Het sportjaar 2001 laat zich voor België samenvatten in één onomatopee.
Bij Gazet van Antwerpen zijn ze van hun lezers veel gewoon, maar die opmerking was nooit eerder gemaakt. Dat wil zeggen: niet tegen de naoorlogse generatie journalisten. De redacteur die de telefoon had opgenomen, bij het zeventiende belsignaal, rees verbaasd uit zijn stoel overeind, keek eens rond of niemand van de collega’s hem een poets aan het bakken was, en bestudeerde daarna de hoorn in zijn hand, beducht dat een van de talloze verborgencameraprogramma’s hem bij een niet nader te specifiëren orgaantje poogde te nemen.
Maar niets daarvan, de man aan de andere kant van de lijn meende het wel degelijk. ‘Wat bedoelt u met: die plok ?’ vroeg onze collega. De verbolgen lezer barstte los: ‘Ik kijk naar de Franse televisie en elke keer als ze daar op de bal slaan, hoor je duidelijk: plok. Nu kijk ik naar de VRT, ze slaan op dezelfde bal, en ik hoor niets. Ja, Sabine Appelmans met haar opgewonden gekwetter. Maar haar wens ik niet te horen, ik wil plok horen. Zeg nu zelf mijnheer, wat is tennis zonder plok ?’
De vraag is terecht. Het heeft te maken met de kwaliteit en dus de prijs van de klanklijnen, en vooral met de juiste mixing van de commentaarlijn en wat in vaktermen de international sound wordt genoemd. Zet je de één te luid en de ander te zwak of omgekeerd, dan is de uitzending om zeep. Datzelfde geldt voor voetbalwedstrijden als de reporter, hetzij in het stadion hetzij in het omroepcentrum, in een gesloten kabine zit. NOS en BBC zijn doorgaans meesters in het vinden van de correcte balans. Het belang daarvan is niet te onderschatten: hoor je geen ‘plok’ bij tennis, dan is de match driekwart van zijn aantrekkingskracht kwijt. Een Formule-1-race zonder ‘vroaaaar’ is als een pornofilm zonder ‘oooh, oooh’: het bekijken niet waard.
Dat zeggen wij, maar op de Gazet van Antwerpen zijn ze niet zo meegaand. In Antwerpen in het algemeen niet trouwens. En dus werd aan de lezer in kwestie een beetje bars gevraagd waarom hij niet naar de VRT belde. ‘Dat heb ik gedaan, maar daar hebben ze mij uitgelachen. Met die plok kan ik u niet helpen, zei een kerel, maar als gij graag een paar keer plopperdeplop hoort, heb ik een adreske voor u.’
Mocht deze abonnee van Gazet van Antwerpen zich op 11 september in de WTC-toren in New York hebben bevonden, hij zou de ‘plok’ van zijn leven hebben gehoord. De ultieme alles vernietigende ‘plok’. En dat brengt ons bij de moeder van alle aanslagen, en de deugddoende vaststelling dat die op de wereld van de sport slechts een beperkte invloed heeft gehad.
Kunnen de Olympische Winterspelen van Salt Lake City wel doorgaan? Dat vragen de mensen zich dan af, vooral op televisie. Natuurlijk kunnen die doorgaan. Meer: they must go on. De Spelen van Salt Lake City hebben wel een ergere aanslag overleefd, men herinnere zich de smeergeldaffaire bij de toewijzing ervan.
Verder zijn wij voor elke sportwedstrijd, tot in Bommerskonsten toe, drie weekends lang geteisterd door een blijkbaar algemeen noodzakelijk geachte minuut stilte. Waarmee ze heel wat minder gul omspringen bij rampen in andere delen van de wereld, maar dat terzijde. En de Champions-Leaguewedstrijden van woensdag 12 september werden uitgesteld. Om hetzelfde te doen met die van dinsdag 11 september was de tijd tussen aanslag en aftrap te kort. Dat werd links en rechts fors op de korrel genomen, maar minstens evenveel hoon was er voor de Nederlandse landskampioen PSV Eindhoven, die in Nantes met 4-1 verloor en vroeg om de match te herspelen omdat de spelers zich in die omstandigheden niet hadden kunnen concentreren. Medevoelen met slachtoffers is goed, maar iedereen weet precies tot waar het gemeend is.
Nee, over Osama Bin Laden is veel kwaad verteld, maar in de sport heeft hij vrede gebracht. We hebben het dan niet alleen over die minuut stilte, alles samen een week of zeven, maar ook over het uitstellen van de Ryder Cup golf. Dat is de tweejaarlijkse slag tussen Amerika en Europa die eind september op The Belfry in Birmingham moest plaatsvinden.
De match van de wraak, want twee jaar geleden hadden de Amerikanen zich op een schandalige manier de vorige editie toegeëigend. Het incident was, alle verhoudingen in acht genomen, te vergelijken met de inslag van twee jumbojets in een koppel wolkenkrabbers. Het deed zich voor in wat nadien de beslissende match zou blijken, tussen Justin Leonard en Jose-Maria Olazabal.
Toen Leonard op de zeventiende een putt van twintig meter erin tikte, was de eindzege voor de Amerikanen bijna maar niet helemaal een feit. Toch huppelde Leonard als een dolleman over de green, en werd daar besprongen door ploegmaats, caddies en spelersvrouwen. Alsof hij de Prijs der Nederlandse Letteren had gewonnen. En dat op de green, terwijl Olazabal nog moest putten en voor Europa de zaak nog kon redden. Door het onwaardige gedrag van de Amerikanen was hij zijn puttinglijn kwijt en miste hij ook zijn shot. Waarna de Amerikaanse captain Ben Crenshaw er een schep bovenop deed door languit in het gras te duiken en pausgewijs de grond te kussen. Dat alles nadat de Europese spelers al drie dagen lang waren gestoord en uitgejouwd door het onsportieve Amerikaanse publiek.
Wat op de baan van Brookline gebeurde, was een schande, en de Amerikanen zouden daar eind september op The Belfry de rekening voor gepresenteerd krijgen. The Sun riep op om een paar voetbalsides gratis binnen te laten. Osama Bin Laden heeft, op zijn manier, de Amerikanen een dienst bewezen.
De Belgische tennissters trouwens ook. Want Venus Williams durft niet meer te vliegen. Toch niet voor een habbekrats. En dus gaf het Amerikaanse tennisteam forfait voor de Fed Cup, zeg maar de wereldbeker, in Madrid. Dat liet onze vrouwen toe om een fantastisch jaar schitterend af te ronden: Kim Clijsters, Justine Henin, Els Callens en Laurence Courtois kroonden de Belgische nationale vrouwenploeg tot de beste van de wereld.
Clijsters en Henin, met een finale op respectievelijk Roland Garros en Wimbledon, stelden zelfs de zesde opeenvolgende WK-kwalificatie van de Rode Duivels in de schaduw. En deden wat de Volksunie in veertig jaar zwoegen niet voor mekaar kreeg: de Belgische staat omvormen. Van koninkrijk naar tennisrijk.
Want in het zog van de vrouwen… klinkt dat niet wat gek: in het zog van de vrouwen? In de slipstream van de vr… nee, dat is al even erg. In het spoor van de vrouwen, dát is het. In het spoor van de vrouwen kwam ook The X-man Xavier Malisse weer boven het korenveld uit. Hem was enkele jaren geleden door tennisgoeroe Nick Bollettieri een grote toekomst voorspeld, maar het is anders gelopen. Door de schuld van slechte vriendinnen, zoals bij Johan Van Hecke.
Malisse belandde op het verkeerde pad, meer bepaald dat van de dolgedraaide Jennifer Capriati die bijna ten onder ging aan drank en drugs en rock-‘n-roll. Mogelijk ook aan seks, op dat punt willen wij voorzichtig blijven. En waar doping een absolute aanrader is voor het leveren van topprestaties, zijn genotsdrugs dat allerminst. Men informere bij Diego Maradona. En eventueel bij Joe Namath van de New York Jets, die toen een verslaggever vroeg of hij astro-turf boven grass verkoos antwoordde: ‘Dat weet ik niet, ik heb nog nooit astro-turf gerookt.’
Enfin, Capriati klom eerst uit de put, en hoe. Malisse deed met wat vertraging hetzelfde. En dat doet ons, te midden van al het pessimisme in de andere Knack-rubrieken, blijgezind het sportjaar afsluiten met het ontkurken van een fles van de heerlijkste champagne: plok!
Koen Meulenaere
Van koninkrijk naar tennisrijk.