Régine Zylberberg 1929 – 2022
In de luxueuze Parijse seniorie Les artistes de Batignolles overleed de 92-jarige Régine Zylberberg. Misschien uitvindster van de discotheek. In elk geval bazin van een verbluffend imperium. Zij is geboren in 1929 in Anderlecht. Haar ouders, Poolse Joden, belandden na een mislukt avontuur in Argentinië in een klein rijhuisje achter het Zuidstation. Haar vader Joseph, een gepatenteerde zatlap, baat er een bakkerij uit maar verspeelt die aan de kaarttafel. Zo trekt het berooide gezin verder, naar Parijs. Régine is drie, haar broer Maurice – later textielbaron – nog jonger. Hun moeder neemt gedesillusioneerd de boot weer naar Argentinië.
De kinderen verblijven nu eens in opvangtehuizen, dan bij hun vader. In de oorlog duiken de Zylberbergs onder. Régine belandt na een mistroostige odyssee in een bejaardentehuis in Lyon. Ze valt voor de zoon van de uitbaters. ‘Op 6 juni 1944 ging Claude zijn oom de opperrabbijn zeggen dat hij met mij zou trouwen als ik 15 werd. Op de terugweg is hij door de Duitsers opgepakt en vermoord.’
Na de oorlog neemt haar vader een verpauperd café over in de Parijse wijk Belleville. De dochter belandt achter de kassa en serveert er strudel. In 1947 trouwt ze met een leerbewerker. Niet uit liefde. In haar memoires heet het: ‘Hij bleef mij maar schoenen en handtassen geven en ik wilde weg bij mijn vader, dus…’ Het koppel krijgt een zoon, maar op haar 19e scheiden ze. De jonge moeder gaat in Juan-les-Pins in een boetiek werken. Aan de Côte d’Azur leert ze de beau monde kennen. ‘Ik had maar één doel meer: ooit op die sterren lijken. Spreken zoals zij, bewegen zoals zij, lachen zoals zij. Ik was 20 en klampte me aan die droom vast.’
Eerst de benen
Zo belandt ze terug in Parijs en in de Whisky à Gogo, een club en de tweede woonkamer van schrijfster Françoise Sagan. Régine werkt er als serveuse, later gerante en – zoals ze claimt maar daar bestaat gerede twijfel over – als eerste dj ooit. In dure clubs speelt dan een orkest, de mindere doen het met een jukebox. Maar dat geeft herhaalde of slechte muziek of dode pauzes. La p’tite Belge koppelt twee jukeboxen aan elkaar – in feite draaitafels – waar de barman of -vrouw platen oplegt. Dat levert continu dansmuziek.
In 1957 opent ze met geleend geld haar eerste club, Chez Régine , in een benepen souterrain. ‘Van achter de bar zag ik eerst de benen van klanten op de draaitrap. Ik herkende ze aan hun schoenen’, zegt de rosse, flamboyante onderneemster. In het art-deco-interieur zitten een glazen dansvloer, veel spiegels, kleurrijk geflikker in draaiende discobollen aan het plafond… Ook nieuw: alle dranken kun je per fles kopen. Er heerst een strikte dresscode en het bordje volzet hangt al op de deur ook als de tent maar half vol zit. Succes is perceptie. Ze sleept le tout Paris uit de Whisky à Gogo mee en Chez Régine blijkt een weergaloos succes.
In 1961 opent ze in Cannes een tweede Chez Régine en in het Parijse Montparnasse de New Jimmy’s, waar ze de hoofdstad de chachacha en de twist met balorige Amerikaanse muziek bijbrengt. Haar appartement boven dient als salon litéraire. In die jaren zestig begint Zylberberg aan een carrière als zangeres van vooral smartlappen. Haar klanten – van Serge Gainsbourg tot Charles Aznavour – leveren haar muziek, teksten, contacten en contracten. Ze staat snel in zalen als l’Olympia of Carnegie Hall in New York. Ze zal net geen 90 singles en 11 lp’s uitbrengen.
Avonturen met Jacques Brel, Omar Sharif of Gene Kelly vergeet Régine als zij in 1969 – ze wordt dan Frans staatsburger – trouwt met de Philips-ingenieur Roger Choukroun, met wie ze 30 jaar samenblijft. In die tijd ontdekt ze ook de franchising. Partners blijken bereid tot een half miljoen dollar als eenmalige fee plus omzetcommissie te betalen voor hun eigen Chez Régine. Zo komen er 23 feesttempels in Londen, Istanbul, Marbella, Rio, Miami, Montreal, Genève. Hetzelfde concept past ze toe voor parfums, restaurants, cruises… Slechts een paar clubs beheert ze zelf, bijvoorbeeld in New York, waar ze lang resideert. Midden jaren 80 schat New York Magazine haar omzet op een half miljard dollar.
Drie artsen
Régine Zylberberg werkt ontiegelijk hard, danst en partyt letterlijk de wereld rond. Overal verschijnt ze met een gekleurde boa rond haar nek, een zeldzame keer een echte die ze van regisseur Franco Zeffirelli kreeg. Op de Concorde tussen Parijs en New York is zij de beste klant. Ze houdt zich in conditie met gevechtssporten, de fitnesshype tae-bo en de hulp van drie artsen die op haar loonlijst staan.
Maar in de jaren negentig komt de klad erin. Een overgenomen vijfsterrenhotel in Nîmes krijgt ze niet op de rails. Idem voor Le Palace, een Parijse danstempel die dicht moet wegens drugsproblemen. En: ze houdt te lang vast aan haar achterhaalde, barokpluchen concepten. In 2003 stoot ze alle clubs af. Zingen blijft ze doen tot in 2016 – ze is dan 87. In de zomer woont ze in Saint-Tropez, anders in Parijs waar ze haar zaakjes en vzw’s (vooral rond drugsgebruik) beheert en soirees organiseert. Eind vorig jaar trekt ze naar een seniorie, waar ze met een voorgeschiedenis van hartklachten overlijdt. Na een exceptioneel leven dat vorige week de frontpagina van The New York Times haalde.
Geschatte omzet: een half miljard dollar.