Voor een serieus debat over Olympische Spelen is een verkiezingscampagne niet geschikt.

In 2016 Olympische Spelen in Vlaanderen? Moet kunnen! Zeg dat het studiebureau Deloitte en tien Vlaamse sport- en andere economen het gezegd hebben. Met een investering van 4,1 miljard euro is de klus volgens hen geklaard. Van die som zou de overheid zelf maar goed 800 miljoen euro moeten ophoesten. Dat is amper 0,2 procent meer dan de Vlaamse regering nu per jaar aan sport uitgeeft. Bovendien brengt een dergelijke giga-organisatie zo veel op – door meer belastingen en meer werkgelegenheid – dat de hele onderneming zelfs winstgevend zal zijn.

Vlaams minister-president Bart Somers (VLD) en minister van Sport Marino Keulen (VLD) zien in die rooskleurige voorafspiegeling dan ook genoeg argumenten om ervoor te gaan. Dat de kostenramingen de helft lager liggen dan de investeringen voor de Spelen in Athene deze zomer, een kniesoor die daarom maalt. Het verschil heeft volgens Somers en Keulen te maken met de vervoersinfrastructuur in de Griekse hoofdstad – en in ons land zullen de overheid, NMBS en De Lijn in de komende tien jaar hoe dan ook miljarden euro’s inzetten om de mobiliteit te verbeteren. Maar in het ‘generieke scenario’ van Deloitte zijn helaas ook enkele belangrijke details overgeslagen, zoals de keuze van een locatie (bij het IOC kennen ze geen regio’s, enkel steden) of de beslissing over de bouw van een nieuw olympisch stadion (het Boudewijnstadion in Brussel voldoet niet).

Sport is een thema dat weinigen onberoerd laat. Ook wie nooit tegen een bal heeft getrapt of gemept, of wie al in ademnood raakt tijdens een ultrakorte bosloop heeft wel een mening over de olympische ambities van de Vlaamse VLD-tandem. Het debat dat zij zo graag over hun ‘droom’ op gang willen brengen, krijgen ze dan ook. Maar er is iets grondig mis met hun timing, zeker nu de VLD verzwakt de campagne voor de verkiezingen van 13 juni ingaat. Voor hun politieke tegenstrevers is het een koud kunstje om in te spelen op het algemene scepticisme over ‘het irrealistische rekenwerk van Deloitte’ en om bij de besteding van de Vlaamse overheidsmiddelen voorrang te geven aan andere maatschappelijke noden zoals onderwijs en zorg. Daar kan een veel te vaag discours over Olympische Spelen als een mobiliserende factor voor de verdere ontwikkeling van Vlaanderen en van de Vlaamse (top)sport helemaal niet tegenop.

Voor die topsport heeft minister Keulen overigens ook een nieuw actieplan om in 2016 veel medailles te halen. Maar kenners zien dat niet gebeuren en zeggen dat zijn opvolger nu al de beperkingen kent: geen topsportkennis, te weinig goed opgeleide trainers, een gebrekkige infrastructuur en een allesoverheersende regionale naijver bij de sportbonden. Die regionale dimensie is in ons land meteen ook de hoogste hindernis op weg naar een mondiaal sportgebeuren.

Patrick Martens

De kostenraming van Deloitte ligt de helft lager dan de investeringen voor de Spelen in Athene.