Themapark Ooit Tongeren is al failliet. Velen stellen zich vragen bij de publiek-private samenwerking (pps).
Ooit was het een toverwoord: publiek-private samenwerking (pps). Hoe gaan we het bouwen en onderhouden van serviceflats financieren? Geen probleem: overheid en privé slaan de handen ineen. De privé helpt mee financieren, bouwen, onderhouden en eventueel zelfs uitbaten. Dat is pps. Hoe komen we aan nieuwe gevangenissen? Pps! Wegen? Pps! Spoorlijnen? Pps! Scholen? Allemaal samen: pps! Maar pps is steeds vaker synoniem voor een ondoorzichtig en onbeheersbaar kluwen. Met alle gevolgen van dien.
De opeenvolgende Vlaamse regeringen hebben voor allerlei zware investeringsprojecten een beroep gedaan op pps. Vooral de jongste Vlaamse regering-Leterme, die zich profileerde als een investeringsregering, deed er een beroep op. Wat zijn de grote voordelen van pps? Eén: omdat de overheid privégeld betrekt bij haar plannen, kan ze een groter project aan. Twee: via de pps kunnen de kosten meer in de tijd gespreid worden. Dat was voor de Vlaamse regering interessant, want Vlaanderen mag van Europa niet lenen omdat de Belgische schuld te hoog is. Via de pps-structuur wordt dit probleem omzeild, want dan kunnen de privépartners lenen.
Een van de eerste grote pps-projecten in ons land was de aanleg van de Liefkenshoektunnel, die in 1991 openging. Al vlug werd duidelijk dat er veel minder verkeer door de toltunnel reed dan gepland. De inkomsten bleven dus ver onder de verwachtingen. De Liefkenshoektunnel werd een debacle.
Dat het vorige week failliet verklaarde themapark Ooit Tongeren een pps-structuur kreeg, is om minstens twee redenen verbazingwekkend. Ten eerste was er de aard van het project: het past niet in het rijtje: grote infrastructuurwerken-gevangenissen-scholen. Maar ja, het moest in Limburg een ’toeristisch hefboomproject’ worden. Tweede reden tot verbazing: de inspectie Financiën adviseerde herhaaldelijk negatief, want raakte niet overtuigd van de ‘economische leefbaarheid’. Toch werd het project doorgedreven. Waarom? Sommigen wijzen naar Patrick Dewael (Open VLD), toenmalig titulair burgemeester van Tongeren én Vlaams minister-president. Hij zou de drijvende kracht achter het project geweest zijn.
Nog een ander pps-project deed de jongste maanden veel stof opwaaien: de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM), de vennootschap die de grote infrastructuurwerken in en om Antwerpen coördineert en financiert. Ook daar zijn er heel veel vragen over de transparantie en beheersbaarheid van het hele opzet.
Liefkenshoektunnel, Ooit Tongeren, BAM – drie voorbeelden van pps-projecten die op heel wat onbegrip stuiten. Toeval? Nee. Het pps-concept zoals dat in Vlaanderen in de praktijk uitgevoerd wordt, mist openheid. De Sociaaleconomische Raad van Vlaanderen (SERV) had begin dit jaar al vragen over ‘de beheersbaarheid’ van de pps-projecten. ‘Symptomatisch is de beperkte en onduidelijke informatie over de financiële impact en de investeringswaarde van de programma’s onder alternatieve financiering’, luidt het.
Het Rekenhof sluit zich bij die kritiek aan: de regering moet over de pps-projecten ’transparant, betrouwbaar en relevant’ communiceren, heet het. De Vlaamse regering moet duidelijker zijn over de hoeveelheid en de aard van de pps-projecten, en over hun impact op de begroting. En het parlement moet zijn controlerecht maximaal kunnen uitoefenen.
Eigenlijk is het stuitend dat de SERV en het Rekenhof moeten aandringen op meer openheid van de Vlaamse regering over projecten die ze met publiek-private samenwerking, en dus ook met gemeenschapsgeld, hoopt te realiseren.
door Ewald Pironet