Een nieuw album van Radiohead is altijd een geschenk uit de hemel. Als het orkest van de Titanic begeleiden ze een verloren generatie.
Niets zo leuk als een onverwacht cadeautje. Niet omdat je jarig bent, of omdat je op een dronken avond seks hebt gehad en negen maanden later ouder werd – nee, gewoon, zomaar, omdat je bestaat. A Moon Shaped Pool, het nieuwe album van Radiohead, deed mijn zondag grijs opgloeien. Niet helemaal onaangekondigd, maar de band weet je altijd de pas af te snijden, en hoewel elke nieuwe plaat een vreugdedansje ontlokt, zie ik er telkens tegenop: wat zullen we deze keer krijgen? Sinds ze het geijkte rockpad hebben verlaten, vergt elk album een inspanning en veel luisterbeurten voor het indaalt. Eens dat gebeurt, zit het verankerd in je hart en blijft het je achtervolgen als een boosaardig spook.
Radiohead voorziet Generatie X van een soundtrack. De verloren generatie die de Berlijnse Muur zag vallen, even in een interbellum van bescheiden hoop leefde door de globalisering en het internet, maar op 11 september weer onthutst wegzonk in een cynische sluimer. De generatie die de rommel van de babyboomers probeert op te ruimen, zij het met gepaste tegenzin. De generatie die zweemt tussen depressie en verzet.
Radiohead belichaamt dat unheimliche gevoel perfect. Neem er voor het gemak de tekst van meezinger Karma Police bij: uitgeputte kantoorslaven die waarschuwen om niet met hen te klooien, maar na die symbolische opstand weer in lethargie verzinken. Het individu dat zich verpletterd weet onder het gewicht van de buitenwereld, maar toch nog een dichtregel neuzelt.
Het valt op hoe gretig muziekrecensenten zich op elke nieuwe plaat storten. Eindelijk nog eens een popplaat die hoog grijpt, die dwarsligt, cryptische sleutels bevat in tekst en melodie en die simpelweg muziek als kunstvorm bevestigt. Weinig hedendaagse bands worden aan paginalange essays onderworpen – lees zeker het stuk van de Amerikaanse auteur en criticus Mark Greif op de site van het literaire blad N+1 over de band. Greif publiceert dit najaar trouwens zijn essaybundel met de veelzeggende titel Against Everything.
Na het heengaan van enkele iconen begint Radiohead stilaan alleenheerser te worden in het muzikale landschap. Dat epigonen als Coldplay en Muse trieste en bombastische karikaturen van zichzelf zijn geworden, versterkt die positie alleen maar. Hoewel goed georkestreerd lijkt hun antimarketing hen een aura van authenticiteit te verlenen, zowat de heilige graal van deze tijd. De gebruikelijke promopoeha lijkt niet aan hen besteed, hoewel ze ondertussen de status van – opgepast, heel slechte vergelijking op komst – U2 hebben bereikt.
Het zal hen, en de luisteraar, worst wezen. Met A Moon Shaped Pool krijgen we weer een shot donkere poëzie in de aderen gepompt. We kunnen weer een tijdje verder.
Roderik Six
‘Radiohead is een band voor een generatie tussen verzet en depressie.’