De nieuwste heisa rond politiebaas Fernand Koekelberg toont weer eens aan dat deontologie in en rond de Wetstraat een wel erg rekbaar begrip is geworden.

Veel te lang gewacht. Dat heeft Fernand Koekelberg, commissaris-generaal van de federale politie, gedaan nadat hij halfweg februari een anonieme klacht tegen minister van Binnenlandse Zaken Guido De Padt (Open VLD) in handen kreeg. Meer nog: hij zou de minister hebben aangeboden om de hele zaak onder de mat te vegen. Een beoordelingsfout, concludeerde het Comité P. Maar De Padt lijkt te vermoeden dat er meer achter zit. Misschien zelfs chantage.

Dat Koekelberg in de fout is gegaan, staat buiten kijf. Zoals een verkeersagent de boete van zijn kameraden niet mag doen verdwijnen, kan het niet dat de commissaris-generaal een klacht tegen zijn chef door de papierversnipperaar zou jagen. Er schort dus duidelijk iets aan het normbesef van de politietop. Dat bleek vorig jaar al naar aanleiding van de omstreden promotie van Koekelbergs secretaresses en de benoeming van een kabinetsmedewerker van toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael (Open VLD) bij de Algemene Inspectie.

Aan de andere kant hebben topambtenaren het dezer dagen niet makkelijk. Bij elk contact met een ministerieel kabinet moeten ze op hun tenen lopen. Hoe dichter de regionale verkiezingen naderen, hoe meer schandaaltjes, onkiese telefoontjes en ongelukkige correspondentie er wordt gelekt. Zulke affaires kunnen immers meer schade aanrichten dan gefundeerde kritiek op de torenhoge problemen bij pakweg justitie of financiën. Voor ambtenaren is het geen sinecure om daartussen te laveren. Klagen ze aan dat de een of andere minister zijn boekje te buiten is gegaan, dan wordt hen verweten dat ze de regering willen destabiliseren. Houden ze hun mond, dan krijgen ze de zwartepiet gegarandeerd toegeschoven als de zaak aan het licht komt. En maken ze zelf een fout, dan hoeven ze er niet langer op te rekenen dat hun minister hen een hand boven het hoofd zal houden. Sterker nog. Worden ministers in het nauw gedreven, dan schuiven ze de verantwoordelijkheid steeds vaker naar een cabinetard of ambtenaar door.

Toen Koekelberg een klacht tegen zijn minister onder ogen kreeg, wist hij dan ook dat hij niet kon winnen. Ofwel liet hij de zaak onderzoeken en riskeerde hij problemen te krijgen met zijn baas en diens partij. Ofwel legde hij de klacht onder in een kast en was hij kop van Jut als die daar ooit werd gevonden. Hij wist ook dat de Open VLD nog altijd een rekening met hem te vereffenen had. Toen de politiediensten vorig jaar zwaar onder vuur lagen, wilden de liberalen Koekelberg, die een PS-stempel draagt, immers maar al te graag offeren. Maar het liep anders: Koekelberg bleef op post en het was de aangebrande Dewael die bij de eerste gelegenheid een elegante exit kreeg. Dat Koekelberg even heeft getwijfeld toen hij de klacht tegen De Padt las, is dus alleen maar menselijk. Maar deontologisch was er maar één juiste keuze, en die heeft de politiebaas niet gemaakt.

door Ann Peuteman

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content