Frank Beke (SP.A) burgemeester sinds 1994

De jongste jaren wordt Frank Beke als ideale burgemeester opgevoerd. Toch heeft hij geen zin meer om in 2006 voor een derde ambtstermijn te gaan. Hij is het moe, en sukkelt met zijn gezondheid. De top van de SP.A had er nochtans veel voor over om hem in het stadhuis te houden. Voormalig SP.A-voorzitter Steve Stevaert praatte urenlang op hem in, en Leuvens burgemeester Louis Tobback wou zelfs op zijn blote knieën van Leuven naar Gent kruipen als hij zijn ambtgenoot daarmee kon overhalen.

In 1988 werd Beke schepen van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Openbare Werken en Mobiliteit, en bij de volgende verkiezingen burgemeester. Die eerste bestuursperiode stuitte hij op heel wat kritiek door de vele veranderingen die zijn ploeg doorvoerde. Zijn uitmuntende verkiezingsresultaat van 2000 (de SP.A behaalde 25,1 procent en Beke kreeg 20.516 voorkeurstemmen) zorgde voor een ommekeer. De SP.A deed wat ze het beste kan: de rangen sluiten en er telkens een schepje bovenop doen om Beke een onberispelijke reputatie te kneden.

Ondertussen had hij – eerst als schepen en daarna als burgemeester – ook al meer dan vijftien jaar tijd gehad om zijn plannen te realiseren, en werd zijn beleid vooral in de binnenstad zichtbaar. Dat resulteerde de jongste jaren in de hagiografie van de perfecte burgemeester. Nochtans is Frank Beke geen dynamische manager en staat hij erom bekend moeizaam knopen door te hakken. Wel is hij een man die naar argumenten luistert en geduldig naar compromissen graaft.

Volgens zijn aanhangers is Gent onder zijn bewind van een grijze industriestad in een bloeiende cultuurstad getransformeerd. Een realisatie waarvan hij veel meer dan de rest van het schepencollege de electorale vruchten heeft kunnen plukken.

Ook na zijn pensioen wil Beke actief blijven in Gent. Zo zal hij het comité leiden dat de vijftigste verjaardag van het Festival van Vlaanderen voorbereidt.

Sas van Rouveroij (VLD) eerste schepen

Sas van Rouveroij is zo langzamerhand de Raymond Poulidor van Gent aan het worden. Tot tweemaal toe moest hij al de duimen leggen voor Beke, en dat is ook de reden waarom de nummer één van de Gentse VLD niet stond te springen om in 2006 nog maar eens de lijst te trekken. Met zijn snedige maar opvallend gekuiste taalgebruik spreekt Van Rouveroij de volkse kiezers veel minder aan dan Frank Beke of Daniël Termont. Dat hij electoraal geen echte hoogvlieger is, bleek vorig jaar nog uit zijn vergeefse gooi naar een zitje in het Vlaams parlement.

Van Rouveroij werd in 1988 schepen van Financiën, en kreeg in 1994 een nog zwaarder bevoegdheidspakket als eerste schepen: Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Stedenbouw, Middenstand en Verkeersplanning. Hij was ook de geestelijke vader van het Gentse mobiliteitsplan, en dat maakte hem niet meteen populair. Hoewel dat grotendeels verteerd was tegen de gemeenteraadsverkiezingen van 2000, moest hij Beke tegen alle verwachtingen in toch weer laten voorgaan. Ontgoocheld plooide hij zich terug op zijn nieuwe bevoegdheden: Cultuur en Toerisme. Hoewel cultuurminnend Gent de adem inhield, bleek Van Rouveroij een sterke cultuurschepen. Op het stadhuis functioneren Van Rouveroij en Beke al jarenlang als een krachtige tandem. ‘Democratie is schoon, en we mogen allemaal onze zeg doen, maar Frank en Sas hebben het laatste woord’, zegt een schepen. Soms lijken ze wel twee handen op één buik, en dat heeft Van Rouveroij binnen zijn eigen partij al veel kritiek opgeleverd. Niet alleen weigert hij Beke openlijk aan te vallen, hij maakt er zelfs een sport van hem te steunen en hem openlijk te roemen. Electoraal niet zo’n intelligente strategie.

In het begin van de lopende bestuursperiode maakte hij zijn partij duidelijk dat ze tegen 2006 een nieuwe lijsttrekker moest zoeken. Het was dan ook de bedoeling dat Kamerlid en schepen van Openbare Werken Geert Versnick uit zijn schaduw zou treden om de Gentse VLD volgend jaar naar de stembus te leiden. Dat is niet gelukt. Dus is het volgend jaar weer aan Van Rouveroij.

Freya Van den Bossche (SP.A) federaal minister van Werk en Consumentenzaken

De minister is de dochter van de bekendste socialistische Gentenaar van de afgelopen decennia: Luc Van den Bossche. Nog meer dan haar vader destijds deed, investeert zij in haar Gentse machtsbasis, en net als hij houdt ze de teugels stevig in handen bij de plaatselijke SP.A. Op haar kabinet heeft ze ook een ‘cel Gent’ aan het werk gezet. Twee van haar Gentse medewerkers maakten eind jaren negentig trouwens al deel uit van de jongerenactiegroep LSD2 (Links Sociaal Democratisch), die Van den Bossche in Gent had opgericht. In die periode ontfermde ze zich over de externe communicatie op het kabinet van burgemeester Beke, die niet naast haar politieke talent kon kijken. In 2000 kreeg ze de vijftiende plaats op de lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen. De camera’s van Bracke & Crabbé bleken van haar te houden, haar zelfvertrouwen groeide zienderogen en voor ze het zelf goed en wel besefte, werd ze schepen van Onderwijs. In 2003 mocht ze al de eed afleggen als federaal minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling. Na het vertrek van haar partijgenoot Frank Vandenbroucke naar de Vlaamse regering werd ze minister van Werk en Consumentenzaken, en de kans is groot dat ze zich vice-premier zal mogen noemen zodra Johan Vande Lanotte ook officieel SP.A-voorzitter wordt.

Daniël Termont (SP.A) schepen voor de Haven, Economie en Feestelijkheden

‘Het groot kanon’ noemde Daniël Termont zich in zijn verkiezingscampagne van 2000, poserend naast het échte grote kanon nabij de Vrijdagmarkt. Ondanks het gegniffel werd hij voor de tweede keer schepen, bevoegd voor de Haven, Economie en Feestelijkheden. Termont staat bekend als een man van het volk – wat zijn vette tongval moet bewijzen – maar ook als een begenadigde lobbyist met friends in high places. Hij kent zijn dossiers, en zijn bevoegdheid over de haven en de economie positioneren hem dicht bij de macht. Hij is het die wordt gebeld door investeerders en bedrijfsleiders die iets van de stad gedaan willen krijgen om hun commercie beter te doen draaien.

Jaarlijks mag Termont zich tijdens de Gentse Feesten al tien dagen lang burgemeester noemen, en volgend jaar wordt hij het misschien permanent. Tot verrassing van nogal wat socialisten werd hij immers uitverkoren om de SP.A-lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen te trekken. ‘Termont is een volkshuizensocialist, die tot de kin in de partijstructuren zit. Hij weet wat hij wil, en hij zorgt ervoor dat ook de partij dat weet’, zegt een vooraanstaande socialist. Veel andere kandidaat-lijsttrekkers waren er niet, en hij zou volgens de geruchtenmolen ook de perfecte tussenpaus zijn om de fakkel in 2012 door te geven aan Freya Van den Bossche.

Paul Matthys vice-voorzitter Arcelor

De jongste tijd is Paul Matthys, verantwoordelijk voor de strategie en international business development bij de staalreus, niet meer zo populair bij Sidmar. Arcelor, dat ontstond na een fusie van het Franse Usinor, het Spaanse Aceralia en het Luxemburgse Arbed, is sinds 2002 het moederbedrijf van Sidmar, met 5600 werknemers een van de grootste werkgevers van Gent. Matthys wordt verweten dat hij zich het lot van het bedrijf niet genoeg heeft aangetrokken. Onlangs werd het management van Sidmar immers aan de kant geschoven. Directeur-generaal Roger De Croock stapte op en gedelegeerd bestuurder Hedwig Vergote en technisch directeur Hubert Van Nieuwerburgh werden met pensioen gestuurd. Ze worden vervangen door drie jongere managers, van wie minder weerstand wordt verwacht tegen de geplande reorganisatie.

Matthys, die zijn carrière bij het ACV begon, werkte in de jaren tachtig op het kabinet van toenmalig premier Wilfried Martens (CVP). In die hoedanigheid werd hij in 1982 benoemd tot voorzitter van het directiecomité van de Nationale Maatschappij voor de Herstructurering van de Nationale Sectoren, en speelde hij een belangrijke rol bij de herstructurering van Sidmar en Cockerill-Sambre. Later was hij bij Sidmar zelf verantwoordelijk voor de sector roestvrij staal en de activiteiten van het bedrijf in Brazilië.

Hoewel Matthys tegenwoordig vooral in het buitenland verblijft, woont hij officieel nog altijd op de Gentse Coupure. Hij blijft zeer verknocht aan de stad en volgt de ontwikkeling van Sidmar op de voet. Tot 2003 was Matthys bijvoorbeeld voorzitter van de Vereniging van Gentse Havengebonden Ondernemingen, en hij leidt de raad van bestuur van de Gentse spaarbank VDK. Hij zorgt ervoor dat de Gentse beleidsvoerders altijd van zijn visie op de hoogte blijven.

Ivan De Witte voorzitter AA Gent

Ivan De Witte zat sinds 1989 in het bestuur van voetbalclub AA Gent en werd er in 1999 voorzitter. Toen hij aan die taak begon, kampte de club met een schuldenberg van ongeveer 22 miljoen euro, de grootste uit de hele eerste klasse van het Belgische voetbal. Vandaag is dat nog iets meer dan 4 miljoen euro en gaat het met AA Gent beter dan ooit.

De Witte heeft ondertussen het Ottenstadion aan de stad Gent verkocht en in één adem de relatie tussen de club en het stadsbestuur verbeterd. Tegelijkertijd wacht hij de bouw af van het nieuwe Arteveldestadion , dat in 2007 voltooid zou moeten zijn en plaats zal bieden aan 17.500 supporters.

De club investeert zelf niet in het stadion, maar zal jaarlijks 300.000 euro huur betalen.

De Witte heeft een hele resem hooggeplaatste vrienden, onder wie zijn hele old boys network van de Gents-Leuvense Vlerick Management School. Sommigen van hen zijn ook lid van zijn Club 50, een groep ondernemers achter AA Gent. Voor ondernemers, lobbyisten en al wie sponsors zoekt, is het een must uitgenodigd te worden voor een thuiswedstrijd van AA Gent. De leden van de Club 50 en de sponsors van het Festival van Vlaanderen, waarmee de ploeg een ruilcontract voor business seats heeft , kunnen gasten uitnodigen in de loge. Tenminste: vóór de wedstrijd. Om de match te volgen, nemen de genodigden de eerste vijf rijen van de gewone tribune in.

De Witte wordt als de grote redder van de club beschouwd. Nochtans heeft hij geen euro van zijn eigen kapitaal in AA Gent gestopt. Hij houdt niet van mecenassen omdat een voetbalclub volgens hem meer moet zijn dan de hobby van de voorzitter. Wat zijn collega-voorzitters daarvan denken, zal hem worst wezen. ‘Ik ben geen voorzitter geworden om me populair te maken’, laat hij zich geregeld ontvallen. Zijn populariteit is ook niet bepaald toegenomen toen vorig jaar bekend raakte dat Jan Coene, gedelegeerd bestuurder van de Ieperse weefgetouwenfabrikant Picanol en ook al Vlerick-boy, onverantwoord veel verdiende. De Witte, die deel uitmaakte van het remuneratiecomité van Picanol, zegt niet van die hoge bedragen op de hoogte te zijn geweest.

Guy Verhofstadt (VLD) premier

Als premier Guy Verhofstadt (VLD) zich al eens in Gent laat zien, is het om te stemmen of om de jaarbeurs te openen. Het valt te betwijfelen of hij er vaker acte de présence zal geven nu hij heeft toegezegd volgend jaar de Gentse lijst te duwen. ‘Zijn ideeën zijn te groot voor één stad. Guy kan geen interesse veinzen in losliggende straatstenen’, zegt een partijgenoot. Dus deed hij dat de afgelopen jaren gewoon niet. De plaatselijke VLD-afdeling vroeg hem al in 1994 om Sas van Rouveroij in het burgemeesterszadel te helpen hijsen, maar volgens Verhofstadt was dat nergens voor nodig. Hij was toen principieel tegen cumul en wilde zijn nationale uitstraling niet ‘misbruiken’. Van Rouveroij zou het zo wel van die grijze Beke halen. Resultaat: de SP.A haalde 136 stemmen meer dan de VLD en Frank Beke mocht het college leiden.

Gent deed het goed, en de liberalen hoopten in 2000 dan eindelijk de burgemeester te mogen leveren. Met Verhofstadt op de lijst moest dat wel lukken. Maar de premier had er geen zin in. Van Rouveroij zou dat gat van 136 stemmen met gemak zelf kunnen dichtrijden, beweerde hij. Zoveel vertrouwen had Verhofstadt dat hij de liberalen dwong een prominente plaats op de lijst voor te behouden voor Edmond Cocquyt, de deken van de Veldstraat die Van Rouveroij jarenlang met alle mogelijke wapens had bekampt. Resultaat: de SP.A haalde het met een lengte voorsprong en Beke mocht zijn sjerp houden.

Dat de premier alleen als het echt moet aan de lokale verkiezingen deelneemt, betekent niet dat hij zich niet met Gent zou inlaten. Schepen Geert Versnick is binnen de VLD-fractie en het schepencollege de ogen en oren van Verhofstadt. Bij lijstvormingen trekt de premier aan alle touwtjes, bij elke belangrijke beslissing wordt zijn mening gevraagd en af en toe is hij zelfs lijfelijk aanwezig bij precaire onderhandelingen. Zo heeft hij onlangs deelgenomen aan besprekingen over de mogelijke coalitievorming in Gent na de verkiezingen.

André Denys (VLD) gouverneur van Oost-Vlaanderen

Een oerdegelijk parlementslid werd André Denys jarenlang genoemd. Altijd op post, nooit tegendraads, altijd plichtsgetrouw. Toch liet hij een paar jaar geleden met luide stem zijn ongenoegen horen toen niet hij maar wel twee liberale snotneuzen halverwege de regeerperiode in de Vlaamse regering werden gedropt. In tegenstelling tot zijn partijgenoot Hugo Coveliers, die steeds verder ging in zijn kritiek, zei Denys wat hij moest zeggen en liep daarna weer in het gareel. Vorig jaar werd hij voor zijn trouw beloond met het gouverneurschap van Oost-Vlaanderen.

Dat Denys niet van plan is die functie louter ceremonieel in te vullen, werd meteen al duidelijk. Volgens de letter van de wet moet een gouverneur ervoor zorgen dat de nationale en regionale wetgeving worden uitgevoerd en moet hij toezicht houden op de besluiten van de provincieraad en de deputatie. Denys gaat verder: hij werpt zich op als de belangenverdediger van zijn provincie, en dus ook van de belangrijkste stad uit die provincie.

Hij schrikt er niet voor terug daartoe contact op te nemen met een van de vele politieke en andere vrienden die hij in de loop der jaren bij zo goed als alle partijen heeft gemaakt. ‘Hoewel ik twintig jaar als volksvertegenwoordiger voor deze regio over economie en infrastructuur heb gesproken, zie ik nu pas in welke stappen we eigenlijk zouden moeten zetten’, zei hij een tijd geleden in De Morgen. ‘Ik wil de politici van Oost-Vlaanderen verzamelen om het over een economische strategie voor de provincie te hebben, en over de veiligheid, en later ook over sociale en culturele thema’s.’

Andreas De Leenheer voormalig rector van de Universiteit Gent

Net voor hij op 1 oktober de fakkel doorgaf aan Paul Van Cauwenberghe, deed rector Andreas De Leenheer nog een gooi naar de annalen van de Universiteit Gent (UG). Hij wist zijn raad van bestuur ervan te overtuigen 30 miljoen euro te lenen om de Boekentoren, een modernistisch meesterwerk van Henry Van de Velde, te redden. De stad Gent en de provincie Oost-Vlaanderen zullen samen nog 14 miljoen euro bijpassen. Naar de rector wordt in Gent geluisterd. De universiteit is immers een van de grootste bedrijven van Oost-Vlaanderen, met meer dan 6000 werknemers. In vijftien jaar tijd is de studentenpopulatie verdubbeld, waardoor de uitbreiding van de universiteit altijd de prioriteit van De Leenheers mandaat is geweest. De universiteit is ook een erg belangrijke speler op de plaatselijke vastgoedmarkt.

Als gemeenschapsinstelling moet de UG te allen tijde pluralistisch zijn. Dat betekent dat zowel het katholieke als het vrijzinnige kamp er evenveel te zeggen moet hebben. De rector is in theorie neutraal, maar in de praktijk heeft elke rector een al dan niet uitgesproken politieke kleur en komt hij aan het roer door de steun en het lobbywerk van bepaalde groepen binnen en buiten de universiteit. Traditioneel lopen er vooral vrijzinnige professoren door de gangen van de UG, onder wie toekomstig SP.A-voorzitter Johan Van de Lanotte en Brice De Ruyver, de veiligheidsadviseur van premier Guy Verhofstadt (VLD). Ook voormalig SP.A-minister Luc Van den Bossche heeft nog invloed binnen de UG als voorzitter van de Associatie Universiteit Gent, een krachtenbundeling van de UG, de Artevelde Hogeschool, de Hogeschool Gent en de Hogeschool West-Vlaanderen.

Peter Leyman algemeen directeur van Volvo Cars Gent

Volvo Cars Gent mag dan de meest winstgevende fabriek van de 120 productiecentra van de Fordgroep zijn, algemeen directeur Peter Leyman blijft met beide benen op de grond. De Gentenaar staat sinds 2001 aan het hoofd van de fabriek. Hij wordt the boss genoemd, en niet alleen omdat hij in zijn vrije tijd graag gitaar speelt.

Bij Volvo in Gent werken ongeveer 5300 mensen, en de toeleveringsbedrijven stellen nog eens 5000 mensen tewerk. Vorig jaar nog meldden zich 12.000 kandidaten voor 1400 nieuwe jobs. Dertig procent van de auto’s die er van de band rollen, wordt naar de Verenigde Staten verscheept, maar de lage dollarkoers is een streep door de rekening van de constructeur. Afgelopen zomer kondigde het hoofdkwartier in Zweden aan dat Volvo wereldwijd gaat herstructureren.

Volvo is zo belangrijk voor de Vlaamse regering dat minister-president Yves Leterme (CD&V) vorige week samen met minister Fientje Moerman (VLD) naar Göteborg trok in een poging de Gentse fabriek van herstructureringen te vrijwaren. Nog voor de excellenties daar werden ontvangen, deelde Leyman mee dat er in Gent 150 jobs zullen verdwijnen. De Vlaamse regering heeft de voorbije maanden ook een dossier gedeblokkeerd, zodat Volvo naast de huidige site zou kunnen uitbreiden.

Brice De Ruyver adviseur van de premier

De Gentse professor criminologie coördineert de bevoegdheden Veiligheid en Binnenlandse Zaken op het kabinet van premier Guy Verhofstadt. Elke belangrijke vergadering over politie, veiligheid of terrorismebestrijding wordt er door Brice De Ruyver voorgezeten. Hoewel hij aanvankelijk van socialistische signatuur was, belandde hij ten tijde van de commissie-Dutroux, waar hij als expert optrad, in liberale wateren. Via commissievoorzitter Marc Verwilghen (VLD), de latere minister van Justitie, kwam hij in contact met de entourage van Guy Verhofstadt. De Ruyver wordt door vriend en vijand een zeer bekwaam en eloquent man genoemd, maar krijgt meer en meer kritiek omdat hij niet vies is van een beetje macht. Naast zijn werk op het kabinet en op de Gentse universiteit werpt hij zich steeds nadrukkelijker op als tussenpersoon voor de stad Gent en de federale regering voor alle dossiers die met politie of veiligheid te maken hebben. Ondertussen heeft De Ruyver, die goed bevriend is met de korpschef van de Gentse politiezone Freddy Carlier, zowel in Brussel als Gent een aanzienlijk netwerk uitgebouwd dat hij zonder aarzeling voor zijn verschillende activiteiten inschakelt. Het verhaal doet de ronde dat hij over enkele jaren de functie van rector van de UG zou willen opnemen.

Philippe Van de Vyvere gedelegeerd bestuurder van Sea Invest

Aan het hoofd van het concern Sea Invest, onder meer de grootste stouwer van Europa, is Philippe Van de Vyvere de sterkste speler in de Gentse haven. Het hoofdkwartier van de groep ligt in Gent, maar Van de Vyvere bezit ook terminals in de andere Belgische havens en in Frankrijk, Duitsland en Zuid-Afrika. In Gent heten de bedrijven van Sea Invest Companie Belge de Manutention, Ensagent, Ghent Coal Terminal, Sea-Tank Terminal en Sogatra. ‘Meneer Philippe’, die zich een kasteeltje in Vinderhoute heeft aangeschaft, zorgt in Gent alleen al voor vele honderden jobs. Het is dan ook geen verrassing dat het stadsbestuur goed naar hem luistert, want met één pennentrek kan hij de Gentse economie en werkgelegenheid grote klappen toedienen. Van de Vyvere heet dan wel een bescheiden, mediaschuwe man te zijn, hij zorgt er toch voor dat de beleidsvoerders héél goed weten wat hij wil.

Erik Temmerman algemeen directeur Kunstencentrum Vooruit

In de loop der jaren heeft Erik Temmerman in de culturele wereld veel krediet opgebouwd als drijvende kracht achter het toonaangevende Kunstencentrum Vooruit. Hij was een van de jonge Turken die de socialistische Gentse Coöperatie begin jaren tachtig wisten te overtuigen om het feestlokaal Vooruit tot een kunstencentrum om te vormen. Als zoon van voormalig burgemeester Gilbert Temmerman (SP.A) kreeg hij er dan ook een voet tussen de deur.

Ondertussen is het gebouw gerestaureerd, is het café uitgegroeid tot hotspot voor progressief Gent, en zitten de concertzaal en theaterzaal haast dagelijks vol. Aanvankelijk werd in de culturele wereld nogal neergekeken op de brede programmering van Vooruit, maar ondertussen is dat recept door verschillende organisaties overgenomen. In de culturele wereld wordt hij beschouwd als een bekwame, geëngageerde man met een eigen, meestal succesvolle visie.

Algemeen directeur Erik Temmerman runt zijn Vooruit nu al 23 jaar over de partijgrenzen heen, zonder zijn socialistische roots te verloochenen. De neef van schepen van Mobiliteit Karin Temmerman heeft nog veel contacten binnen de SP.A, maar is ook dik met verschillende groenen en liberalen. Zijn bestuursmandaten bij de Vlaamse Directies Podiumkunsten, vzw Minard, Cultuurnet Vlaanderen en zijn lidmaatschap van de Vlaamse Unesco-commissie hebben zijn adressenboekje ook aanzienlijk gespekt. Niet alleen in Gent wordt hij vaak door de decision makers geconsulteerd.

Jan Briers jr. gedelegeerd bestuurder van Festival van Vlaanderen Gent Jacques Dubrulle gedelegeerd bestuurder van Internationaal Filmfestival van Vlaanderen

Het Internationaal Filmfestival Gent en het Festival Van Vlaanderen zijn onlosmakelijk met Gent én met elkaar verbonden. De gedelegeerde bestuurders van beide evenementen zitten in elkaars raad van bestuur. Samen met Kunstencentrum Vooruit hebben ze de handen ineen geslagen om hun belangen te verdedigen bij het stadsbestuur en de provincie. Met z’n drieën hebben ze zelfs een partnership met de stad afgesloten waarin hun opdrachten worden vastgelegd, maar ook de logistieke en financiële steun die daar tegenover staat.

Jan Briers erfde het Festival van Vlaanderen van zijn vader, maar is niet de bevlogen muziekprogrammator die Briers sr. was. Dat beseft hij als gedelegeerd bestuurder ook, en dus laat hij de programmatie grotendeels aan medewerkers over. Hij is veeleer een strateeg, die perfect weet hoe hij subsidies en sponsorgeld in het laatje moet brengen. De subsidies komen voor de helft van de Vlaamse Gemeenschap en daarnaast van de stad en de provincie. De rest van de werkingsmiddelen haalt Briers uit de ticketverkoop en vooral uit sponsoring. In zijn voormalige woonplaats Sint-Martens-Latem heeft hij verschillende topondernemers ontmoet. Maar ook nu nog kent hij de pleisterplekken voor sponsorzoekers – ‘sommigen noemen ons toplobbyisten, anderen vinden ons veredelde bedelaars’. De loges van AA Gent bijvoorbeeld. Dankzij het ruilcontract voor business seats met AA Gent, sponsort vandaag al meer dan de helft van de ondernemers uit de Club 50 (zie Ivan De Witte) het Festival van Vlaanderen. Het is ook tijdens een voetbalmatch dat de basis werd gelegd voor het sponsorcontract met Base, vandaag een belangrijke sponsor van het festival. Het stadsbestuur houdt in grote mate rekening met Briers, want Gent kan zich niet veroorloven om een evenement van het kaliber van het festival van Vlaanderen te verliezen. Ideeën genoeg bij de organisator. Zo behoorde hij tot de mensen die met het idee voor een Gents muziekforum, dat onlangs definitief werd begraven door Vlaams minister van Cultuur Bert Anciaux (Spirit), kwamen aanzetten. Tegenwoordig probeert Briers er alle betrokkenen van te overtuigen dat Gent zich als festivalstad moet verkopen.

Ook Jacques Dubrulle van het Internationaal Filmfestival van Vlaanderen investeert veel in de uitbouw van binnen- en buitenlandse contacten uit heel uiteenlopende sectoren. Ook hij wordt vaak gehoord door politieke en andere decision makers. Zo was hij een van de voortrekkers van het idee om een politieserie in Gent te laten opnemen, en steunde hij van bij het begin openlijk de plannen voor het muziekforum. Ondertussen krijgt zijn festival elk jaar een meer internationale uitstraling, met buitenlandse sterren en wereldpremières.

Ludo Collin kanselier van het bisdom Gent

Kanunnik Ludo Collin werkt sinds 1979 bij het Gentse bisdom. Vooral als bisschoppelijke gedelegeerde voor culturele aangelegenheden heeft hij heel wat invloed in Gent en daarbuiten. Zo is hij voorzitter en rector van de Kerkfabriek Sint-Baafskathedraal, en daardoor verantwoordelijk voor een van de belangrijkste Gentse monumenten en het meest besproken kunstwerk van de stad: het Lam Gods. Dat is niet de enige greep die hij op het Gentse patrimonium heeft, want de kanunnik is ook voorzitter van de raad van bestuur van het begijnhof OLV Ter Hoyen, het zogenaamde ‘klein begijnhof’ aan de Lange Violettestraat. Daarnaast is hij secretaris van de Stichting Cultuurpatrimonium Gent en voorzitter van de raad van bestuur van het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur. Door zijn zetel in de raad van bestuur van de vzw Receptieve Ruimten heeft hij ook iets te zeggen over de Gentse Sint-Pietersabdij. Maar zijn invloed reikt verder dan het patrimonium van de stad: Collin is ook bestuurder van de vzw De Hoop, die verschillende ziekenhuizen en rust- en verzorgingstehuizen overkoepelt.

Door Ann Peuteman

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content