OP ZOEK NAAR DOPING BIJ TEAM SKY

CHRIS FROOMEINDE TOUR VAN 2012 'Ze zeggen dat hij the eye of the tiger heeft. Er gaat geen koersdag voorbij zonder dat hij tot het uiterste gaat.' © PHOTO NEWS

Al het hele seizoen volgt David Walsh, de Ierse journalist die Lance Armstrong ontmaskerde, het Team Sky van Tourfavoriet Chris Froome als embedded journalist. Exclusief voor Knack vertelt de Ier waarom Sky, de nieuwe dominante formatie in het wielrennen, wél geloofd moet worden.

‘Denk jij dat Team Sky clean koerst?’ vraagt David Brailsford. We zitten in zijn kantoor in de velodroom van Manchester. Het is november, die ene maand waarin iedereen die professioneel met wielrennen bezig is het seizoen uit-ademt en een beetje lucht hapt vooraleer de koers hen weer de weg op dwingt. Brailsford is goedgemutst. Zijn Team Sky had in de zomer met Bradley Wiggins de eerste Britse Tourwinnaar afgeleverd en de Britse baanwielrenners, eveneens geleid door Brailsford, toonden zich op de Olympische Spelen van Londen even onverslaanbaar als vier jaar eerder in Peking. Eén maand na Londen had koningin Elisabeth II zowel Wiggins als Brailsford tot ridder geslagen. Beide heren gaan voortaan door het leven als Sir Bradley en Sir David.

Zou ook dit duizelingwekkende succes een zoveelste wielernachtmerrie blijken, gebouwd op een leugen?

Doping.

Scepsis, twijfel en verdachtmakingen volgen de Sky-trein in zijn slipstream. De vaakst gehoorde beschuldiging is dat Sky de koers controleert zoals het US Postal van Lance Armstrong vroeger. We weten ondertussen hoe de Amerikanen dat varkentje wasten. Zou het bij Sky anders zijn?

Voor ik bij Brailsford op bezoek ga, laat ik op Twitter een ballonnetje op. Wat kan ik de bezieler van dit eclatante sportsucces vragen? Binnen het uur krijg ik 65 voorstellen. 30 gaan over doping.

Brailsford wil weten wat ik zelf denk. Geloof ik dat zijn ploeg clean koerst?

‘Als je een geweer tegen mijn slaap zet en me zegt dat mijn leven van het antwoord afhangt, dan zou ik zeggen: ja, je team koerst proper. En dan ben ik heel blij als er geen schot weerklinkt, want echt zeker weet ik het niet. Ik hóóp dat jullie clean rijden, ik geloof het ook wel, maar hoe zou ik ooit zeker kunnen zijn?’

Brailsford, die zegt dat hij mijn twijfel begrijpt, beweert dat zijn ploeg vanaf dag één op de premisse gebouwd is dat doping onder geen beding wordt toegestaan. ‘En als succes zonder doping onmogelijk zou blijken, dan zouden we er gewoon de stekker uit trekken.’

‘Maar als jullie toch clean koersen, waarom ging Sky vorige zomer dan altijd in het defensief wanneer doping ter sprake kwam?’ vraag ik. ‘Als wat jij zegt waar is, dan moet het succes van dit team gevierd worden. Dan bewijst Sky dat je in het hedendaagse wielrennen kunt winnen zonder verboden middelen te hoeven nemen. In plaats van in een egelstelling te kruipen, zou je vragen over doping net moeten verwelkomen; zo toon je hoe de ploeg het wielrennen tracht te veranderen. Team Sky doet alsof vragen over doping een belediging zijn. Dat is niet zo. Zulke vragen zijn begrijpelijk en terecht.’

‘Kwamen we echt zo defensief over?’ vraagt Brailsford.

‘Natuurlijk. Herinner je hoe Bradley Wiggins reageerde toen mensen op sociale media beweerden dat hij op doping reed? Er waren zelfs persconferenties waar journalisten werd aangeraden om het onderwerp niet meer op te rakelen.’

‘Nochtans hebben wij niks te verbergen.’

‘Waarom lijkt het dan alsof dat wel zo is?’

Brailsford zegt nu iets waar hij duidelijk al eerder over had nagedacht. ‘Wat zou je ervan denken om komend seizoen het team te coveren als embedded journalist? Je bent welkom om ons te bezoeken waar en wanneer je maar wilt, op voorwaarde dat je ons telkens een paar dagen de tijd geeft om de logistiek op orde te krijgen.’

‘Dat geldt voor trainingskampen én wedstrijden? Ik kom waar en wanneer ik maar wil?’

‘Waar en wanneer je maar wilt.’

‘En ik zal mogen spreken wie ik wil, mogen zien wat ik wil en vooral ook mogen schrijven wat ik wil?’

‘Zonder restricties. We moeten er uiteraard over waken dat je aanwezigheid de prestaties van het team niet gaat beïnvloeden, maar dat zou normaal geen probleem mogen zijn. Je komt en gaat zoals het je best lijkt.’

Dit was een aanbod dat geen enkele journalist zou kunnen weigeren.

‘Ik doe het. Maar verwacht niet dat ik na twee weken ga rondtoeteren dat Sky clean is, want zo snel kan ik dat onmogelijk met zekerheid zeggen.’

***

Eind januari 2013 verblijf ik een week bij Team Sky in Malaga, waar de ploeg de start van het wielerjaar voorbereidt. In maart volgt het trainingskamp op Tenerife, opnieuw een week. We zitten in Hotel Parador, waar Lance Armstrong en zijn dopingdokter Michele Ferrari ooit hun kunstjes uithaalden. ‘Hier sta ik op de foto met Armstrong’, zegt de avondreceptionist. ‘Kijk eens!’

‘En Ferrari, zag u hem hier ook?’ vraag ik.

‘O ja, die komt hier altijd met zijn familie.’

In april keer ik terug naar Malaga, voor een namiddag met Bradley Wiggins. Daarna volg ik twee weken de Giro. Vorige week nog zat ik twee uur bij Chris Froome en zijn vriendin Michelle Cound, in het Zuiden van Frankrijk. Het hele team, van de mechanici tot de dokters, weet nu dat er een journalist in zijn midden leeft en heeft er ondertussen vrede mee.

Net wat Brailsford wou. Een kritische blik die de ploeg van binnenuit belicht. Waarom ook niet, als je niks te verbergen hebt.

In totaal heb ik nu vijf weken bij Team Sky doorgebracht en in de Tour de France komen er daar nog eens drie bij. Het is tot nu toe een aangename er- varing, vooral omdat de ploeg op de juiste manier met mijn aanwezigheid omgaat. Niemand gedraagt zich anders wanneer ik erbij ben. Ook de renners niet, die beleefd zijn maar vooral ook onverschillig, waarschijnlijk zoals ze tegen iedereen zouden doen die rond het team hangt maar hen niet echt van nut is.

Op het eerste trainingskamp in Malaga jogde ik tien kilometer in het spoor van Tim Kerrison. Sky’s head of performance is een Australische sportwetenschapper met een verleden in het zwemmen. Hem bij de ploeg halen, was wellicht Brailsfords ultieme meesterzet. Kerrisons gebrek aan wielerachtergrond zorgde ervoor dat het team de platgetreden paden verliet.

Een voorbeeld zegt alles. Toen Kerrison analyseerde wat de meest efficiënte manier is om een Alp van vijftien kilometer te beklimmen, kwam hij tot de al bij al voor de hand liggende conclusie dat je het best van voet tot top een stevig maar stabiel tempo rijdt. Vergelijk het met een langeafstandsloper: wie op de tien kilometer het wereldrecord wil breken, weet dat hij het best een gelijkmatig ritme loopt. So far, so simple. Kerrison trok de redenering door tot in het extreme en poneerde dat de Sky-renners in de koers beter niet meer reageren op plotse, hevige ontsnappingspogingen van hun concurrenten. Met een gelijkmatig tempo bereik je immers de piek van de col in de kortst mogelijke tijd. Het is een manier van klimmen die de wielerromantici haast beledigt: het staat mijlenver van de onbesuisde aanval- en countertactiek die deze discipline zo kenmerkt.

Brailsford verontschuldigt zich niet voor Sky’s strategie in de bergen: ‘Als je spectaculaire koersen wilt, met gekke aanvallen met onmogelijke snelheden: laat de renners zich dan doperen. Het is kiezen of delen. Daar ligt voor de toeschouwer trouwens ook het dilemma: wil je entertainment of wil je kunnen geloven in wat je ziet?’

Sportwetenschapper Kerrison werkte met Australische zwemmers die wereldrecords braken en olympisch goud wonnen, waarbij ze concurrenten versloegen die later gedopeerd bleken te zijn. Nadien ging hij bij de Britse zwembond aan de slag. Op geen enkel moment was er zelfs maar een hint van een verdachtmaking dat er onder zijn leiding met doping werd geknoeid.

Het deed Tim Kerrison verdriet dat sinds de wereld hem kent als het brein achter het succes van Team Sky, de Googlezoekmachine het woord doping als eerste keuzewoord biedt wanneer je zijn naam intikt. Ik heb dit seizoen veel tijd in zijn gezelschap doorgebracht en durf met zekerheid te zeggen dat Kerrison 100 procent antidoping is en zich nooit zou inlaten met een team dat verboden middelen tolereert.

Toch heeft het succes van Sky tot gevolg dat sommigen – nee: velen – de ploeg verdenken. Op de avond dat Chris Froome de leiderstrui verloor in Tirreno-Adriatico sprak ik met Brailsford. De manager had het toen over ‘de voordelen van deze onverwachte wending’ (het zou de enige rittenkoers worden die Froome in de aanloop naar deze Ronde van Frankrijk niet won).

‘Ik zag onmiddellijk het grotere verhaal’, zei Brailsford. ‘Chris verloor omdat hij en zijn ploegmaats Rigoberto Uran en Sergio Henao de dag daarvoor te diep moesten gaan. Ze hebben zich kwetsbaar getoond; plots was Sky niet langer die onstuitbare machine. Dit kan de geruchten over hoe wij ons succes behalen, temperen.’

Zero tolerance

Kerrison schudt het hoofd wanneer hij die woorden hoort. ‘Het is triest dat die ene keer dat we het niet goed doen, we zeggen: “Oef, nu zien de mensen tenminste dat we niet perfect zijn, één argument minder voor onze dopingcritici.” Voor een atleet is dat een gevaarlijke gedachtegang.’

Team Sky had de wielergemeenschap sowieso al tegen de haren in gestreken. Bij sollicitatiegesprekken moesten renners en ploegdokters verzekeren dat ze zich nooit met doping hadden ingelaten. Die politiek noemde men Sky’s ‘zero tolerance policy’, en ze zou het team oneindig veel problemen bezorgen. Renners en dokters die bij verdachte teams hadden gewerkt, werden al te makkelijk op hun woord geloofd – al bestaat er een andere, even plausibele verklaring: Brailsfords verleden bij de Britse pisteploeg had hem simpelweg onvoldoende voorbereid op de krabbenmand die het internationale wegwielrennen is.

De Belgische dokter Geert Leinders was Brailsfords grootste vergissing.

Leinders kwam bij Sky na een seizoen dat voor het team een ruw ontwaken was geweest. Sky had bij zijn lancering grote ambities uitgesproken, maar was met magere resultaten teruggekeerd. En falen is voor een man als Brailsford geen optie. Het moest en zou beter. Bij het analyseren van wat er misliep, kon Brailsford niet negeren hoe zijn renners klaagden dat de medische staf weinig ervaring had met koersblessures. Steven de Jongh, een ex-Rabobankrenner en nu ploegleider bij Sky, raadde de ervaren Belg Geert Leinders aan.

Leinders werkte van 1996 tot 2009 voor Rabobank. Bij zijn sollicitatie- gesprek werden geen vragen gesteld over Michael Rasmussen, nochtans een affaire die ook toen al goed gedocumenteerd was. De dokter zat halverwege zijn tweede jaar bij Sky toen Theo de Rooij, voormalig ploegleider bij Rabobank, in een interview de dopingcultuur bij Rabobank uit de doeken deed – en daarbij de rol van Leinders niet onvermeld liet.

Het was een ramp voor Sky, dat snel het contract van Leinders ontbond, ook al hield de dokter vol dat De Rooij loog en dat Leinders zelf niet betrokken was geweest. Brailsford sprak van ‘reputatieschade’ en vond dat het team geen andere keuze had dan de band met zijn arts door te knippen.

Ironisch genoeg waren ze bij Sky eigenlijk best tevreden over Leinders. Zijn expertise bij het behandelen van wielerblessures maakte indruk, zijn oprechte en attente persoonlijkheid charmeerde. Onder andere omstandigheden had de ploeg hem graag in dienst gehouden. Na zijn vertrek bij Sky zei Leinders tegen Nederlandse journalisten dat zijn rol bij het team ‘beperkt’ was geweest. Misschien nog het meest beschadigend voor Team Sky was dat men het eigen teammanifest had genegeerd: dat stipuleerde dat ploegdokters het best buiten het wielrennen konden worden gezocht.

Vader Wiggins

In een rustig hoekje van een Mallorcaanse bar praat ik met Bradley Wiggins over hoe zijn inmiddels overleden vader Gary het gezin in de steek liet toen Bradley amper twee was, en hoe de pijn van achtergelaten te worden nog altijd drukt op het leven van de toprenner. ‘Ik heb veel issues met mijn vader, wat hij me aangedaan heeft, de manier waarop hij vertrok. Hij reed zesdaagsen, slikte amfetamines. Dat overmande hem, het duwde hem geestelijk over de rand en hij kreeg een drankprobleem. Ik ben nog altijd boos op hem voor wat hij heeft gedaan.’

‘Sinds ik zelf kinderen heb, denk ik maar één ding: wat mij overkomen is, mag ik hen nooit aandoen. Ik wil dat ze naar mij opkijken, dat ze later kunnen zeggen: “Ik had een goeie vader.” Het zou me kraken als ik ooit zou horen, wanneer ze groot zijn: “Die vader van mij, daar moet ik niks van weten.”‘

‘Mijn sportprestaties moet je in dat licht zien. Ik wil dat mijn kinderen over twintig jaar dit café kunnen binnenlopen, mijn gele trui zien hangen en zeggen: “Dát was nu mijn vader, hij won de Tour de France en daar zijn we erg trots op.” En niet: “Hij won misschien wel, maar testte later positief.” Liever was ik weer bij Tesco (Britse supermarktketen, nvdr.) gaan werken, had ik nooit een koers gewonnen, nooit een Tour, was ik niet geridderd, maar was ik gewoon een goeie vader op wie mijn kinderen trots kunnen zijn, dan dat mee te maken.’

‘Winnen is nooit het enige ultieme geweest voor mij. Het was nooit op leven en dood. Win ik niet, dan is het maar zo. Ik wil langs de kant staan wanneer mijn zoon Ben rugby speelt, tussen alle andere ouders. Als ik op doping zou worden betrapt, dan zou ik daar te beschaamd voor zijn. Wanneer mensen zeggen dat ik me dopeer, dan zeggen ze eigenlijk dat ik tegen mijn kinderen lieg. En dat zou ik nooit kunnen.’

Ik hoor Wiggins en twijfel niet aan zijn oprechtheid. Hij overtuigt me ervan dat wat hij in het wielrennen bereikt heeft, geloofd mag worden.

Wiggins zullen we dit jaar niet terugzien in de Tour. Knieproblemen en een infectie aan de luchtwegen deden hem opgeven in de Ronde van Italië en toen hij niet snel genoeg herstelde, werd besloten de Tour van zijn programma te schrappen. Wiggins concentreert zich nu op het wereldkampioenschap. Maar het verhaal zit nog iets complexer in elkaar dan dat.

Bradley Wiggins en Christopher Froome zijn geen vrienden. Ze gedragen zich zelfs niet al te vriendschappelijk wanneer ze in elkaars buurt zijn. Tijdens de Tour van 2012 was Froome in de bergen beter dan zijn kopman. Froome vond dat zijn ambities werden gekortwiekt en dat hij tijd kon nemen op Wiggins en op hun gemeenschappelijke rivalen. Froome haatte die situatie. En Wiggins haatte het dat een teamgenoot aanviel terwijl de ploegtactiek zei dat het verdedigen van de gele trui de absolute voorrang kreeg.

Froome aast op een tweede kans. Hij bereidt zich dit seizoen obsessief voor op de Ronde van Frankrijk. Midden februari finishte Froome in de Ronde van Oman tweede in een zware bergrit, achter Joaquim Rodriguez. Doordat hij Cadel Evans en Alberto Contador achter zich liet, leverde hem dat de leiderstrui op. Na de rit moest Froome ter plaatse blijven voor interviews, de podiumceremonie en de dopingcontrole. Toen dat allemaal achter de rug was, stond er een ploegwagen klaar om hem naar de massagetafel te voeren. Nee, zei Froome, die 25 kilometer naar het hotel kon hij best gebruiken als extra training. Zo fanatiek is Froome al het hele seizoen. Binnen de ploeg wordt gezegd dat Froome ’the eye of the tiger’ heeft, een zo extreme, intense focus, dat geen enkele training, geen enkele koersdag voorbijgaat zonder dat de renner zichzelf tot de uiterste limiet duwt.

Toch hadden Brailsford en zijn secondanten graag gezien dat Wiggins fit en bereid was geweest om Froome deze zomer als meesterknecht bij te staan. De grote motor van Wiggins had Froomes kansen op geel een serieuze boost gegeven, daar is iedereen het over eens. Maar Wiggins was niet fit en het is sowieso twijfelachtig of hij bereid zou zijn geweest om voor Froome te knechten.

Ook zonder Wiggins is Sky top, daar niet van. Het team beschikt nog over een andere allrounder die de kopman ook in de ultieme, meest veeleisende fase van de bergritten zal kunnen bijstaan: Richie Porte, trouwens de renner binnen Sky met wie Froome het best opschiet. Behalve Porte heb je nog Vasil Kiryienka, Kanstantsin ‘Kosta’ Siutsou, David Lopez, Geraint Thomas en Peter Kennaugh: allemaal renners die in zware bergetappes in de kopgroep worden verwacht. En daar zal de Ronde van Frankrijk toch weer beslist worden.

Froome serveert nog één opmerkelijke uitsmijter. Hoewel Sky vorig jaar eerste en tweede eindigde, heeft hij in 2012 niet genoten van de Tour. Hij vond dat Wiggins zich te vaak in zijn cocon verschool, dat er weinig camaraderie werd getoond. Als ploegmaat wist je nooit welke Wiggins je ’s avonds aan het diner zou treffen en dat drukte de sfeer. ‘Vraag het de jongens die met mij de Tirreno reden, het Criterium International, de Ronde van Romandië of de Dauphiné: ze zullen je allemaal zeggen dat we daar veel lol hebben getrapt. We hopen daar een vervolg aan te breien in de Tour’, aldus Froome.

Het is zoeken naar kandidaten die zijn feestje kunnen verpesten. Alberto Contadors prestaties in de tijdritten zijn dit jaar zeer matig, in de Dauphiné bleek de Spanjaard zelfs ontluisterend zwak. Joaquim Rodriguez kan uithalen in de bergen, maar ook hij is te kwetsbaar in het tijdrijden. Het Movistar-duo Alejandro Valverde en Nairo Quintana zal zich in de strijd mengen, net als Cadel Evans en Tejay Van Garderen van BMC. Maar kan een van hen Froome beconcurreren in de bergen én in het tijdrijden? De vraag stellen is ze beantwoorden.

Ondertussen blijf ik speuren naar aanwijzingen van dopinggebruik en dat zal ik de hele Tour lang doen. Tot hiertoe heb ik niks gezien dat me doet twijfelen aan Sky; hun succes op zich is geen bewijs van doping. Mijn positie als embedded journalist zet mezelf trouwens ook in de wind. ‘Omdat Rupert Murdoch eigenaar is van Team Sky en van The Sunday Times, de werkgever van David Walsh, mist hij alle geloofwaardigheid’, lees ik op Twitter. De meer grofgebekte twitterati noemen me zelfs al ‘Sky’s bitch’, een eretitel die me stoort. De critici kan ik maar één ding antwoorden: ik blijf zoeken.

DOOR DAVID WALSH

Niemand gedraagt zich anders wanneer ik erbij ben. Ook de Sky-renners niet. Die zijn beleefd, maar onverschillig.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content