Antonio Lobo Antunes houdt de lezer met ?Het handboek van de inquisiteurs? een gebarsten spiegel voor : hoe taal gaat gonzen.

H et handboek van de inquisiteurs? dankt zijn status van literair meesterwerk aan zijn toon, ritme en muzikaliteit. Zo wou het de Portugese schrijver Antonio Lobo Antunes : de esthetiek primeert op de politiek. Maar de roman gaat natuurlijk wel over politiek, over Portugal. Het op zich al dramatische contrast tussen de nog niet vergeten, op naakte autoriteit en angst gebaseerde samenleving van vóór de Anjerrevolutie (1974) en de hedendaagse haast om mee te zijn met de vaart der volkeren, ligt er voor het grijpen. Portugal is een land dat in meer dan één opzicht last heeft van een zich niet aan de nieuwe snelheid aanpassende traagte.

Zo kan Lobo Antunes met zijn boek over de Anjerrevolutie bijna een kwarteeuw na datum actueel zijn. De inquisiteurs voor wie hij dit handboek schreef, zijn wij, de lezers. We krijgen voortdurend stemmen te horen. Soms lijken het wel uitgeschreven interviewbandjes, met hier en daar een voor de auteur bestemde opmerking als : ?laat dit maar weg? of ?hoe zal ik het anders formuleren?. Maar er wordt niets weggelaten en ook de eerste formuleringen blijven staan. We horen de aanklagers, aangeklaagden en getuigen in het proces van een heel tijdsgewricht. De omwenteling van 1974 vormt de spil ; het boek beslaat dus zowel de tijd van rechtse dictatuur en grootgrondbezit, als de linkse machtsovername en de schijnbare vrijheid die daarna haar intrede deed. Lobo Antunes laat geen voorkeur blijken. Hij is de man die alles noteert en laat het uiteindelijke oordeel over aan ons, inquisiteurs.

TWINTIGTONNERS EN STOOTKARREN

Natuurlijk worden het machtsmisbruik, de corruptie en de folterpraktijken van het Salazar-regime aangeklaagd. Maar tegenover de nieuwe vormen van onvrijheid, eigen aan het kapitalisme waarin de Portugezen uiteindelijk terechtkwamen, is Lobo Antunes al even kritisch : hij heeft vooral oog voor uitgerangeerden en kanslozen. Alles bij elkaar is er, zo lijkt hij te suggereren, weinig vooruitgang geboekt.

Akkoord, het straatbeeld ziet er anders uit met reclame en kortgerokte travestieten en een nieuwe verhouding tussen twintigtonners en stootkarren, maar de nauwe appartementjes kijken nog altijd uit op dezelfde gore achtergevels en binnenkoertjes met troosteloze waslijnen, ?waar de zon de misère laat schitteren.? In de verte, tussen twee huizenblokken, zet een streepje trage Taag nog steeds aan tot dromen en tot gemijmer over vergane roem en overzeese exploten.

Na en door elkaar komen de verschillende personages aan het woord. Ze vertellen over zichzelf en over elkaar, en vermengen daarbij voortdurend het heden met het verleden. We horen de vader met ijzeren hand regeren, de meiden naar believen bespringen en als minister van Salazar zijn ijzeren hand niet omdraaien voor een tortuurtje meer of minder. Nu moet de bejaardenhelpster hem helpen bij zijn hulpeloze plas.

We horen de zoon die op sleeptouw wordt genomen door links en een loodzwaar verleden erft waarvan hij alleen het onroerend deel kan verpatsen aan een bouwpromotor terwijl hij met de gebroken sentimenten en gebroken fragmenten van sentimenten blijft zitten. We horen de huishoudster, de bastaarddochter en de talrijke getuigen, telkens over vroeger en nu, telkens even eenzaam en onbegrepen.

SCHERVEN VAN DE REVOLUTIE

Met ?Het handboek van de inquisiteurs? houdt Lobo Antunes zijn land in het bijzonder en de mens in het algemeen een spiegel voor. Het is zo’n slaapkamerspiegel met twee toeklapbare zijluiken : als je je hoofd tussen die luiken buigt, zie je het aan weerszijden tot in het oneindige weerspiegeld. De spiegel valt in scherven uit elkaar. De breuklijnen van die scherven worden in de roman uitgetekend door de krakkemikkige toestand van de voorwerpen, de plaatsen, de meestal zieke of zwakzinnige en altijd eenzame personages, hun onderlinge contacten. En natuurlijk die ene grote barst in de geschiedenis van Portugal, 1974, een revolutie die welbeschouwd niets heeft gelijmd. In de scherven zien we telkens opnieuw hetzelfde onvermogen om met alles in het reine te komen en om te leven. Maar we zien het altijd een heel klein beetje anders, als in een hologram.

In deze compositie is de meest opvallende stijlfiguur dan ook de herhaling zeer vaak volledige zinnen die worden hernomen, maar ook beelden, epitheta en altijd terugkerende situaties die vanuit verschillende standpunten aan de inquisiteurs worden voorgelegd. Heel kenmerkend zijn ook de ingelaste uitspraken die mee het ritme bepalen en de eigenzinnige grammatica die de lezer van de ene komma naar de andere stuwt en vaak vallen zelfs die weg en is het de cadans van de tekst die de lectuur draagt. Het is de grote verdienste van vertaler Harrie Lemmens dat hij erin is geslaagd de muzikaliteit van het geheel te bewaren.

Soms vervaagt de wirwar van stemmen en beelden en herhalingen tot gegons. Lobo Antunes laat namelijk ongemerkt de ene getuigenis in de andere overlopen en schrijft niet met evenveel woorden op wie nu precies aan het woord is : je moet de namen bijhouden en onthouden welke eigenschappen bij wie horen. Dan wordt het beeld onscherp en raakt de lijn van het betoog zoek. Maar precies die verwarring maakt deel uit van de hele ervaring die deze roman teweegbrengt. En bij een volgende hoofdstukje, wanneer alweer een nieuwe beklaagde of getuige aan de tand wordt gevoeld, been je weer bij.

Het vormexperiment in ?Het handboek van de inquisiteurs? is in die mate geslaagd dat het als vanzelf verdwijnt achter de schat aan beelden, de taalrijkdom en de sterke inhoud. Je beseft dat je aan het boek na één lectuur niet eens de helft, wat zeg ik, een kwart van zijn geheimen zult hebben ontfutseld, omdat alle scherven waarin het gonzend en kletterend uiteenvalt, naar elkaar verwijzen, in alle richtingen, zodat in de scherven vooraan in het boek al de weerspiegelingen staan van de scherven die nog moeten komen en die je dus nog niet kan herkennen.

Antonio Lobo Antunes is een van de belangrijkste Portugese schrijvers van het ogenblik. ?Het handboek van de inquisiteurs? werd in Frankrijk bekroond als het beste buitenlandse boek. Hij wordt al jaren genoemd als kandidaat voor de Nobelprijs. Wie het boek in alle objectiviteit naast bijvoorbeeld ?De geruchten? van Claus legt, een boek dat toch min of meer over hetzelfde gaat het menselijk onvermogen in een context van politieke en maatschappelijke ontwrichting , weet hoever we staan.

Pascal Cornet

Antonio Lobo Antunes, ?Het handboek van de inquisiteurs?, Amsterdam, Ambo, 379 blz., 790 fr.

ANTONIO LOBO ANTUNES : één lectuur volstaat niet.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content