De climax van de politieke thriller rond Brussel-Halle-Vilvoorde komt dichterbij. Eén ding is zeker: ‘Het zal geen schoon kind zijn.’
Franstalige betogingen tégen en Vlaamse strijdmeetings vóór de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde wisselen elkaar snel af. Dat dergelijke manifestaties baden in een sfeer van conflict – met Franstalige verwijten over ‘cultureel separatisme’ vanwege de Vlamingen en Vlaamse kreten over ‘de dictatuur van de francofonie’- zal niemand verbazen. Het zijn de rituele ingrediënten die de berichtgeving over elk communautair dossier in dit land kruiden.
Maar de vastberadenheid onder de actievoerders aan beide zijden van de taalgrens krijgt geen verlengstuk op het politieke toneel. Van aaneengesloten fronten tussen Vlaamse en tussen Franstalige partijen is helemaal geen sprake. Sinds de regionale verkiezingen van 2004 en de installatie van asymmetrische coalities zijn ze integendeel verwikkeld in een heus pokerspel.
Aan Franstalige zijde is de spanning tussen MR en PS regelmatig te snijden en nemen beide partijen ook in het dossier van Brussel-Halle-Vilvoorde elke gelegenheid te baat om elkaar het leven zuur te maken. Hun wederzijds gestook zet de schier onmogelijke cumul van MR-voorzitter Didier Reynders als federaal vice-premier, kopstuk van de paarse meerderheid, co-biechtvader in de kwestie Brussel-Halle-Vilvoorde, én Waals oppositieleider met een opgefokte achterban in diezelfde kieskring, alleen maar meer in de verf.
Aan Vlaamse kant jagen de kartelpartners CD&V en N-VA vooral de VLD op, met premier Guy Verhofstadt als het echte mikpunt. Andere Vlaamse liberale kopstukken bezweren hem dan ook om vooral niet te vlug zijn nek uit te steken voor een beslissend conclaaf over Brussel-Halle-Vilvoorde. Na het uitstellen van een vervroegde beleidsverklaring in september vorig jaar en na het DHL-debacle, beseffen ze goed dat Verhofstadt een derde mislukking niet overleeft. Wat dat betreft, wordt hij voorlopig ook nog altijd geholpen door de ‘centimeterdiplomatie’ die twee vice-premiers van andere partijen, Reynders en Johan Vande Lanotte (SP.A), rond Brussel-Halle-Vilvoorde voeren. En voor de hoogmis van een ultieme interministeriële conferentie over dit dossier zal tenslotte iedereen mee het bad in moeten.
Tot de puzzelstukken behoort níét de uitbreiding van Brussel. Een compromis tussen splitsen en nieuwe afspraken over bijvoorbeeld de Brusselse taalwetgeving en het inschrijvingsrecht van Franstaligen wordt voor de Vlamingen allicht verteerbaar gemaakt door ook een oplossing te geven aan het al even netelige dossier over het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. Paars en co. hopen rond Pasen te bevallen van een akkoord, maar weten dat dit nog met veel drama zal gepaard gaan en dat het ‘geen schoon kind’ zal zijn.
Patrick Martens
In het dossier-B-H-V vormen ook de Franstaligen geen aaneengesloten front.