Jan Braet
Jan Braet Jan Braet is redacteur cultuur bij Knack.

Wie schenkt zijn privéverzameling nog aan de staat? Een witte merel.

De conservator tekeningen heeft er een carrière van 36 jaar op zitten. Ann Adriaens (59) kan zich niet herinneren dat de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (KMSKB) in die tijd meer dan tweemaal een private kunstcollectie hebben tentoongesteld. Telkens ging het om een schenking waarmee belangrijke lacunes in de staatscollecties ineens konden worden gedicht. De nalatenschap Alla en Bénédict Goldschmidt (1990) leverde het museum zijn eerste Picasso op, naast werken van Georges Braque, Juan Miro, Claes Oldenburg, James Ensor, Leon Spilliaert en Marcel Broodthaers. Zes jaar later kon de expo Het bekoorlijke is mooi uitpakken met het vele waardevolle wat Louis Scutenaire en echtgenote Irène Hamoir hadden bewaard van hun vriend René Magritte.

Daarmee vergeleken valt de tentoonstelling Line & Colour in Drawing, geconcentreerd rond een zestigtal werken op papier, bescheiden uit. Bovendien is er officieel nog geen sprake van een schenking en moet de naam van de verzamelaar mordicus anoniem blijven. Niettemin riep die onlangs haar trouwe entourage bijeen voor een minivernissage. Het gezelschap was overwegend Belgisch, de verzameling moderne tekeningen echter ronduit internationaal, overwegend abstract, van hoge kwaliteit en zeer divers. Bovendien bevat ze grote namen waarvoor het museum alsnog te krap bij kas zat om ze binnen te halen.

‘There is always something subtle in drawing’, zo beleed de conservator publiek haar liefde voor het medium. En met reden. Er is weinig wat papier niet kan verdragen: aquarel, gouache, krijt, (druk-) inkt of grafiet, collage, prent of foto, penseel, pen of potlood. Is het getekend? Is het geschilderd? Het onderscheid is niet relevant. Alleen: papier verbergt niets, het brengt elke vorm van aanstellerij genadeloos aan het licht. En je hoeft niet zo rijk te zijn als de zee diep is om er een fijne collectie mee aan te leggen.

De gouaches en aquarellen van de Amerikaanse abstracte expressionist Sam Francis moeten misschien het hoogst worden ingeschat, omdat ze bijna het hele spectrum van zijn mogelijkheden tonen. Met onverwachte sculpturale allure, of vertrouwd lyrisch in de felle, lekkende kleuren rond grote witte leegtes. Krachtig ook, in dramatisch zwart op kranten-van-de-dag, de figuren van Robert Motherwell, zijn land-, generatie- en stijlgenoot. Hoe aangenaam contrasteren ze in gevoelstoon met Ben Nicholsons subtiele lijntekeningen in hun bad van mat getinte vlakken. Uit de begindagen van het geometrisch abstracte avontuur: de poëtisch-eigenzinnige Bart van der Leck, die het over ‘vlakke ruimtelijke verhoudingen in zuivere kleur’ had. Buiten categorie ten slotte, en verre van abstract: drie giftige krabbels aan het adres van de kleinburger door George Grosz, geïnspireerd door de stijl van volkse tekeningen, gevonden in urinoirs.

Jan Braet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content