Patrick Martens

‘We moeten internationaliseren. We hebben geen andere keuze om Vlaanderen op de wereldkaart te zetten.’ Zowat de halve Vlaamse regering reisde in de voorbije week naar Zuidoost-Azië.

Terwijl Vlaams minister van Energie en Openbare Werken Steve Stevaert (SP) in Laos en Cambodja rondtoerde om daar de mogelijkheden van windenergie, betere technieken voor havenaanleg, en een internationaal kader voor een ecologisch beheer van de Mekongdelta te onderzoeken, pakte minister-president Patrick Dewael (VLD) zijn koffers voor Singapore en Vietnam. In Singapore was ook minister van Financiën Dirk Van Mechelen (VLD) van de partij, in Vietnam sloot minister van Economie en Buitenlandse Handel Jaak Gabriëls (VLD) aan.

In die laatste twee landen hebben Vlaamse ondernemers al veel langer voet aan de grond. In Singapore zijn dat bijvoorbeeld Ahlers, Seghers, Katoennatie en Dredging. De Vlaamse baggeraar heeft nog tot 2005 de handen vol met de twee grote landwinningprojecten (Jurong Island en Tuas) en wil meedoen aan de rest van een gigantisch programma om de oppervlakte van Singapore (650 vierkante kilometer) met ruim tien procent uit te breiden. In Vietnam heeft onder meer het Antwerpse bedrijf International Port Engineering en Management een stevige reputatie opgebouwd met de uitbouw van de economische zone Dinh Vu in Hai Phong nabij Hanoi.

Singapore en Vietnam moeten in eerste instantie opboksen tegen de harde concurrentie van andere ASEAN-landen en van grootmachten zoals China en Japan. Daar komt nu de algemene economische terugval bovenop. Singapore kijkt aan tegen een daling van 10 procent. Maar ook zonder die neerwaartse conjunctuur zijn de verschillen met Vietnam enorm. Singapore (4 miljoen inwoners) staat met zijn prestaties hoog op de wereld rankings. Vietnam (80 miljoen mensen) zette pas vijftien jaar geleden het licht op groen voor de doi moi, een geleidelijke overschakeling naar een openmarkteconomie. Singapore heeft zoveel miljarden dollars reserve dat het elders in de wereld langetermijninvesteringen kan doen. Vietnam moet rekenen op China en Japan voor grote wegen- en waterwerken en op andere buitenlandse investeerders en steun.

In beide landen keek Patrick Dewael regelmatig op van de publieke en particuliere samenwerking, ook omdat die ‘pps-formules’ een stokpaardje zijn van zijn regering. In Singapore is de overheid met haar holding Temasek zeer nadrukkelijk een sturende kracht. De ondernemingen waarin Temasek participeert (containerbehandeling, telecommunicatie, luchtvaart, enzovoort), worden gerund zoals in de particuliere sector. In Vietnam stelt de overheid door middel van langdurige concessies grond ter beschikking van privé-investeerders.

DEURGANCKDOK

In Singapore had de Vlaamse regeringsdelegatie ook aandacht voor de uitwisseling van jonge wetenschappers in het domein van de biotechnologie. Hoofddoel van haar bezoek was echter de Singaporese regering en de Port of Singapore Authority (PSA) gerust te stellen in verband met de uitbreiding van de containercapaciteit op de Antwerpse linkeroever en met het netelige dossier van het Deurganckdok in Doel.

De PSA, een van de grootste terminaloperators in de wereld, deed in het voorjaar stappen om in de komende maanden een meerderheidsparticipatie te nemen in de fusie van Hessenatie en Noordnatie. Maar zonder Deurganckdok maakt de PSA over die operatie, waarnaar de havenbedrijven van Antwerpen en Zeebrugge uitkijken, een kruis. Elders in Europa zijn er nog alternatieven. Daarom gaven Dewael en Van Mechelen in Singapore een politieke borgstelling: wat ook de binnenkort verwachte uitspraak van de Raad van State over het gewestplan van het Waasland zal zijn, er komt uiterlijk in het voorjaar van 2002 een nieuwe bouwvergunning voor het Deurganckdok.

Ondertussen moet het Vlaams parlement werk maken van een nood- of validatiedecreet (zie Knack van 5 september) om te vermijden dat die vergunning – dat wordt al de derde versie – opnieuw zou uitdraaien op een juridische veldslag. Deze week wordt normaal een tekstvoorstel van vier door Stevaert ingehuurde juristen voor het eerst besproken op politiek niveau. Groot knelpunt is de draagwijdte van een decretale regeling om ‘werken van algemeen Vlaams belang’ te onttrekken aan rechterlijke uitspraken. Een ad-hocdecreet maken voor het Deurganckdok is niet mogelijk, maar aan de zijde van Agalev en de SP wil men geen vrijgeleide geven om de procedures voor alle belangrijke openbare werken te versoepelen. Hoewel paars-groen het over de aanleg van het Deurganckdok zelf eens is, belooft dat uitzonderingsdecreet voor gebakkelei met de liberalen te zorgen.

Dergelijke turbulente uitlopers naar de Vlaamse politiek heeft de samenwerking met Vietnam niet. Minister-president Dewael probeerde de autoriteiten in Ho Chi Minhstad en in Hanoi vooral aan het verstand te brengen dat na jaren van ontwikkelingssamenwerking op het vlak van onder meer onderwijs en KMO-ontwikkeling eindelijk een kaderovereenkomst vereist is om de bureaucratische obstakels aan de kant te schuiven. Tegelijk deden Dewael en Gabriëls een aanbod om meer Vlaamse bedrijven via een opstap bij de Participatiemaatschappij Vlaanderen (zie kaderstuk) te laten inspelen op de economische ontwikkeling van Vietnam.

Dewael: ‘Economische samenwerking en ontwikkelingssamenwerking kunnen op die manier hand in hand gaan. Dat is een extra argument voor de regionalisering van de bevoegdheid van ontwikkelingssamenwerking in 2004.’ Gabriëls: ‘Ontwikkelingssamenwerking moet het tempo van de economische samenwerking volgen. Wie daartegen is, lijdt aan een sinterklaassyndroom.’

Dat Vietnam nog altijd een communistisch land is, beschouwen de twee liberale ministers maar als een secundair probleem. ‘De evolutie naar een open markt is onomkeerbaar in Vietnam. Het democratisch proces kan en zal niet achterblijven. Als we niets doen, spelen we in de kaart van de anti-democraten.’ Helaas voor Dewael en Gabriëls loopt die redenering wel mank voor het hyperliberale Singapore. Daar deelt de People’s Action Party van premier Goh Chok Tong al meer dan veertig jaar alleen de lakens uit. De oppositie bezet er in het parlement amper 2 van de 83 zetels. De belangrijkste oppositiefiguur, voormalig districtsrechter Jeyaretnam, kreeg van de Singaporese overheid zo veel rechtszaken aangesmeerd dat hij onlangs failliet werd verklaard en zijn parlementszetel moest opgeven.

Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content