Met vijftien maanden is Valjer Poliakov de rekordhouder van het langste verblijf in de ruimte. Over voortplanting in de ruimte, “jet lag” en reizen naar Mars : een gesprek.

WIE HET VIJFTIEN maanden in een ruimtestation kan uitzingen zonder psychisch in elkaar te storen, moet wel een biezonder type mens zijn. Zo ziet Poliakov er ook uit. Zijn donkere ogen kijken ietwat stekend, zijn mond staat op de rand van het misprijzen. Toch klinkt zijn stem warm en vriendelijk en hij glimlacht vaak.

Valjer Poliakov is éénenvijftig, arts en verziend. Zijn rekordverblijf in het ruimtestation Mir bood een goede gelegenheid om de evolutie van verziendheid bij zwaartekracht nul te testen. Dit gebeurde met onder meer brilglazen van het Varilux-Comfort-type van het merk Essilor. Dat bedrijf rustte in het begin van de jaren tachtig al Amerikaanse astronauten uit met progressieve Varilux-glazen. Toen Poliakov op 8 januari 1994 met de Sojoez naar Mir vertrok voor een verblijf van vijftien maanden, bundelden Marc Alexandre van Essilor, professor Christian Corbé en de Russische oogspecialist Micheil Koesmin de krachten voor een experiment.

Er werden drie paar Varilux-Comfort glazen ontworpen, elk met verschillende, almaar grotere sterkte, om dichtbij scherp te zien. Vervolgens ging men de verziendheid van Poliakov vergelijken met dezelfde afwijking bij vier proefpersonen, verspreid over de hele wereld : een Rus, een Amerikaan, een Australiër en een Spanjaard. In het begin lag Poliakovs gezichtsscherpte vast op 15/10 voor het ene oog en 17/10 voor het andere. De evolutie van zijn presbyopie (verziendheid) toonde een klein verlies (0,32 dioptrie) in een periode van vijftien maanden, die zich manifesteerde door een lichte behoefte aan het veranderen van bril. Vergeleken met de proefpersonen op aarde was de evolutie beduidend gunstiger. Kortom : ruimtevaren blijkt goed voor de ogen te zijn.

Over dit experiment en over andere ruimte-ervaringen kwam Poliakov onlangs vertellen in het Euro Space Center van Transinne in de provincie Luxemburg. Over dit experiment, maar ook over andere ervaringen in de ruimte. Bijvoorbeeld.

– Hoe lossen ruimtevaarders relatieproblemen op ? Uiteindelijk zitten hier enkele mensen gedurende maanden opeengepakt in een kleine ruimte. Om op het domein van de optiek te blijven : zijn er ogenblikken dat ruimtevaarders elkaar bij wijze van spreken niet meer kunnen zien ?

– VALJER POLIAKOV : Vooreerst moet u weten dat kandidaten voor dit soort lange vluchten een strenge psychologische selektie ondergaan. Daarna worden ze getraind om met dit soort problemen om te gaan. Tenslotte is de levensruimte in de huidige toestellen, vooral in Mir, niet meer zò beknellend is. Mir bestaat overigens uit verschillende kompartimenten. Als het wat lastig wordt, kan iemand zich terugtrekken naar een ander kompartiment. We hoeven niet de hele tijd op elkaars neus te kijken, we hebben er onze privacy.

– Wat gebeurt er als iemand akuut ziek wordt ? Een hartaanval, bijvoorbeeld, of een andere aandoening die eventueel heelkundige ingrepen vereist ? En is er bij dit soort maratonruimtevluchten rekening gehouden met de menselijke voortplanting ?

– POLIAKOV : Bij de selektie wordt natuurlijk ook nagegaan of de persoon over een stabiele gezondheid beschikt. Maar er kunnen veranderingen voorkomen in het ritme van de hartslag, onder invloed van de gewichtloosheid. Voor die afwijkingen bestaan profylaktische behandelingen. Gelukkig slagen we erin om deze problemen op te lossen. Vaak zijn wat oefeningen op de huisfiets voldoende om het hartritme weer op een normaal peil te brengen. Maar natuurlijk, zelfs kerngezonde mensen kunnen ineens een aandoening krijgen, die alleen een operatie kan oplossen. Aan boord van het ruimtestation beschikken we over een uitgebreid medisch arsenaal. Daartoe behoren een groot aantal moderne geneesmiddelen en alle instrumenten voor onverschillig welke chirurgische ingreep, gynekologische operaties inbegrepen.

– Gynekologisch ? Wordt er dan bij dit soort ruimtevluchten van lange duur rekening gehouden met de menselijke voortplanting ?

– POLIAKOV : U bedoelt, denk ik, of er in de ruimte bevallingen kunnen plaatsvinden ? Wel, technisch is er niets onmogelijk, zelfs in de omstandigheid van zwaartekracht nul. Maar vanuit etisch standpunt een bevalling in de ruimte niet wenselijk. Stel dat er inderdaad tijdens een langdurige vlucht een zwangerschap wordt uitgedragen en dat een kind geboren wordt. Het is de aarde die ons de vertikale houding geeft, die het beendergestel vormt en de spieren krachtig maakt. Het zou niet verantwoord zijn een kind te verwekken dat fysiek bijna op een kwal zou gelijken. Dat is de reden waarom de experimenten in dat verband tot dusver beperkt blijven tot experimenten met biologische objekten, zoals vogels.

– Mir wordt om de twee maanden bevoorraad door een vrachtraket. Brengt die ook zuurstof aan of is er aan boord een systeem van recyclage, die het ruimtestation autonoom maakt op het vlak van zuurstofvoorraad en zo meer ?

– POLIAKOV : De urine wordt niet weggegooid maar omgezet in gedistilleerd water. Het door elektrolyse gedistilleerd water wordt verdeeld in zuurstof en waterstof. De zuurstof gebruiken we, de waterstof dumpen we in de ruimte. Maar jammer genoeg kunnen we met deze recyclage nog altijd niet voldoende zuurstof produceren. Dus moet er zuurstof worden aangevoerd met de vrachtraket. De vrachtraket voert ook water aan, voedsel en kleren.

– Wat is het moeilijkst : de aanpassing van het menselijk organisme aan de ruimte, zeg maar aan de zwaartekracht nul ? Of de heraanpassing aan het aardse milieu, aan de aardse zwaartekracht ?

– POLIAKOV : De aanpassing aan de ruimte verloopt zeer soepel, zolang men geen ruimteziekte krijgt. Die is enigszins vergelijkbaar met zeeziekte : een misselijkheid die haar oorzaak vindt in een verstoring van het evenwichtsorgaan in het oor. En als men zich in de ruimte in goede konditie weet te houden, dan verloopt de heraanpassing aan de aarde eveneens vrij snel.

– Hoe lang duurt deze “jet lag” ?

– POLIAKOV : Dat verschilt van kosmonaut tot kosmonaut. Zelf heb ik niet de minste moeite om me aan te passen in de ruimte. Dat gebeurt meteen. En om me weer aan te passen aan de aarde, volstaat één maand. Maar ik ben dan ook gespecializeerd in ruimtegeneeskunde. Natuurlijk moet elke kosmonaut hetzelfde doen, dezelfde oefeningen en zo meer. De ene kosmonaut is daarin wat meer gedisciplineerd dan de andere. Zo kan het voor sommigen tot drie maanden duren, voor ze zich weer thuisvoelen op aarde. In principe is dit normaal. Ze zijn niet ziek. Ze zijn gewoon niet meer dezelfden die ze waren toen ze vertrokken.

– Kosmonaut Gretsjko vertelde vorig jaar dat sommige kosmonauten het effekt van cognac hebben uitgetest tijdens een ruimtevlucht zonder toelating overigens.

– POLIAKOV : (geïrriteerd) Als Gretsjko dit heeft beweerd, dan is dat voor zijn rekening. Wat mij betreft, ik noem dit illegale uitvoer, smokkel. En ik houd me aan de wet.

– Welke organen zijn het meest gevoelig of kwetsbaar tijdens ruimtevluchten ?

– POLIAKOV : Het hart, de aders en de spieren.

– Denkt u, als ruimtearts, dat we genoeg kennis hebben vergaard over het menselijk organisme in de ruimte om, bijvoorbeeld, een vlucht naar Mars te wagen ?

– POLIAKOV : Dankzij de resultaten die we nu hebben, zou het vanuit medisch standpunt mogelijk zijn een reis naar Mars te ondernemen met een ploeg goed opgeleide mensen. Voor mezelf en mijn generatie zit dat er vanzelfsprekend niet meer in. Gewoon omdat er op dit ogenblik geen konkrete plannen bestaan om zo’n reis te organizeren. De prognose is dat er tegen 2030 een bemande vlucht naar Mars kan vertrekken. Het zullen dus mensen van de huidige tienergeneratie zijn, die voor het eerst op Mars landen.

– Hoe lang duurt een reis naar Mars ?

– POLIAKOV : Gemiddeld anderhalf jaar, heen en terug. Al op het einde van de jaren zestig werd in Moskou onderzoek verricht naar de mogelijkheden voor een ruimtebemanning om zich autonoom in leven te houden tijdens langdurige ruimtevluchten. Dat medisch onderzoek ging in feite de technische ontwikkelingen vooraf. In 1967 verbleven drie onderzoekers een jaar lang in een geïsoleerde ruimte op de grond. Alle water werd volledig gerecycleerd. Ze voedden zich met planten die ze zelf teelden in hun laboratorium.

Mijn verblijf in Mir gedurende vijftien maanden gold ook als een oefening in langdurig verblijf in de ruimte, dus in feite als een soort voorbereiding op een reis naar Mars. Om de zeer belangrijke technische problemen op te lossen, schat ik dat we nog een drietal jaar werk hebben.

– In de ruimte groeien planten weelderig, maar chaotisch : ze spreiden hun stengels in alle richtingen. Het nageslacht van zintuiglijke wezens, zoals vogels, vertoont als gevolg van zwaartekracht nul ook afwijkingen. Met menselijke baby’s zouden de resultaten gelijkaardig zijn. Dat doet vragen rijzen over de mogelijkheid tot kolonizeren van de ruimte en andere hemellichamen.

– POLIAKOV : Ik wou zoëven niet beweren dat voortplanting van de mens in de ruimte volstrekt onmogelijk is. Ik wou slechts aantonen dat het moeilijk is om de gevolgen te voorspellen van zwangerschap onder zwaartekracht nul. Bij toekomstige verre ruimtevluchten kan het probleem overigens worden opgelost door het opwekken van een kunstmatige zwaartekracht. Dat kan door het laten roteren van het ruimteschip, waarbij de middelpuntvliedende kracht het effekt heeft van een vervangende zwaartekracht. Als er in die omstandigheden onderweg mensen worden geboren, zullen ze een normale lichaamsbouw hebben.

– Maar we kunnen geen kunstmatige zwaartekracht veroorzaken op de maan noch op Mars. Is daar dan wel een permanente aanwezigheid van de mens mogelijk ?

– POLIAKOV : Absoluut. Experimenten toonden aan dat een zwaartekracht van één zesde van de aardse volstaat. En het kan zelfs met nog minder zwaartekracht. Een andere vraag is dan weer en daarop kennen we het antwoord nog niet of er dan na verloop van tijd nog wel een weg terug is naar de aarde.

Lode Willems

Mensen in de ruimte. Eén zesde van de zwaartekracht van de aarde is voldoende om te overleven.

Valjer Poliakov : “Er is aan boord van een ruimteschip voldoende privacy. “

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content