Op 26 juli houden de Democraten in Boston hun nationale conventie, ter voorbereiding van de presidentsverkiezingen in november. De partij stuurt John Kerry en John Edwards uit om te proberen George W. Bush te verslaan. Maken ze echt een kans?
Voor Europeanen met het hart op de juiste plaats lijkt het nu al een uitgemaakte zaak. Na het debacle in Irak lijdt het geen twijfel dat de Amerikanen George W. Bush in november naar huis stemmen. Terug naar zijn ranch in Texas. Een meerderheid is er aan deze kant van de Atlantische Oceaan van overtuigd dat ook deze Bush, zoals zijn vader in 1992, na één ambtstermijn in het Witte Huis zijn biezen kan pakken. De beslissing daarover valt echter niet in Europa, maar diep in het hart van Amerika waar Irak helemaal geen grote rol speelt.
Neem een staat met een oude Democratische traditie zoals Minnesota, in het merengebied tegen de Canadese grens. Hubert Humphrey en Walter Mondale werden er groot, te midden van een sterke vakbondstraditie en een boerengemeenschap die de Scandinavische, lutheraanse waarden van sociale solidariteit hoog in het vaandel droeg. Het verschil tussen Democraten en Republikeinen was er bij de vorige verkiezingen tot zo’n vijf procent geslonken. Minnesota is daarmee een zogenaamde swing state geworden, een staat die straks van kamp kan veranderen.
De verklaring daarvoor heeft minder te maken met de kandidaten die de partijen voorstellen, dan met de veranderde samenstelling van de bevolking. Veel fabrieken sloten hun deuren en in de landbouw werken ook bijlange niet meer zoveel mensen als vroeger. Zoals op zoveel andere plaatsen in Amerika nam ook in Minnesota het belang van de uitdijende voorsteden toe, met hun eigen cultuur en waarden. De droom gaat er over een groter huis, een grotere auto voor de deur, lagere belastingen en minder overheid. Het zijn mensen die leven in een wereld van hard werken en vlug rijk worden en het zal ze een zorg zijn wat er in Irak gebeurt. Minnesota is op die manier sinds enige tijd al net zo verdeeld als Amerika zelf – en hetzelfde geldt voor buurstaten zoals Iowa en Wisconsin, die dezelfde ontwikkeling doormaken.
Zoals beloofd, maakte de Democratische kandidaat John Kerry in de week na de fourth of july, de Amerikaanse nationale feestdag, bekend wie zijn running mate wordt, zijn kandidaat voor het vice-presidentschap. Het moment was zorgvuldig gekozen: tot de Democratische nationale conventie in Boston eind deze maand moet het duo een kloof slaan die groot genoeg is om in november te winnen. Dat is niet vanzelfsprekend, want ondanks Irak en de tegenvallende opleving van de Amerikaanse economie liggen de kandidaten in alle peilingen nog altijd vrijwel op gelijke hoogte. Terwijl George W. Bush toch de eerste president sinds Herbert Hoover in het begin van de jaren dertig kan worden, die het aantal banen in de VS tijdens zijn mandaat ziet verminderen.
Er werd dus uitgekeken naar wie die running mate van Kerry zou worden, omdat de indruk bestaat dat de Democraat zijn campagne toch niet echt goed van de grond krijgt. Hij heeft de steun van de mensen die Bush weg willen, maar hij slaagt er niet in om een echt alternatief voor te stellen. Tenminste: hij slaagt er niet in om duidelijk te maken waarin dat alternatief bestaat.
Kerry koos uiteindelijk voor John Edwards, de senator uit North Carolina die tijdens de voorverkiezingen onverwacht tot zijn felste belager uitgroeide. Het ticket Kerry-Edwards werd in Democratische kringen alvast enthousiast onthaald. De knoop zou zijn doorgehakt na een geheim nachtelijk beraad op 1 juli in het huis van hun beider buurvrouw, Madeleine Albright, in Washington. Overigens maakte Edwards ook grote indruk tijdens een recente bijeenkomst van de Bilderbergconferentie in het Italiaanse Stresa. Die ontmoeting tussen internationale politici en zakenlui vond plaats in besloten kring, maar er zat genoeg volk rond de tafel dat regelmatig bij Kerry thuis komt.
Twee Amerika’s
John Edwards toonde zich tijdens de voorverkiezingen een begenadigd spreker. Hij is een geboren politicus, die het dichten van de kloof tussen arm en rijk in Amerika tot zijn voornaamste strijdpunt heeft gemaakt. Zijn toespraak over het bestaan van twee Amerika’s bleek dit voorjaar ook bij Republikeinen en onder kleine zelfstandigen aan te slaan – een publiek dat Kerry nog altijd niet bereikt.
Met Edwards proberen de Democraten weer een brug te slaan naar de middenklasse van de samenleving, die Bill Clinton in het begin van de jaren negentig naar het Witte Huis heeft gestuurd. Edwards kan ook dat deel van de arbeidersklasse terugwinnen dat op economisch vlak wel bij de Democraten aansluit, maar vaak ter wille van de culturele waarden voor de Republikeinen stemt. Het kan straks blijken dat de Democratische houding tegenover wapenbezit van doorslaggevend belang is in de verkiezingsstrijd.
John Kerry (60) en John Edwards (51) vormen in meer dan één opzicht een complementair span. Kerry is een telg uit een rijke bourgeoisfamilie uit het chique New England. Getrouwd bovendien met Theresa Heinz, de steenrijke erfgename van de gelijknamige producent van ketchup. Democraten zoals Kerry maken op de doorsnee Amerikaan vaak een elitaire indruk. ‘De idee is dat ze meer afweten van Franse spraakkunst dan van het verwisselen van een autoband’, schreef The International Herald Tribune onlangs. Dat geldt zeker voor John Kerry: bij elk woord dat hij spreekt, hoort elke Amerikaan meteen dat hij in peperdure privé-scholen is gevormd. Kerry is ook niet bepaald een kerkganger, en dat is in de VS nog altijd niet goed gezien. Volgens een recente enquête gelooft 60 procent van de Amerikanen dat God indien niet alle, dan toch bijna alle problemen kan oplossen.
Edwards van zijn kant spreekt zoals een man uit het zuiden van de VS dat behoort te doen, en hij zit elke week tijdens de kerkdienst op de eerste rij. Hij is de zoon van fabrieksarbeiders en was de eerste uit zijn familie die hogere studies deed. Het mag niet verbazen dat hij een plan voorstelt om niet minder dan drie miljard dollar te investeren in een project om kinderen van arme ouders de kans te geven om naar de universiteit te gaan.
Na zijn studie in de rechten werd Edwards advocaat. Hij verdiende snel een fortuin met letselschadezaken. Dat is geen voordeel. Advocaten die zo geld verdienen met het leed van andere mensen zijn in de VS niet bijzonder populair. In zijn eerste grote zaak verdiende Edwards 6,5 miljoen dollar voor de ouders van een kind dat bij de geboorte hersenschade had opgelopen. Hij won in totaal voor 165 miljoen dollar aan schadevergoedingen voor mensen die zich benadeeld achtten. Een derde van die buit is normaal gesproken zijn deel.
Toen zijn 16-jarige zoon Wade in 1996 bij een auto-ongeluk om het leven kwam, besloot John Edwards om zich aan de publieke zaak te wijden. Hij meldde zich bij de Democratische partij in North Carolina en won in 1998 meteen een senaatszetel. In 2000 stond hij al op de shortlist van Al Gore, toen die zijn running mate moest kiezen. Dit jaar verbaasde hij tijdens de voorverkiezingen vriend en vijand. In die mate dat Kerry zich op een bepaald moment, in het heetst van de strijd, weinig vleiend over hem uitliet. Uitspraken die de Republikeinen straks zeker tegen het Democratische koppel zullen gebruiken.
Spannend als wiskunde
De aanwezigheid van John Edwards in de wedren naar het presidentschap zorgt er in ieder geval voor dat Bush meer tijd en geld moet uittrekken om het zuiden van de VS te bewerken. Hoewel hij over weinig internationale ervaring beschikt, wordt toch verwacht dat Edwards gunstig afsteekt tegen de door de wol geverfde Republikeinse vice-president Dick Cheney. Een gehaaide jurypleiter zoals Edwards mag in een direct debat normaal gesproken weinig moeite hebben met de architect van de oorlog met Irak, die hij bovendien zijn dubieuze zakelijke relaties met bedrijven als Halliburton en Enron kan aanwrijven. De Republikeinen zullen Edwards zeker zijn onervarenheid voor de voeten werpen en bepaalde uitspraken over het liberale handelsbeleid van de VS. De Kamers van Koophandel dreigden er al mee om hun traditionele politieke neutraliteit te laten varen, en resoluut voor het kamp van Bush te kiezen. Dat zou het Democratische ticket zeer slecht uitkomen.
Maar de working class kid uit Robbins, North Carolina, brengt met zijn jongensachtige glimlach in ieder geval leven in de Democratische campagne. Ook op dat vlak is hij de perfecte tegenpool van de houten klaas, John Kerry. ‘Uit de mond van Kerry klinkt het verhaal van een vuurgevecht in Vietnam even spannend als een lezing uit een handboek voor wiskunde’, schreef het Engelse weekblad The Economist vorige week. Edwards van zijn kant werd door People magazine niet zomaar tot de meest sexy politicus van Amerika uitgeroepen.
Dat wil dus niet zeggen dat Kerry en Edwards hun schaapjes op het droge hebben. Ze stellen een programma voor met de nadruk op jobs, gezondheidszorg, onderwijs en huisvesting. Met de woorden van Edwards: ‘Kerry zal het leven van de kleine Amerikaan beter maken.’ Maar ze creëren daarmee alsnog niet het effect dat Bill Clinton in 1992 had, toen hij de vader van de huidige president met zijn binnenlandse programma verpulverde. Wat Kerry vertelt, is al bij al niet echt nieuw en niet bijster verrassend.
Kan Edwards de Democratische campagne redden? Hij was niet meteen de eerste keuze van John Kerry, weet The Economist. Die wou eigenlijk bij voorkeur met de gematigde Republikein John McCain of met Hillary Rodham Clinton in zee. Maar die kandidaten, die echt een verschil hadden kunnen maken, haakten allebei om persoonlijke redenen af. Bovendien moet het belang van een kandidaat voor het vice-presidentschap ook niet worden overschat. George Bush senior won in 1988 met de volstrekt onbenullige Dan Quale als zijn running mate.
Anderzijds is de vice-president tegenwoordig meer dan de man die het Witte Huis op begrafenissen vertegenwoordigt. Bill Clinton gaf Al Gore in de jaren negentig de ruimte om een rol van betekenis te spelen. De grote invloed van Dick Cheney op het beleid van George W. Bush wordt door niemand ontkend. Maar toch zal het uiteindelijk op John Kerry zelf aankomen. Als hij zijn binnenlandse agenda niet beter aan de man kan brengen, zal ook John Edwards hem niet redden.
Door Hubert van Humbeeck
Met Edwards proberen de Democraten weer een brug te slaan naar de middenklasse.