Vijf jaar na de moord op Theo van Gogh ligt Nederland nog altijd met zichzelf overhoop.

De timing was allicht niet toevallig. Aan de vooravond van de vijfde verjaardag van de moord op Theo van Gogh sprak de Nederlandse premier Jan Peter Balkenende zijn landgenoten vermanend toe. ‘Het politieke klimaat wordt steeds grimmiger, verbetener en gepolariseerder’, waarschuwde hij. ‘Het Binnenhof is in de greep van het populisme. De politiek wordt overmoedig, ongenuanceerd, en met groot gemak worden grote woorden gebruikt. We leven in een klimaat waarin complete bevolkingsgroepen worden weggezet, alles wordt verpolitiekt en waarin niks meer goed lijkt.’

Het publieke debat is de voorbije jaren in Nederland compleet vervuild geraakt. Dat is geen reden tot leedvermaak: de fall-out is intussen ook op de opiniepagina’s van de Vlaamse kranten te merken. ‘Weldenkend’ en ‘politiek correct’ zijn scheldwoorden geworden. ‘2 november 2004 was de laatste dag waarop je in gemoede kon volhouden dat Nederland een nuchter land is’, schrijft Bert Wagendorp in de Volkskrant. ‘Sindsdien weten we dat zulks een illusie is. We zijn een hysterisch moeras vol opgeblazen kikkers die allemaal begonnen te kwaken dat de gevreesde muzelman ook hier had toegeslagen.’

Ju ju, wat een grof volkje, om met Lodewijk van Deyssel te spreken.

Beide partijen in het debat over de islam en de multiculturele samenleving – want daar gaat het natuurlijk over – verwijten elkaar de Ander te ‘demoniseren’. Drie wetenschappers die in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken een onderzoek instelden naar de radicalisering van de Nederlandse politiek kwamen onlangs tot de conclusie dat de populistische partij van Geert Wilders ‘de sociale cohesie en de democratie bedreigt’. Minister Guusje ter Horst vroeg hen vervolgens ‘wegens politieke gevoeligheid’ die conclusie af te zwakken: je moet de kat niet op het spek binden. Maar Wilders liet de kans niet liggen en wentelde zich opnieuw in zijn geliefde slachtofferrol: ‘Die onderzoekers zijn knettergek geworden. Wat een idiotie. Dit is de zoveelste ziekelijke poging van de elite ons te demoniseren en de mond te snoeren. Ik maak verder geen woorden vuil aan dit baggeronderzoek van de linkse maffia.’

‘Demoniseren’, ‘linkse maffia’ – altijd prijs.

Natuurlijk, er is geen enkele reden om het debat níét te voeren. Maar mag het misschien een toontje lager? Een terugkeer naar oud-Nederlandse deugden als verdraagzaamheid en zelfbeheersing zou kunnen helpen. In 1501 schreef Desiderius Erasmus in zijn Enchiridion militis christiani (handboek voor de christenstrijder): ‘Toom je in bij verontwaardiging en woede, reageer nooit onbezonnen, overhaast of agressief, hoezeer je je ook door forse provocaties daartoe gerechtigd zou kunnen voelen. Blijf kalm. Wat heeft het voor zin om meteen woedend uit te vallen als je er zeker van kunt zijn dat je daarvan later spijt zult krijgen?’

Dat was dus vóór de reformatie, de contrareformatie en de Inquisitie. In 2004, toen de Nederlandse televisieomroepen op zoek gingen naar de Grootste Nederlander Aller Tijden, strandde Erasmus dan ook op de vijfde plaats. Een watje! De Grootste Nederlander, weten we sindsdien, was Pim Fortuyn.

door Piet Piryns

Het publieke debat is de voorbije jaren in Nederland compleet vervuild geraakt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content