‘Sinds ik hier kom, ben ik niet meer bang voor de toekomst’

Tachtig jaar geleden werd in de VS de eerste afdeling van de Anonieme Alcoholisten of AA opgericht. Ter gelegenheid van die verjaardag mocht Knack uitzonderlijk een besloten bijeenkomst bijwonen. ‘Zo zien de mensen dat wij geen stelletje marginalen of geschifte drankorgels zijn. Dit kan iedereen overkomen.’

18.50 uur: Thomas* (32, werkloos en zeven maanden en één dag nuchter) en Carine (61, gepensioneerd en zes jaar nuchter) komen het AA-lokaal binnen in de voormalige Blairon-kazerne in Turnhout. Op de deur van het lokaal plakt een bordje ‘kantoor’. Niemand mag weten dat hier elke dinsdagavond gewezen alcoholisten vergaderen. De twee zijn zenuwachtig omdat er voor het eerst een buitenstaander aanwezig zal zijn. ‘We hebben er vorige week over vergaderd of u mocht komen’, vertelt Jean (67), die zich ‘chairman’ noemt. ‘Iedereen moest akkoord gaan en u moest onze anonimiteit garanderen. Dat is het cement dat ons samenhoudt. Omdat AA tachtig jaar bestaat en veel mensen misschien denken dat we halve marginalen en geschifte drankorgels zijn, zetten we onze deur voor één keer open.’

Thomas gaat koffie zetten – zelf heeft hij het over ‘de Leffe’. Zes volle kannen zullen er tijdens de bijeenkomst worden gedronken. Roken doen de AA’ers ook opvallend veel. Elf van de veertien aanwezige leden gaan geregeld naar buiten om een sigaret op te steken. ‘De gezelligheidsmensen van de groep’, lacht Nick, een jong, hoogopgeleid kaderlid in de nucleaire sector. Hij heeft een hoog rock-‘n-rollgehalte en lijkt niet meteen te passen in dit gezelschap van gepensioneerden, een werkloze arbeider en een dame op leeftijd. ‘Deze mensen hebben me uit een diepe put getrokken. Op een bepaald moment dronk ik me bijna elk weekend in coma. Ik riskeerde alles kwijt te spelen. Ik was een klootzak van een vent, onuitstaanbaar. Toen ik het niet meer zag zitten, heb ik de AA gegoogeld. Ik was angstig en onzeker. Moest ik aan wildvreemden mijn miserie vertellen? Maar toen ik hier binnenwandelde, zag ik geen vreemden meer. Ik voelde begrip en warmte. Op een rare manier dacht ik thuis te zijn. Dat gevoel is gebleven.’

Op eigen kracht halen we het niet. Dat beseften tachtig jaar geleden twee vrienden, een effectenhandelaar en een chirurg in Akron (Ohio), die van elkaar wisten dat ze zwaar aan de drank waren. Om elkaar te helpen nuchter te blijven, gingen ze samen van start met de Anonieme Alcoholisten. Inmiddels zijn er zo’n 117.00 AA-groepen in 180 landen, met in totaal drie miljoen leden. Vlaanderen telt volgens Jef (66), een van de meest actieve leden, zo’n 350 AA-groepen met ongeveer 10.000 leden. De namen van de leden en hun precieze aantal worden nergens geregistreerd, vanwege de zo belangrijk geachte anonimiteit. Volgens sommige studies telt ons land zo’n 800.000 mensen met een problematisch drankgebruik.

19.02 uur: Jean opent de bijeenkomst met het AA-gebed. ‘God, geef mij kalmte om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen. Geef mij moed om te veranderen wat ik kan veranderen en wijsheid om tussen deze twee onderscheid te maken.’

AA is de bekendste zelfhulpgroep voor alcoholisten, maar er zijn er nog andere zoals SOS Nuchterheid en Narcotics Anonymous (NA). SOS Nuchterheid is een humanistische vereniging die zich van de AA heeft afgesplitst omdat die oorspronkelijk christelijk georiënteerd was. ‘Ik ben niet gelovig en de meeste leden ook niet’, vertelt Jef, die een indrukwekkende bierbuik heeft. ‘Het woord God heeft bij de AA niet altijd een religieuze betekenis. Het is voor ons iets dat sterker is dan jezelf. Soms laten we het woord God weg. Ik ben lid van verschillende AA-verenigingen, ook van een humanistische groep. Ach, in deze groep blijven we bij de oorspronkelijke tekst vanwege de traditie. Meer moet u daar niet achter zoeken. Wij doen niet aan godsdienst, en ook niet aan politiek. De AA heeft geen mening over andere onderwerpen dan alcoholisme.’

19.05 uur: Jean verontschuldigt enkele leden. ‘Tiens, Marleen is er weer niet. Dat is al de vierde vergadering op rij. Ze zal toch niet…?’ Niemand zegt het hardop, maar iedereen denkt aan een terugval in de drank. Dat is waar ieder lid het meest bevreesd voor is. Het kan hen allemaal overkomen. Van alcoholisme raak je nooit af. Je kunt wel droogstaan, maar de fles blijft altijd verleidelijk. Het is een chronische ziekte. Jean zegt dat hij Marleen zal bellen en vragen of alles in orde is.

Het valt op dat de helft van de groep uit vrouwen bestaat. ‘We zijn ook op drankgebied geëmancipeerd’, vertelt Carine droogjes. ‘De drank zit meer in de vrouw dan u zou vermoeden. Het enige verschil is dat een ladderzatte vrouw op straat nog een beetje taboe is. Dus drinken wij vooral thuis.’ ‘Ik was tien jaar de enige vrouw in een andere AA-groep,’ vult Rita aan, ‘maar dat is al lang geleden. Nu zie je overal vrouwen met een drankprobleem. Er zijn zelfs aparte vrouwengroepen.’

Zatte moeder

Laten we beginnen met ‘de week’, stelt Jean voor: elk lid vertelt hoe zijn of haar voorbije week was. Leen, een vrouw die om door een ringetje te halen is, straalt. ‘Superweek gehad. Een sjaal gebreid voor mijn kleinzoon. Wie er ook eentje wil, moet het maar zeggen. En ik heb een vispannetje gemaakt… zonder alcohol.’ Navraag leert dat Leen nieuw is in de groep en nog niet helemaal ‘stabiel’ is. Net als bij de meeste andere leden is het drankprobleem bij Carine vele jaren geleden begonnen, op haar zeventiende met… één pintje. ‘Maar op den duur drink je alles wat je vindt: wijn, flessen whisky, twaalf Duvels in enkele uren. Het lastigste waren niet de katers, maar de black-outs, als je niet meer weet wat je de avond daarvoor gedaan of gezegd hebt.’ Verdriet is de oorzaak van haar alcoholisme. Echtscheiding, vader gestorven, een nieuwe relatie begonnen en weduwe geworden. Een lang verhaal van veel ellende dat iedereen rond de tafel herkent. De meeste leden hebben veel verloren in korte tijd. ‘Toen mijn drie kinderen hun zatte moeder niet meer wilden zien, wist ik dat er iets moet gebeuren en heb ik me laten opnemen in een afkickkliniek. Het ging een tijdje beter, maar je komt altijd weer in contact met alcohol. Je kunt er bijna niet aan ontsnappen. En dus ben ik een paar keer opnieuw beginnen te drinken. Ik ben nu zes jaar nuchter. De kinderen respecteren me opnieuw. Ze weten hoe lastig het voor me is en ze zien me weer graag.’ De groep knikt en zwijgt even.

‘Er wordt veel gedronken in dit land’, zegt Jef. ‘En dat is sociaal aanvaardbaar. We geven onze kleuters zelfs al namaakchampagne Kidibul tijdens verjaardagsfeestjes. Niet drinken was lange tijd sociaal minder aanvaard. Dat maakt het voor ons nog moeilijker.’

19.11 uur: Marc, een 51-jarig kaderlid in een Antwerpse multinational, heeft een moeilijke week achter de rug. ‘Mijn stiefzoon van 21 heeft zijn auto perte totale gereden in een zwaar verkeersongeval. Hij was in fout en zat dronken achter het stuur. De politie is erbij gekomen. Ik had hem gewaarschuwd, maar hij zou nooit drinken als hij moest rijden, had hij me verzekerd. En kijk nu.’

Carine: ‘Misschien heeft hij zijn lesje geleerd. Niet opgeven, Marc. Je moet je niet schuldig voelen. Niet meteen denken dat hij dezelfde weg opgaat als jij.’

Marc is vermoedelijk een van de zwaarste drinkers van de groep. Tot drie flessen wodka dronk hij per dag. ‘En meestal volgde dan nog een karton van een paar liter wijn.’ Hij vertelt dat hij op een dag werd opgenomen in het ziekenhuis. De hoofdarts vertelde hem ongelovig dat hij 4 promille alcohol in zijn bloed had. ‘Iemand die geen sterk hart heeft, gaat dan eigenlijk dood. Ik was er dan ook heel dichtbij. Maar ja, als je veel drinkt, kun je er ook beter tegen’, zegt hij cynisch.

Het woord wodka valt geregeld. Waarom kozen ze precies die drank? Omdat hij kleurloos is en geen alcoholgeur heeft? ‘Dat is een fabeltje’, grijnst Marc. ‘Twee borrels ruik je misschien niet, maar na twee flessen van dat goedje stroomt de geur van alcohol door je poriën. De enige die de alcohol niet meer ruikt, ben je zelf.’ Marc vertelt dat hij de afgelopen zeven jaar minstens een jaar in verschillende afkickklinieken heeft doorgebracht. ‘Vrouw en werk verloren, maar nu ben ik twee jaar nuchter. Nu ben ik normaal. Dat had ik altijd moeten zijn’, besluit hij en giet een kop koffie naar binnen.

Marc is niet de enige van deze groep die werd opgenomen vanwege zijn drankmisbruik. Hoe staan professionele hulpverleners tegenover een zelfhulpgroep die haar leden op het droge probeert te houden? Marijs Geirnaert, directeur bij de Vereniging van Alcohol en andere Drugsproblemen (VAD), staat positief tegenover dit soort initiatieven.’Sommige mensen vinden steun bij elkaar, zonder de hulp van therapeuten, terwijl anderen meer ondersteuning vinden in de terugkomdagen voor ex-patiënten, die door de verslavingszorg worden georganiseerd. Daar is altijd een therapeut aanwezig. Het zijn allemaal mensen die kracht en hoop vinden in contacten met lotgenoten. Een van de sterktes van AA is dat de groep en de leden in de nazorg, maar ook bij een terugval, snel in actie zullen komen om hun collega te helpen.’

Toeristen en vaste klanten

Alcoholisme komt voor in vele vormen. AA’ers hebben nog een zekere vorm van zelfcontrole. Er is een beperkte groep probleemdrinkers die na een therapie gecontroleerd kunnen drinken. Anderen kunnen enkel als geheelonthouder verder. De keuze voor een ondersteuningsgroep, hangt volgens Geirnaert af van de aard en de persoonlijkheid van een probleemdrinker. ‘Je moet je durven ‘overgeven’ in een groep en dat kan of wil niet iedereen. Veel drinkers haken na enkele vergaderingen af omdat ze merken dat zo’n openbare bekentenis niets voor hen is.’

‘Dat klopt’, zegt Jef. ‘Wij noemen hen toeristen. Ze komen eens snuffelen, kijken wat hier gebeurt. Ze zijn vaak gestuurd door een rechter of hun partner, maar je moet gemotiveerd zijn en het zelf willen om hier vaste klant te worden.’

Volgens Marijs Geirnaert blijven heel wat leden jarenlang bij zo’n groep ‘omwille van de zingeving die men ervaart. Het gevolg is dat de gemiddelde leeftijd eerder aan de hoge kant ligt. Dat schrikt jongere mensen soms af, om hun verhaal te doen aan AA’ers die hun vader of moeder zouden kunnen zijn.’

19.25 uur: Rita (58) lispelt een beetje als ze praat. Ze vertelt over Chantal die ze heeft leren kennen in een andere AA-groep. Veel leden blijken naar verschillende vergaderingen per week te gaan. ‘Omdat het zo makkelijker is om nuchter te blijven. Ik neem me elke dag voor om 24 uur van de fles af te blijven. Dat is veel makkelijker dan te zeggen dat je nooit meer zult drinken.’ Ze vertelt dat haar vriendin enkele dagen geleden zelfmoord heeft gepleegd na de zoveelste terugval. ‘Chantal is vandaag gecremeerd.’

Iedereen begint door elkaar te praten. Chantal was bekend, maar niemand wist van de begrafenis, wel van haar vorige zelfmoordpogingen. En plots kijkt Rita strak mijn kant uit. ‘Ik heb het ook al drie keer geprobeerd.’ Ze zegt het schijnbaar emotieloos. Het geroezemoes valt meteen stil.

19.35 uur: ‘Kom, we gaan een sigaretje roken.’ De kamer loopt grotendeels leeg. Binnen snoeft Wim (53) dat hij al lang gestopt is met roken. Rita klaagt over pijn in haar borststreek. Als iedereen weer binnen is, vraagt Jean of ze last heeft van stress. Ja, en ze kijkt ook op tegen de komende eindejaarsperiode. Voor de meeste mensen is dat een vrolijke tijd met geschenken, lekker eten en veel alcohol. ‘Dan is er weer geen ontkomen aan’, zucht ze. Harry geeft haar wat vaderlijke raad. ‘Vorig jaar lukte het, dit jaar zal het ook wel lukken, Rita. Maar denk aan jezelf. Het is niet slecht om af en toe eens egoïstisch te zijn.’ Jean heeft al zijn vrienden laten weten dat hij alcoholist is. ‘Dan houden ze er rekening mee en komen ze me niet telkens vragen of ik nog iets wil drinken.’

19.46 uur: Het is aan Marianne (29) om te vertellen over haar week. ‘Ik heb ruzie gehad met mijn oudste broer Rudy. Hij wil niet toegeven dat hij een drankprobleem heeft. Ik heb gezien dat hij al van tien uur aan de wodka zat. Geroepen en getierd heeft hij naar mij: dat ik hem niet moest lastigvallen met mijn probleem. Ik ben bang, want hij drinkt als hij moet rijden voor zijn werk.’

Marianne staat nu een jaar ‘droog’. Jef vertelde me voor de vergadering dat ze een jaar geleden hier snikkend kwam vertellen dat ze weer was beginnen te drinken. ‘Dat klopt’, geeft ze toe. ‘Ik laat me hier helemaal gaan. Aan wie anders moet ik mijn situatie uitleggen? Dit zijn mijn lot- en mijn bondgenoten. De buitenwereld begrijpt mij niet.’ Ze vertelt dat ze een dag na de geboorte van haar dochtertje is teruggevallen in de drank, in de kraamkliniek. ‘Tijdens de zwangerschapsperiode heb ik geen druppel alcohol gedronken omdat ik had gelezen dat baby’s van verslaafde moeders geboren kunnen worden met afkickverschijnselen. Dat wilde ik haar niet aandoen. Ik was zo trots toen ze er was. Maar in het ziekenhuis kwamen vrienden en familie op bezoek. De meesten brachten drank mee, natuurlijk. Ik was gelukkig en dacht dat ‘eentje’ geen kwaad kon, maar uren later moest een verpleegster Marie uit mijn armen nemen, omdat ik ladderzat met haar in de zetel half was ingedommeld. Je kunt niet geloven hoe ik mij daarvoor schaam.’

De Tweede Stap

Jean neemt opnieuw het woord. ‘Ik stel voor dat we na de pauze de Tweede Stap van de AA bespreken.’ De filosofie van de AA bestaat uit een twaalfstappenplan om nuchter te blijven. De eerste stap is misschien wel de belangrijkste, namelijk toegeven dat je ‘machteloos staat tegenover alcohol en dat de alcohol je leven stuurloos maakt’.

Jean leest vervolgens een lange tekst voor: ‘We geven toe dat we hulp nodig hebben…’ Hij heeft het over eerlijkheid en zelfvertrouwen herwinnen, over krachten die groter zijn dan jezelf en die je kunnen helpen. ‘Laten we hierover even nadenken en dan bespreken we het na de pauze.’ Maar eerst betaalt iedereen een vrijwillige bijdrage van enkele euro’s aan Jean, onder meer voor de koffie, want een AA-vereniging mag volgens de eigen statuten geen subsidies of andere financiële steun van externen ontvangen.

20.05 uur: ‘Kan iemand zeggen hoe hij die hogere kracht ervaart? Rita?’ ‘Dat ik niet langer moet liegen’, antwoordt ze meteen. ‘Misschien is dat die kracht wel. Ik was dat liegen zo beu. Altijd maar zeggen: “Nee, ik heb niet gedronken.” En denken dat ze mij nog geloofden ook, terwijl ik stond te wankelen. Dat ik die flessen wodka altijd moest verbergen of overgieten in lege waterflessen. Maar je kunt de alcohol niet verbergen. Iedereen ziet wat er met je gebeurt, maar niemand durft iets te zeggen. Ze kijken weg.’

Marc: ‘Eigenlijk moet je niet alleen afkicken van de wodka, maar ook van het liegen. Dat is bijna je tweede natuur geworden als je zwaar drinkt. Je raakt verstrikt in je eigen leugens en vindt zelfs de fles niet meer terug die je ergens in huis verborgen hebt.’

20.12 uur: Marc zegt dat hij die kracht vaak pas voelt als hij naar huis rijdt, na afloop van een AA-vergadering. ‘Mijn mentor bij de AA zei altijd dat ik beter moest luisteren naar wat hier werd verteld. Hij had gelijk. In het begin hoorde ik wel wat men zei, maar ik luisterde niet genoeg. Vaak sijpelt de betekenis van wat ik hoor pas uren later echt door.’

Hij vertelt dat hij die namiddag een aanvaring had met zijn baas. Iedereen lacht. Marc staat bekend om zijn kort lontje. ‘Ik wilde op tijd hier zijn en mijn chef vroeg om nog een klus te klaren. Hij weet nochtans dat ik alcoholist ben en hoe belangrijk deze avond voor mij is. De dinsdagavond is mijn avond’, zegt hij opgewonden. ‘Niemand mag dit afpakken. Ik ben elke keer nieuwsgierig of iedereen er zal zijn en wat ze zullen vertellen. Sinds ik hier kom, ben ik niet meer bang voor de toekomst. Deze groep is mijn grote kracht. Als ik met vakantie ben, mis ik hen.’

20.46 uur: De vergadering loopt ten einde. Plots vraagt Marijke (58) het woord. ‘Ik heb een reis geboekt voor volgende zomer. Dus moet ik nog een jaar blijven leven.’ Een haast onwerkelijke mededeling, maar niemand in de kamer kijkt verrast of geschokt. Marijke heeft longkanker. Toch was ze telkens een van de eersten die opstond om buiten een sigaret te gaan roken. ‘Ik ben gestopt met drinken toen ik de diagnose hoorde. Ik wilde niet als een hond vol drank sterven.’ Maar waarom dan nog roken? ‘Ik kan niet alles tegelijkertijd, hè. Ik ben al gestopt met drinken. Dat volstaat.’

Jean: ‘We pamperen hier niemand. We zeggen waar het op staat: je bent alcoholist. Punt uit. Andere mensen zeggen soms: probeer wat te minderen, drink een glas minder. Maar dat helpt niet. Je drinkt of je drinkt niet. Maar als iemand van de groep terugvalt in de drank, staan we allemaal klaar om te helpen. Kom, laten we maar stoppen voor vandaag.’

Yves, de stille van de groep, staat op en zegt: ‘Ken je die van die alcoholist die altijd zei dat niet hij, maar zijn vrouw een drankprobleem had? Zij wil niet dat hij drinkt. Tot volgende week.’

Voor meer info: 03 239 14 14. (24 op 24 uur) of info@aavlaanderen.org

*De namen van de leden zijn gefingeerd, maar bekend bij de redactie.

DOOR MICHEL VANDERSMISSEN

‘Er wordt veel gedronken in dit land. We geven onze kleuters zelfs al namaakchampagne.’

Marc dronk tot drie flessen wodka per dag. En meestal volgde dan nog een karton van een paar liter wijn. ‘Als je veel drinkt, kun je er ook beter tegen.’

Jean heeft al zijn vrienden laten weten dat hij alcoholist is. ‘Dan komen ze me niet telkens vragen of ik nog iets wil drinken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content