Halen we met Polen het Trojaanse paard binnen waar Duitsland voor waarschuwde? Of is Polen veeleer een uitgestrekte markt met een economisch ongezien groeipotentieel, zoals de Polen zelf zeggen? Een gesprek met Marek Grela, Pools ambassadeur bij de Europese Unie.
Op 1 mei wordt de Europese unie uitgebreid van 15 naar 25 lidstaten. Knack stelt de 10 nieuwkomers voor. Deze week polen (8)
‘Iedereen vreest dat de Polen met hele massa’s tegelijk naar de bestaande lidstaten zullen trekken, zoals ze dat zogezegd nu ook al doen’, zegt Marek Grela, Pools ambassadeur bij de Europese Unie. ‘Niets is minder waar. De shuttlemigranten, die met een toeristenvisum vanuit Polen heen en weer reizen om op de zwarte markt in Brussel en in andere grote steden te gaan klussen voor vijf keer het loon in Polen, vormen een kleine minderheid. Het is een verschijnsel dat we ook in Polen zelf kennen. Naar schatting honderdduizend Aziaten komen de jobs doen die onze eigen landgenoten in het Westen uitvoeren voor voor hén dan weer hoge lonen.
‘Zoals er vandaag over ons bericht wordt, lijkt het wel alsof de Polen behoren tot het meest mobiele volk van de nieuwe lidstaten. Maar in eigen land is immobiliteit een groot probleem. In sommige regio’s in Polen bedraagt het werkloosheidscijfer 30 tot 40 procent, terwijl dat in stedelijke gebieden veel lager ligt. Toch is slechts een minderheid van de Polen bereid om te verhuizen.’
De vrees dat grote stromen migranten van Centraal- en Oost-Europa naar de bestaande lidstaten zouden uitwijken, blijkt ook volgens de Europese instanties onterecht. De Europese Commissie verwacht hoogstens een migratie van 1 procent van de actieve bevolking uit de nieuwe lidstaten. Toch nemen de regeringsleiders van de meeste huidige lidstaten het zekere voor het onzekere door migratiebeperkingen in te stellen. Tijdens een overgangsperiode van ongeveer twee jaar zullen de meeste lidstaten nog altijd werknemers uit de nieuwe lidstaten weren – Malta en Cyprus uitgezonderd.
‘Twee jaar is net lang genoeg om de zaken te herbekijken’, vindt Grela. De Polen klagen niet. Voor hoogopgeleiden, voornamelijk voor onderzoekers, dokters en informatici, bestaan er nu al uitzonderingen. Ook Poolse eenmansbedrijven zijn formeel toegelaten, weet Grela’s adviseur Andrzej Rudka.
Is het niet vooral op de Poolse arbeidsmarkt dat ingrijpende hervormingen zich opdringen?
marek grela: De werkloosheid in Polen is structureel. Een deel van de oude sectoren is al geherstructureerd. In de koolmijnen bijvoorbeeld werkten vroeger 400.000 mensen, vandaag zijn het er nog 80.000. De staalsector kampt nog met problemen, maar ook daar is het ergste achter de rug. We moeten vooral de landbouwsector nog hervormen, en het probleem van de immobiliteit oplossen.
Bovendien kent Polen vooral jonge werklozen. Veertig procent van de bevolking is tussen de 15 en de 25 jaar oud. Een tijdelijke piek die het resultaat is van hoge geboortecijfers in de jaren negentig, toen iedereen de familiewaarden hoog in het vaandel droeg. Maar de jongeren van vandaag zijn hoogopgeleid. Het aantal studenten met een universitair of een diploma hoger onderwijs is verdrievoudigd vergeleken met tien jaar geleden en bereikt nu het Europese gemiddelde. Vooral Poolse vrouwen staan hoog gerangschikt op de Europese opleidingscurven.
Daarnaast zijn Polen ook entrepreneurs. Toen we de eerste stappen in de markteconomie zetten, zijn op korte termijn meer dan 3,5 miljoen privé-bedrijfjes uit de grond gestampt. Kmo’s blijven het sterkst vertegenwoordigd. Maar ook multinationals zijn bij ons gevestigd. Auto’s zijn het belangrijkste exportproduct.
Polen heeft het laagste volume aan buitenlandse investeringen van de tien nieuwe lidstaten.
grela: In absolute cijfers trekken we wel meer dan 60 miljard dollar aan, en we verwachten extra investeringen. De fabriek van Hyundai hebben we niet kunnen aantrekken – misschien vinden grote bedrijven onze infrastructuur nog niet optimaal. Er wordt ook wel gezegd dat we ons vakbondsverleden tégen hebben. Maar de tijd van de grote vakbonden is voorbij. ‘Solidariteit’ telde vroeger negen miljoen leden, nu zijn er dat minder dan een miljoen. In totaal zijn er voor alle sectoren amper 2,5 miljoen leden. Onze grote troef is onze uitgestrekte markt. Dat betekent niet dat we niet zouden exporteren. Ook daarin zijn we sterk gegroeid: 12 tot 15 procent het jongste jaar. De landbouw, meer bepaald de moderne voedselverwerking, draagt daartoe haar steentje bij.
De Poolse landbouw is nog niet gemoderniseerd en de Poolse boeren verzetten zich sterk tegen de toetreding.
grela: Het probleem van de Poolse landbouw is een sociaal probleem. Polen is geen landbouwland. Landbouw levert slechts 3 procent van het bruto binnenlands product op. Maar er zijn wel twee miljoen boeren die op vaak piepkleine boerderijen werken. Twee derde van hen produceert alleen voor hun zelfvoorziening. Slechts 700.000 boeren werken voor de markt. De hele landbouwsector moet zich richten naar de Europese normen. Europa heeft een minimale grootte opgelegd van 1 hectare met uitzonderingen voor de fruitteelt. Maar verschillende boerderijen zijn in stukken opgedeeld, wat het heel moeilijk maakt om een administratie voor de EU op te maken. Vandaag moeten de Poolse producten op de Russische markt optornen tegen de Europese. Maar vanaf 1 mei krijgt ook Polen de subsidies van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, al is dat aanvankelijk proportioneel gezien slechts een vierde van de steun aan de bestaande lidstaten. In Polen zelf vallen de indirecte subsidies – in de vorm van lagere betalingen voor de pensioenen – ondertussen ook weg. Hoe de landbouwhervorming verder loopt, hangt af van de economische vooruitzichten.
Begin van de jaren negentig was Polen de ’tijger’ van Centraal-Europa, in 2000 volgde een stagnatie. Nu dreigt naar verluidt een financiële catastrofe.
grela: Helemaal niet! Polen heeft, als enige land in heel Europa, een maximumdrempel van 60 procent overheidsschuld in zijn grondwet opgenomen. Zodra we in de buurt komen van die 60 procent, springen de knipperlichten aan. We zijn trouwens nog ver af van de 100 procent van België. Akkoord, we kennen een vrij lage economische groei. Maar dat is de prijs die we hebben moeten betalen. In het begin van de jaren negentig kenden we een inflatie van 600 procent per jaar. Nu is ze gezakt tot 1 procent – een van de laagste van Europa – en zit de economie weer op het juiste spoor. In 2003 kenden we een economische groei van 3,8 procent. Voor dit jaar verwachten we een groei van 5 procent.
Uw regering wil een rol spelen in de buitenlandse politiek van de EU. Voor sommigen is Polen echter het meest pro-Amerikaanse land ter wereld, de Verenigde Staten inbegrepen.
grela: Polen blijft de Amerikanen bijzonder dankbaar voor de rol die ze tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben gespeeld. De West-Europeanen hebben de Amerikaanse aanwezigheid in Europa altijd heel normaal gevonden. Ze hadden een veiligheidsparaplu tijdens de Koude Oorlog – ze waren dat gewoon. Voor ons zijn het de Verenigde Staten geweest die de democratie naar Centraal-Europa hebben gebracht. Daar blijven we hen dankbaar voor.
Nu krijgen we het verwijt dat we aan de kant stonden van Amerika tijdens de crisis in Irak. Maar we waren niet alleen. Bovendien ontbrak elke gezamenlijke Europese politiek in dat dossier.
Zelf voert u een ‘Ostpolitik’ met Oekraïne, Moldavië en Wit-Rusland.
grela: Oekraïne is een strategische partner en onze grootste buur. Voor hen willen we de Europese perspectieven openhouden. We hebben met dat land onze langste grens. Een nieuwe afgrendeling daar zou geen goed idee zijn. Integendeel, we zijn voorstander van een wider Europe, waarbij de grenzen handel doorlaten, maar tegelijk misdaad en corruptie tegenhouden.
Voor de Polen is de uitbreiding een groots historisch evenement, het zoveelste in de rij eigenlijk. We raken er misschien wat aan gewend, na de val van de Muur en het lidmaatschap van de NAVO, maar dit is toch alweer een scharniermoment in de moderne geschiedenis van ons land.
Ingrid Van Daele