Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Dit weekend wordt op Royal Saint George’s de British Open golf gespeeld. Royal Saint George’s ligt een paar kilometer oostwaarts van Sandwich. Wat zullen we daar weer krijgen?

Nu hebben we alles gehad: een Canadees die de Masters wint. Het was half april in Georgia, toen Mike Weir na een sudden-death play-off met Len Mattiace de Masters op zijn naam schreef. Tiger Woods, de voorbestemde winnaar die als eerste in de geschiedenis drie jaar na elkaar het begeerde groene jasje in de wacht kon slepen, eindigde op een voor hem beschamende vijftiende plaats. Een eerste rondje, weliswaar door de regen verstoord, van 76 en een slotrondje van 75… bon, die Woods mag dan al een en ander gepresteerd hebben de voorbije jaren, het is niet door er met zijn door Nike gesponsorde pet naar te gooien dat hij het record van Jack Nicklaus zal verbeteren. Dat record is achttien majors, Woods is voorlopig aan acht.

In Augusta sneuvelen de meesten sinds jaren op Amen Corner, de wereldberuchte holes 11, 12 en 13. Wie niet kan golfen, moet daar wegblijven. En wie wel kan golfen ook. Maar op Augusta is er ook nog ‘Flowering Peach’, de derde hole. Daar had tot nu toe niemand bij stilgestaan, maar Flowering Peach heeft dit jaar Tiger Woods kleingekregen. Ook Jeff Maggert, lange tijd leider in de Masters, ging op dezelfde hole onderuit. Toen Woods in de slotronde op de tee van de bewuste nummer 3 verscheen, stond hij op drie strokes van de leiding, en zat de historische derde opeenvolgende Masterstitel er nog altijd in.

Flowering Peach heeft vier zandbunkers in een kluitje bij elkaar aan de linkerkant, en aan de rechterkant staan een paar dennenbomen en de voor Augusta zo typische azaleabedden. Het was daarin dat Woods terechtkwam na een kort meningsverschil met zijn caddie over welke club hij moest nemen: de driver of de ijzeren 2. Woods wou ijzer, caddie Steve Williams drong aan op de driver. Woods gaf toe en zag zijn teeshot gedragen door de wind tot zijn afgrijzen in een woud van dennennaalden net naast een azaleaperk terechtkomen. Voor hij op de green lag, was hij al aan par en toen de bal binnenrolde, mocht hij een double-bogey op zijn scorecard invullen. Weg Masters. ‘Het is niet gemakkelijk om drie keer na elkaar de Masters te winnen’, zuchtte Woods na afloop tegen een horde gretige verslaggevers. ‘Het bewijs is dat nog niemand het heeft gekund.’ Er bestaat een logica waartegen ook de meest inventieve geest niets vermag.

LUISTER NOOIT NAAR CADDIES

Even later sloeg toernooileider Jeff Maggert op dezelfde derde hole op advies van zíjn caddie wél met een ijzeren 2, en belandde aan de andere kant van de fairway in de bunkers. Had een triple-bogey nodig! Ze hebben Jeff ’s avonds naar het sanatorium gevoerd. Wij kunnen het niet genoeg herhalen: luister nooit naar caddies. ‘Het enige wat je een caddie mag vragen, is hoe laat het is, en dan nog check je beter bij een van de omstaanders’, schreef Jim Murray in een handleiding voor golfers.

Niemand wordt uit vrije wil caddie. Men wordt caddie omdat men te slecht is om zelf golfer te zijn. Zoals men alleen journalist wordt omdat men datgene waarover men oordeelt zelf niet kan. ‘Wat moet ik nu nemen?’, vroeg de grote Harry Vardon eens toen hij een bijzonder slechte partij aan het spelen was. ‘De trein van kwart over vier, sir’, antwoordde zijn caddie, die het volgende toernooi als toeschouwer mocht bijwonen.

Bij Sam Snead was het een ritueel, bijna een vorm van bijgeloof. Net voor hij op de eerste tee stapte, ging Sam voor zijn caddie staan en sprak: ‘Als ik straks zou vragen welke club ik moet nemen, kijk dan de andere kant op en geef vooral geen antwoord.’ Sam kwam eens terug van een toernooi in Japan, waar hij een vrouwelijke caddie van één meter vierenvijftig toegewezen had gekregen: ‘Na de zevende hole heb ik de meeste clubs achtergelaten en droeg ik zelf mijn tas, met de caddie erin.’

Als een golfer goed speelt, zegt zijn caddie: ‘We hebben goed gespeeld.’ Loopt het verkeerd, dan klinkt het: ‘Hij was slecht vandaag.’ Ironman Avery, die de clubs droeg van de legendarische Arnold Palmer, beweerde altijd: ‘Arnold en ik werken als een team. Ik geef hem de club, en hij slaat de bal binnen.’ Filmacteur Jack Lemmon, een graag geziene gast op tal van pro-am- demonstraties, werd meestal gekoppeld aan caddie Don Christopher. Die vertelde: ‘Jack is het meest ontspannen als de bal in een boom hangt. Dat soort shots is hij het meest gewoon.’ En Lee Trevino had een caddie, Herman Mitchel, die 135 kilo woog. ‘Buitengewoon handig’, beweerde Lee. ‘Bij het putten wijkt de bal altijd af naar de kant van de green waar Herman staat.’

DE KUNST VAN HET PUTTEN

Woods en Maggert mochten het dankzij de slechte raad van hun secondanten schudden, en zo werd Mike Weir de eerste Canadese winnaar van de Masters. Dankzij magistrale putts op zes van de laatste zeven holes. Het belang van putten kan niet worden overschat. Het heeft weinig zin een bal in twee of drie keer op de green te leggen, als je hem vervolgens het gat niet in krijgt. Anderzijds zijn er spelers, zoals steller dezes, die hun wonderbaarlijke talent voor putten nooit kunnen demonstreren omdat ze voor donker niet op de green geraken. Een combinatie van de twee vaardigheden strekt vanzelfsprekend tot aanbeveling, en het is precies dat wat mannen als Tiger Woods voor hebben op mannen als uw, althans op de golfcourse, nederige dienaar.

Putters kunnen mensen tot waanzin brengen. We hebben het dan niet over Ingrid de Putter, die dat op haar manier ook doet, maar over de club die speciaal ontworpen is om de bal een eindje in de richting van de hole te tikken. Zo staat het althans omschreven in het voor elke beginnende golfer moedgevende zakboekje: ‘Uit de bunker in de boom.’ De putter is als de keu van een biljarter: een precisie-instrument. En net zoals een biljarter liefst zijn hele carrière zou spelen met die ene keu die hem goed in de hand ligt, zo zijn golfers als bezeten op zoek naar die ene putter. Maar zelfs de besten slagen er niet altijd in die te vinden. Arnold Palmer had er acht. Zijn caddie noemde dat: ‘Een tas vol twijfel.’

Het verhaal van Ky Laffoon is alom bekend. Hij sprong ooit in een naast de green gelegen vijvertje, duwde zijn putter vijf, zes keer onder water en schreeuwde als een razende: ‘Verdrink smeerlap!’ Die Laffoon was niet goed bij zijn hoofd, hoewel velen in gedachten nog honderd keer ergere dingen met hun putter zouden willen doen.

Vroeger heette het dat de grote Ben Hogan nuttige tips gaf om het putten te verbeteren. Vanzelfsprekend tegen betaling, want Ben was zoals elke golfprof nogal hebberig. Velen maakten van zijn diensten gebruik, maar niemand was bereid het geheim voort te vertellen. Tot een verontwaardigde amateur aan een journalist zijn verhaal deed: ‘Ik had hem gevraagd hoe ik mijn putting moest verbeteren. Hogan stak eerst mijn vijfhonderd dollar in zijn zak, nam mij apart, keek argwanend rond of niemand stiekem meeluisterde, en fluisterde toen in mijn oor: je moet de bal dichter bij het gat slaan.’

PREMIER AAN DE LIJN

Weir eindigde ex-aequo met Len Mattiace, en in de Masters betekent dat een sudden-death play-off, beginnend op de tiende hole. Eindigend op de tiende hole ook, want Mattiace belandde met een geriskeerd tweede shot tussen de bomen en zag een mogelijk unieke kans om op de erelijst van de Masters te belanden in rook opgaan. Vooraleer Weir zijn groene jasje in ontvangst mocht gaan nemen, had hij al een juichende Canadese premier Jean Cretien aan de lijn. Op vakantie in de Dominicaanse Republiek, maar niettemin had hij elk shot gevolgd.

U weet dat in golf statistieken over alles worden bijgehouden. En die wezen uit dat Weir nog maar de tweede linkshandige major-winnaar uit de geschiedenis was. Wist u dat? De vorige was Bob Charles, in 1963 op de British Open op Royal Lytham. Bob, die in tegenstelling tot zijn naamgenoot Ray een bijzonder scherp zicht had, kwam uit Nieuw-Zeeland. Men kan nu veel onder de noemer ’toeval’ rangschikken, maar niet alles. Twee linkshandige winnaars, een Canadees en een Nieuw-Zeelander, twee keer mannen van het Britse Gemenebest.

Toen hij 13 was, schreef Mike Weir een briefje naar de grote Jack Nicklaus met de vraag of hij toch niet beter rechtshandig zou leren golfen. En nu komt het, de Golden Bear schreef een briefje terug: ‘Niet doen.’ En met die goede raad heeft hij nu zelf zijn voordeel gedaan, want omdat Weir de Masters won, won Woods ze niet, en blijft het record van achttien majors van Nicklaus weer wat langer overeind.

Woods leek lange tijd aan een sukkelseizoen bezig, voor zijn doen toch. Tijdens de Deutsche Bank Open in Hamburg eindigde hij zowaar achter onze landgenoot Nicolas Colsaerts, twintig pas en al enkele jaren beloftevol bezig in het Europese circuit. In de US Open, op Olympia Fields in Chicago, werd Tiger pas twintigste, drie boven par, op elf strokes van de verrassende winnaar Jim Furyk. De eerste doemconclusies doken al op. Maar ze zijn voorbarig. Vorige week was Woods alweer superieur winnaar van de Western Open in Lemont. Zijn 38e PGA-toernooiwinst uit zijn carrière, zijn vierde dit seizoen. En vooraleer u daar de schouders voor ophaalt, duiken wij in weer andere statistieken, en die leren dat Woods de eerste golfer in de geschiedenis is die vijf jaar op rij vier of meer toernooien wint. Dat deden zelfs Jack Nicklaus, Ben Hogan en Arnold Palmer hem niet voor.

Maar op de US Open was hij zwak, zonder meer. Furyk won, al wordt zijn swing door kenners beschouwd als het voorbeeld bij uitstek van hoe het niet moet. Zoals Michel Pollentier op zijn fiets zat, zo slaat Furyk de lange ballen. Erg is dat niet, sir Walter Simpson, auteur van het lijvige standaardwerk The Art of Golf, schreef: ‘Er is maar één ding van essentieel belang bij de swing: zorg dat je de bal raakt.’ Met een swing is het immers zoals met seks: wie er te veel bij nadenkt, brengt er niets van terecht. En dus liet vader Furyk, een teach-ing pro, zijn zoon rustig doen. Dat dit de juiste methode was, bleek toen hij vorige maand in Chicago de winnaarscheque van een miljoen dollar in ontvangst mocht nemen. En dat terwijl Britse puristen tot voor kort Furyk aanraadden om het met zijn manier van slaan eens in het cricket te proberen.

Dat doet ons trouwens denken aan een boek over cricket, waarin wij net hebben gelezen over een van de all-time greatest: doctor William Gilbert Grace, de beste batsman die Gloucestershire ooit heeft gekend. U vindt zijn foto bij dit stuk: een echte woeste baardmens. ‘De vuilste nek waarachter ik ooit een wicket heb verdedigd’, liet burggraaf Cobham zich ooit ontvallen. Over Grace schreef Edmund Clerihew Bentley, de geestelijke vader van detective Trent en de grote expert van het vierregelige ‘knittelvers’, dit zalige gedichtje:

Dr. W.G. Grace

had hair all over his face.

Lord how the people cheered,

when a ball got lost in his beard.

Zeg nu zelf: is dit nog te overtreffen? Nee toch? Of we zouden het al moeten gaan zoeken in de edele kunst der limericks :

While Titian was mixing rose madder,

his model sat nude on the ladder.

Her position to Titian,

suggested coition.

So he climbed up the ladder and had her.

Wat cricket betreft, beperken wij ons tot de beroemde uitspraak van wijlen premier sir Alec Douglas Home: ‘Oh God, als er cricket is in de hemel, laat er dan ook regen zijn.’

VROUWEN OP DE TEE

Vooraleer u los te laten voor de British Open van dit weekend, moeten we nog even stilstaan bij een van de historische uitschieters van het lopende seizoen: de deelname van de Zweedse Annika Sorenstam aan de Colonial Open in Fort Worth in Texas. Het was 58 jaar geleden dat een vrouw aan een PGA-toernooi deelnam. De gelukkige toen was Babe Zaharias, die van Noorse afkomst was en met haar meisjesnaam Mildred Didrikson heette. Ze werd ‘Babe’ genoemd naar de mannelijke baseball- legende Babe Ruth, omdat ze in een baseballmatch voor mannen eens vijf home-runs sloeg. Ook in de huidige page- three-betekenis van het woord mocht Mildred aanspraak maken op de omschrijving ‘babe’.

Op de golfcourse was ze een echte publieksspeelster, die maar één doel had: de frontpagina. Zo lezen wij toch in de vakliteratuur, want zelf hebben wij haar nooit zien spelen. Anders zouden we het nu niet meer kunnen vertellen. Babe was niet alleen goed op de baan, ernaast was ze nog beter. Grote mond, geestige oneliners… kortom: de Louis Tobback van het vrouwengolf, maar groter van gestalte. Haar zelfvertrouwen was onaantastbaar. Babe kon tegenstandsters de stuipen doen krijgen met één welgemikte opmerking, zoals: ‘Tiens, hou jij je putter altijd zo vast?’ En vóór elke wedstrijd vroeg ze aan de journalisten wie volgens hen tweede zou worden.

Zaharias was een fenomeen zonder weerga. Ze was niet alleen zeer bedreven in golf, maar was ook outstanding in tennis, basket, baseball, zwemmen, biljarten, en vooral atletiek. In het basket bracht ze het tot de American All-Stars, en in de atletiek vestigde ze tal van wereldrecords waarvan eens vier op één middag. Tijdens de nationale kampioenschappen won ze in haar eentje het ploegenklassement!

Op de Olympische Spelen van 1932 in Los Angeles behaalde Mildred twee gouden en één zilveren medaille. Goud in het speerwerpen en de 80 meter horden, zilver in het hoogspringen waar ze gelijk eindigde met Jean Shiley, maar geflikt werd door de jury, die haar duiksprongstijl pas bij de barragesprong in strijd met de reglementen noemde en haar naar de tweede plaats verwees. Kanttekening bij dat alles is dat er in die tijd natuurlijk niet zoveel vrouwen aan sport deden als nu. Aan de Spelen van Los Angeles namen slechts 126 vrouwen deel en er waren maar drie disciplines: atletiek, schermen en zwemmen.

Mildred Didrikson begon pas op haar 21e te golfen en leerde haar man George Zaharias, een gewezen beroepsworstelaar, kennen toen ze in 1938 een eerste keer deelnam aan een mannentoernooi waar ook hij was ingeschreven. Omdat ze in het golf als professional gold, mocht ze niet langer uitkomen in de atletiekcompetities waarin alleen amateurs aantraden. Volgens Babe was golf het hoogste genot dat je kunt bereiken zonder je kleren uit te trekken.

Zaharias werd door Associated Press zes keer uitgeroepen tot sportvrouw van het jaar, en tot de grootste vrouwelijke atlete van het eerste deel van de twintigste eeuw. Ze was een symbool voor de vrouwenemancipatie, al vroegen sommige afgunstigen zich openlijk af of ze geen man was. Nog meer afgunstigen beweerden dat ze alleen om die roddel te ontkrachten met George Zaharias getrouwd was. We zullen het nooit weten, maar Babe zelf heeft later wel eens over George gezegd: ‘Toen ik hem trouwde, was hij een Griekse god. Nu is hij alleen nog een Griek.’

In het golf lag ze mee aan de basis van de opbloei en het overleven van de LPGA, de Ladies Professional Golfers Association. In 1945 kwalificeerde ze zich voor de eindtabel van de Los Angeles Open bij de mannen, overleefde de cut, maar strandde op een slotrondje van 79. Bij de vrouwen won ze 82 toernooien, waaronder tien majors. Ze stierf op haar 45e, geveld door kanker.

FORT WORTH IN DE LEGENDE

Annika Sorenstam, de nummer één uit het huidige vrouwengolf, stapte bijna zestig jaar later in de voetsporen van Babe Zaharias. Kwalificeerde zich voor The Colonial Open in Fort Worth, waarna de discussies tussen voor- en tegenstanders hoog oplaaiden: mag een vrouw deelnemen aan een mannentoernooi? Elke lezer oordele naar eer en geweten. Feit is dat Annika op de Colonial, onder gigantische mediabelangstelling, een uitstekende eerste ronde neerzette. Ze pakte uit met één birdie, vijftien pars en twee bogeys, en sloot af in 71, één boven par.

Dat was zes strokes minder goed dan de leiders na de eerste dag, en bracht haar op de 74e plaats van de stand. Een prima prestatie, gezien de druk waaronder ze moest spelen. Die werd de tweede dag alleen maar groter. Massa’s toeschouwers en alle aasgieren van de pers in de nek, dat zijn niet de ideale condities om golf te spelen. Sorenstam eindigde in vier boven par, vijf met de eerste ronde erbij geteld, wat ruim te veel was om de cut te overleven. Een week later won ze weer gewoon een toernooi in de LPGA-Tour. Alleen om haar te zien, zakten 25.000 toeschouwers naar dat toernooi af.

De mannen in Fort Worth hebben nadien hun best gedaan om Annika zo snel mogelijk te doen vergeten. Justin Leonard realiseerde bijna een wereldsensatie door zijn slotronde af te haspelen in 59 slagen. Dat hebben er in de hele geschiedenis van de PGA slechts drie gekund: Al Geiberger, Chip Beck en David Duval. Bij de vrouwen, afslaand op de vrouwentee, bracht Sorenstam het als enige voor elkaar. Leonard stond dus kort bij een historische stunt, maar werd op de achttiende verraden door zijn zenuwen: een bogey en 61 op zijn card. Wat natuurlijk nog altijd sensationeel goed was. Toch won niet hij, maar Kenny Perry The Colonial. ‘Ik sta nu voor eeuwig in de golfboeken’, stelde die na afloop tevreden vast. ‘Al is het dan als de kerel die Annika’s toernooi heeft gewonnen.’

OPGELET VOOR SAINT GEORGE’S

Tot slot willen wij iedereen waarschuwen: Royal Saint Geor-ge’s is geen gemakkelijke baan. Integendeel, het is een van de verraderlijkste van Engeland. Zelfs Jack Nicklaus liet zich compleet verrassen en sloot er in 1981 de eerste ronde van de British Open af met 83 slagen. Het is toen dat de BBC-commentator de historische woorden sprak: ‘Ik heb altijd gehoopt eens een rondje te kunnen spelen als Jack Nicklaus. Vandaag is het gelukt.’

De meeste greens kun je vanop de tee enkel raden, en zelfs de Duitsers hadden geen bunkers als op Royal Saint George’s. Hell’s Bunker op de vierde is letterlijk en figuurlijk een van de betere valkuilen in de wereld van de golfbanen. Vermelden we nog dat op de zestiende Tony Jacklin de eerste hole-in-one sloeg die live op televisie te bewonderen was. Het terrein glooit ook vervaarlijk op en neer, maar daar klagen golfers altijd over. Jimmy Demaret schreef in Golf Magazine: ‘De meeste golfers klagen al als ze op de bedsprei van Dolly Parton moeten spelen.’

Koen Meulenaere

‘Golf is het hoogste genot dat je kunt bereiken zonder je kleren uit te trekken.’

Babe vroeg vóór elke wedstrijd aan reporters wie volgens hen tweede zou worden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content