‘Op den duur zullen we hier Amerikaanse toestanden krijgen’
Wordt in het Vlaamse onderwijs te veel nadruk gelegd op het aanleren van vaardigheden en te weinig op theoretische kennis?
Vlaamse leerlingen krijgen veel minder theoretische kennis mee dan vroeger. Daar zijn zo goed als alle leerkrachten van ons onderwijspanel het over eens. Vooral voor wiskunde, taalvakken, geschiedenis en aardrijkskunde moeten scholieren een pak minder uit het hoofd leren. Zo hoeven kinderen en jongeren niet meer vanbuiten te kennen waar de grote Europese rivieren stromen en wanneer de middeleeuwen begonnen. Hoewel de meeste leerkrachten uit ons panel het een goede zaak vinden dat hun leerlingen wat ze leren in de eerste plaats moeten kunnen toepassen, wijzen ze er wel op dat alles onvermijdelijk begint met een stevige theoretische basiskennis. Dat daar nu zo veel gaten in zitten, zien ze dan ook als een groot probleem.
Saskia Van Lanckere: (leerkracht maatschappelijke vorming en STEM):
‘In de nieuwe leerplannen staat niet dat leerlingen breuken, procenten, het omzetten van meter naar kilometer of zelfs de maaltafels van buiten moeten kennen. Dus geven we ze bij toetsen en examens hulpkaarten waarop stappenplannen staan om de oefeningen te kunnen oplossen. Maar wie heeft er in het dagelijks leven spiekbriefjes op zak om berekeningen te kunnen maken?’
Hans Verbrugghe: (leerkracht Nederlands, geschiedenis en aardrijkskunde):
‘Aardrijkskunde, dat eigenlijk een klimaatvak is geworden, valt inhoudelijk haast niet meer te herkennen. Algemene kennis – waar Europese landen, steden en rivieren liggen, bijvoorbeeld – is volledig overboord gegooid. Ik vrees dat we op termijn Amerikaanse toestanden zullen krijgen, waarbij jonge mensen steden en landen alleen nog kunnen situeren als ze Google Earth mogen gebruiken.’
Aileen Debusscher: (leerkracht Nederlands en geschiedenis):
‘Kinderen die in het eerste jaar secundair onderwijs in mijn klas terechtkomen, hebben in de lagere school vaak amper de kennis verworven waaruit ik moet kunnen vertrekken om ze vaardigheden aan te leren. Zo werk ik vaak met bronnenmateriaal dat de leerlingen kritisch moeten analyseren. Daarvoor moeten ze zich natuurlijk kunnen baseren op kennis die ze eerder uit het hoofd hebben geleerd. Is het een geschreven of een ongeschreven bron? In welke eeuw valt het jaar 512? Welke periode is dat? Die vragen kunnen ze maar moeilijk beantwoorden.’
Jan Toremans: (leerkracht klassieke talen):
‘In het talenonderwijs dat ik aan het eind van de twintigste eeuw zelf als leerling heb gekregen, werd grammaticale kennis overschat ten nadele van het inoefenen van vaardigheden. Maar als leerkracht heb ik de slinger in de andere richting zien doorslaan: expliciete instructie van grammatica werd verketterd omdat taalverwerving een zaak van spontaan en natuurlijk leren zou moeten zijn. Ondertussen is gebleken welke rampzalige gevolgen dat voor een hele generatie heeft.’
Meer over de mening van De Leraarskamer van Knack leest u op Knack.be/Leraarskamer