De betoging van twintigduizend mensen voor een leefbaar platteland, waarvan velen voor het eerst in hun leven aan een betoging deelnamen, vermocht sommige politici en natuurexperts te verbazen. ‘Allemaal vissers, jagers, baronnen, boseigenaars en boeren die hun privileges willen beschermen’, klonk het zelfs schamper. En natuurlijk ook allemaal mensen die last hebben van een verkeerde perceptie, blijkbaar een nieuw soort virus. Het leek inderdaad een bont allegaartje van belangengroepen, maar één ding hadden ze alvast gemeen: het gevoel tot een bedreigde soort te horen. Een uitstervend ras. De laatste generatie. In de landbouw, bijvoorbeeld, zijn de voorbije jaren, in tegenspraak met de retoriek van de overheid, niet de bio-industriëlen, maar wel de kleine, familiale bedrijven met duizenden gestopt.
Een kafkaiaans geval deed zich de voorbije weken weer voor in de Wase polders van Doel, Kieldrecht en Verrebroek. Vele tientallen pachters en landeigenaars kregen een brief in de bus waarin botweg gemeld wordt dat zij ’ten algemenen nutte’ onteigend worden als compensatie voor het natuurverlies door de aanleg van het Deurganckdok. Geen kwestie van perceptie, helaas, maar van harde realiteit. Voor in totaal bijna 200 hectaren met hoeves en akkers, of een veelvoud van wat er voor het dok zelf nog onteigend werd. De polder, een uniek landschap, moet omgebouwd worden tot weidevogelgebieden en zoetwaterkreken. Dat hoogdringende onteigeningsbesluit, met het oog op ‘de onmiddellijke inbezitneming’ van de gronden, werd eigenhandig ondertekend door Vlaams minister van Leefmilieu Vera Dua (Agalev) en voormalig minister van Openbare Werken Steve Stevaert (SP.A).
Het lijkt wel erg ongelukkig dat men die ‘natuurcompensaties’ niet elders gezocht heeft. Dat juist die mensen, die na jarenlange onrust gerustgesteld werden dat ze net buiten de gevarenzone vallen, nu toch nog moeten wijken, maar dan wel voor natuurgebieden. Alsof er een strategie van permanente bedreiging achter zit. Alsof er op hun rug een politiek ‘compromis’ werd gesloten, zoals hoge ambtenaren al eerder expliciet verklaarden. Een soort koehandel: de haven krijgt het gebied tot en met het dorp van Doel, de groenen de gronden die er verderop nog overschieten. Een paars-groene inname van de polder: paars is op het gewestplan de kleur van de industrie, groen de kleur van de natuur. Vorige zaterdag werd de ‘groene medeplichtigheid’ alvast gehekeld door de Helaba-groep van Luc Versteylen, die op de Antwerpse Agalev-meeting ‘de laatste polderpatatten’ kwam uitdelen. Volgens minister Dua was het echter de schuld van haar administratie die vergat te melden dat er eerst over ‘minnelijke schikkingen’ zal worden gesproken. Maar het onteigeningsbesluit blijft.
Paars-groen mag dan al geringschattend doen over ‘de opstand van het platteland’, maar juist die geringschatting kan er mee toe leiden dat op dat wegkwijnende Vlaamse platteland, na de steden, nu ook de doorbraak van het Vlaams Blok bezegeld wordt. Afwachten tot wat voor perceptie dat zal leiden.
Chris De Stoop