Patrick Martens

Rimpelrock op 23 augustus in Hasselt moet ‘een middel tegen de verzuring in de maatschappij’ zijn. Maar in de Limburgse cultuursector heeft dit in Europa unieke seniorenfestival een tegenovergesteld effect.

Met meer dan dertigduizend zakten ze in augustus vorig jaar af naar de festivalweide aan de Kempische Steenweg in de Hasseltse deelgemeente Kiewit, waar het jaarlijkse jongerenmuziekfestival Pukkelpop plaatsvindt. Die massa bood zich niet aan voor de loeiharde muziek van Therapy of 16 Horsepower, maar voor de eerste editie van Rimpelrock. Al in de ochtend stond een voorhoede van honderden senioren als een bende opgewonden pubers te dringen bij de ingang. Na het openen van de toegangssluizen naar het festivalterrein trokken ze, zeulend met strandstoelen, zonneschermen en koelboxen, een fikse spurt naar een voor hen gereserveerde area vlak voor het grote podium, om maar niets te missen van de optredens van onder meer Kid Creole and The Coconuts, Will Tura en Helmut Lotti. Voor de bewoners van het Hasseltse rusthuis Zonnestraal en andere bejaardentehuizen in de omgeving waren er dan weer speciale zitplaatsen zodat ook zij alles goed konden zien en horen. ‘Zo een festival is beter dan al die geneesmiddelen die we elke dag moeten slikken’, vatte een van hen de memorabele ervaring van Rimpelrock samen.

Volgens gedurfde ramingen kunnen op 23 augustus wel eens veertig- tot vijftigduizend man opdagen voor de tweede uitgave van Rimpelrock. Het succes van vorig jaar is alleszins ook veel senioren buiten Limburg ter ore gekomen. Vanuit Oostende, Antwerpen, Gent en enkele andere steden komen ze met bussen naar de Limburgse hoofdplaats. En omdat Hasselt de stad van SP.A-voorzitter Steve Stevaert is, is Rimpelrock opnieuw gratis. Ook dát maakt duidelijk deel uit van de aantrekkingskracht van het gebeuren.

‘Het idee om naast het jongerenfestival Pukkelpop een soort Rimpelpop voor ouderen te organiseren, is twee jaar geleden voor het eerst ter sprake gekomen in de Hasseltse seniorenwerking. Het werd snel opgepikt door Stevaert en het stadsbestuur’, zegt Chokri Mahassine, die voor de SP.A in het Vlaams parlement zetelt en een bekend festivalorganisator is. Met de vzw The Factory als vehikel en vanuit het kantoor van de Humanistische Jongeren in Leopoldsburg tekent hij voor de programmering van Pukkelpop, I Love Techno Outdoor en Rimpelrock.

Mahassine: ‘Een seniorenfestival past perfect in het denken van Stevaert. Het heeft geen zin om oudere mensen permanent te confronteren met hun kleine en grote zorgen. Die kennen ze zelf maar al te goed. Het is veel interessanter om hen aan te spreken met positieve verhalen. Steve, die altijd met de fiets naar Pukkelpop komt, had trouwens voordien al gemerkt dat veel senioren dan bij de festivalweide rondhingen en zich nieuwsgierig afvroegen wat er allemaal achter de omheining gebeurde. De uitdaging drong zich in feite vanzelf op: hoe kunnen ook zij samen iets bijzonders beleven? Hoe kun je in de zomer mensen uit het bejaardentehuis halen? Waarom zouden we geen soortgelijk festival voor hen organiseren?’

‘De principes voor Rimpelrock lagen snel vast. Het festival moest niet alleen gratis zijn, we wilden ook een professionele en feilloze organisatie. Voorts was het vooral zaak om een hype te creëren, zodat senioren die nooit een concert of een optreden bijwonen, zouden vinden dat ze er in Hasselt zeker bij moesten zijn en dat een festival niet alleen voor anderen is weggelegd. Vorig jaar is dat in elk geval aardig gelukt. Achteraf bleek overigens dat we eigenlijk maar één aspect echt onderschat hadden. Er was een parkeerterrein voor 1500 fietsen terwijl meer dan 6000 senioren met de fiets naar Rimpelrock waren gekomen.’

‘GEEN BEHOORLIJK BESTUUR’

Chokri Mahassine werkt voor Rimpelrock naar eigen zeggen met een budget van 550.000 tot 600.000 euro. Met uitzondering van een beperkte subsidie van het Hasseltse OCMW (12.500 euro) werd de eerste editie van Rimpelrock bijna volledig gefinancierd door sponsorende bedrijven (een brouwerij, een frisdrankengigant, een vliegtuigmaatschappij, een financiële instelling en een aantal cateringbedrijven). ‘Die werkwijze was toen haalbaar omdat je voor een nieuw initiatief zoals Rimpelrock, dat bovendien uniek is in Europa, heel veel goodwill kunt creëren. Maar je kunt dat op die manier wel maar eenmaal doen.’

Voor de editie van dit jaar krijgt de vzw Rimpelrock een subsidie van 420.000 euro van de Vlaamse overheid. Dat geld komt uit de pot ‘Impulssubsidies voor duurzame culturele initiatieven in Limburg’. Maar de toewijzing van dat bedrag door de Vlaamse regering op 18 juli heeft intussen een erg kritische golfslag in de Limburgse cultuursector veroorzaakt.

Om dit te begrijpen, moeten we terug naar eind 2001. In die periode lanceerde Limburger Marino Keulen (VLD) – toen nog Vlaams parlementslid, maar inmiddels Vlaams minister – een voorstel om voor Limburg een culturele intendant aan te stellen. Die moest de culturele achterstand van de provincie helpen wegwerken en een rem zetten op de exodus van ‘een culturele elite naar de grootsteden’. Maar het provinciebestuur, de directeurs van diverse culturele centra en andere Limburgse culturele ‘actoren’ zagen niets in dat idee. ‘Wij hebben geen culturele achterstand, er is wel een achterstand op het vlak van Vlaamse subsidies’, luidde de repliek in een open brief.

Keulen – en vanaf dan ook zijn SP.A-collega Mahassine – namen die reactie ter harte. Met de politieke rugdekking van een andere paarse tandem uit Limburg – Patrick Dewael (VLD, op dat ogenblik Vlaams minister-president) en Steve Stevaert (toen nog Vlaams vice-minister-president) – zochten ze een draagvlak om bijkomende financiële middelen naar de cultuursector in hun provincie te sluizen. Inspiratie vonden ze onder meer bij een impulssubsidie die Luc Martens (CD&V, in de vorige Vlaamse regering minister van Cultuur) had toegekend aan West-Vlaanderen.

In november 2002 waren Dewael, Stevaert, Keulen, Mahassine en ook Vlaams minister van Cultuur Paul Van Grembergen (Spirit) klaar met hun verhaal. Voor de ‘perifere regio’ Limburg werd in de periode 2003-2005 een globaal bedrag van 7,5 miljoen euro uitgetrokken om ‘een noodzakelijke inhaalbeweging op gang te brengen’ en om mogelijk te maken dat een aantal culturele initiatieven in de toekomst zelfbedruipend zouden zijn of alleszins een beroep zouden kunnen doen op reguliere subsidiestromen en bestaande cultuurdecreten. In een uitvoerige beleidsnota pleitte Van Grembergen voor ‘regionaal maatwerk’, omdat Limburg vooral op het vlak van de beeldende kunsten en de podiumkunsten ver achterop blijft. De provincie, aldus de nota, heeft geen grote centrumsteden waar kunstenaars, gezelschappen en orkesten goed gedijen of waar grootschalige evenementen samenhangen met de culturele geschiedenis.

Om de impulssubsidies te verdelen, werd vervolgens in overleg met de Limburgse cultuursector een reglement gemaakt (het geld mocht bijvoorbeeld niet gaan naar ‘bakstenen’) en een adviescommissie opgericht. Begin dit jaar werden 61 aanvraagdossiers ingediend. De commissie bracht uiteindelijk een positief advies uit voor 15 initiatieven. Omdat ze ‘Limburg op de kaart zetten op het gebied van erfgoed, theater, kunst, media en muziek’, ‘een decretale verankering kunnen verweren’ of ‘het kwalitatieve weefsel verstevigen’.

Behalve Rimpelrock (‘dit project heeft veel uitstraling en kan worden gezien als een middel tegen de verzuring in de maatschappij’, meende de commissie), kunnen zodoende bijvoorbeeld een ‘Huis voor Kunsten op Straat in Limburg’ (Neerpelt), een Kunsterfgoedfestival (Tongeren) en Villa Basta (een creatieve werkplaats voor jongeren in het voormalige hoofdgebouw van de mijnen in Houthalen-Helchteren) in 2003 een eerste maal op impulssubsidies rekenen.

In de besluitvorming dook er wel een rare kronkel op. Volgens de adviescommissie was het beter om dit jaar van een beschikbaar budget van ruim 2,3 miljoen euro maar 1,6 miljoen toe te kennen. Maar de administratie van Cultuur adviseerde de resterende 700.000 euro toch te verdelen om ‘de leefbaarheid van een aantal projecten’ te waarborgen. Het ‘Huis voor Kunsten op Straat’ steeg zo bijvoorbeeld van 125.000 naar 194.360 euro, het Kunsterfgoedfestival van 400.000 naar 512.710 euro en Villa Basta van 150.000 naar 249.705 euro. Rimpelrock maakt bij die administratieve omweg de grootste sprong (van 150.000 naar 420.000 euro).

Daar kon vooral de Inspectie van Financiën niet mee lachen. In een advies van 8 juli klaagde inspecteur-generaal Daniël Ketels niet alleen ‘de provincialisering van het cultuurgebeuren’ aan. ‘Dit is geen behoorlijk bestuur maar willekeur’, schreef hij in een vinnige nota. ‘De Inspectie van Financiën kan deze werkwijze absoluut niet gunstig adviseren’. Om alsnog groen licht van zijn collega van Begroting Dirk Van Mechelen (VLD) te krijgen, liet Van Grembergen daarop schriftelijk weten dat er geen sprake kon zijn van willekeur aangezien hij zich gebaseerd had op… het advies van zijn administratie. Op 18 juli werd de minister van Cultuur hierin gevolgd door de voltallige Vlaamse regering. Niet hijzelf, maar minister Keulen mocht ten slotte het blijde nieuws aan Limburg melden.

‘BULLSHIT’

Maar in de Limburgse cultuursector zijn ze helemaal niet blij. ‘Dit is een puur politiek verhaal. Met gerichte cultuurimpulsen kan iedereen akkoord gaan, maar niet met het lukraak uitdelen van cadeaus’, zo luidt het daar. ‘De kaarten waren trouwens al lang op voorhand geschud. In Tongeren – de stad van De- wael – was het financiële plaatje voor het Kunsterfgoedfestival in 2002 rond en daarbij werd toen al rekening gehouden met de impulsmiddelen. En wat Rimpelrock betreft: wat is de artistieke visie achter dat festival? Waarom moet er zo een grote hap uit dat budget naar Ste- vaert en Mahassine gaan? Is het op die manier dat de senioren naar de SP.A moeten worden gehaald? Als een stad of een provincie een gratis festival voor senioren wil organiseren, is dat prima, maar dan moeten ze daar zelf voor opdraaien. De organisatoren van de Lokerse Feesten doen het ook zonder subsidies en toch is hun inkomprijs maar 7 euro. De subsidie voor Rimpelrock zal bovendien Pukkelpop, dat enkele dagen later plaatsvindt, ten goede komen, want het gaat over hetzelfde festivalterrein en dezelfde logistiek.’

Dat laatste wordt ontkend door Mahassine. ‘Uiteraard maken we gebruik van onze ervaring en knowhow die we jarenlang hebben opgebouwd door de organisatie van Pukkelpop. Honderden mensen die dan meewerken, zetten zich ook in voor Rimpelrock. Voorts zijn het twee aparte initiatieven van aparte vzw’s.’ In het Belgisch Staatsblad van 27 juni is te lezen dat de vzw Rimpelrock werd opgericht op 1 april. Bestuurders zijn onder meer Patrick Breugelmans (de rechterhand van Mahassine voor Pukkelpop) en Marie Martine Peremans (de echtgenote van Mahassine).

Chokri Mahassine is ook furieus over de kritiek dat de verdeling van de impulsmiddelen een kwestie van politiek zou zijn geweest. ‘Ik vind al die verdachtmakingen bullshit. Dat is de stijl van: waar rook is, moet ook vuur zijn. Toen de Vlaamse regering besliste om 7,5 miljoen euro extra voor de cultuur in Limburg uit te trekken, was er geen sprake van een subsidiëring van Rimpelrock. Er is voor het seniorenfestival pas een dossier ingediend toen het reglement klaar was en omdat we meenden dat dit initiatief kon beantwoorden aan de criteria. De bedoeling is dat Rimpelrock over drie jaar een normale subsidie van de minister van Cultuur ontvangt. Het folkfestival in Dranouter en Sfinx in Boechout krijgen toch ook geld van de Vlaamse regering. Daarnaast blijven we sponsors aanspreken, want senioren vormen een groeiende en zeer interessante markt voor veel bedrijven.’

‘Een van de zure oprispingen is ook dat Helmut Lotti (Lotti is samen met Tura dit jaar opnieuw de blikvanger van Rimpelrock; in hun kielzog treden andere artiesten op zoals Freddy Birset, Lisa del Bo, Luc Steeno, Freddy Breck en Natalia, nvdr.) via het festival zou worden gesubsidieerd. Dat is flauwekul. Hoe is het optreden van Simple Minds vorig jaar of van Daniel Lanois dit jaar in Dranouter gefinancierd, denkt u? Wij vinden dat gewone mensen ook een keer een euro uit de subsidiepot mogen krijgen. Al die kritiek komt vaak van mensen die leven van cultuursubsidies. In het Vlaams parlement zeuren we elkaar de oren van het lijf over hoe mensen zouden kunnen worden bereikt met culturele en andere activiteiten. In de plaats van intellectuele palavers te houden, kun je beter iets concreets doen. Rimpelrock heeft duidelijk een sociaal-culturele functie. Het festival bereikt heel veel volk en draagt bij tot het bruto nationaal geluk.’

Die laatste uitdrukking heeft Mahassine – verwonderlijk is dat niet – opnieuw geleend van Stevaert, voor wie elk goed initiatief socialistisch is en dus gezellig moet zijn. Op de affiche van Rimpelrock 2003 ontbreekt in die zin wel een beetje één naam, die van Hasselaar, oud-politicus, musicus én socialist Willy Claes. Maar Claes is dan ook geen echte rocker.

patrick Martens

‘Zo een festival is beter dan al die geneesmiddelen die we elke dag moeten slikken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content