‘Onze beste bondgenoten tegen de islamisten zijn de moslims zelf’
MR-fractieleider Denis Ducarme pleit voor strengere terrorismewetten. ‘Jarenlang is er lichtvaardig omgesprongen met de veiligheid van de burgers.’
Denis Ducarme wil nog voor het zomerreces voor de Kamer verschijnen met een twaalfpuntenplan voor de strijd tegen het terrorisme. De fractieleider van de Franstalige liberalen, ook wel ‘monsieur Muscle‘ genoemd, heeft het over een ‘absolute prioriteit’.
Wat staat er concreet in uw twaalfpuntenplan?
DENIS DUCARME: De teksten gaan over het intrekken van identiteitskaarten of paspoorten om te beletten dat potentiële Syriëstrijders vertrekken, maar ook over het ontnemen van de nationaliteit tot in de tweede generatie van hen die veroordeeld zijn voor een terroristisch feit. Ik knok al drie jaar lang om dergelijke maatregelen erdoor te krijgen. Ze stonden al in het regeerakkoord, maar de aanslag tegen Charlie Hebdo heeft alles versneld.
Hoopt u op een nationale consensus over de partijgrenzen heen?
DUCARME: Die zal er niet komen. Na de gebeurtenissen van Parijs en Verviers hebben we er nochtans even in geloofd. Maar van zodra we militairen wilden inzetten, merkte ik dat het eerder om lippendienst ging dan om een gemeend verlangen. Toen we ons plan voorlegden aan het parlement, vergeleken sommige parlements-leden ons zelfs met de regeringen-Pinochet (Chileense dictatuur, 1973-1990, nvdr), of erger. Men had die maatregelen veel vroeger moeten nemen. En ik weet wat ik zeg, want ik verdiep me al tien jaar in radicalisme en terrorisme. Men geloofde blijkbaar dat de dreiging niet voor ons gold. Pas na Syrië begon men te beseffen dat alles waar we voor pleitten niet ontsproten was aan een ziekelijke fantasie. Wat we nu doen, hadden we niet kunnen doen met de PS of met linkse partijen in het algemeen.
Om principiële redenen?
DUCARME: Om ideologische, maar ook en vooral om communautaire redenen, laat dat duidelijk zijn.
Ook op het vlak van radicalisme?
DUCARME: Dat is evident. Wanneer Laurette Onkelinx de jonge Belgen die naar Syrië trekken voor de camera’s vergelijkt met de internationale brigades die de Spaanse Burgeroorlog gingen uitvechten, dan hoef ik daar verder geen tekeningetje bij te maken. Jarenlang is er lichtvaardig omgesprongen met de veiligheid van de burgers, hetzij uit een overdosis naïviteit, hetzij om de ondeugdelijke redenen die ik net aangaf. De regering moest dus snel en onverbloemd werk maken van deze kwesties en tegelijk duurzame relaties aanknopen met de vertegenwoordigers van de islam in ons land. De voorzitter van de Moslimexecutieve heeft inderdaad een aantal van die maatregelen gesteund. Dat staat duidelijk vermeld in de gemeenschappelijke verklaring die de vertegenwoordigers van alle erediensten aflegden na de gebeurtenissen in Parijs en Verviers. Onze beste bondgenoten tegen de islamisten zijn de Belgische moslims zelf omdat ze niet meer rechtstreeks of onrechtstreeks het slachtoffer willen zijn van radicalen die onze samenleving beschadigen.
Olivier Mouton
‘Toen we na Verviers en Parijs militairen op straat wilden sturen, vergeleken sommige parlements-leden ons met Pinochet, of erger.’