zo werkt het niet: er bestaat geen point of no return.
DE WEVER: Doen alsof een evolutie onontkoombaar is, maakt deel uit van een politieke strategie. Net zoals de regeringen vandaag doen alsof hun neoliberale ideologie de enig mogelijke oplossing is. Ook dat is niet zo: er zijn wel degelijk alternatieven. Dat toont de geschiedenis duidelijk aan: tijdens vorige crisissen werden volgens het aloude principe van geven en nemen compromissen gesloten die veel minder neoliberaal waren en toch hebben gewerkt. Ik zie dus niet in waarom er vandaag geen alternatief zou zijn. Ik lig niet met TINA in bed maar wel met TAMARA: There Are Many Alternatives Ready and Available. (lacht)
VRINTS: Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de Europese Unie. Op een bepaald moment was de ontwikkeling en versterking van de Unie – zeker in België – een soort heilsboodschap geworden waar geen enkele kanttekening meer bij werd gemaakt. Wie zich er sceptisch over durfde uit te laten, werd als een eilandbewoner aan de kant gezet of kreeg te horen dat hij het hogere belang niet begreep. Terwijl we in werkelijkheid helemaal niet weten waar het met de Europese Unie naartoe gaat.
DE WEVER: Ook in dat discours wordt de geschiedenis vaak als dienstmaagd gebruikt.
VRINTS: Een mooi voorbeeld daarvan is te zien in de tentoonstelling 14-18, dit is onze geschiedenis in het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis in Brussel: daar wordt een filmpje getoond over de gewelddadige geschiedenis van Europa in de eerste helft van de twintigste eeuw, en dat filmpje eindigt met een close-up van Herman Van Rompuy! Nu heb ik niets tegen Herman van Rompuy, maar op die manier wordt de geschiedenis natuurlijk wel ondergeschikt gemaakt aan een politieke boodschap: zonder sterke Europese Unie dreigen die oude demonen weer tot leven te worden gewekt. Blijkbaar moeten we WO I herdenken om een bepaald Europees ideaal te rechtvaardigen.
DE WEVER: Een bloederig verleden voor de geest roepen om het heden te legitimeren, klopt. Maar namens de NAVO gooien we intussen wel bommen in de periferie van Europa.
Zouden historici zich niet beter wat meer in het publieke debat mengen om bepaalde mythes te ontkrachten?
DE WEVER: Zolang ze zich bij hun vakgebied houden wel, ja. Als academicus moet je heel erg opletten om niet te worden zoals het typetje doctor Clavan van Van Kooten en De Bie: een Oost-Europadeskundige die gebakken lucht verkoopt. Vaak zie ik collega’s die over werkelijk alles hun licht laten schijnen terwijl ik me afvraag wat ze eigenlijk van het onderwerp afweten. Hebben ze er onderzoek naar gedaan? Hebben ze erover gepubliceerd? Natuurlijk is een academicus ook een burger en mag hij zich in die hoedanigheid uitlaten over wat hij maar wil. Maar doe dan niet alsof je de grote expert bent.
Maar als vicepremier Jan Jambon (N-VA) beweert dat de Vlamingen die in WO II collaboreerden daar hun redenen voor hadden, wilt u daar wel wat over zeggen.
DE WEVER: Ja, want de collaboratie in WO II behoort tot mijn vakgebied. Die uitspraak van Jambon was trouwens een knap staaltje politieke instrumentalisering, door alle betrokken partijen. Die man is natuurlijk niet achterlijk: hij wist heel goed dat zijn uitspraak stof zou doen opwaaien en voor polarisering zou zorgen. Als academicus kun je dan hoogstens proberen om een genuanceerd standpunt in het debat te brengen. Maar op zich zijn dat ook maar crisismomentjes, die niet veel te betekenen hebben en die ook vanzelf weer overwaaien.
De discussie over de collaboratie en de repressie in dit land lijkt niet zo snel over te waaien: het is nog altijd een splijtzwam tussen Walen en Vlamingen.
DE WEVER: Omdat politici er een splijtzwam van willen maken. Wat de doorsnee -Waal of -Vlaming ervan denkt, weten we eigenlijk niet. Daar is amper onderzoek naar gebeurd.
VRINTS: Zo komt veel van de berichtgeving over N-VA-kopstukken die tot controverse heeft geleid in eerste instantie van het Antwerpse Anti-Fascistisch Front. Dat wordt dan overgenomen door Le Soir en komt via die weg in de Vlaamse pers terecht, zogenaamd als Franstalige reacties. Natuurlijk zit er ook een communautaire kant aan dat debat, maar door dat telkens weer te herhalen, wordt het nog versterkt.
DE WEVER: Over alle grote hoofdstukken uit de geschiedenis bestaan hardnekkige mythes: over het ontstaan van België, over het kolonialisme, over de industriële revolutie. Alleen zijn die politiek minder inzetbaar dan de collaboratie en repressie. Op dit moment zijn we volop bezig met een groot onderzoek naar de kwaliteit van de rechtspleging tijdens de repressie. Het antwoord kennen we nog niet, maar de hypothese is dat de rechtsstaat toen vrij behoorlijk functioneerde en dat het idee van de repressie zonder maat of einde dus een mythe is.
Is degelijk historisch onderzoek in staat om zulke hardnekkige mythes die bij het brede publiek leven te ontkrachten?
DE WEVER: Ik ben een van die idealisten die denkt dat het op den duur wel degelijk impact heeft. (lacht) Daarbij speelt de kwaliteitspers, die ondanks alle onheilstijdingen gelukkig nog bestaat, natuurlijk een belangrijke rol: dat wetenschappelijke onderzoek moet het grote publiek natuurlijk wel kunnen bereiken. Als we daarin slagen, geloof ik echt dat het mogelijk is om diepgewortelde en populaire mythes langzaam maar zeker te ontkrachten. Zo zijn er vandaag niet veel mensen meer die beweren dat de Belgische kolonisatie van Congo een goed idee was. Een boek als Congo van David Van Reybrouck heeft daar veel aan bijgedragen, maar dat kon hij – zoals hij zelf zegt – alleen maar schrijven omdat hij gebruik kon maken van het vele fundamentele onderzoek van academici.
VRINTS: Geschiedschrijving kan wel degelijk iets veranderen, maar de tijd moet er ook rijp voor zijn.
DE WEVER: Zeker. De samenleving moet openstaan voor die nieuwe ideeën. Zo is het heel normaal dat het vóór de grote staatshervormingen moeilijk was om helder naar dat oorlogsverleden te kijken. Tot aan het Sint-Michielsakkoord bestond er nog een brede Vlaamse Beweging, die vooral niet verdeeld mocht raken. Later, toen ook het Vlaams Belang opkwam, ontstond er op dat vlak een grotere ontvankelijkheid. Zo gaat dat vaak: er komt een collectief proces op gang en plots zijn dominante groepen in de samenleving in staat om vastgeroeste ideeën die ze altijd hebben gekoesterd los te laten.
VRINTS: Maar er ontstaan ook steeds weer nieuwe mythen. (lacht)
Maarten Van Ginderachter, Koen Aerts en Antoon Vrints (red.), Het land dat nooit was. Een tegenfeitelijke geschiedenis van België, De Bezige Bij, Antwerpen, 384 blz., 22,5 euro.
DOOR ANN PEUTEMAN EN HAN RENARD, FOTO’S LIES WILLAERT
‘Er is geen enkele reden waarom dit land op communautair vlak alleen maar in één welbepaalde richting zou kunnen evolueren.’
‘Het recept is simpel: je pikt uit de geschiedenis die dingen die in je kraam passen en plaatst ze dan in een verband dat er nooit is geweest.’