Philips sluit zijn hoogtechnologische fabriek in Hasselt. Brains verankeren niet langer. Na zijn massaproductie delokaliseert de globale economie nu ook haar kennis- en ontwikkelingscentra.
Limburg is zijn toekomstdroom kwijt. De Research Campus Hasselt verliest zijn substantie. Dat hebben ze in Amsterdam beslist, de koele cijferaars van de Koninklijke Philips Electronics. Tegen halfweg volgend jaar wil de elektronicamultinational zijn fabriek in Hasselt dicht. Die bijna vijftig jaar oude vestiging leek nochtans stevig in Vlaanderen verankerd, als internationaal competentiecentrum van de groep voor digitale optische gegevensopslag. Slimme medewerkers bedenken en ontwikkelen er allerlei nieuwigheden voor de markt van onder meer cd- en dvd-toepassingen. Daarmee vormt Philips Industrial Activities de kern van de kiemende hightechsector, waar de provincie Limburg al zoveel energie en geld heeft ingestopt. Het fiere researchpark verlept nu tot een noodlijdende economische ontwikkelingszone. Met vette subsidies in de hand staan de overdonderde Limburgers te lonken naar investeerders die de krater van Philips kunnen dempen.
Het begon een dozijn jaren geleden met beenhouwer Jan Timmer, die als nieuwe topmanager de Nederlandse gloeilampenfabriek wakker schudde. Zijn opvolgers presteerden nog kraniger, zodat Philips een reputatie opbouwde van harde saneerder. Fabrieken weg, activiteiten gestopt, tienduizenden werknemers eruit, productie naar Oost-Europa en Azië, kortom permanent afslanken en ontvetten om de winst te herstellen. De werkgelegenheid in Vlaanderen halveerde en nu gaat Hasselt er volledig aan. De vestiging sneuvelt in wat haar algemeen directeur Jan Konijnenberg omschrijft als ‘de wereldwijde reorganisatie van de componentenactiviteiten’.
De bedrijfsexcuses luiden dat het Hasseltse werk lijdt onder de zwakke economische conjunctuur en de concurrentie met de Oost-Europese lagelonenlanden niet aankan. Bovendien exporteren die Oost-Europeanen straks, als leden van de Europese Unie, belastingvrij naar de oude trouwe markten, waarschuwt de groep. Een groot stuk van de Limburgse activiteit verhuist naar Taiwan. In april al sloot Philips daartoe een samenwerkingsovereenkomst met de BenQ Corporation, voor de ontwikkeling en de productie van de digitale opvolger van de videorecorder. De gealarmeerde ondernemingsraad kreeg te horen: wat iemand anders beter kan, moeten we zelf niet doen. Bij die tabula rasa verliezen 957 mensen hun baan. Voor de 220 werknemers (van de 458) van de printplatenafdeling die in oktober aan de Amerikaanse onderaannemer Jabil Circuit werden mee verkocht, dreigt tegen eind volgend jaar de werkloosheid.
KAPITALISME PUR SANG
Waarnemend burgemeester Herman Reynders van Hasselt verwijt Philips ‘kapitalisme pur sang’. Juist, dat is de ingesteldheid die het topmanagement in het Amsterdamse Breitner Center koestert. De aandeelhouders hebben daar geen kritiek op, integendeel. De dood van Hasselt – die als ‘de versterking van de activiteiten Optical Storage’ aan de financiële wereld is gecommuniceerd – zal de verlieslatende afdeling over twee kwartalen weer winstgevend maken. Daar hebben grote beursbeleggers wel oren naar. En het drama van Hasselt? Voor de grootste elektronicafabrikant van Europa, met 192.000 werknemers in 60 landen, is de stad maar een stip op de wereldkaart. De groep – waar ook de Fransman Louis Schweitzer commissaris (bestuurder) van is, de topman van Renault die bij nacht en ontij de poort van Vilvoorde sloot, net als Karel Van Miert (K.A.L.H. van Miert in het organogram), de voormalige voorzitter van de Vlaamse socialisten en ex-Europees Commissaris – is tevreden over de jongste sanering. Na de slag in Hasselt denkt Philips het ergste achter de rug te hebben. Dit jaar zou al met winst worden afgesloten, wat uitzonderlijk is in de elektronicasector.
Terecht bekende de liberale Vlaamse minister van Economie Jaak Gabriëls in het parlement zijn machteloosheid. Geen overheid kan ondernemingen verplichten te blijven werken. De politiek kan ze alleen maar aanmoedigen met een flankerend beleid, met een ondernemingsvriendelijk klimaat. Voor Gabriëls en al zijn confraters in de westerse landen valt echter niets te beginnen tegen de nieuwe revolutie op de arbeidsmarkten. Totnogtoe verkasten globale ondernemingen alleen hun uitvoerende fabriekswerk naar de lagelonenlanden. Nu delokaliseert Philips hoog gekwalificeerd werk: onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten gaan naar Taiwan.
Goed opgeleide werknemers kunnen niet langer mutinationale ondernemingen verankeren. De Oost-Europese landen beschikken over goed geschoold volk, in Azië struikel je over de ingenieurs en de informatici. De globale economie zet een nieuwe stap, na de delokalisatie van de massaproductie volgt nu die van de gekwalificeerde arbeid. Blijven straks alleen nog de hoofdkwartieren en het topmanagement over in wat steeds meer onterecht de industriële landen heet. Die internationale arbeidsherverdeling heeft alles te maken met loonkosten en dure sociale bescherming. Bedrijven hebben ontdekt dat zij brains niet duur hoeven te betalen, ze kunnen die in economisch groeiende landen goedkoper vinden. De vertrouwenwekkende kennismaatschappij is zijn monopolie kwijt. Machteloze politici staan voor een angstwekkend fundamenteel probleem.
EEN BEDRIJF ZONDER FABRIEKEN
Een ander voorbeeld: de Gentse fabriek van de Franse telecomgigant Alcatel gaat dezer dagen dicht, de vestiging in Geel krimpt en elders in Vlaanderen laat de groep afvloeien. In totaal gaan 1073 banen verloren. Door deze en vorige saneringen halveert Alcatel-Bell in drie jaar zijn personeelsbestand. Dat klinkt in Parijs niet negatief. Topman Serge Tchuruk droomt immers van een bedrijf zonder fabrieken. Hij is al flink op weg, het internationale werkleger van de telecomreus daalt van 130.000 naar 60.000 banen en de bonden vrezen dat het daar niet bij blijft. De beurs applaudisseert, de koers van het aandeel stijgt evenredig met de daling van het aantal medewerkers.
Politici verkijken zich op dit soort toestanden. Eerste minister Guy Verhofstadt (VLD) noemde de sluiting van Hasselt een zware tegenslag en een menselijk drama. Voor de rest doet België het economisch goed, zelfs beter dan de buurlanden, feliciteerde hij zijn regering. Mogelijk, slechter presteren dan Duitsland kan moeilijk, het land verkeert in een recessie. Maar een onafhankelijke analist als Graydon waarschuwt dat 2002 een rampjaar wordt. Totnogtoe waren er al 6605 faillissementen, dat is het hoogste aantal sinds 1997. De werkloosheid schiet omhoog. In november waren er 380.000 uitkeringsgerechtigde volledig werklozen, 33.558 méér dan een jaar geleden. Eén op de tien mannelijke werknemers is werkloos.
Philips blijkt weinig te hebben gedaan om voor Hasselt vervangende werkgelegenheid te vinden. Vlaams minister van Economie Gabriëls klaagt erover dat de groep stroef deed in de gesprekken over een eventuele overname door een wereldspeler. En volgens burgemeester Reynders veegde het bedrijf alle inspanningen van het stadsbestuur voor een milde oplossing van tafel. Plaatselijk directeur Konijnenberg belt nog wel eens met Amsterdam. Maar hij kent het antwoord, de conjunctuur is slecht, Philips heeft geen werk over te hevelen. Enig pluspunt: 110 van de Hasselaars kunnen naar Eindhoven en er zijn enkele vacatures in Leuven.
Het is geen meevaller in de startende verkiezingscampagne voor de Limburgse excellenties, de Vlaamse minister-president Patrick Dewael (VLD), minister vice-president en Hasseltse bovenbaas Steve Stevaert (SP.A) en Jaak Gabriëls (VLD). Hun gepoch over een welvarend Vlaanderen is gecounterd door een sociaal drama in de eigen achtertuin. Ze kunnen nu op zoek naar technologiebedrijfjes om de hightech van Philips te compenseren. Gabriëls verkondigt contacten te hebben met een Vlaams bedrijf met connecties in de Verenigde Staten, waarover hij pas in januari meer kwijt kan. Het meest concreet is minister van Justitie Marc Verwilghen (VLD)… met een aanbod voor 321 vacatures in de nieuwe gevangenis van Hasselt.
Ook elders in Vlaanderen zijn de Philips-werknemers nu ongerust. De Belgische hoofdzetel in Brussel sust: de eerder te koop gestelde afdeling in Dendermonde blijft voorlopig toch draaien, in Turnhout en Brugge gaat alles goed. Turnhout is technologisch zeer hoogwaardig en niet met Hasselt te vergelijken en Brugge is ingesteld op een schommelende conjunctuur. Maar de vloer twijfelt. Tien jaar geleden waren er 13.000 werknemers, nu resten er nog maar 5600. Zou het kunnen dat Philips zijn vertrek uit België voorbereidt? Competentiecentrum zijn is in de globale groep geen garantie meer voor werkzekerheid. En Koninklijke Philips Electronics weet te verrassen. Het sloot indertijd de fabriek in Leuven achter de rug van de Belgische topman Urbain Devoldere, toen nochtans als voorzitter van het Verbond van Belgische Ondernemingen de patron van de patrons.
Guido Despiegelaere
Blijven straks alleen nog de hoofdkwartieren en het topmanagement over in wat steeds meer onterecht de industriële landen heet?