Het Westen is een wereld vol dove oren, blinde ogen en stenen harten. Daarom hebben de Roma de zelforganisatie Opre Roma opgericht. Maar de voorzitter is een Belg: Wolf Bruggen. ‘Onze gemeenschap is er erbarmelijk aan toe.’
Enkele weken geleden trok de Gentse zelforganisatie Opre Roma aan de alarmbel: er waren verontrustende incidenten tussen Turkse jongens en Roma-meisjes. De groep Opre Roma wordt geleid door Wolf Bruggen, die zelf met een Roma-vrouw uit de Slowaakse stad Kosice getrouwd is. De militante vereniging ontstond in 1999 uit het protest tegen het uitwijzingsbeleid, dat toen vooral de Roma viseerde. De paars-groene regering wilde een krachtig signaal geven door een charter met 74 Roma naar Kosice terug te sturen. De mensen werden met een list naar het politiebureau gelokt, kregen een nummer op hun arm, en werden sofort naar Slowakije gedeporteerd.
Wolf Bruggen: ‘Wij zijn toen naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens gestapt, en België is scherp veroordeeld. Een groot deel van de 74 gerepatrieerden zijn al terug in België. Een uitwijzingsbeleid heeft weinig effect voor landen die slechts een busreis van hier verwijderd zijn. Degenen die in Kosice gebleven zijn, zijn er erger aan toe dan vroeger. Door hun verblijf in het buitenland kunnen ze geen beroep meer doen op bepaalde sociale rechten en uitkeringen. Ze leven in de beruchte gettowijk Lunik 9. In tegenspraak met de beloftes heeft België daar geen enkele hulp geboden.
‘In de maanden na de uitwijzing zijn wij zelf twee keer met een hulpmissie naar Slowakije geweest, maar dat heeft ons grote problemen bezorgd. De hulpgoederen moesten we aan de grens achterlaten. Mijn schoonvader werd twee maanden zonder aanklacht opgesloten. Hij kwam maar vrij door de procureur van Kosice smeergeld te betalen. In de Slowaakse pers en in het parlement werd het voorgesteld alsof onze organisatie de schuld was van de problemen. Ik werd zelfs openlijk bedreigd door een Slowaakse fascistische partij. Sindsdien zijn wij daar persona non grata.’
Hoe is het om als Belgische ‘gadjo’ of ‘burger’ een Roma-organisatie te leiden?
WOLF BRUGGEN: Ik voel mij een echte Rom, en ik denk dat de Roma mij ook zo zien. Al lang voor mijn huwelijk was ik aangetrokken tot de kleurrijke Roma-cultuur. Hun mentaliteit, hun levenswandel, hun tradities – ik vind mijn eigen identiteit daar helemaal in terug. Ik heb veel minder gemeen met de westerse burgermaatschappij. Maar mijn leiderschap heb ik moeten verdienen. Zeker de Slowaakse, Tsjechische en Bulgaarse Roma, die in Gent overwegen, aanvaarden niet makkelijk een hiërarchie. Het is ook een ziekte van sommige Roma-verenigingen dat de leiders meer hun eigenbelang nastreven dan het gemeenschappelijk belang. Dat is een overlevingsreflex, het gevolg van 500 jaar onderdrukking.
Hebt u misschien zigeunerbloed in de aderen?
BRUGGEN: Via mijn moeder heb ik naar het schijnt verre Roma-roots in Polen. Maar het woord zigeuner gebruiken wij nooit. Dat is een naam die de burgermaatschappij ons heeft gegeven, met een pejoratieve bijklank – zeker na de Duitse nazivervolgingen – en die het clichébeeld oproept van woonwagenbewoners, wat wij helemaal niet zijn. De Roma hebben in 1972 zelf voor de universele naam Roma geopteerd. Wij zijn een volk zonder land, maar met een eigen taal, cultuur, traditie, geschiedenis, tot en met een vlag, hymne, feestdag, enz. De Roma zijn tien eeuwen geleden uit India weggetrokken en over de wereld uitgezwermd. De Belgische Manoesjen en Roms zijn al eeuwenlang hier. Maar de 25.000 Oost-Europese Roma, waarvan 20.000 in Vlaanderen en Brussel, zijn vooral sinds het midden van de jaren negentig beginnen te komen.
Hoe is het om bij uw schoonfamilie in te wonen? Wat is de grootste aanpassing?
BRUGGEN: Het familie- en gemeenschapsleven. Onze deur staat voor iedereen open. Onze kinderen worden gemeenschappelijk opgevoed. De ouderen worden met het grootste respect behandeld. Op dat vlak hebben de Roma waarden waarvan de Vlamingen nog iets kunnen leren.
Enkele maanden geleden waren er beelden in de media van een piepjong Roma-meisje dat een gedwongen huwelijk in Roemenië moest ondergaan.
BRUGGEN: Ja, dat bestaat nog, zij het uitzonderlijk. Maar gewoon uithuwelijken is nog courant. Een Roma-dochter trouwt niet zonder dat haar ouders er het laatste woord over hebben. Mijn eigen vrouw Darina is ook vijftien jaar jonger. Traditioneel werden meisjes als rijp gezien vanaf hun eerste menstruatie, want zo is de natuur. En de natuur blijft heilig voor Roma. Natuurlijk zijn er ook steeds meer Roma die dat niet gezond vinden.
De laatste tijd zijn er voortdurend berichten over Roma in de kinder- en vrouwenhandel in Roemenië of aan de Tsjechisch-Duitse grens…
BRUGGEN: Ook in Gent en Antwerpen ken ik Roma in de prostitutie, zelfs in de kinderprostitutie. Maar dat zijn randverschijnselen die niets met de Roma-tradities te maken hebben. Ze zijn het gevolg van de slechte sociaal-economische positie waarin de Roma zitten, aan de rand van de maatschappij. Dat uit zich in schrijnende armoede, afschuwelijke huisvesting, hoge werkloosheid, hoog analfabetisme en slechte gezondheid. Er zijn 8 tot 12 miljoen Roma in Europa, maar hun levensverwachting is gemiddeld vijftien jaar lager en de kindersterfte twee tot driemaal hoger.
Wat is het grootste probleem van de Roma in Vlaanderen?
BRUGGEN: Geen wettig verblijfsstatuut. Ruim veertig procent van de Roma heeft geen papieren. En de groep uitgeprocedeerde asielzoekers groeit gestaag aan. De meesten blijven clandestien. Maar dan moeten ze overleven door zwartwerk. Straatmuziek, bloemenverkopen, bedelen, auto’s wassen, kranten verkopen. De handel in tweedehandswagens is erg in opmars. De Roma leven hier vooral in de achtergestelde buurten van de grote steden. Vaak in krotten van huisjesmelkers, maar dikwijls ook in kraakpanden zonder water of verwarming. Geen wonder dat veel kinderen ziek zijn. Ook het onderwijs blijft een knelpunt. Roma-kinderen worden maar al te vaak doorverwezen naar beroepsonderwijs of bijzonder onderwijs. Maar hun achterstand heeft meestal te maken met de sociaal-culturele achtergrond en niet met de individuele begaafdheid. Als Roma-organisatie voelen wij ons geviseerd. Zeker door de Dienst Vreemdelingenzaken in Brussel, maar ook door politiekorpsen die het vooroordeel hebben ‘dat het allemaal criminele zigeuners zijn’. Als wij een persconferentie geven, zit de politie op de eerste rij. We worden niet of nauwelijks gesubsidieerd, en na vijf jaar hebben we nog geen eigen lokaal gekregen. Daarom blijven we strijden voor erkenning. De naam van onze vereniging betekent ‘Roma, sta op!’ Wij zijn voor de multiculturele maatschappij, maar als we onze eigenheid moeten opgeven, doen we niet meer mee.
In de populaire pers wordt er weer volop geschreven over ‘stelende zigeunerbendes’…
BRUGGEN: Ik ben al blij dat het woord Roma steeds meer gebruikt wordt. Maar er bestaat natuurlijk een zekere criminaliteit, al is het nefast om dat te veralgemenen tot de hele gemeenschap. Het probleem zit vooral bij de Roemenen. Daar zijn er opleidingscentra waar men Roma ronselt om hen te leren stelen of bedelen. Desnoods bezorgt men hen een handicap om meer medelijden op te wekken. Maar als je dat vertelt, moet je ook de achtergronden uitleggen. Zeker in Roemenië is het leven in de Roma-getto’s nu bijna erger dan in Afrika. Maar in heel Oost-Europa zijn Roma de derde wereld naast de deur. Ze hadden het beter onder het communisme, toen er nog werk was en nog geen racistisch geweld. Maar de Europese Unie is blind en doof voor die realiteit.
Is de situatie in Gent nu bekoeld?
BRUGGEN: Er waren enkele incidenten, vooral in een jeugdhuis. Roma-meisjes werden door Turkse jongens aangevallen, en ook ikzelf heb in de klappen gedeeld. Sommige Turken zitten ook met het vooroordeel dat Roma-meisjes losse zeden hebben. Ik denk dat de al gevestigde migrantengemeenschap moet uitkijken om zich niet tegenover de Roma op te stellen zoals Vlaams Blokkers tegenover henzelf. Zij worden door die nieuwkomers in hun wijken natuurlijk met nieuwe samenlevingsproblemen geconfronteerd. De overheid moet daar meer rekening mee houden. Maar het is zeker niet allemaal negatief. Veel Roma zijn ook aangenaam verrast door de interesse en inzet van veel welzijnswerkers en leerkrachten hier. Dat is voor hen een totaal onbekend gegeven, waarmee ze in het begin soms moeilijk weten om te gaan.
Chris De Stoop
‘Als we onze eigenheid moeten opgeven, doen we niet meer mee.’