Achter het beeld van de ernstige, ietwat saaie figuur, ging een turbulent en bewogen leven schuil, zegt journalist Jan Antonissen, een van de makers van Boudewijn, Naar het hart van de koning, een vierdelige documentaire over de persoonlijkheid van koning Boudewijn, die vanaf 4 juni op Canvas wordt uitgezonden.

‘Koning Boudewijn heeft in zijn leven zware klappen te verwerken gekregen. Hij is vaak diep gekwetst. Dat heeft mee zijn karakter gevormd. Hij was iemand die radicale keuzes maakte’, zegt Jan Antonissen, die samen met Peter Boeckx en regisseur Hendrik Luyten voor de vier documentaires tekende.

Deze zomer zal het precies twintig jaar geleden zijn dat koning Boudewijn stierf. Op 31 juli 1993 overleed hij in zijn buitenverblijf in het Spaanse Motril aan de gevolgen van een hartstilstand. Bij leven was Boudewijn niet altijd onomstreden, maar na zijn dood bleek vooral hoe populair de vijfde koning der Belgen onder de Belgische bevolking was geworden. Er volgde een uitbarsting van collectieve rouw na de dood van de koning die 42 jaar op de troon zat. Toch bleef de persoonlijkheid van Boudewijn altijd in raadsels gehuld. In vier afleveringen van telkens vijftig minuten proberen Antonissen en Boeckx een tip van de sluier op te lichten. Ze doen dat door achtereenvolgens in te zoomen op de jeugd van Boudewijn, de Congocrisis, de abortuskwestie – met name de innige banden tussen Boudewijn, kardinaal Suenens en de Ierse lekenapostel Veronica O’Brien komen daar ter sprake – en het hart van de koning. ‘Het hart in de dubbele betekenis’, zegt Jan Antonissen. ‘Letterlijk, als het gaat over zijn hartkwaal. En figuurlijk, als het gaat over een vorst die op het eind van zijn leven steeds meer de stem van zijn hart volgt en zich het lot aantrekt van de mensen aan de onderkant van de samenleving. De armen, de prostituees, de migranten.’

Boudewijn werd geboren op 7 september 1930, als tweede kind van prins Leopold – vanaf 1934 koning Leopold III – en prinses Astrid. Het beeld van le roi triste blijft na het bekijken van de eerste aflevering over de jeugd van Boudewijn zeker overeind. Dat talent voor droefenis was wellicht ook aangeboren. Ook koningin Astrid had naar verluidt last van depressieve buien. Kort voor zijn vijfde verjaardag kwam zijn jonge moeder bij een auto-ongeluk in Zwitserland om het leven. De precieze omstandigheden van het ongeval zijn nooit opgehelderd.

Boudewijn heeft van zijn moeder, die hij nauwelijks heeft gekend, naderhand een mythe gemaakt, zegt historica en voormalig Knack-redacteur Misjoe Verleyen, die in de documentaire uitgebreid aan het woord komt. ‘Astrid was in heel Europa immens populair. Een soort Diana, maar dan zonder de problemen. Er was het beeld van de beschermende koningin-moeder, moeder van alle kinderen. Boudewijn heeft zich die mythe eigen gemaakt. Hij keek naar haar op. Hij koesterde de mythe volgens mij meer dan de realiteit.’

Na de dood van zijn moeder nam zijn oudere zus Josephine Charlotte de moederrol op zich. Er kwam ook een Nederlandse gouvernante, Margaretha De Jong, aan wie Boudewijn erg gehecht raakte. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog stuurde Leopold III zijn kinderen eerst naar Frankrijk en vervolgens naar Spanje, waar ze worden opgevangen door generaal Franco. Die laatste zal ook helpen om het fortuin van Leopold III veilig te stellen. De Nederlandse gouvernante, zo wordt beloofd, zal de kinderen achternareizen. In werkelijkheid wordt ze teruggestuurd naar Nederland. Boudewijn heeft nooit afscheid van haar kunnen nemen. Een zware klap voor een jongen van tien die enkele jaren tevoren zijn moeder is verloren.

Koppige koning

Het uitbreken van de oorlog is ook het begin van de koningskwestie. De koppige koning Leopold III capituleert voor Hitler en weigert de Belgische regering in ballingschap te volgen. Leopold haalt na enkele maanden ook zijn kinderen terug naar België en treedt in het huwelijk met de bloedmooie Lilian Baels. Zij wordt het mikpunt van de kritiek van nogal wat Leopold-tegenstanders, die geschokt zijn door de mondaine levensstijl van de koning-krijgsgevangene en zijn jonge vrouw in volle oorlogstijd. ‘Maar’, zo stellen de documentairemakers, ‘de kinderen hielden veel van haar, en omgekeerd.’

Bij de val van de nazi’s in 1944 wordt het koninklijke gezin gedeporteerd naar een kasteel in Duitsland, en van daaruit vervolgens overgebracht naar Oostenrijk. De controversiële houding van Leopold III tijdens de oorlog beroert intussen de gemoederen in België. De politiek zet prins Karel op de troon, tot de koning uit Oostenrijk terugkeert. Die terugkeer zal langer op zich laten wachten dan aanvankelijk gepland, omdat Leopold III niet wil weten van de voorwaarden verbonden aan zijn terugkeer. Gedurende het vijfjarige regentschap van Karel verblijven Leopold en Lilian met de kinderen in Zwitserland. Het zijn voor Boudewijn de gelukkigste jaren uit zijn jeugd, met iets wat lijkt op een echt gezinsleven en een zweem van huiselijke warmte. ‘Zelfs de hevigste tegenstanders van Lilian moeten toegeven dat zij wat vrolijkheid en liefde in dat gezin heeft gebracht’, zegt Misjoe Verleyen.

Vadermoord

De volksraadpleging over Leopold III levert weliswaar een kleine meerderheid op vóór de terugkeer, maar die stoelt in werkelijkheid alleen op een meerderheid in Vlaanderen. Wallonië heeft tegen de koning-collaborateur gestemd. Het land balanceert op de rand van een burgeroorlog. Koning Leopold III wordt gedwongen af te treden en op 11 augustus 1950, nog geen 21 jaar oud en in die tijd dus nog minderjarig, legt koning Boudewijn de eed af als koninklijke prins.

Op 17 juli 1951, een dag na de offi- ciële troonsafstand van Leopold III, wordt de piepjonge Boudewijn Koning der Belgen. Iets wat hij helemaal niet wilde, want het stond voor hem gelijk aan vadermoord. Met lood in de schoenen en met nauwelijks verholen wrok jegens de zittende politieke klasse, die zijn vader onheus zou hebben behandeld, begint hij aan het koningschap. De jonge Boudewijn is op dat moment nog helemaal in de greep van zijn vader en ook totaal onvoorbereid op zijn taak. Maar Boudewijn staat er niet alleen voor. Leopold en Lilian, die op dat moment ook nog in het kasteel van Laken verblijven, kijken constant over zijn schouder mee. Boudewijn is in die jaren alleen koning in naam. Geestig, maar ook sprekend in dat verband is de anekdote over eerste minister Joseph Pholien, die op audiëntie gaat bij de jonge koning. Leopold en Lilian zijn bij die ontmoeting ook aanwezig. Als blijkt dat Pholien rookt, vraagt Lilian aan Boudewijn of hij even een asbak kan halen. Pholien zakt haast door de grond van plaatsvervangende schaamte. Uiteindelijk besluit premier Gaston Eyskens in 1959 dat Leo-pold en Lilian weg moeten uit Laken.

In 1960 huwt Boudewijn met de Spaanse Fabiola de Mora y Aragón, die de Ierse non Veronica O’Brien voor hem in Spaanse adellijke kringen is gaan zoeken. Het begin van een nieuw hoofdstuk in zijn leven, alsook het begin van de verwijdering met zijn vader, wiens liederlijke levensstijl sowieso niet spoorde met de principiële katholiek die hij was.

Uit het portret dat de documentaire-makers in de eerste aflevering van de jonge Boudewijn borstelen, komt een ongelukkige, eenzame figuur naar voren, die door het milieu waarin hij opgroeit, door de jaren in ballingschap, en door de kwalijke oorlogsreputatie van zijn vader, nauwelijks vrienden heeft.

Hartchirurg

De makers konden een beroep doen op het beeldarchief van de VRT, een ware schatkamer, en interviewden tientallen kroongetuigen, onder wie de gewezen premiers Wilfried Martens en Jean-Luc Dehaene, Guy Patrice Lumumba, de zoon van de vermoorde Congolese leider Patrice Lumumba en Knack-onderzoeksjournalist Chris De Stoop. De wereldvermaarde Parijse hartchirurg Alain Carpentier spreekt voor het eerst over koning Boudewijn. Carpentier voerde in 1992 een delicate hartoperatie uit bij Boudewijn. Een jaar later overleed de koning aan een hartstilstand. ‘Die man worstelt daar nog altijd mee’, vertelt journalist Jan Antonissen. ‘Hij lijkt het zichzelf kwalijk te nemen, hoewel hij dat niet met zoveel woorden zegt.’

Wat Jan Antonissen zelf het meest heeft getroffen, nadat hij zich gedurende maanden in het onderwerp heeft verdiept, is wat voor een diep gelovig man Boudewijn was, een ‘ultrakatholiek’ met haast buitenwereldse opvattingen. ‘Zijn dagen begonnen met gebed. Hij woonde elke dag minstens één mis bij, en hij had een polshorloge dat om het uur afging, om hem aan zijn sterfelijkheid te herinneren. Getuigen zeggen dat hij op dat moment ook even niet aanspreekbaar was.’

DOOR HAN RENARD

‘Hij had een polshorloge dat om het uur afging, om hem aan zijn sterfelijkheid te herinneren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content