Om een regering in de steigers te zetten of een meerderheid overeind te houden, zijn politici en hun partijen altijd bereid nieuwe vergissingen te bedenken.

De onvoltooide hervorming van de kiesdistricten, waarbij achteraf de ongelijkheid tussen Brussel-Halle-Vilvoorde en de andere kiesgebieden door het Grondwettelijk Hof werd vastgesteld, en de financieringswet die de federale staatskas leegzuigt ten voordele van de deelgebieden – het zijn slechts twee voorbeelden in een reeks van constitutionele spitsvondigheden die de voorbije decennia door politici werden bedacht en die achteraf, haast onvermijdelijk, door nieuwe grondwettelijke trucs moesten worden rechtgebreid.

De vrees is terecht dat de komende dagen en weken nieuwe vergissingen worden bedacht om oranje-blauw in het zadel te krijgen. Vooral de mogelijke splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, op zich een vrij simpele operatie, jaagt de politieke verbeelding alweer op hol.

De Vlaamse onderhandelaars van het kartel CD&V/N-VA en van Open VLD hebben formateur Yves Leterme een ultimatum overhandigd. Tegen 7 november moet een aanzet tot een akkoord voor de staatshervorming en de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde ter tafel liggen. Zo niet worden – om de woorden van Kamervoorzitter en gewezen koninklijk verkenner Herman Van Rompuy aan te halen – in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken ‘de honden losgelaten’ en wordt daar de splitsing van deze veelbesproken kieskring goedgekeurd, Vlamingen tegen Franstaligen.

Om de pil te vergulden voor de Franstalige bewoners in de faciliteitengemeenten rond Brussel, wier rechten door zo’n splitsing helemaal niet worden geschonden, werd de afgelopen maanden al een aantal constructies tegen het licht gehouden.

Een steeds terugkerende ‘oplossing’ is de truc met de federale kieskring, gebaseerd op een idee van een groep politicologen verenigd in de zogeheten Pavia-groep.

Door de invoering van de federale kieskring zou een dertigtal kandidaat-Kamerleden aan weerszijden van de taalgrens verkozen kunnen worden (en de overige Kamerleden in de huidige provinciale kieskringen). Dat moet dan de samenhang van de federatie versterken. Noem het een voorstel ‘pro patria’, een geruststelling voor de burgers die graag de Belgische driekleur hijsen. Pro memorie: uitgerekend de Franstalige partijen, zo gesteld op federale cohesie, hebben in 1972 een dergelijk voorstel voor de Europese verkiezingen afgewezen, uit vrees dat Leo Tindemans al te veel stemmen zou behalen in Wallonië.

Rode draad in de argumentatie van de voorstanders van de federale kieskring, onder wie minister Patrick Dewael van Binnenlandse Zaken en gewezen politiek secretaris Jos Geysels van de Vlaamse groenen, is de vaststelling dat de Vlaamse kiezer vandaag geen enkel middel heeft om zijn afkeuring voor het werk van minister van Defensie André Flahaut (PS) of minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS), om die maar te noemen, te laten blijken. De Vlaamse kiezer zou dan die afkeuring kunnen laten blijken door níét te kiezen voor de Waalse politici in kwestie.

Blijkbaar hebben Dewael, Geysels en hun partijgenoten er nooit bij stilgestaan dat zij werden verkozen om in gevallen als die van Flahaut de minister te interpelleren, en hem of haar en zonodig de regering het vertrouwen te ontzeggen.

De waarheid is dat de partijen de politieke besluitvorming zo hebben georganiseerd dat de parlementen compleet machteloos en monddood zijn. De toevoer van een dertigtal federaal verkozen parlementsleden zal daar niets aan veranderen.

Zo werd minister Fientje Moerman in het Vlaams Parlement nooit door een parlementslid van de meerderheid geïnterpelleerd over de onoorbare praktijken op haar kabinet. Moerman nam ontslag onder druk van onthullingen van een ontslagen ambtenaar in de Vlaamse media.

Agelev-minister Magda Aelvoet nam destijds, uit pure gêne, ontslag uit de paars-groene regering van Guy Verhofstadt vanwege de wapenuitvoer naar Nepal. Op geen enkel moment heeft haar partij, die van Jos Geysels, er nog maar aan gedacht, vanwege de sluikse wapenuitvoer naar die ‘prille democratie’ haar vertrouwen in de regering op te zeggen.

De voorlopig laatste volksvertegenwoordiger die een regering deed vallen waar zijn partij deel van uitmaakte, was Jan Verroken (CVP).

Verroken deed dat bijna veertig jaar geleden, in 1968, met de regering van Paul Van den Boeynants en Willy De Clercq, en bespoedigde op die manier de splitsing van de universiteit van Leuven.

Voor de kwestie Brussel-Halle-Vilvoorde bestaat er geen andere oplossing dan de volksvertegenwoordigers in volle vrijheid te laten stemmen over de splitsing van het kiesarrondissement. Het land zal heus niet imploderen. Walen en Brusselaars weten wel beter dan hun toekomst op het spel te zetten voor een administratieve kwestie.

Zodra de splitsing van de baan is, kan Yves Leterme eindelijk zijn federaal project op tafel leggen. Als hij dat heeft.

door Rik Van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content