Toen de 29-jarige Tom Van Grieken in oktober 2014 de nieuwe partijvoorzitter werd, gaf niemand een cent voor zijn pogingen om het Vlaams Belang te reanimeren. Eén jaar later is niet alleen de dalende trend in de peilingen gekeerd, ook het discours van de partij is veranderd. Van Grieken noemt zichzelf een antiglobalist, een feminist en een antikapitalist. En hij doet niet flauw over zijn ambitie: ‘Ik wil weer fucking verkiezingen winnen.’
Het Vlaams Belang houdt nog altijd kantoor hoog in de Madoutoren aan de Brusselse binnenring, maar de ruimte is fors gekrompen. Na de verkiezingen van vorig jaar moest de partij de tering naar de nering zetten: het VB viel in de Kamer terug van 12,6 naar 4,9 procent. De partij verloor driekwart van haar parlementsleden en diende het gros van haar personeel te ontslaan.
Het gevolg is dat het Vlaams Belang nu wordt geleid door een opvallend jonge ploeg. Voorzitter Tom Van Grieken zelf is maar 29 jaar oud. Lex Molenaar noemde Van Grieken in Gazet van Antwerpen ‘Baby Dewinter’, en die bijnaam kleeft nog altijd aan hem. Maar wat met de rituele vadermoord? Al bij de Vlaams Belang Jongeren voerde Tom Van Grieken in 2012 campagne met de slogan ‘De winter is voorbij’.
Ook in Brussel blijkt uit kleine details dat een nieuwe, trendy generatie de koers bepaalt: als manchetknopen draagt Tom Van Grieken – echt waar – de opgestoken duimen van Facebook: het mondiale ‘I Like It’-symbool. Wordt de partij die ooit berucht werd met haar bokshandschoenen vandaag geleid door een positivo? Of bestaat de nieuwe generatie VB’ers uit ‘kindsoldaten’, zoals Johan Sanctorum ze in De Standaard omschreef: kanonnenvlees voor als straks weer de echte verkiezingsstrijd losbarst?
Tom Van Grieken: ‘Men zegt wat men wil. Bij de laatste verkiezingen haalde het VB amper 5 procent. De jongeren hebben het nu een jaar voor het zeggen en in de opiniepeiling van Het Laatste Nieuws en VTM haalde mijn partij al 10,5 procent. Ik was er altijd van overtuigd dat het VB tegen de verkiezingen van 2019 minstens tien procent zou halen. Wel, we zitten nu al aan dat cijfer.’
Waarin verschilt het Vlaams Belang van Tom Van Grieken met de partij van Filip Dewinter en Gerolf Annemans?
TOM VAN GRIEKEN: Ons programma luidt: ‘Tegen het systeem maar niet tegen de mensen. Radicaal maar niet marginaal.’ Wij VB’ers moeten begrip hebben voor de vluchtelingen – wie wil geen beter leven leiden? – maar als partij moeten we ons keihard verzetten tegen het falende immigratie- en vluchtelingenbeleid.
Hoe veel empathie hebt u met de vluchtelingen?
VAN GRIEKEN: Vervolging riskeren wegens je politieke overtuiging, daar kan onze partij over meepraten. En natuurlijk begrijp ik homoseksuelen en vrouwen die de IS ontvluchten. Maar moeten we hen allemaal hier in Europa een nieuwe toekomst geven? Waarom zouden we vooral solidair moeten zijn met een kleine voorhoede van vluchtelingen die vijf- tot achtduizend euro kunnen betalen aan mensensmokkelaars? Meestal gaat het om kerels van 25 tot 35 jaar oud. Wat voor mannen zijn dat, die hun vrouw en kinderen in hoge nood achterlaten en zichzelf als eerste in veiligheid brengen?
U suggereert dat veel vluchtelingen lafaards zijn.
VAN GRIEKEN: Ik stel vast dat we de grootste inspanningen leveren voor een bende testosteronbommen die totaal geen verantwoordelijkheid op zich nemen voor hun land of hun gezin. Waarom hebben we niet meer aandacht voor de 98 procent vluchtelingen die nog in het Midden-Oosten zijn? De Verenigde Naties zeggen dat we met het budget waarmee we in België één asielzoeker opvangen, ginds ongeveer tweehonderd vluchtelingen kunnen helpen. Ik zou daarvoor middelen verschuiven binnen het budget van Ontwikkelingssamenwerking. Waarom moeten we vakbonden steunen in Centraal- en Latijns-Amerika?
Om de strijd te steunen tegen kinderarbeid en voor vrouwenrechten, bijvoorbeeld.
VAN GRIEKEN: Die strijd voor sociale rechten moet je niet vanuit het buitenland financieren. Anders bemoei je je toch net als de CIA met een binnenlandse agenda? We zetten onze middelen helemaal niet rationeel in. En dat terwijl dit land nog een half miljoen werklozen heeft, en steeds meer gepensioneerden. Een asielzoeker kost 1249 euro per maand. Het gemiddelde pensioen bedraagt 1212 euro. Het verwondert mij dus niet dat 95 procent van onze bevolking vindt dat we te veel asielzoekers opvangen. In onze steden is het verzadigingspunt bereikt.
Waar ligt dat verzadigingspunt?
VAN GRIEKEN: Dat kun je niet exact vastleggen. Ik gebruik altijd het volgende beeld: een kop thee met één klontje suiker smaakt lekker. Als je er twintig klontjes in doet, wordt het ondrinkbaar. Dat is het hele punt. Wij vangen 35.000 asielzoekers op per jaar. Door de volgmigratie, zo heeft Paul Scheffer ons geleerd, moet je dat cijfer met een factor vier tot vijf vermenigvuldigen. Zelfs volgens de meest voorzichtige schattingen betekent dit dat er jaarlijks honderdduizend vluchtelingen zullen aankomen. Elk jaar komt er een stad ter grootte van Mechelen bij. Wij kunnen dat onmogelijk aan. Vlaanderen heeft zijn portie suiker al lang binnen.
Volgens u hoeft dit land niet meer veel vluchtelingen op te nemen?
VAN GRIEKEN: Voor mij hoeft ons land niet één vluchteling meer op te vangen. Wij hebben ons steentje al bijgedragen. Saudi-Arabië mag ook een efforke doen: dat land vangt nul vluchtelingen op. Ik weet niet of u het perspectief ziet van de problemen die op ons afkomen. Wir schaffen das nicht!
Het was toch Theo Francken die als parlementslid in zijn boekje schreef: ‘Meer opvangplaatsen creëren, betekent meer asielzoekers aantrekken’. Wat doet Francken nu, nu hij staatssecretaris is? Opvangcentra bijbouwen. En Bart De Wever zegt dat hij de Conventie van Genève ter discussie wil stellen. Maar als het VB daarover een wetsvoorstel indient in de Kamer, stemt hij tégen. Er gaapt een kloof, breder dan de Middellandse Zee, tussen wat de N-VA’ers aankondigen en wat zij doen. Ze zouden het kindergeld van asielzoekers aanpakken. Ze dienden daarvoor een wetsvoorstel in de Kamer in. Alleen: die is sinds de staatshervorming niet meer bevoegd. (cynisch) Toppie hoor, zo’n communautaire partij.
Bart De Wever laat in Antwerpen militairen op straat patrouilleren. Zijn politie bewapent hij tot de tanden. En hij schuwt de confrontatie met de linkse culturo’s niet: voor een VB-kiezer is De Wever toch de beste burgemeester die Antwerpen sinds mensenheugenis heeft gehad?
VAN GRIEKEN: Natuurlijk is niet alles wat De Wever doet slecht. Ik zie alleen de beloofde verandering niet. De projecten waarmee De Wever nu scoort, zijn opgezet onder Patrick Janssens. We zullen pas in de tweede helft van de legislatuur weten of de N-VA zelf iets in petto heeft. En ik voorspel nu al de slogan waarmee De Wever in 2018 naar de kiezer trekt: ‘In zes jaar tijd kunnen we toch geen zeventig jaar socialisme herstellen?’
Hoe dan ook, het is voor een rechtse partij als het VB niet gemakkelijk om oppositie te voeren tegen een centrumrechtse regering als die van Charles Michel.
VAN GRIEKEN: U hebt een fout beeld van onze partij. Het VB is de partij van de kleine man, de blauwe arbeider en de rode zelfstandige, en deze regering zit achter hun centen aan. Voortdurend wordt de factuur doorgespeeld naar de hardwerkende Vlaming: de prijzen van gas en elektriciteit stijgen, de inschrijvingsgelden, de accijnzen op diesel en alcohol. Ik weet hoe dat erin hakt bij gewone mensen met een modaal inkomen. (Van Grieken staat plots op en toont ons een soort schilderij: een gedetailleerde plattegrond in het bruin, en daarover een trapezium in rood, nvdr) Het rode trapezium is de omtrek van dit kantoor. De bruine tekening is de plattegrond van de studio in Mortsel waar ik met mijn moeder woonde. Die was niet veel groter dan mijn werkplek nu.
U woonde erg krap.
VAN GRIEKEN: Ik kom niet uit een rijk milieu en ook niet uit een klassiek Vlaams-nationalistisch nest. Mijn vader was commissaris bij de Federale Politie. Hij werkte bij de Sectie Terrorisme van de provincie Antwerpen en volgde Sharia4Belgium, maar ook links- en rechts-radicale organisaties. Ik heb het stille vermoeden dat het eerste politierapport dat ooit over de piepjonge Vlaamse activist Tom Van Grieken werd geschreven, van zijn hand is. Mijn moeder is bloemiste.
Ik groeide op in de Carnotstraat in Antwerpen, dicht bij het Centraal Station. Het ‘Marokkaanse’ Borgerhout, de Jodenbuurt, de Chinese Wijk, een stukje hoerenbuurt: het komt er allemaal samen. En ik heb er dicht bij treinen en trams een voorliefde voor het openbaar vervoer aan overgehouden.
Na de scheiding van mijn ouders verhuisde ik met mijn moeder naar die krappe studio in Mortsel. Maar mijn echte biotoop bleef Antwerpen. Natuurlijk had ik Marokkaanse vriendjes op school. En nee, er is mij nooit iets traumatiserends overkomen. Ik ben nooit overvallen door allochtonen.
Al op de middelbare school werd u een Vlaams-nationale activist.
VAN GRIEKEN: Op mijn veertiende zocht ik naar mijn identiteit. Ik merkte dat mijn klasgenoten er anders uitzagen dan ik, een beetje anders spraken en andere eetgewoonten hadden. Ik definieerde mij tegenover hen: ik was een Vlaming. Dat was zeker geen negatieve keuze. Ik genoot van de voordelen van de multiculturele samenleving, maar ik zag ook wat er fout liep. De verloedering van mijn buurt bijvoorbeeld, waar prestigieuze middenstandszaken een voor een veranderen in nacht- en telefoonwinkels, theezaken en halalslagers.
De mooie handelszaken van de Carnot-straat konden niet op tegen de concurrentie van internationale ketens of werden weggezogen naar Wijnegem Shopping Center. Pas daarna kwamen de nieuwe Belgen, die u als oorzaak van de verloedering ziet.
VAN GRIEKEN: Ketenvorming en migratie zijn symptomen van een globaliserende wereld, de nefaste neveneffecten van het vrije verkeer van goederen en personen. Iedereen gaat naar McDonald’s en naar dezelfde klerenwinkels. De echte antiglobalisten zijn de nationalisten.
Bent u een antiglobalist?
VAN GRIEKEN: Ik geloof niet in het ongebreidelde liberalisme van Open VLD, N-VA of Unizo. Ik pas voor hun ongeremd geloof in de onzichtbare hand. Het harde liberalisme staat haaks op onze volkse overtuiging. Rechts of links, wat betekenen die begrippen nog? De socialisten zijn de voeling met de kleine man kwijt. Ze doen er alles aan om die kiezers terug te winnen. De communistische jongeren van Comac durven zich zelfs niet meer uit te spreken over homoseksualiteit, uit vrees de moslims tegen het hoofd te stoten. Is dat allemaal nog links? Ik voel meer voor de idee van ‘ni gauche, ni droite, mais nationaliste’.
Ook in het Sint-Jan Berchmanscollege mochten we niet vrijuit praten over de problemen van de multiculturele samenleving. De toon was er dogmatisch links. En dat uitgerekend in de periode dat voor mijn deur Abu Jahjah stond te betogen. Een en een werd dus twee: ik definieerde mij als Vlaming en ik stond zeer kritisch tegen het migratiebeleid en het multiculturele vraagstuk. Ik deel de stelling van socioloog Mark Elchardus, dat de Vlaming niets tegen diversiteit heeft maar dat de islam grote weerstanden oproept. Ik betwijfel of de islam com-patibel is met onze waarden. Het Vlaams Blok was mijn natuurlijke biotoop. In 2003 werd ik lid van de partij.
Uw bewustwording als ‘Vlaming’ had dus te maken met uw afkeer voor de multiculturele samenleving, meer dan met frustratie over Wallonië of het federale België?
VAN GRIEKEN: Dat besef is snel gevolgd. Van mijn grootmoeder kreeg ik de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging cadeau. Ik ben het beginnen te lezen, en ik werd erdoor begeesterd. Wat het is om Vlaming te zijn, kun je niet uitleggen. Ik walg van bloed- en bodemtheorieën, maar het idee van een volk omarm ik wel.
En de Vlaamse Beweging omarmde u.
VAN GRIEKEN: Ik ben actief geweest bij de Vlaams Blok Jongeren (VBJ), het Nationaal JongStudentenVerbond (NJSV) en de Nationalistische Studenten Vereniging (NSV). Ik heb geplakt, flyers uitgedeeld en in alle mogelijke betogingen meegelopen. Maar ik heb nooit gevochten. En ik heb mij vooral nooit in het hoekje laten drummen van ‘de racisten van het NSV’. (trots) Ik heb aan de Antwerpse Universiteit zelfs het Politiek en Filosofisch Konvent opgericht: dat was een koepel gesticht door het NSV, het Liberaal Vlaams Studenten Verbond (LVSV) én Comac, de jongerenbeweging van de Partij van de Arbeid, om gemakkelijker zalen te kunnen huren van de universiteit. Ik ben een diplomaat die mensen rond de tafel kan krijgen. Dat geeft me een vrienden- en kennissenkring die véél verder reikt dan het VB alleen.
Intussen zit u als politicus wel opgesloten in uw cordon sanitaire.
VAN GRIEKEN: Ook dat verandert. Ik ken uit mijn studententijd veel mensen die nu voor andere partijen werken. Ik zie hen nog vaak. Iedereen maakt vandaag het onderscheid tussen de politieke ideeën van mensen en hun persoonlijkheid. De jonge generatie VB’ers leeft niet meer in het sociale isolement dat Dewinter en Annemans parten heeft gespeeld. Ik hoop ook van dat cordon sanitaire af te raken.
Goede moed.
VAN GRIEKEN: Ik geef een voorbeeld: ik ken Imade Annouri, het Antwerps-Marokkaanse parlementslid van Groen, al jaren. We stonden eens voor een ATV-debat samen wat te lachen. Een journalist ziet ons: ‘Schieten jullie echt goed met elkaar op?’ Imade zei: ‘Het is niet omdat ik alles verafschuw waar Tom voor staat, dat hij ook een slechte mens is. Au contraire.’
Hebt u een politiek voorbeeld waardoor u zich laat inspireren?
VAN GRIEKEN: Ik weet nog altijd op welke plek ik stond toen ik het nieuws hoorde dat Pim Fortuyn was doodgeschoten. Fortuyn was wat te liberaal naar mijn smaak, maar verder was hij mijn grote voorbeeld: die stijl, dat charisma, die combinatie van rebelsheid en menselijkheid. Ik vind hem een hele grote mijnheer.
Groter dan Karel Dillen?
VAN GRIEKEN: Meteen nadat ik voorzitter van de partij was geworden, ben ik bloemen op het graf van Karel Dillen gaan leggen. Zelfs zijn linkse tegenstrevers moeten toegeven dat zijn invloed op de Belgische politiek heel groot is geweest. Karel Dillen is de eerste die is durven op te staan tegen de centrumlinkse regeringen die Vlaanderen politiek en cultureel gedomineerd hebben van de jaren zestig tot de jaren negentig. Zijn slogan was de versregel: ‘Opstand is ereschuld’. Ik heb die woorden ook gebruikt in mijn eerste toespraak als voorzitter. Wij zetten de oude strijd van de Vlaamse Beweging voort. Op een moderne manier, zonder aan alles uit het verleden vast te houden.
Het VB is toch altijd ethisch conservatief geweest: tegen abortus, voor vrouwen aan de haard?
VAN GRIEKEN: Met die standpunten waren we onze tijd net vooruit. Het VB vindt dat de consumptiemaatschappij een te grote druk legt op gezinnen met kinderen. Ik zou vandaag niet graag een vrouw zijn. Een vrouw moet een goede mama zijn, een lieve echtgenote, een kundige kokkin en een uitstekende minnares. Er ligt een geweldige druk op vrouwen, meer dan op mannen. Ze moeten hollen-hollen-hollen. Vrouwen hebben dus dringend extra ondersteuning nodig. Bijvoorbeeld een opvoedersloon voor de ouder (m/v) die dat wenst. Dat stelt het VB al jaren voor.
De vrouwenorganisatie Femma zegt hetzelfde. U klinkt aardig links.
VAN GRIEKEN: Het is juist een heel rechts verhaal. Ik ben het beu dat links is gaan lopen met Vlaams-nationale ideeën en cultuuruitingen. Folkmuziek: is dat links of rechts? Ik zeg: rechts. Ik ken een pak zéér rechtse jongens die op Dranouter waren. Maar in zogezegd ruimdenkende kringen is het natuurlijk niet bon ton om je rechts te noemen.
Waarom noemt u zich niet gewoon extreemrechts?
VAN GRIEKEN: Omdat ik dat totaal niet ben!
Iets anders. U moet ons uw meest beruchte actie toch eens uitleggen: het uitdelen van zwanworstjes – mét varkensvlees, daar ging het om – aan een schoolpoort. Wat voor plezier beleefde u eraan dat jonge Marokkaantjes die dat vlees niet mochten eten het per vergissing in hun mond staken?
VAN GRIEKEN: Wat is de waarheid? Ik werd gecontacteerd door mensen die boos waren op de school van hun kleinkinderen: ‘Woensdagnamiddag staat een halal barbecue op het programma. Wie niet komt, krijgt nul op tien.’ Ik ben daarop naar die school gegaan met een haram aperitief en een paar zwanworstjes. Dat is alles. Het is waar dat een moeder achteraf een klacht tegen mij heeft ingediend. Die is geseponeerd: er was geen grond van waarheid in wat ze zei.
Manifesteert zich bij de jonge VB’ers toch geen nieuw radicalisme? Geert Wilders ontsloeg VB’er Sam Van Rooy als medewerker nadat hij moslima’s in boerka had gefilmd en op internet voor ’tuig’ had uitgemaakt.
VAN GRIEKEN: De sanctie van Wilders was terecht. Sam Van Rooy had die vrouwen gratuit uitgescholden. Dat kan natuurlijk niet.
Vervolgens vist uw partij die man weer op, alsof hij niets op zijn kerfstok heeft.
VAN GRIEKEN: Die aanwerving was van voor mijn tijd. Los daarvan zegt Sam Van Rooy geen domme dingen over de islam of de Europese Unie.
Hoe spreekt u hem aan: als Sam, of als Mijnheer Van Rooy, zoals hij onlangs het NMBS-personeel sommeerde te doen?
VAN GRIEKEN: Met Sam. (zucht) Hij zou beter twee keer nadenken voor hij iets zegt of tweet, maar goed: wij vullen onze dagen echt niet met relletjes op Twitter.
Wat is uw ambitie voor uw partij?
VAN GRIEKEN:(zonder verpinken) Ik wil weer fucking verkiezingen winnen! Het is zelfs onze democratische plicht om in 2019 opnieuw meer stemmen te halen. Er is een brede Vlaamse grondstroom die precies denkt en zegt wat het Vlaams Belang vindt, en die een stuk groter is dan uit onze laatste verkiezingsresultaten blijkt. We willen ervoor zorgen dat de stem van die mensen gehoord wordt.
De sociale media staan bol van boodschappen als ‘Smijt ze terug in de zee’.
VAN GRIEKEN: Wie zegt dat die mensen VB-kiezers zijn? Maar het is belangrijk dat er een ventiel is voor de rechtse onderbuik van de samenleving. Als die boodschap niet mag geuit worden in de pers, weerklinkt ze op de sociale media.
En in het parlement. ‘Geef ze een kompas’, zei Filip Dewinter in de Kamer.
VAN GRIEKEN: Dat kompas was slechts een boutade. Of denkt u dat hij dat echt wil doen?
Het is vintage Dewinter om te choqueren. Zoals zijn computerspelletje om met een vliegenmepper moslimfundamentalisten dood te kloppen.
VAN GRIEKEN:(verveeld) De kiezer heeft al laten weten wat hij dacht van de campagne van mijn voorgangers, en dat oordeel was niet echt top. Klaar?
U hebt toch als eerste gezegd dat het tijd is voor Dewinter om een stap opzij te zetten?
VAN GRIEKEN: Ik heb gezegd dat het tijd is dat anderen een stap naar voren doen. Filip Dewinter vernam mijn kandidatuur op hetzelfde moment als de pers: toen ik mijn filmpje op YouTube postte. Ook binnen de partij geloofden velen niet dat een snotneus van achtentwintig een partijbureau zou durven samen te stellen zonder Gerolf Annemans en Filip Dewinter. Dat is mij wel gelukt.
DOOR WALTER PAULI EN PETER CASTEELS, FOTO’S SASKIA VANDERSTICHELE
‘Ik walg van bloed- en bodemtheorieën, maar het idee van een volk omarm ik wel.’
‘Fortuyn was wat te liberaal naar mijn smaak, maar verder was hij mijn grote voorbeeld: die stijl, dat charisma, die combinatie van rebelsheid en menselijkheid.’